Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Ik heb zelfs in Israël zo groot geloof niet gevonden

‘Als nu Jezus te Kapernaüm ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende Hem, En zeggende: Heere! mijn knecht ligt te huis geraakt, en lijdt zware pijnen. En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen. En de hoofdman over honderd, antwoordende, zeide: Heere! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal genezen worden. Want ik ben ook een mens onder de macht van anderen, hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga! en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. Jezus nu, dit horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot degenen, die Hem volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israël zo groot een geloof niet gevonden. Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en zullen met Abraham, en Izak, en Jakob, aanzitten in het Koninkrijk der hemelen; En de kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; aldaar zal wening zijn, en knersing der tanden. En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden te dierzelver ure, Matth. 8:5-13.’

De vorige keer zagen we de wonderlijke genezing van de melaatse man, die dwars tegen alle regel in, zich onder de mensen begaf, om van Jezus gereinigd te worden. Vandaag staan we stil bij de wondere genezing van de knecht van de gelovige heidense hoofdman. Een geschiedenis waarvan we veel kunnen leren.

Al lange tijd zuchtte men in Israël onder de overheersing van de heidense Romeinen. Het volk had lang uitgezien naar de komende Messias, Die hen verlossen zou van hun vijanden. Rome zag toe op het volk, legde haar zijn wetten op en wee hen die niet gehoorzaamden aan de strenge overheersers. Veel Joden waren vervuld met afschuw en soms ook een diepe haat tegen de Romeinse overheersers. Toch stonden niet alle Romeinen slecht bekend. Sterker nog, de centurio of hoofdman over honderd, waar we vandaag over na denken, stond bekend als een zeer goed man, die volgens de beschrijving van Lukas, het volk liefhad en zelfs een synagoge had laten bouwen. Deze man was in nood, een van zijn dienstknechten leed ernstig pijn, waarbij het ernaar uitzag dat hij spoedig zou sterven. Wat een liefde proeven we in de zorg van deze machtige man, hij dacht niet lichtvaardig over het leven van zijn knecht maar was in nood over hem en in deze nood zocht hij Jezus. Mattheüs beschrijft dat hij tot Jezus komt om Hem te bidden Zijn knecht te genezen. Van Lukas begrijpen wij, dat de hoofdman, de ouderlingen van de Joden met zijn boodschap naar Jezus heeft gestuurd. Dit lijkt tegenstrijdig, toch is het hetzelfde, door de mond van de Joodse oudsten komt de hoofdman als het ware zelf tot Jezus en bidt Hem om zijn knecht te genezen.

Lieve vrienden, wat een voorbeeld is de heidense hoofdman hier voor ons. Een knecht was voor deze man niet zomaar een knecht, één van de zovelen. Nee, zij waren voor hem van grote waarde, hij behandelde hen niet als een nummer maar als een kostbaar mens. Terwijl hij de macht had over honderd krijgsknechten en hen in kon zetten daar waar hij wilde, zien wij zijn trouwe zorg over een zieke dienstknecht. De zieke knecht was onbekwaam om hem te dienen en bracht hem niets dan zorg en ellende, toch schrijft hij hem niet af maar ontfermt zich over hem als een vader over een kind. En wat een bijzondere les, dat deze man zich met zijn hulpvraag tot niemand anders begaf dan tot Jezus. Hij Die alle macht heeft in hemel en op aarde, had een bijzondere aantrekkingskracht op deze heidense centurio. Nee, de artsen konden zijn zieke knecht niet helpen, maar Jezus, Hij zou uitkomst kunnen geven. Naar Hem ging zijn verlangen uit, wie weet Hij zou zich over zijn zieke knecht ontfermen.

Lieve vrienden, waar zoeken wij ons heil? Welke artsen hebben wij al bezocht voor onze zieke knecht, kind of onszelf? Hoeveel zijn er vandaag niet moe en vaak moedeloos, doordat zij met hun zieke lichaam of vermoeide geest van het kastje naar de muur worden gestuurd? Dokter A belooft beterschap maar als ze aangekomen zijn bij dokter Z, zijn ze in plaats van beter alleen maar zieker geworden.

Vrienden, het klinkt misschien zwart wit en een beetje overdreven, toch is het mijn persoonlijke ervaring en helaas ook van vele anderen. Tot wie zouden wij onze toevlucht moeten zoeken, is het niet bij Hem die beide ziel en lichaam redt, geneest en reinigt? Heeft Hij, de Schepper van hemel en aarde niet alle macht in de hemel en op de aarde? Legde Hij zijn genezende hand niet op de ten dode opgeschreven melaatse? “Och Heere geef ons het geloof van de melaatse, het geloof van de heidense hoofdman.”

Als Jezus zijn gebed hoort, klinkt de boodschap: ‘Ik zal komen en hem genezen.’ O welk een Vriend is onze Jezus, wat een macht en autoriteit klinkt erdoor in Zijn Woord. En dan de reactie van de hoofdman: ‘Heere, ik ben niet waardig.’ Nee zijn boodschap aan Jezus was geen bevel, hij had het niet gezonden als rechthebbend maar was tot Jezus gekomen als een bedelaar. De man die de macht had om zijn krijgsknechten uit te zenden en die zonder tegenspreken hun hoofdman gehoorzaamden, kwam als een bedelaar tot Jezus, zag naar Hem op en besefte zijn nietigheid tegenover Jezus de Machthebbende. Hij zegt het ook: ‘Heere! ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen; maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal genezen worden. Want ik ben ook een mens onder de macht van anderen, hebbende onder mij krijgsknechten; en ik zeg tot dezen: Ga! en hij gaat; en tot den anderen: Kom! en hij komt; en tot mijn dienstknecht: Doe dat! en hij doet het.’ In het hart van de hoofdman leefde het vaste vertrouwen dat als hij als hoofdman zijn knechten riep en zij kwamen, dat Jezus de zieke, die geen arts kon genezen, zou kunnen genezen door zijn machtige Woord. Nee, Jezus hoefde wat de hoofdman betreft geen hand op de zieke te leggen, Zijn Woord alleen zou genoeg zijn.

Vrienden, als ik dit zo overdenk en met u deel, dan verlangt mijn hart naar dit eenvoudige geloof en wens ik dat ook ik dit steeds opnieuw in de praktijk van mijn leven mag genieten. Ja ik weet dat Zijn Woord genoeg is voor mijn ziel en leven en ik weet dat Zijn macht de macht en kennis van alle artsen te boven gaat. Ja ik weet en geniet dat Jezus mijn redding, genezing en volkomen reiniging is en toch weet ik hoe vaak de twijfel in ons mensenhart het stille vertrouwen kan doen wankelen. Vrienden, laten wij elkaar aanmoedigen om ons heil en genezing te zoeken bij de Bron van alle goed.

Toen Jezus het geloof van deze man proefde, sprak Hij: ‘Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israël zo groot een geloof niet gevonden.’ Hij Vorst Messias was gekomen tot de Zijnen, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Velen van de kinderen van het Koninkrijk, zagen uit naar de Koning die hen verlossen zou van de aardse vijanden en waren niet verlegen om een Koning die als een Lam geslacht zou worden voor hun zonden. Hier is een heidense hoofdman die de ongelovige kinderen van het Koninkrijk een diepe les moet leren. De geschiedenis van deze zieke knecht, die inderdaad op Jezus woord genezen wordt, legt de haper bloot van hen die zich beroemen op afkomst, leer, traditie en eigen inzicht. Hoewel Jezus het hele volk Israël rekent tot de kinderen van het Koninkrijk, neemt Hij uit het geloof van deze hoofdman, aanleiding om te waarschuwen dat ook straks velen zullen komen van het oosten en het westen, die zullen aanzitten met Abraham, Izak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen terwijl de kinderen van het Koninkrijk zullen worden uitgeworpen in de buitenste duisternis, daar waar wening is en knersing der tanden.

Lieve vrienden, een prachtige geschiedenis waar het geloof in Jezus schittert en Zijn wondere almacht zich openbaart. Hij antwoord op het ootmoedig smeekgebed van de heidense man. Tegelijk heeft de Heere Jezus ons een ernstige les geleerd. Niet onze afkomst geeft ons toegang tot het Koninkrijk der hemelen, niet ons roepen; “Heere, Heere”, het uitspreken van profetieën of het doen van wonderen zal ons kunnen redden maar alleen het eenvoudige geloof in de Heere Jezus Christus, dat zich openbaart in een ootmoedige, eerbiedige en nederige houding tegenover God de Heere. Of we nu een Israëliet zijn, die toch in de eerste plaats gerekend moeten worden tot de kinderen van het Koninkrijk, een Nederlander, Turk, Marokaan, Duitser of wat dan ook, alleen het geloof in de Heere Jezus Christus als de Zaligmaker voor onze zonden, zal ons kunnen redden van de dood. Nog even en Hij Die als een Lam is geslacht voor onze zonden, zal wederkomen als de leeuw uit Juda’s stam, ja als de Koning der koningen, wat een vreugde voor hen die Hem verwachten en in Zijn voetstappen wandelen. Kom vrienden, nog komt de boodschap van redding en genade tot ons. Allen die Hem aanroepen zullen zalig worden. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 22-01-2018