Volg ons op YouTube

De dood overwonnen

De dood, een onderwerp waar wij als mensen liever niet te veel aan denken. De dood heeft iets afschrikwekkends. Toch zien we aan de andere kant, dat er veel gespot wordt met de dood. Als we vroeger een doodskop afschrikwekkend vonden dan moeten we dat nu schattig vinden, het staat al op de hemdjes van kleine baby’s. Kleine kinderen moeten al vroeg leren dat de dood bij het leven hoort je hoort het zo vaak “het hoort er nu eenmaal bij”, is dit werkelijk zo?

Wie met de dood te maken heeft zal eerlijk moeten bekennen dat het iets verschrikkelijks is. Luister maar naar die kinderen van wie hun moeder is gestorven. Vraag het aan die mannen die verder moeten zonder hun lieve vrouw. Praat eens met de weduwen en proef het verdriet, het gemis, iets van hun leven is afgescheurd. Hoe kunnen ouders het gemis van hun lieve kind verwerken? Kortom de dood is een afschrikwekkende werkelijkheid. Het scheurt levens kapot.

De dood is niet gewoon.

We kennen allemaal wel de uitspraak, dat iets doodgewoon is. Tegelijk moeten we beseffen dat de dood niet gewoon is. God schiep hemel en aarde, alles was zeer goed. De mens, het pronkjuweel van Zijn schepping schiep Hij naar Zijn beeld. Adam en Eva hadden de heerschappij over de dieren, alle vruchten die er groeide mochten zij eten, behalve van de boom der kennis des goeds en des kwaads. Heel nadrukkelijk had God gezegd. ‘Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven, Gen. 2:17.’ Wat een vrede, wat een blijdschap en een geluk te mogen leven in zo’n paradijs. Duizenden vruchten waarvan zij onbeperkt mochten eten. Geen pijn, verdriet zorg angst of dood. Er was geen zonde. Er was in die zin geen scheiding tussen God en de mens. Adam en Eva waren niet bevreesd voor God.

In de hemel was er opstand geweest en God heeft de opstandige engelen uit de hemel geworpen. Deze gevallen engelen, die we satan of duivel noemen weet maar al te goed wat zalige vrede en geluk is. Hij weet wat zijn toekomst is en nu is het vanaf het eerste begin zijn bedoeling om de mens met hem mee te slepen in het eeuwige verderf. De hel, welke voor hem en zijn engelen bereid is (Matth. 25:41). Zo kwam hij tot Eva om haar te verleiden, de woorden van God wist hij te verdraaien zoals hij dat tot op vandaag nog doet. Het lijkt zo echt maar het is nu net de leugen. ‘Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven, Gen. 3:4.’ Nee, Eva je zult de dood niet sterven maar je zult zijn als God, kennende het goed en het kwaad. Eva, luisterde naar de duivel en ze zag de vrucht, ze werd begerig en at. Dit is nu de fout die wij mensen nog steeds maken. Wij luisteren naar de duivel, wij menen soms nog te kunnen strijden en te vechten in eigen kracht maar uiteindelijk moeten we verliezen. De duivel, is niet de eerste de beste, hij heeft ondertussen een theologische opleiding van ruim 6000 jaar.

Adam at ook, wat een verschrikkelijke zwarte bladzijde in de Bijbel. Wat een verschrikkelijke zonde. Ongehoorzaam, hoogmoedig, begerig en God tot een leugenaar gemaakt door de duivel te geloven. Nu kon het niet anders of de mens moest de dood sterven. De dood kwam in de schepping. Vanaf dat moment is alles aan de dood onderworpen. Heel het heelal met alle sterren begon aan haar aftakeling. De aarde begon haar uitputting en de mens, het mooiste van de schepping, moest ervaren dat de dood in het lichaam was gekomen. Ziekte, pijn, verdriet en angst is het toneel van deze wereld geworden. ‘En Kaïn sprak met zijn broeder Abel; en het geschiedde als zij in het veld waren, dat Kaïn tegen zijn broeder Abel opstond, en sloeg hem dood, Gen. 4:8.’ Wat zal dat geweest zijn voor Adam en Eva, te staan bij het dode lichaam van hun zoon. Wat een verdriet, wat een zelfverwijt wat een pijn om te hebben gezondigd tegen de levende God.

Wij allen hebben gezondigd

‘Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods, Rom. 3:23.’ Maar als Adam en Eva gezondigd hebben, waarom moeten wij dan sterven? Een vraag die al veel mensen gesteld hebben. Gods Woord zegt heel eenvoudig, dat wij allen gezondigd hebben. Adam viel in zonden en wij in Hem. ‘Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood, en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben, Rom. 5:12.’ Om dit wat duidelijker te maken kunnen wij een voorbeeld nemen. Mijn achternaam is Vos, Vos omdat mijn vader Vos heet en mijn vader heet Vos omdat zijn vader Vos heette. Zo is dit al geslachten lang en of ik nu wil of niet, mijn naam en die van mijn zoon is Vos. Wel, Adam zondigde en in hem alle mensen, ieder kind dat geboren wordt is een nakomeling van de zondige Adam. Als we naar ons zelf kijken dan moeten wij wel concluderen dat wij iedere dag zondigen. Wij worden geen zondaar omdat wij zondigen, wij zondigen omdat wij zondaars zijn.

De dood het loon op de zonde

‘Want de bezoldiging der zonde is de dood, Rom. 6:23a.’ We hebben gezien dat wij allen zondigen. Het loon op de zonde is de dood en dus hebben wij allen de dood verdiend. We bemerken om ons heen dat dit de realiteit is. De dood in ons lichaam, de één is ernstig ziek, de ander moet een arm of been missen, een ander heeft verschrikkelijke pijnen en weer een ander is ernstig vermoeid. Dan hebben we de tijdelijke dood, hier ontvalt een lieve moeder, daar een vader, ginds een zoon of een dochter. We kunnen de dood van onze vriend of vriendin niet voorkomen. Ook u en ik, wij zullen vandaag, morgen of binnen korte tijd dit leven moeten verlaten. En dan? Dan is daar de eeuwige dood, de hel, ons verdiende loon,

Het eeuwige leven, de genadegift Gods

‘maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere, Rom. 6:23b.’ Gelukkig hebben wij de vorige alinea niet met en punt hoeven af te sluiten. Want daar waar wij mensen een punt hebben aangebracht wil God ons genade schenken. Niet een eeuwige dood maar een eeuwig leven. Jezus Christus de Zoon van God is gekomen als De Genadegift, Hij is tot zonde gemaakt. Hij is tot een vloek geworden om het oordeel, de vloek, de dood en de eeuwige rampzaligheid die op ons was voor altijd van ons weg te nemen. ‘Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt, Gal. 3:13.’ Christus is de plaatsvervanger. Hij voor ons daar wij de eeuwige dood verdiend hadden. Daartoe gaf God Zijn Zoon. Opdat een ieder die in Hem gelooft eeuwig zal leven. ‘Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem, 1Joh. 4:9.’ Wat een wonder van genade, de dood verdient en het eeuwige leven uit genade ontvangen. Gelooft u dat? Is deze Jezus u al lief geworden? Hoort Zijn woord. ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven, Joh. 5:24.’

Na de dood de Godsontmoeting

Wij hebben hier geen eeuwig leven. ‘Aangaande de dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaar; of zo wij zeer sterk zijn, tachtig jaar; en het uitnemendste van die is moeite en verdriet; want het wordt snellijk afgesneden, en wij vliegen daarheen, Ps. 90:10.’ Wat zijn nu tachtig jaren? Vraag eens aan iemand die oud geworden is wat in zijn of haar beleving tachtig jaar is. Ze zullen zeggen het vliegt. Ja wij vliegen van de wieg naar het graf. ‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt , naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad, 2 Kor. 5:10.’ Niemand van ons zal daaraan ontkomen. Het is verbazingwekkend hoe satan Gods Woord weet te verdraaien of te verduisteren. Er stond deze week een uitslag in de krant van een onderzoek, gehouden onder “christenen”, 73 procent gelooft niet in het bestaan van een hel. Hoe kunnen wij zeggen christen te zijn, niet gelovend in een hel terwijl Christus ons duidelijk in Zijn Woord bekend maakt dat er een hel is? Wat is een christen? Een volgeling van de Heere Jezus Christus. Wat maakt ons een christen? Genade alleen. De wetenschap, het geloof dat Christus al mijn zonden voor eeuwig heeft weggedaan. Dat Hij mijn plaats innam in het oordeel en dat ik nu vrijuit mag gaan. Hij heeft de dood, het graf en de hel voor mij overwonnen. Nu mag ik leven in de blijdschap dat Jezus mijn deel is. Hij is mijn verlosser. Zijn Woord is de Waarheid. Wat Hij mij leert door Woord en Geest is mij zo dierbaar, het doet mij pijn om te zien en te horen hoe mensen dat Woord verdraaien tot hun eigen verderf. We moeten eerlijk met elkaar omgaan. Zie wat Gods Woord ons leert als het gaat over de hel. ‘En velen van hen die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden en tot eeuwige afgrijzing, Dan. 12:2.’ Johannes kwam en predikte boete, berouw en bekering. Hij wees op de komende Messias: ‘Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren en Zijn tarwe in Zijn schuur samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden, Matth. 3:12.’ Als Jezus Zelf spreekt over het oordeel dan is dat niet onduidelijk. ‘Dan zal Hij zeggen ook tot degenen die ter linker hand zijn : Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is, Matth. 25:41.’ Oorspronkelijk was de hel niet voor mensen en toch de realiteit is dat wij mensen vrijwillig gekozen hebben voor deze plaatst. ‘En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven, Matth.25:46.’ Er is dus een opstanding der doden. Er is een eeuwig leven maar er is ook een verschrikkelijke plaats voor hen die volharden in het ongeloof. ‘Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods, Joh. 3:18.’Wat een onderschei, wat een scheiding. ‘En zullen uitgaan: die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis, Joh. 5:29.’

Als wij sterven zal er rekenschap gevraagd worden over dat wij gedaan hebben. Als alles op onze eigen rekening staat dan ziet het er niet best uit. Zoals wij geboren zijn, als vijanden van God en vuil van de zonden kunnen wij niet bestaan voor Gods heilig oog. Staan wij daar als geredde zondaren schuilend achter het bloed van de Heere Jezus Christus, dan is het eeuwig wel met ons. Dan zal er geen veroordeling meer klinken, want al de toorn en al het oordeel is op Jezus uitgestort toen Hij daar hing aan het vloekhout op Golgotha. ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest, Rom. 8:1.’

De dood overwonnen

Juist deze wetenschap maakt ons goedsmoeds en geeft ons een blij uitzicht naar het moment dat Jezus komt. Hij heeft ons verlost van de angst voor de dood en het oordeel. ‘Doch Ik zal hen van het geweld der hel verlossen, Ik zal hen vrijmaken van den dood. O dood, waar zijn uw pestilentiën; hel, waar is uw verderf? Berouw zal van Mijn ogen verborgen zijn, Hos. 13:14.’ Nu leven we in de liefde van God, in de vreze des HEEREN en juist dat maakt ons vrij van angst en vrees. ‘De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods, Spr. 14:27.’ Jezus is gekomen, geboren in een beestenstal, Hij legde Zijn heerlijkheid af om voor ons de heerlijkheid te verwerven. Hij ging de dood in om satan te overwinnen. ‘Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood tenietdoen zou dengene die het geweld des doods had, dat is den duivel, En verlossen zou al degenen die met vreze des doods door al hun leven der dienstbaarheid onderworpen waren, Hebr. 2:14,15.’ Het is de onzekerheid van het leven, de onzekerheid van onze behoudenis die zoveel mensen in haar macht heeft. Er zijn zoveel mensen die met een rustig en kalm gemoed hun Zaligmaker mogen verwachten terwijl zij leven in een angst voor dat wat komen gaat. Geve God dat het lezen van deze eenvoudige woorden en het onderzoeken van Zijn Eigen Woord u mag bevrijden van deze angst. Want als u daarvan verlost bent, dan kunt u pas vruchtbaar zijn in het Koninkrij van God. Hoe zou u anderen kunnen wijzen op de vrede in Christus als u die zelf niet kent? Hoe zou u anderen tot troost kunnen zijn in de aanvechtingen van de dood als u zelf nog bang bent? ‘Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader, Rom. 8:15.’ De dood is voor al Gods kinderen een doorgang tot het eeuwig zalig leven, dat zij nu reeds ontvangen hebben. Jezus heeft de dood tenietgedaan, Hij is onze Overwinnaar! ‘Doch nu geopenbaard is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus, Die den dood heeft tenietgedaan, en het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht door het Evangelie, 2 Tim. 1:10.’

Nu jaagt de dood geen angst meer aan,

want alles, alles is voldaan.

Die in ’t geloof op Jezus ziet,

die vreest voor dood en helle niet.

Leven in het verlangen

‘En niet alleen dit , maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven , zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams, Rom. 8:23.’ Hoe meer wij in de zekerheid van het geloof leven hoe meer wij de liefde van God mogen ervaren. Juist dat maakt het verlangen naar de eeuwige heerlijkheid zo groot. Wat op deze aarde kan ons nu werkelijk bevredigen in het licht van de eeuwige vrede in Christus? De liefde van God heeft ons hart vervuld en dit maakt dat wij verlangen naar de komst van onze Zaligmaker. Hij is het voorwerp van ons leven, het middelpunt van ons verlangen. ‘Verwachtende de zalige hoop en verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen Zaligmaker Jezus Christus, Tit. 2:13.’

Lieve vrienden, stelt u de dood ver van u en durft u het oordeel tegemoet te gaan zonden Jezus? Laat deze ernstige woorden dan tot u doordringen, u kunt niet meer zeggen dat u het niet wist. Er is een dood, er is een hel en Godzijdank, er is een Verlosser, Jezus is Zijn Naam. Kom dan tot Hem en laat u zaligen.

Misschien wordt u juist wel veel gedrukt door de angst voor de dood, de onzekerheid van hoe het dan met u zal zijn. Laat u leiden door Gods Geest. Onderzoek het Woord van God en laat dat uw levenskompas zijn. Laat de Blijde Boodschap uw hart vervullen, Christus is gekomen om zondaren te zaligen. U bent welkom, welkom zoals u bent. Sluit uw ogen en spoed u naar Golgotha, zie Hoe Jezus daar hangt, val aan Zijn voeten en laat Zijn liefde uw hart vervullen. Als dat werkelijkheid wordt in uw leven dan weet u dat er niets zoeter is onder de hemel dan de Naam van uw lieve Zaligmaker. Jezus, Immánuël God met ons! Kom, maak God met ons groot. Nog even en de Bazuinen zullen klinken. Bent u al gere(e)d? Amen.

Waar zijn nu, dood, uw macht en scherpe pijlen?

Uw zeis ligt nu verbroken voor altoos.

Gods eigen Zoon, uit dood en graf verrezen,

maakt dood en graf voor eeuwig machteloos.

Immanuel, Gij hebt der helle poorten

uw macht doen zien, die haar ter neder slaat,

toen Gij de straf des zondaars wildet dragen,

van wie de naam in ’t boek des levens staat.

Voor deze prijs hebt Gij uw bruid verkregen:

Gij gaaft voor haar U-zelf, Heer, in de dood;

voor haar waart Gij in ziele-angst en lijden.

Wat is uw liefde, Heer, ondenkbaar groot.

Gij hebt, o Heer, uw volk de kracht geschonken,

om te overwinnen in de felste strijd.

Zij wachten U met innig zielsverlangen;

Gij zijt hun kracht, Gij, die hun redder zijt.

In U alleen, Heer Jezus, is het leven,

in de ijdelheid ligt alles hier beneen;

Gij hebt ons plaats in ’t Vaderhuis verworven;

leid Gij, o Heer, toch daarheen onze schreen.


Wilco Vos, Veenendaal 01-01-2013