Volg ons op YouTube

God van wonderen

‘Gij, Heere, hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen; Dezelve zullen vergaan, maar Gij blijft altijd; en zij zullen alle als een kleed verouden, Herb. 1:10,11.’

Naast Gods Woord kunnen wij vanuit de natuur weten dat er een God is. ‘Want Zijn onzienlijke dingen worden van de schepping der wereld aan uit de schepselen verstaan en doorzien, beide Zijn eeuwige kracht en Goddelijkheid, opdat zij niet te verontschuldigen zouden zijn, Rom. 1:20.’ Alle mensen die eerlijk en onbevangen kijken naar dat wat er om ons heen is, moeten erkennen dat er een hogere macht is. In deze overdenking willen we stilstaan bij wat wetenschappelijke feiten vanuit de schepping, waaruit blijkt hoe groot onze God van wonderen is. De Bijbel begint met een paar eenvoudige woorden: ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde.’ We zullen zien welk een Majesteit er achter deze woorden schuil gaat.

‘Heft uw ogen op omhoog en ziet Wie deze dingen geschapen heeft; Die in getal hun heir voortbrengt; Die ze alle bij name roept, vanwege de grootheid Zijner krachten en omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet één gemist, Jes. 40:26.’ De Heere God heeft op een dag tot Abraham gesproken: ‘Zie nu op naar den hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt.’ Abraham zag net als wij, bij een heldere nacht, ontelbaar veel sterren aan de lucht staan. Met ons blote oog en met ons verstand, kunnen wij niet bevatten wat er in het heelal om ons heen aan schepping is te vinden. Wij zien de zon, voelen haar warmte en genieten daarvan. Wij weten dat wij zonder zon niet zouden kunnen leven. Onze zon is immens groot en heeft een enorme energiecapaciteit. Haar kern heeft een temperatuur van 15 miljoen graden Celsius. De zon is 150 miljoen km van ons verwijderd en toch is zij onze voornaamste energiebron. Iedere seconde geeft de zon meer energie af dan wij mensen sinds de schepping hebben geproduceerd. Dan te bedenken dat de Bijbel, de Heere Jezus Christus, de Schepper van heel het heelal, de Zon der gerechtigheid noemt (Mal. 4:2). Wat zijn wij nietige mensen vergeleken bij deze Zon en wie van ons kan leven zonder deze Zon? ‘Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er, Ps. 33:9.’

Ons melkwegstelsel heeft 100 miljard sterren, buiten de Melkweg zien we nog eens 100 miljard andere sterrenstelsels. We kunnen de energie en kracht waarover we hier spreken niet bevatten.

De aarde past 1 miljoen keer in de zon. Toch is de zon maar een gemiddelde ster. Veel sterren uit ons eigen sterrenstelsel zijn veel groter. Arcturus is de op drie na helderste ster aan de nachtelijke hemel.

320 biljoen km ver weg, 100 keer zo helder en 20 maal zo groot als de zon. Toch is deze ster maar klein vergeleken bij de superreus Betelgeuze die wel 600 keer groter is als de zon. Deze ster schijnt 60.000 maal helderder dan de zon. Betelgeuze is niet de grootste ster, er zijn sterren die 1500 keer groter zijn dan de zon.

In één seconde geeft de zon meer energie af dan een miljard grote steden in één jaar tijd zouden kunnen produceren. Wat te denken van alle sterren bij elkaar. Er zijn miljarden sterren in talloze sterrenstelsels. ‘Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze alle bij namen. Onze Heere is groot en van veel kracht; Zijns verstands is geen getal, Ps. 147:4,5.’

Wij mensen zien ondanks alle moderne apparatuur slechts een stukje van dit immense universum. Om een indruk te geven van de uitgestrektheid zouden we met de snelheid van het licht, dat is 300.000 km per seconde, 28 miljard jaar onderweg zijn om door het ons bekende heelal te reizen, terwijl wij met die snelheid 7 keer de aarde rond gaan in één seconde. Hoe klein is dan de aarde, hoe nietig is dan de mens op die kleine aarde. Hoe groot is onze God van wonderen.

De meeste astronomen erkennen dat het heelal zich uit lijkt te breiden. Dat stemt overeen met: ‘Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde, en derzelver inwoners zijn als sprinkhanen; Hij is het, Die de hemelen uitspant als een dunnen doek en breidt ze uit als een tent, om te bewonen, Jes. 40:22.’ Hierin zien wij Gods openbaring tijdens het schrijven van de Bijbel, men kon dat toen niet weten. ‘De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak uit, en de nacht aan den nacht toont wetenschap. Geen spraak en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord, Ps. 19:2-4.’

‘De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren. De stem des HEEREN is met kracht; de stem des HEEREN is met heerlijkheid, Ps. 29:3,4.’ Wie van ons kent niet de stille verwondering die door ons heen gaat als de bliksem de lucht verlicht en de donder alles doet beven? Wat een majesteit klinkt er door in dit natuurgeweld. ‘Zijn bliksemen verlichten de wereld; het aardrijk ziet ze en het beeft, Ps. 97:4.’

Ieder mens die de Niagara watervallen ziet is verwondert over het geweld waarmee het water onophoudelijk naar beneden davert. De hoeveelheid water dat daar in 6 minuten naar beneden stroomt komt ook vrij bij een gemiddelde onweersbui, we spreken dan over honderden miljoenen liters water. Aan energie komt er zo’n 10 miljoen kilowatt vrij, dat is te vergelijken met een kernbom van 200.000 ton. Grote onweersbuien ontwikkelen 10 tot 100 keer meer energie. Ieder moment van de dag zijn er op aarde honderden onweersbuien gaande, in het totaal zo’n 16 miljoen per jaar. Een bliksemflits kan zo’n 8 kilometer lang zijn en levert een spanning van ruim 100 miljoen volt. De temperaturen lopen in een fractie van een seconde op tot 28.000 graden Celsius. Dat is heter dan het oppervlak van de zon. Onweersbuien dragen in hoge mate bij aan de watercyclus, de wolken die gevormd zijn door verdamping worden omgezet in regen die op de aarde neerdaalt. De bliksem brengt 2 gassen samen, stikstof en waterstof om meststof te maken, het water neemt het op en door de regen wordt de grond bemest. O Heere, hoe groot zijt Gij.

De Heere God vroeg aan Job: ‘Zijt gij gekomen tot de schatkameren der sneeuw? En hebt gij de schatkameren des hagels gezien? Job 38:22.’ In die tijd kon niemand weten welke schatten er verborgen zitten achter het voor ons zichtbare sneeuwvlokje. Met een microscoop beseffen we pas hoe prachtig gedetailleerd deze kristallen zijn. Sneeuw wordt gevormd in de wolken, waar waterdamp condenseert en in ijs kristalliseert. Elke dag vallen biljoenen van Gods transparante schatten op de aarde neer en toch zijn er niet twee identiek.

Als watermoleculen die kristallen vormen al blijk geven van een prachtige structuur, denk dan eens aan het ontwerp achter complexe moleculen zoals DNA, dat de blauwdruk voor al het leven bevat, het meest compacte info-opslagmechanisme van het heelal. Een speldenknop vol DNA bevat evenveel informatie als een stapel boeken, 500 keer hoger dan de afstand van hier tot aan de maan.

Terwijl ik al deze wetenschappelijke informatie hier neerschrijf, bedenk ik mijzelf hoe nietig de mens is. Met al onze uitvindingen, ontdekkingen en technologische hoogstandjes lopen wij achter de feiten aan. De wetenschap doet verbazingwekkende ontdekkingen waar wij mensen vaak ons nut mee kunnen doen, tegelijk wordt de wetenschap steeds geconfronteerd met onze nietigheid. God is de wetenschap ver vooruit. Wij zijn nu 6000 jaar aan het ontdekken wat God in 6 dagen schiep. Hoewel veel wetenschappers het bestaan van God zouden willen ontkennen, moeten hun ontdekkingen hen wel tot andere gedachten dwingen. Wie anders als God zou achter dit onuitsprekelijke ontwerp kunnen staan?

Ieder zaadje dat we zien is een miniatuurwonder. God heeft het kleine sequoiazaad zo geschapen dat het uit zou groeien tot de grootste boom op aarde, van zo’n 90 meter hoog (de hoogst nu levende is 115 meter) en met een gewicht van vele tonnen.

‘En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijn aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was, naar zijn aard. En God zag dat het goed was, Gen. 1:12.’ In elk zaadje zit een embryonale plant met bladeren, een stam en een wortel, omhuld door een schil die het beschermt en vol met allerlei receptoren die signalen van de omgeving opvangen. Het registreert de temperatuur, hoe vochtig de bodem is en hoeveel zuurstof er aanwezig is. We zien in al deze dingen de leiding van de Schepper. Wie anders vertelt de wortel dat hij naar beneden moet groeien en de stam omhoog?

‘En wat zijt gij bezorgd voor de kleding? Aanmerkt de leliën des velds, hoe zij wassen: zij arbeiden niet en spinnen niet, Matth. 6:28.’ Verschillende bloemen hebben een ingebouwd bioritme, ze openen als het licht wordt en sluiten als het donker wordt. Ver voor de wetenschap de zonne-energie kon aanwenden, installeerde de Schepper miniatuur-zonnepanelen in ieder groen blad. Als het blad zich ontvouwt is het geprogrammeerd zich naar de zon toe te keren om energie op te vangen. Deze energie voedt de chemische fabriekjes van het zonnepaneel, waar koolstofdioxide wordt opgenomen, zuurstof vrijkomt en waterstof wordt gebruikt voor suikers. De bladeren nemen het afvalgas van de mens op en laten de voor ons zo levensbelangrijke zuurstof vrij. Als we zo de zorg van onze Schepper zien, moeten we wel stil worden en Hem aanbidden, loven en danken voor Zijn trouwe zorg. Sinds de zondeval is de schepping aan het sterven, we zien vandaag een prachtige roos en morgen is zij verwelkt. Vandaag ben ik in de kracht van mijn leven en morgen sterf ik. Wat een les wil de Heere ons leren. Zoek de Heere en leef.

‘Al Uw werken, HEERE, zullen U loven, en Uw gunstgenoten zullen U zegenen, Psalm 145:10.’ We hebben wat wetenschappelijke wetenswaardigheden vanuit de schepping gezien en geconstateerd dat er wel een God moet zijn. Nog steeds geloven er veel mensen in een evolutieleer waarin geleerd wordt dat de schepping is ontstaan door een oerknal en alles door evolutie en mutatie in een tijdbestek van miljoenen jaren is geworden wat het nu is. Dit alles komt voort uit de gedachte dat God er niet mag zijn. De mens wil zelf god zijn. Een mooi voorbeeld uit de natuur waaruit we kunnen zien dat God geen miljoenen jaren nodig heeft is de vlinder. Tijdens hun levenscyclus ondergaan ze een verbazingwekkende transformatie. Het insect begint als een ei, groeit uit tot een kruipende rups, gevolgd door de verpoppingsfase. De rups begint daarvoor ritmisch te schokken en ontdoet zich van zijn huid. Het kapsel rond de poten en de kop wordt snel afgeschud en er ontstaat een pop. Op de eerste dag ontleden alle organen van de rups tot een soepachtige vloeistof. Wonderbaarlijk genoeg verschijnt er 1 tot 2 weken later een complexe vlinder. Deze metamorfose gebeurt binnen een paar dagen en niet na miljoenen jaren. De volwassen vlinder heeft 6 gesegmenteerde poten, voelsprieten, een zuigbuis, twee verbazingwekkende facet-ogen, complexe voortplantingsorganen en vier sierlijke vleugels. De rups had niet één van deze eigenschappen. ‘En waarlijk, vraag toch den beesten, en elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het u te kennen geven. Of spreek tot de aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen der zee vertellen. Wie weet niet uit al deze, dat de hand des HEEREN dit doet? Job 12:7-9.’

‘En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, Gen. 1:26.’ De schepping weerspiegelt aspecten van Gods karakter, maar alleen de mens werd geschapen naar Gods beeld. Ons brein is een complex meesterwerk. Onze handen kunnen precisiewerk doen. Wij staat rechtop, maar het is vooral onze geestelijke natuur die uniek is. De mens is gebouwd met uitmuntende fysieke eigenschappen. Ons oog beweegt 100.000 maal per dag met automatische scherpstelling en is in staat om gelijktijdig 1,5 miljoen boodschappen te verwerken. Het oog is zelfreinigend met ingebouwde wissers en reinigingsvloeistof. God ontwierp het oog om miljoenen kleuren te onderscheiden. Het oog is gevoelig voor lichtverschillen met een factor van 10 miljard. Het scherpstellen gaat automatisch en beide ogen kijken naar dezelfde plek, waar we ook kijken daar komen ze samen tot hetzelfde punt. Als er één graad verschil tussen zat, zouden we dubbel zien.

God heeft alle zintuigen zo ontworpen, dat ze innig met elkaar verbonden zijn. Als we eten zien, knort onze maag en produceert onze mond speeksel. Bij het horen van de stem van een geliefde, springt ons hart op van vreugde. Bij bepaalde geuren komen er herinneringen van jaren geleden terug. Het wonder van onze fysieke verfijning valt in het niet bij onze geestelijke natuur. Wij zijn zelfbewust en in staat over onszelf na te denken, een rationeel wezen met de gave van rede en de bekwaamheid om te leren. Wij hebben het vermogen ervaringen te herinneren. Ons geheugen stelt ons in staat Gods goedheid te overdenken. We hebben emotie met gevoelens waardoor we het vermogen hebben om naast verdrietig, ook blij te zijn en te lachen.

We hebben stilgestaan bij de God van wonderen en dan in het bijzonder in de natuur. We zagen de majesteit in het onweer met haar overweldigende krachten. De heerlijkheid van de voor ons zo levensbelangrijke zon en de oneindigheid van het heelal met haar ontelbare sterren. Sterrenstelsels met sterren die te groot zijn voor onze begrippen. De prachtige sneeuwvlokken waarvan er geen één hetzelfde is. Het onbegrijpelijke wonder van DNA en de geweldige bomen die embryonaal aanwezig zijn in het kleine zaadje. De heerlijkheid van de bloemen en de pracht van de vlinders, dit alles mogen wij mensen, wij die geschapen zijn in Gods beeld, zien met onze wonderlijke ogen, overdenken met ons verstand om dan tot de uitroep te komen: ‘O Heere, hoe groot zijt Gij.’

God is de Schepper van hemel en aarde, Hij is het Die ons geschapen heeft om te leven tot eer van Hem. Wij hebben allemaal een geweten, dat weet wat goed en kwaad is. God Zelf heeft namelijk de wet in ons hart geschreven. ‘Als die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun consciëntie medegetuigende, en de gedachten onder elkander hen beschuldigende of ook ontschuldigende. Rom. 2:15.’ Wij weten dat God onze Schepper, de wetgever is en tegelijk de Rechter die zal oordelen over onze daden. ‘En heeft ons geboden den volke te prediken, en te betuigen dat Hij (de Heere Jezus) is Degene Die van God verordineerd is tot een Rechter van levenden en doden, Hand. 10:42.’

Als wij deze woorden overdenken in het besef hoe groot God is, wie van ons kan dan nog zeggen zonder zonde te zijn? Uw en mijn geweten moet eerlijk bekennen dat wij niet geleefd hebben tot eer van God. Hoe vaak hebben u en ik geen dingen gedaan waarvan ons geweten sprak dat het niet goed was! Hoe vaak zijn wij ongehoorzaam geweest aan God, aan onze ouders aan hen die over ons gesteld zijn. Hoe vaak hebben wij gelogen, misschien alleen maar om bestwil. Hoe vaak hebben wij onszelf iets toegeëigend dat ons niet toekwam. Hoe vaak hebben wij niet begeert iets te hebben wat niet van ons was. Wie van ons kent niet de overspelige gedachten of gevoelens van wraak en boosheid. Kortom, wie van ons kan met een rein geweten zeggen onschuldig te zijn tegenover deze Almachtige, alles wetende God?

Wat een wonder dat de God van wonderen in Zijn wonderlijke liefde omziet naar schuldige mensen. Hij de Schepper van hemel en aarde is naar deze aarde gekomen, heeft Zichzelf vernederd door mens te worden. Hij de onschuldige, heilige, nam de zonde en schuld van de mens op Zichzelf en ging in onze plaats aan het vervloekte kruishout, daar droeg Hij de toorn van God over alle zonden. Hij is opgestaan en opgevaren naar de hemel vanwaar Hij komen zal. Zo heeft Hij als het Lam van God de weg geopend tot de Vader. Nu is er een welkom bij God voor de grootste zondaren. De weg die gesloten was is geopend in het offer van het Lam. Jezus is de Verlosser, allen die tot Hem komen zullen vergeving van zonden ontvangen. Een ieder die meent deze Jezus niet nodig te hebben zal voor eeuwig om eigen schuld verloren gaan. ‘Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods, Joh. 3:18.’Bekeert u dan van uw zonden, belijd ze aan God en geef uzelf in het geloof over aan Hem Die alleen u redden kan. Hij wil uw Zaligmaker, Verlosser, Heere en Koning zijn. Kent u Hem als uw Schepper en is Hij het middelpunt van uw leven geworden? Kom, prijs de Heere van nu tot in de eeuwigheid. Amen.

Dank, Jezus, dank! Met wat gena

kwam U ons, zondaars, tegen.

U droeg de schuld op Golgotha,

en bracht ons volle zegen.

U hebt door ‘t storten van uw bloed

ons aangebracht het eeuwig goed,

en ‘t kindschap ons verworven.

Verkoren van alle eeuwigheid

naar ‘s Vaders welgevallen,

zijn wij door Hem tot U geleid;

uw Geest woont in ons allen.

Wij zullen na een korte tijd,

tot lof van uwe heerlijkheid,

‘t heelal met U beerven.

Want alles is aan U beloofd,

de schepping zal U eren.

U bent van alle dingen ‘t hoofd

en zult met macht regeren.

U wacht in ‘s Vaders heerlijkheid,

maar straks verschijnt Ge in majesteit

met al uw heil’gen samen.

De schepping wacht; zij is in nood

en zucht nog onder ‘t lijden

van zonde, ijdelheid en dood,

tot U haar zult bevrijden.

Wij zuchten mee, zien naar U uit.

“O kom”, zo roepen Geest en bruid,

“ja kom, Heer Jezus. Amen!”