Volg ons op YouTube

Coöperatief

‘Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het, dat broeders ook samenwonen! Ps. 133:1.’

Wat is het heerlijk om in een gezin te zijn waar je de onderlinge liefde proeft en ziet functioneren. Als kinderen elkaar niet in de haren zitten maar elkaar helpen, steunen en opbouwen, met elkaar spelen, optrekken en het goede voor elkaar zoeken. Wat een zegen om een eenheid te zien in een gezin, waar vader en moeder het goede zoeken voor hun kinderen en wederzijds respect in praktijk wordt gebracht. Gezegend dat huwelijk waar man en vrouw elkaar dienen, respecteren, liefhebben en samen het goede zoeken voor elkaar en hun kind of kinderen, als zij daarmee gezegend zijn.

Laten we onszelf zo’n gezin eens voorstellen en met elkaar in onze harten de berijmde psalm zingen die aansluit bij de tekst boven de overdenking; Psalm 133:1.

Ai ziet, hoe goed, hoe lief’lijk is ‘t, dat zonen

Van ‘t zelfde huis, als broeders, samen wonen,

Daar ‘t liefdevuur niet wordt verdoofd;

‘t Is als de zalf op ‘s Hogepriesters hoofd,

De zalf, waarmee hij is aan God gewijd,

Die door haar reuk het hart verblijdt.

Het huwelijk wordt door Paulus ten voorbeeld gesteld als het beeld van de gemeente. De mannen worden opgeroepen hun eigen vrouwen lief te hebben zoals Christus Zijn gemeente liefheeft en Zichzelf voor haar heeft overgeven tot in de dood. Als een man zich zo geeft voor zijn vrouw in een wegcijferende, dienende liefde, dan zal een vrouw het niet moeilijk vinden om haar man onderdanig te zijn. Wat een zegen zullen de kinderen genieten bij zo’n vader en moeder. Vaders en moeders, wat een bijzondere taak om kinderen te mogen opvoeden, wat een vreugde om hen voor te leven in een afhankelijk leven gewijd in de dienst aan onze Heiland en Verlosser.

Misschien zegt u; “Maar ik ken de Heere Jezus niet als mijn Verlosser.” Dan zeg ik u, dat uw kinderen ongelukkige ouders hebben. Hoe zullen zij leren wandelen in vertrouwen en geloof? Misschien doet u uw uiterste best om uw kinderen op het “rechte pad” te houden. Besef wel, dat dit alles, hoe lief u hen ook hebt, vanuit een wettische dienstbaarheid gebeurd en niet vanuit de liefde die uit God gevonden wordt. Uw kinderen zullen, vroeg of laat, uw hypocriete gedrag ontmaskeren en een afkeer krijgen van een wandel die geen vreugde maar gebondenheid geeft. Lieve vaders en moeders, zoek toch de Heere boven alles te kennen, buig uw knieën voor de Heere, belijd uw zonden, zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt en vertel Hem dat u niet langer kunt verdergaan zonder en buiten Hem. Welk beeld u ook van God of uzelf hebt, besef dat God niet wil dat u uw kinderen opvoedt zonder dat uzelf de Heere Jezus hartelijk liefhebt, leef door het geloof in het vaste vertrouwen dat u al uw zonden om Christus wil vergeven zijn. Dat geloof kunt u niet uit de lucht grijpen, dat geloof zal gewerkt worden door Gods Geest op het moment dat u uw hopeloze toestand eerlijk onder ogen ziet, uw zonden belijd en vertrouwt dat Gods Woord de Waarheid is en dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. U bent een zondaar en als u uzelf aan Hem overgeeft dan zult u, door Gods Geest geleid, leren wandelen in het geloof, ziende op de Heere Jezus en wandelend in kinderlijke afhankelijkheid aan God uw Vader. Uw kinderen zullen ontdekken dat uw leven oprecht is, dat het hier en nu, voor u maar bijzaak is en dat u gericht bent op uw Heiland en Zijn heerlijkheid. Zo kunt u uw kinderen bij de hand nemen en hen leren wandelen, in het geloof, dat ook zij alleen kunnen bestaan door Gods genade, ziende op de Heere Jezus Christus.

Lieve vaders en moeders, u die de Heere vreest, wat een vreugde om uw kinderen in deze weg voor te gaan. Wat een zegen om niet in eigen kracht, maar in Zijn kracht, de kinderen die Hij aan u hebt toevertrouwt, te leren wandelen tot eer en glorie van God de Vader. Gezegend is dat gezin, hetwelk de Heere vreest. Ja daar wordt de liefde gevonden. Daar worden zonden beleden, schulden vergeven en zegeningen geteld tot eer en glorie van God Almachtig.

Godvrezende mannen en vrouwen, u verlangt misschien naar kinderen en zou zo graag uw eigen kinderen willen opvoeden tot eer van God, maar u hebt er geen. De Heere sterke u in dit verdriet, maar hebt goede moed, zit niet bij de pakken neer. Dien de Heere door de kinderen die op uw pad komen, te omringen met liefde die hen wijst op de Heere Jezus, ook u kunt kinderen brengen aan de voeten van de Heiland opdat Hij hen zegent.

Kinderen, jullie die leven met een vader en moeder die nog leven zonder Gods genade. De Heere zegene jullie. Zoek de Heere, door Zijn Woord te lezen en buig je knieën, geef jezelf maar over in de handen van de Heere. Vertel Hem alles wat je bezighoudt, belijd je zonden en besef dat het bloed van de Heere Jezus Christus reinigt van alle zonden. Door kinderlijk eenvoudig te leven in dat vertrouwen, zul je steeds meer ontdekken dat je niet kunt leven buiten het bloed van de Heere Jezus. Eén zonde door ons begaan, stelt ons schuldig tegenover God, de straf daarop is de verdoemenis, maar schuilend achter het bloed van het Lam, vinden wij vergeving, vrede en het eeuwige leven. Dat vervult ons met liefde om God en God alleen te dienen en onszelf geheel aan Hem over te geven.

Het onderwerp van overdenking is het coöperatieve karakter, dat we ook kunnen vertalen met samenwerkend of welwillend. We hebben wat uitgebreid stil gestaan bij de liefde in de gezinnen, omdat ik in de lijn van Paulus dit beeld door wil zetten naar Gods gemeente. Als wij in onze gezinnen deze liefde niet in praktijk kunnen brengen, hoe zullen we dit dan ooit kunnen praktiseren onder de broeders en zusters van het huisgezin van God? Is dit niet één van de oorzaken van de grote verdeeldheid die we zien onder hen die samen schouder aan schouder in Gods wijngaard zouden moeten staan? Broeders en zusters, ik vind het moeilijk om mijzelf weg te cijferen, schuld te bekennen en de minste te zijn. Ik vind het moeilijk om te luisteren naar een broeder die mooie dingen zegt, maar waarvan ik weet dat er dingen zijn in zijn leven, die mijns inziens niet helemaal in de haak zijn. Ik vind het moeilijk om om te gaan met een zuster die zich anders gedraagt dan ik graag zou willen zien. Toch geloof ik dat er een geheim is. Een geheim dat ik steeds meer mag gaan leren en de kracht daarvan mag ontdekken. Om om te kunnen gaan met broeders en zusters die soms anders denken of doen dan ik, is het belangrijk om mijzelf beter te leren kennen, maar wat meer is, om veel in de nabijheid van God te verkeren.

Als ik dagelijks stil ben aan de voeten van mijn Heiland, mijn zorgen en noden, verlangens en dankbaarheid uit, door met Vader te spreken, dan wordt mijn hart vervult met kinderlijk vertrouwen en liefde. Dan is het net alsof ikzelf steeds kleiner word. Juist in de nabijheid van mijn Vader, Die zo groot, zo heilig, zo rechtvaardig, barmhartig en genadig is, voel ik mijn nietigheid en besef ik hoeveel geduld Hij met mij heeft. Dan kan ik alleen maar schuilen en pleiten op het bloed van het Lam en is het alsof mijn hart vervuld wordt met liefde tot mijn naasten. Dan zie ik ineens die gebrekkige broeder als een medestrijder en onmisbaar lid aan het Lichaam van Christus. Dan zie ik ineens de kwaliteiten in die zuster waar ik eerst zoveel moeite mee had. Lieve vrienden, Gods genade is zo alles overtreffend, Zijn liefde is zo groot, ik begrijp het niet en ik kan alleen maar vol bewondering uitroepen: “O Heere, hoe groot bent U, geef mij meer van Uw liefde opdat ik mijn broeders en zusters zie door Uw ogen en hen omring met liefde en geduld.”

Kom broeders en zusters, u die de Heere liefhebt, laten wij voor elkaar bidden, met elkaar strijden en ervoor waken dat wij elkaar geen pijn doen door woorden en daden.

Ik ben vader van een geweldige zoon, en ik ontdek steeds meer dat ik nog zoveel moet leren. Ik mag het goede voorbeeld geven en toch schiet ik daarin zo vaak tekort. Toch weet ik dat de Heere mij de verantwoording heeft gegeven om hem, samen met mijn lieve vrouw, op te voeden in de vreze des Heere. In mijn huis gelden de regels van ons huisgezin. Als we dit beeld doortrekken dan geloof ik dat we zeggen mogen dat in de Gemeente Gods, Zijn regels gelden en dat wij daarnaar te handelen hebben. Helaas is er een grote verdeeldheid, door verschillende visies, smaken en gewoonten. Al de verschillende plaatselijke gemeenten (samenkomsten van ware gelovigen) zijn als het ware kleine gezinnen die deel zijn van het grote Godsgezin. Zoals ik als vader geen verantwoording draag voor mijn buurjongens, zo hebben wij als plaatselijke gemeente geen verantwoording voor dat wat er in een andere gemeente gebeurd. Wij mogen met en voor elkaar het goede zoeken tot eer en glorie van God. In mijn gezin is nog genoeg te verbeteren en in afhankelijkheid van God zoeken wij naar de beste weg. Zo mogen wij ook als gemeenten, Gods eer zoeken en binnen het gezin met broers en zussen elkaar opbouwen, onderwijzen, vermanen, vertroosten en met liefde omringen. Paulus roept op tot het blijven in de onderlinge liefde. Liefde binnen onze gezinnen, zowel thuis als in de samenkomsten en vanuit deze liefde omgaan met broeders en zusters van verschillende culturen, achtergronden en beleefwerelden tot glorie van God. De Heere Jezus heeft gezegd: ‘Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen zijt, zo gij liefde hebt onder elkander. Joh. 13:35.’ Dat geve de Heere, Amen.