Volg ons op YouTube

Beproeving en verzoeking

‘Zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij
beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon des levens ontvangen, welke de
Heere beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben, Jak. 1:12 ‘

In deze ene tekst zien we de zegen van de geloofsbeproeving. De
tekst bemoedigd ons met de boodschap dat zalig zijn, die man en die vrouw, die
jongen en dat meisje die stand houden in de verzoekingen; want na die
beproevingen zullen zij de kroon des levens ontvangen, die de Heere beloofd
heeft aan hen die Hem liefhebben. In deze ene tekst lezen we over verzoeking en
beproeving.

Beproeving en verzoeking; een onderwerp dat nogal eens te
denken geeft. Wat is nu het verschil tussen verzoeking en beproeving? Komt
verzoeking van de duivel en beproeving van God? Want is het niet Jakobus die in
het zelfde hoofdstuk zegt: ‘Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word
van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf
verzoekt niemand, Jak. 1:13’
Als God niemand verzoekt dan moet verzoeking
wel van de duivel komen. Maar waarom heeft de Heere Jezus Zijn discipelen dan
leren bidden: ‘En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze.
Want Uw is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid,
amen, Matth. 6:13’
Kan God ons dan wél in verzoeking leiden? Hoe moeten we
de tekst uit Hebreeën verstaan die zegt: ‘Door het geloof heeft Abraham, als
hij verzocht werd, Izak geofferd, en hij, die de beloften ontvangen had, heeft
zijn eniggeborene geofferd, Hebr. 11:17.’
Abraham werd verzocht om zijn
zoon te offeren, die verzoeking kwam van God en niet van de duivel.

Als we door de Bijbel bladeren dan komen we de begrippen
verzoeking en beproeving tegen in verschillende contexten. We lezen dat Jezus
verzocht is geweest en heeft geleden, nu kan Hij als de Hogepriester, de mens
die verzocht wordt, te hulp komen (Hebr. 2:18). We lezen dus dat, en Jezus, en
wij verzocht worden. Ook lezen we in diezelfde Hebreeënbrief dat het volk
Israël God verzocht en beproefd heeft (Hebr. 3:9). Dus blijkbaar komt
verzoeking van God, van de satan maar ook van de mens, waarbij de mens zelfs
God kan verzoeken.

We doen tekort aan de Bijbelse boodschap, als we op grond van
Jakobus woorden, dat niemand van God verzocht wordt, concluderen dat verzoeking
dus nooit van God komt. We komen dan niet weg met de tekst uit Hebreeën die
spreekt over de verzoeking van Abraham, waarvan we lezen in Genesis: ‘En het
geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem:
Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! Gen. 22:1.’
Abraham wordt door God
verzocht om zijn lang beloofde zoon te offeren. Wat een verzoeking, maar ook
wat een beproeving. Als we goed kijken naar de grondwoorden voor verzoeking en
beproeving dan ontdekken we dat zij als het ware een zelfde boodschap in zich
hebben. Nemen we bijvoorbeeld het grondwoord voor de verzoeking van Abraham dan
lezen we daar; ‘nacah’. We kunnen dit ook vertalen met; beproeven, proberen,
tarten, toetsen of op de proef stellen. Als David in psalm 26:2 zegt: ‘Proef
mij, HEERE, en verzoek mij; toets mijn nieren en mijn hart.’
Dan komt het ‘proef
mij
‘ van het grondwoord: ‘bachan’ dat we ook kunnen vertalen met;
onderzoeken, beproeven, vorsen en toetsen. Het ‘verzoek mij’ is van
hetzelfde ‘nacah’ als bij Abraham, wat dus opnieuw vertaald kan worden met;
beproeven, proberen, tarten, toetsen of op de proef stellen. Waarna David zegt;
‘toets mijn nieren’ waarbij het toetsen van ‘tsaraph’ afkomstig is en
ook vertaald kan worden met; smelten, louteren en beproeven. Kortom, David
gebruikt verschillende woorden die als we ze beproeven, allen te maken hebben
met beproeving. Opvallend is het dat David, God als het ware vraagt om hem te
beproeven.

Als we de woorden verzoeken en beproeven in de context van de
situatie onderzoeken dan zullen we ontdekken dat zowel verzoeking als
beproeving van God kunnen komen, tegelijk is satan, die ook wel de verzoeker
wordt genoemd, er ook op uit om ons te verzoeken. Wanneer God ons verzoekt, dan
is dat altijd een beproeving die als het ware ons geloof test om te beproeven
hoe wij de test doorstaan. Als satan ons verzoekt dan is dat altijd met dat
doel dat we zullen zondigen, het zicht op God zullen verliezen, aan Hem
twijfelen en vervallen tot ongeloof.

Jakobus begint zijn brief met: ‘Acht het voor grote
vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt; Wetende, dat
de beproeving uws geloofs lijdzaamheid werkt, Jak. 1:2,3.’
De gelovige zou
dus de verzoekingen moeten zien als iets dat rijker maakt. Waarom? Omdat dwars
door die verzoekingen heen het geloof beproefd wordt. De vrucht daarvan is
lijdzaamheid dat we ook als volharding zouden kunnen omschrijven. Zonder
verzoekingen kan de gelovige nauwelijks groeien. Juist die volharding moet
geoefend worden want er staat geschreven: ‘En gij zult gehaat worden van
allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig
worden, Mark. 13:13.’
Hoewel het soms lijkt alsof dat voor de gelovige
vandaag niet zo van toepassing is, moeten we maar eens over de grenzen van ons
land kijken, waar we de vervolgingen zien of binnen de grenzen van ons land,
wanneer we waarschuwen tegen de gevaren binnen de gemeente. Wanneer de werken
van de duisternis ontmaskerd worden, dan kan het niet anders dan dat volharding
gevraagd wordt, terwijl het geloof beproefd wordt. Ons vlees haat van nature de
beproeving en wil graag van alle mensen geliefd en geprezen worden, toch is dat
een valse gerustheid, die niet thuis hoort in het leven van de gelovige.

God beproeft de Zijnen of zij naar Zijn Woord luisteren of
naar dat van de valse profeet en dromer, zoals we lezen in Deuteronomium 13:3: ‘Gij
zult naar de woorden van dien profeet, of naar dien dromen-dromer niet horen;
want de HEERE, uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uw God,
liefhebt met uw ganse hart en met uw ganse ziel.’
Eigenlijk is het helemaal
niet zo belangrijk om beproeving van verzoeking te scheiden, het gaat er om dat
we beseffen dat we tot een geestelijke strijd geroepen zijn. Het komt er in de
eerste plaats op aan dat wij ons leven uit handen geven in Gods handen. Dat we
niet langer leunen op eigen inzichten of gerechtigheid maar schuilen achter het
bloed van het Lam en in de voetstappen van de Heere Jezus Christus, onze Vader
verheerlijken. Op het moment dat we door het geloof mogen weten een kind van
God te zijn, zijn we van dood, levend geworden en begonnen aan een strijd, niet
tegen vlees en bloed maar tegen de overheden en de machten in de lucht (Efeze
6). Satan zal zijn pijlen afvuren, door ons te verzoeken en te verleiden tot
zonden en hoewel satan er op uit is om ons geloofsleven te vernietigen, zal de
strijder in Gods kracht gesterkt worden in het geloof en kan God gedankt worden
dat het geloof beproefd is geworden. Zoals we van Jakobus al vernamen, zal God
de mens niet verzoeken met het kwade, maar Hij zal ons wel verzoeken of wij in
Zijn wegen gaan. Zoals het volk Israël in de woestijn getest werd of zij
gehoorzaam waren of niet, zo worden ook wij getest. Beproeving is als het ware
een examen om te testen wat er diep van binnen in ons is. Dwars door deze
testen heen, worden wij geschaafd en geschuurd naar het beeld van God, dat Hij
in ons hersteld. Zoals goud en zilver moeten wij gelouterd worden, het schuim
moet er af om meer te schitteren tot Gods eer. David zegt: ‘Want Gij hebt
ons beproefd, o God! Gij hebt ons gelouterd, gelijk men het zilver loutert, Ps.
66:10.’
Ook Salomo schreef over dit louteren in Spreuken 17:3. ‘De
smeltkroes is voor het zilver, en de oven voor het goud; maar de HEERE proeft
de harten.’
De Griekse taal, de taal van het Nieuwe Testament, kent het
woord ‘dokimos’. In onze Bijbels is het op verschillende manieren vertaald. Zo
lezen we dat zij die in Christus Jezus zijn en Hem dienen, aangenaam zijn voor
de mensen (Rom. 14:18), ‘aangenaam’ komt van het woord ‘dokimos’. Zo schrijft
Paulus over Apélles, die beproefd is in Christus (Rom. 16:10), waarbij
‘beproefd’ afkomstig is van ‘dokimos’. We lezen dat, omdat er ketterijen zijn,
zij die oprecht zijn, openbaar zullen worden (1 Kor. 11:19), hier komt het
‘oprecht’ van ‘dokimos’.

In de oudheid kon men vals omgaan met de munten door er
randjes af te snijden, men noemde dit het snoeien van het geld. Vele wetten
werden uitgebracht om een einde te maken aan dit snoeien. Rechtschapen
geldwisselaars die geen valse munten wilden aanpakken, werden dokimos genoemd.
Zij waren beproefd, eerlijke en oprechte handelaren. Het moet ons verlangen
zijn om zo in alles als beproefd oprechte volgelingen van de Heere Jezus
Christus gekend te worden. De Heere Jezus Christus is door de duivel verzocht
maar is daar als goud beproefd uitgekomen. Ook wij zullen verzocht worden, ja
beproefd van alle kanten, zullen wij als dokimos uit deze test tevoorschijn
komen?

Hoe verhoud zich nu het gebed dat Jezus ons heeft geleerd ‘Leid
ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’
met de woorden van
Jakobus; ‘Acht het voor grote vreugde, mijn broeders, wanneer gij in
velerlei verzoekingen valt.’
Aan de ene kant een gebed om bewaring en aan
de andere kant dankbaarheid vanwege de verzoekingen omdat zij ons kneden naar
het beeld van God. Jezus heeft zijn discipelen gewezen op de zwakheid van het
vlees en gezegd: ‘Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest
is wel gewillig, maar het vlees is zwak, Matth. 26:41.’
Aan de ene kant
moeten wij niet verlangen naar verzoeking en beproeving maar vragen om bewaring
en bescherming, terwijl we aan de andere kant niet bij de pakken neer moeten
zitten in de beproevingen. We bidden ook, ‘maak ons Uw beeld gelijk’, en dat
kan niet anders dan door een weg van beproeving heen. Zoals olijven geperst moeten
worden om de lampen op haar olie te kunnen laten branden, zo worden de
gelovigen gedrukt en geperst opdat zij meer licht zouden geven in deze duistere
wereld. Wees niet moedeloos als de beproevingen en de verzoekingen op uw pad
komen. Wees waakzaam, strijd de goede strijd en besef dat u alleen, maar ook
zeker, in Christus Jezus als meer dan overwinnaars uit de strijd zult
komen. Petrus zegt: ‘In welke (dat is
in Christus Jezus) gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is)
bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen; Opdat de beproeving uws geloofs,
die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en door het vuur
beproefd wordt, bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de
openbaring van Jezus Christus, 1 Petrus 1:6,7.’
Hebt goede moed, in de
wereld zult u verdrukking hebben, maar de Heere Jezus Christus heeft de wereld
overwonnen. Hij komt, Hij komt, verblijd u in de Heere en laat Zijn vrede uw
hart vervullen. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 04-06-2020