Een Profetische Tijdlijn

4000 BC

In den beginnen schiep God de hemel en de aarde.
Genesis, het eerste boek in de Bijbel, beschrijft het ontstaan van de Schepping, de eerste mens, de zondeval en later de zondvloed. Het beschrijft het ontstaan van het volk Israël uit Abraham 2166 BC, Izak 2066 BC  en Jakob 2006 BC. Het vertelt over Jozef die naar Egypte wordt verkocht 1898 BC en daar uiteindelijk als onderkoning zijn hele volk in het leven mag houden 1876 BC. Het boek eindigt met het sterven van Jakob in 1859 BC en Jozef in 1805 BC.

Lees verder

± 2100 BC
De meningen zijn verdeeld ergens tussen 2200 – 1000 BC
Waarom laat God rechtvaardige mensen lijden zonder dat ze de reden hiervan weten?
Een zer angrijpend boek dat ons mensen laat zien hoe nietig wij zijn en hoe gemakkelijk wij er met ons oordeel naast kunnen zitten.
Jobs onschuldige lijden doet ons denken aan het lijden van Christus. Job bleef bidden voor zijn vrienden, die hem zo kwalijk veroordeelden. De geschiedenis van Job kan ons veel leren.

1800 – 1400 BC

Exodus beschrijft de Slavernij van het volk Israël in Egypte,
De geboorte van Mozes in 1526 BC
Mozes ontmoet de HEERE en wordt geroepen om het volk uit Egypte te leiden.
De 10 plagen over Egypte
Het eerste Paascha
De uittocht uit Egypte 1446 BC
De doortocht door de rode zee
Het gezang van Mozes en Mirjam
God spreekt vanaf de Sinaï en het volk ontvangt ZIjn wet en de 10 geboden
De ark van het verbond
Israël stuurt 12 mannen om het land Kanaän te verspieden.

140 – 1400 BC

Weest heilig, want Ik ben Heilig is het thema van dit boek.
Hoe kan een zondaar leven met een heilig God?
Er is verzoening nodig tussen een heilig God en een schuldig mens.
Deze verzoening vinden we beschreven in de offers en inzettingen in dit boek,
Alles als een schaduw dat heenwees naar de komende Messsias, Jezus de Christus.

1440 – 1400 BC

Numeri beschrijft de tocht van Gods volk door de woestijn op weg naar het beloofde land.

± 1400 BC

Deuteronomium betekent herhaling van de wet.
Na 40 jaar in de woestijn te zijn geweest worden Gods wetten nog eens herhaald en verklaard.
Het volk wordt opgereoepn tot gehoorzaamheid.
Jozua wordt aangesteld als de opvolger van Mozes voordat Mozes sterft.

1400 – 1370 BC

Het boek Jozua beschrijft de doortocht van het volk Israël door de Jordaan.
De verovering van het land Kanaän onder leiding van Jozua, de opvolger van Mozes,
en de verdeling van het land onder de stammen van Israël.

1350 – 1100 BC

Het boek Richteren beschrijft de geschiedenis tussen Jozua en Samuël, toen het volk Israël zijn God telkens ontrouw werd, in benauwdheid kwam, God om verlossing aanriep en door God gezonden rechters – eigenlijk bevrijders – werd verlost.

De richteren en hun regeertijd
Othniël (40 jaar)
Ehud (80 jaar)
Samgar (onbekend)
Debora (40 jaar)
Gideon (40 jaar)
Tola (23 jaar)
Jaïr (22 jaar)
Jefta (6 jaar)
Ibzan (7 jaar)
Elon (10 jaar)
Abdon (8 jaar)
Simson (20 jaar)

± 1150 BC

In het boek Ruth vinden we de geschiedenis van de Moabitische Ruth die met haar schoonmoeder Naomi naar Kanaän trok. Ze trouwde met Boaz, die haar loste als een type van Christus.
Uit deze geslachtslijn wordt later de Heere Jezus geboren.

Mattheus 1:5 ‘Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isa,’

Lees verder  (test link naar genesis)

1100 – 100 BC

Van de zes historische boeken van Israël is 1 Samuël wel het meest bekend door de geschiedenis van de geboorte van Samuël, zijn roeping, de verhalen over Saul, David en Goliath en vele andere. Het is een boeiend boek om te lezen. De inhoud van het boek gaat over de geschiedenis van de tijd van de richteren tot de dood van koning Saul.

1051 BC Saul 1e koning over Israël

1010 – 972 BC

2 Samuël is het vervolg op 1 Samuël en handelt over de 40 jarige regeringsperiode van David als koning over Israël, na de dood van koning Saul.

David werdt koning over het huis van Juda in 1010 BC 2 Sam. 2:4
Isboseth koning over Israël 1010 BC 2 Sam. 2:8-11
David wordt koning over heel Israël in 1003 BC 2 Sam. 5:1-5

1010 – 971 BC

1 Kronieken beschrijft de regeerperiode van koning David
1010 BC David koning over Juda 1 Kron. 10:14, 2 Sam. 2:4,
1003 BC David koning over heel Israël 1 Kron. 11:1-3, 2 Sam. 5:1-5,
971 BC David sterft 1 Kron. 29:28.
We vinden in dit boek het geslachtregister van de stammen van Israël,
de geschiedenissen van koning David en zijn voorbereidingen voor de tempelbouw.
971 BC Salomo de zoon van David wordt tot koning gezalfd 1 Kronieken 29:22-25, David sterft 1 Kronieken 29:28

± 1000 BC
Ergens tussen 1400 – 500 BC

Het boek Psalmen is samengesteld uit 150 psalmen.
De oudste psalm is geschreven door Mozes rond het jaar 1400 BC.
De meeste psalmen zijn ontstaan in de tijd van David rond 1000 BC.
Ook na de terugkeer uit de ballingschap 537 BC zijn er psalmen geschreven.
De meeste psalmen zijn van David, andere dichters die worden genoemd zijn; Asaf, Ethan, Mozes en Salomo.

± 970 BC

Salomo was koning van 971 tot 931 BC.  Zijn wijsheid was spreekwoordelijk (1 Koningen 4:29-34). Hier wordt zelfs een aantal van 3000 spreuken genoemd, heel wat meer dan het boek Spreuken bevat. Overigens blijkt uit spreuken 25:1, dat bij de tot standkoming van de huidige Spreukenbundel, de mannen van Hizkia een belangrijke rol speelden. Zij leefden ongeveer 250 jaar later, dus ca. 700 BC.

± 960 BC

Salomo, volgens hoofdstuk 1:1 de schrijver van dit lied der liederen, was koning over Israël van 971 tot 931 BC. In deze periode moet het boek Hooglied zijn ontstaan.

± 950 BC

Salomo was koning van 971 tot 931 BC en heeft het boek Prediker naar alle waarschijnlijkheid an het einde van zijn leven geschreven.

971 – 538 BC

2 Kronieken beschrijft de regering van koning Salomo en de bouw van de tempel.
Daarna volgt een overzicht van de regering van de 19 koningen die regeerde over het tweestammenrijk Juda tot aan de wegvoering. Het boek eindigt met de vermelding van het bevel van koning Kores tot de herbouw van de tempel.
971 BC Salomo Koning over Israël 1 Kronieken 29:22-25
966 BC Begin bouw van de tempel 2 Kronieken 3:2
9311 BC Dood van Salomo 2 kronieken 9:31
931 BC Rehabiam koning over Juda 2 kronieken 9:31
931 BC Splitsing van het rijk 2 kronieken 10
931 BC Jerobeam koning over Israël 2 Kronieken 10:16
925 BC Inval Farao Sisak 2 Kronieken 12:1-9
± 750 BC Begin van Jesaja’s optreden als profeet
734 – 732 BC Tiglath-Pileser verovert delen van het Tienstammenrijk en voert duizenden Israëlieten mee in ballingschap 2 Koningen 15:29
722 BC Samaria verwoest door de Assyriers; einde van het Tienstammenrijk 2 Koningen 17:1-23
701 BC Belegering van Jeruzalem door de Assyrische koning Sanherib 2 kronieken 32:1-22
± 647 BC geboorte van Jeremia
622 BC Herstel van de tempel en de reformatie onder Josia 2 Kronieken 34-35
609 BC Slag bij Megiddo; Josia sneuvelt 2 Kronieken 35:20-24
605 BC Slag bij Karchemis; einde van het Assyrische rijk 2 kronieken 35:20
605 BC Eerste wegvoering Tweestammenrijk
597 BC Tweede wegvoering Tweestammenrijk 2 Kronieken 36:10
586 BC Verwoesting van de tempel 2 Kronieken 36:19
586 BC Definitieve wegvoering Tweestammenrijk 2 Kronbieken 36:17-20
538 BC Kores geeft de Joden toestemming om terug te keren naar Israël 2 kronieken 36:22-23

972 – 853 BC
Het boek 1 Koningen is geschreven in de ballingschap het doel van de auteur is om te laten zien hoe de ongehoorzaamheid van Israël eindingt in Gods oordeel. Tegelijk klinkt door heel de geschiedenis heen dat God de God van trouw is Die Zich ontfermt over hen die zich tot Hem keert.
971 BC Salomo koning van Israël 1 Koningen 1
971 BC Dood van koning David 1 Koningen 2:10
966 BC begin bouw van de tempel 1 Koningen 6:1
959 BC Inwijding van de tempel
931 BC Dood van Salomo 1 Koningen 11:42-43
931 BC Rehabeam koning over Juda 1 Koningen 11:43
931 BC Splitsing van het rijk 1 Koningen 12:16-17
931 BC Jerobeam I koning over Israël 1 Koningen 12:20
925 BC Inval Farao Sisak 1 Koningen 14:25-26
879 BC Omri maakt van Samaria de hoofdstad van het Tienstammenrijk 1 Koningen 16:24
865 BC Begin van Elia’s optreden als profeet 1 Koningen 17:1
853 BC Dood van koning Achab 1 Koningen 22:37-40

853 – 560 BC
Het boek 2 Koningen is net als 1 Koningen geschreven in de ballingschap het doel van de auteur is om te laten zien hoe de ongehoorzaamheid van Israël eindingt in Gods oordeel. Tegelijk klinkt door heel de geschiedenis heen dat God de God van trouw is Die Zich ontfermt over hen die zich tot Hem keert.
850 BC Elia vaart ten hemel 2 Koningen 2:1-18
850 BC Begin van Elisa’s optreden als profet 2 Koningen 2 :1-18
841 BC Athalia doodt het koninklijke geslacht van Juda 2 Koningen 11:1-4
841 BC Joseba verbergt Joas 2 Koningen 11:2
835 BC Jojada maakt Joas koning 2 Koningen 11:5-12
815 BC Elisa sterft 2 Koningen 13:14-20
762 BC Amos profeteert Amos 1:1
± 750 BC Begin van Jesaja’s optreden als profeet
743 BC Menahem koopt een aanval van Tiglath-Pileser op Samaria af 2 Koningen 15:19-20
734 – 732 BC Tiglath-Pileser verovert delen van het Tienstammenrijk en voert duizenden Israëlieten mee in ballingschap 2 Koningen 15:29
722 BC Samaria verwoest door de Assyriers; einde van het Tienstammenrijk 2 Koningen 17:1-23
701 BC Belegering van Jeruzalem door de Assyrische koning Sanherib 2 kronieken 32:1-22
622 BC Herstel van de tempel en de reformatie onder Josia 2 Koningen 22:1-23:30
609 BC Slag bij Megiddo; Josia sneuvelt 2 Koningen 23:29-30
605 BC Slag bij Karchemis; einde van het Assyrische rijk 2 Koningen 23:29
605 BC Eerste wegvoering Tweestammenrijk 2 Koningen 24:1-4
597 BC Tweede wegvoering Tweestammenrijk 2 Kronieken 36:10
586 BC Verwoesting van de tempel 2 Koningen 25:9
586 BC Definitieve wegvoering Tweestammenrijk 2 Koningen 25:8-19
560 BC Jojachin mag van Evil Merodach de gevangenis in Babel verlaten 2 Koningen 25:27-30

780 – 751 BC
Jona de profeet laat ons zien hoe genadig en barmhartig onze God is.
Hij leefde in de tijd van koning Jerobeam II 2 Koningen 14:25
Het Assyrische rijk met Nineve als hoofdstad is in opkomst en vormt een dreiging voor Israël. Jona wil niet naar Nineve, nee hij ziet de ondergang van Nineve als een redding voor Israël, maar Gods wegen zijn anders.

± 762 BC

Amos de profeet uit Juda kondigt Gods oordeel aan over het Tienstammenrijk Israël.
Hij is een tijdgenoot van Hosea en profeteerd in de tijd dat Uzzia en Jerobeam II koning zijn. Volgens Amos 1:1 trad hij op 2 jaar voor de grote aardbeving, deze vond plaats in 760 BC

731  – 722 BC
De profeet Hosea profeteert voornamelijk tegen het Tienstammenrijk. Hij kondigt het oordeel van God aan maar predikt tegelijk Gods trouw en liefde. Hij treedt op in de tijd van koning Jerobeam II van Israël en de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia van Juda. Hosea 1:1-2

± 750 – 680 BC
Jesaja kondigt het tweestammenrijk Juda Gods oordeel aan en het herstel na de ballingschap. Hij profeteert in de tijd dat Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia koningen waren over Juda.
789-749 BC Uzzia Koning over Juda
± 750 BC Begin van Jesaja’s optreden
750-739 BC Menahem koning over Israël
740 BC Jesaja opnieuw geroepen tot profeet Jesaja 6
739-737 BC Pekahia koning over Israël
735 BC Rezin en Pekah vallen Juda aan Jesaja 7
735 BC Achaz zoekt steun bij de Assyriers 2 Koningen 16:7-8, Jesaja 7:17
734-732 BC Tiglath-Pilezer verovert delen van het Tienstammenrijk en voert duizenden Israëlieten mee in ballingschap 2 Koningen 15:29
737-731 BC Pekah koning over Israël
731-722 BC Hosea koning over Israël
734-718 BC Achaz koning over Juda
722 BC Samaria verwoest door de Assyriers; einde van het Tienstammenrijk 2 Koningen 17:1-23
718-698 BC Hizkia koning over Juda
701 BC Belegering van Jeruzalem door de Assyrische koning Sanherib Jesaja 36-37 en  2 kronieken 32:1-22
698-642 BC Manasse koning over Juda
681 BC Dood van Sanherib Jesaja 37:38
680 BC Sterfjaar van Jesaja

± 742 – 710 BC
De profeet Micha kondigt zowel oordeel als verlossing en vergeving aan. Hij profeteerde tegen Samaria de hoofdstad van het Tienstammenrijk Israël maar het meeste tegen Jeruzalem de hoofdstad van het Tweestammenrijk Juda.
Micha treedt op ten tijde van Jothan, Achaz en Jehizkia (Hizkia), de koningen van Juda. Micha 1:1 en jeremia 26:18. Waarschijnlijk begint Micha’s optreden rond 722 BC aan het einde van de regeerperiode van Jotham. Veel profetiën van Micha gaan over de dreiging van de Assyriers. Tijdens de regering van Hizkia komt de macht van het babylonische rijk op. Micha voorzegt dat Juda uiteindelijk naar babel gevoerd zal worden Micha 4:10.
739-737 BC Pekahia koning over Israël
734-732 BC Tiglath-Pilezer verovert delen van het Tienstammenrijk en voert duizenden Israëlieten mee in ballingschap 2 Koningen 15:29
737-731 BC Pekah koning over Israël
731-722 BC Hosea koning over Israël
734-718 BC Achaz koning over Juda
722 BC Samaria verwoest door de Assyriers; einde van het Tienstammenrijk 2 Koningen 17:1-23
718-698 BC Hizkia koning over Juda
701 BC Belegering van Jeruzalem door de Assyrische koning Sanherib Jesaja 36-37 en  2 kronieken 32:1-22

± 660 – 630 BC
Nineve is bekend geworden door Jona de profeet, nu 100 jaar later is er Nahum.
Zijn naam betekent trooster of getrooste, zijn boodschap aan de Assyriërs rond de verwoesting van Nineve is tot troost voor de de inwoners van het Tweestammenrijk Juda.

± 640 – 622 BC
Het oordeel van God zal komen over heel het land Zefanja 1:2-3, en ook over de andere volken Zefanja 2:4-14. Toch is er bij de HEERE een schuilplaats voor een volk dat op Hem vertrouwt Zefanja 2:3 en 3:12.
Zefanja is een tijdgenoot van de profeten Jeremia, Habakuk en Nahum en van de profetes Hulda.

± 627 – 560 BC
De profeet Jeremia profeteert van het oordeel en herstel van Israël en de volkeren.
Hij verkondigt het oordeel van God over de zonde van het volk en de aanstaande ballingschap. Ook profeteert hij de terugkeer ui de toekomstige ballingschap en het herstel van het volk. Dit herstel zal tot volheid komen onder koning David, een ‘SPRUITE der gerechtigheid’. Jeremia 30:9 en 33:15-22. De HEERE zal een nieuw verbond met zijn volk sluiten Jeremia 31:31-34. Deze profetiën zijn vervuld in Christus Jezus, Hij is voor eeuwig Koning over Zijn volk, door Zijn dood is het nieuwe verbond van kracht geworden. Lukas 22:20, Hebreeën 8:6-13, 9:15, 10:14-18.
±647 BC Geboorte van Jeremia, Jeremia 1:4
640 BC Josia koning over Juda 2 Koningen 2:21
627 BC Roeping van Jeremia
622 BC Herstel van de tempel en reformatie onder Josia 2 Koningen 22:1-23:30
612 BC Babyloniërs verovceren Nineve
609 BC Slag bij Megiddo; Josia sneuvelt 2 Koningen 23:29-30
605 BC Baruch beschrijft al de profetiën van Jeremia, Jeremia 36:1-4
605 BC Jeremia profeteert tot Barucgh Jeremia 45
605 BC Slag bij Karchemis; einde van het Assyrische rijk 2 Koningen 23:29
605 BC Eerste wegvoering Tweestammenrijk 2 Koningen 24:1-4
604 BC Koning Jojakim verbrand de boekrol Jeremia 36:23
597 BC Tweede wegvoering Tweestammenrijk 2 Koningen 24:11-16
594 BC Confrontatie tussen Jeremia en Hananja Jeremia 28
586 BC Verwoesting van de tempel 2 Koningen 25:9
586 BC Definitieve wegvoering Tweestammenrijk 2 Koningen 25:8-19
586 BC Gedalia vermoord Jeremia 41:2
586 BC Jeremia en Baruch worden meegenomen naar Egypte Jeremia 43:6-7
560 BC Jojachin mag van Evil Merodach de gevangenis in Babel verlaten jeremia 52:31-34

± 609 BC
De profeet Habakuk beschrijft zijn worsteling met vragen als waarom is het dat God de goddeloosheid van Juda straft door middel van de goddeloze Babyloniërs.  Het boek geeft geen antwoorden op deze moeilijke vraag maar onderwijst ons hoe de rechtvaardige zal leven in vertrouwen. De rechtvardige zal leven door zijn geloof leven (Hab. 2:4). De rechtvaardige weet dat ondanks dat God het onrecht en het lijden toelaat, Hij dit alles ten goede zal doen keren. God Zelf zal een einde maken aan al het lijden en alle ongerechtigheid. De gelovige mag volhardend vertrouwen en zichzelf gelovig overgeven aan de leiding van God.
Dit is de troost van Habakuk die leeft in de tijd dat de Babyloniërs steeds machtiger worden.
612 BC De Babyloniërs veroveren Nineve de Assyrische hoofdstad
605 BC De Babyloniërs brengen Egypte, de andere wereldmacht, een beslissende nederlaag toe bij Karchemis, Jeremia 46:2, 2 Kronieken 35:20
605 BC Tijdens de achtervolging van de Egyptenaren vallen de Babyloniërs voor het eerst Juda binnen en veroveren Jeruzalem. Dit is de eerste wegvoering van het Tweestammenrijk, 2 Kronieken 36:6-7.

± 586 BC
Het boek Klaagliederen is een klaagzang over de val van Jeruzalem als Gods straf op de zonde van Zijn volk.
Uit de inhoud wordt duidelijk dat het geschreven is na de val van Jeruzalem in 586 BC. Over de eerste terugkeer van de ballingen in 538 BC is niets geschreven. Vandaar dat het boek gedateerd wordt tussen 586 en 538 BC  

± 570 BC
Obadja profeteerd rond het jaar 570 BC over de oordelen van God over Edom en de hoop op het herstel voor Jakob dat God zal brengen.
De context van deze profetie is die van de ballingschap van Israël en Juda. Terwijl Jeruzalem met de tempel in 586 BC verwoest werdt door de babylonische Nebukadnezar, keken de Edomieten niet alleen toe maar werkte ook mee. Obadja profeteerd het oordeel over Edom. Een paar jaar later in 552 BC trekt koning Nabonidus tegen Edom en verwoest haar macht. Edom zal nooit meer worden wat het was. Obadja 1:7 en 18. Maleachi 1:2-4.
Hoewel de situatie in Obadja’s tijd hopeloos leek, er was hoop. De gevankelijk weggevoerden zouden terugkeren en de steden van het zuiden erfelijk bezitten. Er zouden Heilanden op de berg Sion opkomen om Ezaus gebergte te richten en het koninrkijk zal des Heeren zijn. Deze profetie van Obadja 1:20-21 zien we ten volle vervuld in de Heere Jezus Christus de Koning der koningen. Maar eerder ook letterlijk vervuld in de heilanden of verlossers als Ezra, Zerubabel en Nehemia die een balenagrijke rol vervulde bij het herstel van de tempel en Jeruzalem.
586 BC Verwoesting van de tempel
586 BC wegvoering van het Tweestammenrijk
± 570 BC Obadja profeteert
552 BC Veldtocht van Babyloniërs tegen Edom
539 BC Perzen veroveren Babel, begin Perzische rijk (Daniel 5).
538 BC Kores geeft de Joden toestemming om terug te keren naar Israël (Ezra 1:1-4)

605 – 536 BC
Daniël, zijn naam betekent ‘God is mijn Rechter’ is de schrijver van het boek. Het beschrijft het leven van Daniël en zijn vrienden in Babel en de verschillende visioenen die hij kreeg.
In 605 BC werdt hij als jonge man weggevoerd naar Babel, hij vervult belangrijke functies aan het hof en is daarbij eerlijk, oprecht, en rechtvaardig in ods ogen (Dan. 6:5, 9:23, 10:1 en Ezech. 14:14,20)
Daniël leefde ongeveer van 619 BC tot 536 BC.
605 BC Eerste wegvoering Tweestammenrijk, 2 Kon. 24:1-2
605 BC Daniël en zijn vrienden weggevoerd naar Babel, Daniël 1:1-4
604 BC Nebukadnezar droomt over het beeld en de steen, Daniël 2
597 BC Tweede wegvoering Tweestammenrijk, 2 Kon. 24:11-16
594 BC Daniëls vrienden in de vuuroven, Daniël 3
586 BC Verwoesting van de tempel, 2 Kron. 36:19
586 BC Derde wegvoering Tweestammenrijk, 2 Kron. 36:17-20
550 BC Daniël krijgt een visoen over de 4 dieren, Daniël 7
548 BC Daniël krijgt een visioen over de ram en de geitenbok, Daniël 8
539 BC Daniël verklaart voor Belsazar de tekst op de muur, Daniël 5
539 BC Perzen veroveren Babel, begin Perzische rijk, Daniël 5
538 BC Kores geeft de Joden toestemming om terug te keren naar hun eigen land, 2 Kron. 36:22-23.
536 BC Fundament van de tempel gelegd, Ezra 3
536 BC Daniël krijgt een visoen over de eintijd, Daniël 10-12
536 BC Daniëls dood.

593 – 571 BC
Ezechiël afkmstig uit een pristerlijke familie wordt op 13 jarige leeftijd geroepen. Vanwege de ballingschap heeft hij nooit in de tempel gewerkt, maar wel als profeet in dienst van God. Rond 623 BC is Ezechiël geboren en in zijn jonge jaren traden Jeremia, Habakuk, en Zefanja als profeten op in Jeruzalem.
De kern van heel dit boek is dat de HEERE regeert over alle dingen.
Tegenover Israël als wederspannig huis, staat de HEERE als de Heilige en als de almachtige Koning. Ezechiël beschrijft hoe de Israëlieten zich willens en wetens steeds keren tegen God. Ze zijn opstandig, hard van aangezicht en stijf van hart, Ezechiël 2:4, 3:7. Daarom treft Gods oordeel hen. Dwars door dit oordeel van zuivering heen blijft er een overblijfsel over. Ezechiël 6:8, 9:8, 11:12-13, 12:16, 14:22-23. Er klinkt de belofte van herstel, ja God Zelf zal hen reinigen van de zonde en hun een nieuw hart geven. Ezechiël 11:19, 36:25-27 volgens Johannes 3:5, 2 Korinthe 3:3
605 BC Eerste wegvoering Tweestammenrijk, 2 Kon. 24:1-4
597 BC Tweede wegvoering Tweestammenrijk, 2 Kon. 24:11-16
593 BC Roepingsvisioen Ezechiël, Ezechiël 1-3
592 BC Eerste tempelvisioen van Ezechiël, Ezechiël 8
587 BC Nebukadnezar belegrt Jeruzalem, Ezechiël 24:1
586 BC Verwosting van de tempel, 2 Koningen 25:9
586 BC Definitieve wegvoering Tweestammenrijk, 2 Koningen 25:8-19
585 BC Vluchteling uit Jeruzalem arriveert in Babel, Ezechiël 33:21
573 BC Tweede tempelvisioen, Ezechiël 40-48
571 BC Laatste profetie van Ezechiël tegen Egypte, Ezechiël 29-32.

Na Ezechiëls dood
539 BC Perzen veroveren Babel, begin Perzische rijk,  Daniël 5
538 BC Kores geeft de Joden toestemming om terug te keren naar hun eigen land 2 Kronieken 36:22-23.

538 – 457 BC
Het boek Ezra beschrijft in de hoofdstukken 1 – 7  de terugkeer van Israël uit Babel en de periode die daar direkt op volgt. Het tweede deel de hoofdstukken 7-10 vertelt de geschiedenis van de priester ezra zelf.
Ezra de prister die het volk onderwijst in de wet van God (Nehemia 8 en 10) is hoogstwaarschijnlijk de schrijver van het boek Ezra. Hij heeft nauw samengewerkt met Nehemia. Ezra als de geestelijke leider en Nehemia als de politieke leider van het volk.

Het boek Ezra sluit aan op 2 Kronieken, In het laatse hoofdstuk van 2 Kronieken wordt beschreven hoe Nebukadnezar, de koning van Babel, Jeruzalem verwoest en een belangrijk deel van de inwoners wegvoert naar Babel. Het Boek eindigt met een hoopvolle boodschap: Na zeventig jaar van ballingschap zal het volk terugkeren. Dat heeft God belooft aan Zijn knecht Jeremia, Jeremia 25:11 en 29:10 In Jeriemia hoofdstuk 30 zien we de heerlijke belofte van herstel die ten volle tot vervulling is gekomen in Jezus Christus. Hij maakt alle dingen nieuw. Hij bracht de Zijnen het Nieuwe verbond waar allen deel vanuit maken die geloven mogen dat hun hun zonden om Christus wil vergeven zijn.

Het boek Ezra begint met dezelfde woorden waarmee 2 Kronieken eindigt., 2 Kron. 36:22-23 en Ezra 1:1-3.

538 BC Kores geeft toestemming voor de terugkeer naar Israël, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
536 BC Fundament van de tempel gelegd, Ezra 3
530 BC Tempelbouw komt stil te liggen, Ezra 4:24
520 BC Haggaï en Zacharia profeteren; de tempelbouw hervat, Ezra 5:1-2
516 BC Inweiding van de tempel, Ezra 6
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
473 BC Hamans plan om alle Joden te oden in het perzische rijk mislukt, Esther 8-9
± 464 – 458 BC Arthahsasta blokkeert de herbouw van de muren van Jeruzalem, Ezra 4:7-23
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
458 BC Volksvergadering te Jeruzalem, Ezra 10
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2
445 BC Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid, Nehemia 6:15

520 BC
De teruggekeerde ballingen worden door de profeet Haggaï samen met de profeet Zacharia, aangespoort om de tempel van God te herbouwen, God zal Zijn zegen daarop geven.
De profeet Haggaï treedt op in een periode van vier maanden in het jaar 520 BC. De ruim 50.000 ballingen die zijn teruggekeert hebben het niet makkelijk, de huizen en gebouwen zijn vervallen, de oogsten mislukken vanwege droogte en ziekten, Haggaï 1:6 en 9-11 en Haggaï 2:17-18. Omliggende volken en Perzische ambtenaren werken de herbouw van Jeruzalem en de tempel tegen, Ezra 4:1-7, Ezra 5:3-5. Haggaï roept de mensen op om de dienst van de HEERE op de eerste plaats te zetten, Hij zal zijn zegen geven over het overige.
Haggaï 2:20 en Mattheüs 6:33, Maar zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.

Context van Haggaïs optreden
538 BC Kores geeft toestemming voor de terugkeer naar Israël, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
536 BC Fundament van de tempel gelegd, Ezra 3
530 BC Tempelbouw komt stil te liggen, Ezra 4:24

520 BC Haggaï en Zacharia profeteren; de tempelbouw hervat, Ezra 5:1-2

516 BC Inweiding van de tempel, Ezra 6
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
473 BC Hamans plan om alle Joden te oden in het perzische rijk mislukt, Esther 8-9
± 464 – 458 BC Arthahsasta blokkeert de herbouw van de muren van Jeruzalem, Ezra 4:7-23
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
458 BC Volksvergadering te Jeruzalem, Ezra 10
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2
445 BC Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid, Nehemia 6:15

520 – 518 BC
Zacharia de profeet treedt op in dezelfde tijd als Haggaï.
Na de terugkeer uit de ballingschap moeten de stad en tempel worden herbouwd. Maar ook de verbondsrelatie met de HEERE moet worden hersteld en vernieuwd. De HEERE geeft daarbij de belofte van rust en vrede voor de toekomst met het heerlijke perspectief van Gods Koningschap over alle volkeren.
De profetiën van Zacharia zijn erg rijk. Ze spreken o.a over het lijden van de Heere Jezus zo’n 500 jaar later.
Op een ezel is Hij Jeruzalem binnengereden, Zacharia 9:9, Matth. 21:4-5, Joh. 12:14-15.
Hij is verkocht voor 30 zilverlingen, Zacharia 11:12-13, Matth. 26:15, en 27:9.
Hij is geslagen zodat de Zijnen verstrooid werden, Zacharia 13:7, Matth. 26:31 en Mark. 14:27.
Hij is met een speer doorstoken, Zacharia 12:10 en Joh. 19:37.

Er zijn veel overeenkomsten met het boek Openbaring, o.a.
De paarden uit het eerste en achtste nachtgezicht, Zacharia 1:8, 6:2-3 en Openb. 6:2-5
De satan als aanklager, Zacharia 3:1 en openb. 12:9-10
De twee getuigen, Zacharia 4:2-3 en openbaring 11:4
De rivier uit Jeruzalem, Zacharia 14:8 en Openb. 21:6 en 22:1.

Zacharia openbaart als het ware een vergezicht dat uitloopt in de volzalige heerlijkheid. De HEERE zal Koning zijn over heel de aarde, Zacharia 14:9.

De context van Zacharia’s optreden:

538 BC Kores geeft toestemming voor de terugkeer naar Israël, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
536 BC Fundament van de tempel gelegd, Ezra 3
530 BC Tempelbouw komt stil te liggen, Ezra 4:24

520 BC Haggaï en Zacharia profeteren; de tempelbouw hervat, Ezra 5:1-2

516 BC Inweiding van de tempel, Ezra 6
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
473 BC Hamans plan om alle Joden te oden in het perzische rijk mislukt, Esther 8-9
± 464 – 458 BC Arthahsasta blokkeert de herbouw van de muren van Jeruzalem, Ezra 4:7-23
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
458 BC Volksvergadering te Jeruzalem, Ezra 10
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2
445 BC Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid, Nehemia 6:15

483 – 473 BC
De periode die in het boek Esther wordt beschreven is goed afgebakend. Het ontslag van Koningin Vasthi, (Esther 1) vindt plaats in 483 BC. De laaste gebeurtenissen zoals de instelling van het Purimfeest zijn te herleiden tot het jaar 473 BC.
De rode draad door heel het boek is Gods trouwe zorg voor Zijn volk.

Het boek Esther moeten we plaatsen in de tijd van de terugkeer van de eerste ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua (Ezra 2).
50 jaar nadat Daniël gestorven is, zo’n 37 jaar na het optreden van de profeten, Haggaï en Zacharia en in dezelfde tijd als Ezra leeft.

Context van het boek Esther:
538 BC Kores geeft toestemming tot terugkeer naar het thuisland, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
490 BC Eerste Perzische oorlog
483 BC Koningin Vasthi weggestuurd, Esther 1:1-3
480 BC Tweede Perzische oorlog
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
474 BC Esther gaat naar koning Ahasveros, Esther 5:1-8
474 BC Haman verspreidt zijn bevel om de Joden te doden, Esther 3:12-13
473 BC Eerste viering van het Purimfeest, Esther 9:18
473 BC Hamans plan om alle Joden in het Perzische rijk te doden, mislukt, Esther 8-9
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2

445 – 430 BC
De kern van het boek Nehemia is hoe God Zijn belofte vervuld aan de teruggekeerde ballingen. De muren van Jeruzalem worden hersteld en een verdere reformatie en hervorming van de eredienst en het volksleven.
God is getrouw, Hij houdt Zijn Woord.
Het boek Nehemia beschrijft de laatste gebeurtenissen van het Oude Testament. Ondanks het herstel en alle hervormingen, wacht het alles op de komst van de beloofde Christus. Hij zal alles nieuw maken. De echte vrijheid is alleen in Christus.
De context van Nehemia:
538 BC Kores geeft toestemming voor de terugkeer naar Israël, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
516 BC Inweiding van de tempel, Ezra 6
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
473 BC Hamans plan om alle Joden te oden in het perzische rijk mislukt, Esther 8-9
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2
445 BC Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid, Nehemia 6:15
445 BC Ezra onderwijst het volk in de wet, Nehemia 8:1-14
445 BC De Joden vieren het loofhuttenfeest, Nehemia 8:15-19
445 BC Het volk houdt een dag van vasten en gebed, Nehemia 9
433 BC Nehemia keert terug naar Susan, Nehemia 13:6
± 430 BC Nehemia reist opnieuw naar Jeruzalem, Nehemia 13:6

± 450 BC
Maleachi, zijn naam betekent ‘Mijn engel’of ‘Mijn boodschapper’.  Maleachi treedt op in dezelfd tijd als Ezra en Nehemia.
Hij wijst het volk dat teruggekeerd is uit de ballingschap op Gods liefde, Maleachi 1:2.
Hij wijst het op de God van het verbond, Die straft wanneer men ZIjn verbond verlaat. Hij spreekt over de komst van de ‘Engel des verbonds’, de Heere Jezus Christus, Maleachi 3:1, en 4:2.
Hij zal niet alleen verlossing brengen maar ook oordeel, Maleachi 3:1-5.
Aan de komst van de Heere Jezus gaat de komst van ‘Mijn engel’ vooraf, Maleachi 3:1, de profeet Elia, dat is Johannes de Doper. zie mattheüs 11:13-14,  17:10-13, Markus 1:2 en Lukas 1:17.
Maleachi spreekt aan het einde van zijn schrijven over Mozes en Elia, Maleachi 4:4-6, als de vertegenwoordigers van de wet en de profeten, zie Mattheüs 17:3. De aankondiging dat de profet elia komt geeft het Oude Testament een open einde. Het wacht alles op de komst van de beloofde Christus, In Hem wordt ales tot volheid.
De context van Maleachi:
538 BC Kores geeft toestemming voor de terugkeer naar Israël, Ezra 1:1-4
537 BC Eerste terugkeer van de ballingen onder leiding van Zerubabel en Jesua, Ezra 2
516 BC Inweiding van de tempel, Ezra 6
479 BC Esther wordt koningin, Esther 2:17
473 BC Hamans plan om alle Joden te oden in het perzische rijk mislukt, Esther 8-9
458 BC Tweede terugkeer van de ballingen onder leiding van Ezra, Ezra 7-8
450 BC Maleachi profeteert, Maleachi 1-4.
445 BC Derde terugkeer van ballingen onder leiding van Nehemia, Nehemia 2
445 BC Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid, Nehemia 6:15
445 BC Ezra onderwijst het volk in de wet, Nehemia 8:1-14

± 400 BC
verschillende meningen, ergens tussen 900 – 350 BC
Al wie de Naam des HEEREN zal anroepen zal zalig worden! Dat is Gods boodschap door Joël hen. De woorden van Joël worden door Petrus herhaald in zijn toespraak op de Pinksterdag, Handelingen 2:21.  Later is het Paulus die in Romeinen 10:3 hetzelfde zegt.
Hoewel het niet zeker is wanneer Joël precies als profeet is opgetreden, is het zeker dat ZIjn boodschap van grote inhoud is en in het Nieuwe Testament blijft doorklinken.
Gods oordeel staat op de zonde, het afwijken van God en Zijn verbond. Daartegenover klinkt de oproep tot bekering, een oprechte verandering van het hart, Joël 1:14, 2:12-13. Voor wie zich bekeert is er de zegen van de HEERE, Joël 2:18.
De Heilige Geest wordt belooft en dat zien we vervuld in het Nieuwe Testament.
Christus Jezus is gekomen om alles nieuw te maken. Hij bracht ons het Nieuwe verbond in Zijn bloed, en een ieder die gelooft dat al zijn of haar zonden vergeven zijn om Christus wil, mag delen in Zijn rijkdom. Ziet het is alles nieuw geworden. Nog even en allen die Hem hebben liefgehad, omdat Hij hen eerst heeft liefgehad (1 Joh. 4) zullen voor altijd met Hem zijn.