Volg ons op YouTube

De Heere onze sterkte

‘Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob, Ps. 81:2.’

Terwijl ik nadacht over deze meditatie werd ik gedrukt door veel zorg. Hoe vaak gebeurt het niet dat zorg ons verstrikt, omdat de boze ons oog richt op de zorgen, terwijl wij met al onze zorgen moeten vluchten tot de Heere, onze sterkte. Hij wil ons leren om vol vertrouwen de weg te gaan in de wetenschap dat Hij precies weet wat wij nodig hebben. Hoe zwaar is het als wij zien op de omstandigheden die soms zo ingewikkeld kunnen zijn. We weten niet meer of we voor of achteruit moeten. Maar, vrienden, zouden onze zorgen niet minder zijn als wij zien op God? Heeft Hij ons niet geboden om niet bezorgd te zijn? ‘Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God, Filip. 4:6.’ In geen ding bezorgd, dat is nogal niet wat. Misschien heeft u ook geleerd om bepaalde zorgen aan de Heere toe te vertrouwen. Wat een bevrijding is dat. Dan ineens lijkt er een lawine van zorg over ons heen te komen en raken we verstikt. Kom, richt het hoofd op en zie op God, werp alle zorg op Hem en juicht Hem ter eer. Hij zal uitkomst geven.

Psalm 42:5

Maar de HEER zal uitkomst geven,

Hij, die ‘s daags Zijn gunst gebiedt;

‘k Zal in dit vertrouwen leven,

En dat melden in mijn lied;

‘k Zal Zijn lof zelfs in den nacht

Zingen, daar ik Hem verwacht;

En mijn hart, wat mij moog’ treffen,

Tot den God mijns levens heffen.

Jakob lag op zijn sterfbed, Zijn zonen staan voor hem en als het ware ziet hij de hele toekomst van zijn volk aan zijn ogen voorbijgaan. Wat een zorgen, wat een moeite zullen zijn kinderen, zijn volk nog overkomen. Dan roept hij het uit: ‘Op uw zaligheid wacht ik, HEERE! Gen. 49:18.’ Van God alleen is zijn verwachting en die verwachting is, ondanks de zonde van het volk, niet beschaamd. ‘Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob, Ps. 81:2.’ De God van Abraham, Izak en Jacob leeft nog. Hij die zoveel geduld heeft gehad met Zijn volk Israël, is nog dezelfde, Hij gaf Zijn Zoon, Die werd geboren uit een zondig volk, om een reddeloos verloren wereld te redden. Zouden wij niet juichen als wij bedenken hoe groot Gods genade is, geopenbaard in het schenken van Zijn Zoon? Zouden wij niet juichen als wij bedenken dat een ieder die tot Hem komt het leven vindt? Kom, zingt vrolijk van deze God, ja zingt Hem ter eer en geef alle zorg maar in Zijn hand. Hij die zijn volk op wonderbaarlijke wijze uit Egypte heeft geleid, hen droogvoets door de zee in de woestijn bracht en hen daar veertig jaar heeft onderhouden, is nog dezelfde. Hoe hebben zij gebromd, gemopperd en gezondigd tegen God, Hij bleef ondanks dat, getrouw aan Zijn verbond.

Als wij zien op de omstandigheden, dan zullen ook wij mopperen. Zie dan op God, denk aan Zijn Vaderlijke zorg en hef de lofzang op tot Hem, die ons ziet, hoort en kent. Soms lijkt alles misschien uit de hand te lopen, maar weet dat Hij alle dingen vast in handen heeft. ‘Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken, ja, wacht op den HEERE, Ps. 27:14.’ De Bijbel leert ons om ons vertrouwen niet te stellen op mensen maar op God. Ja, wacht dan op de Heere, zie verlangend uit naar de vervulling van Zijn beloften, hoop op Zijn Woord en laat dat uw kracht zijn.

Kom, vrienden, hebt u al ingezien dat er van uzelf niet zoveel te verwachten is? Hebt u al ontdekt dat u met uw zonden uw schuld alleen maar groter maakt? Uw zonden in het overtreden van Gods geboden. Het verlangen naar dingen die u niet toekomen, het stelen van andermans goederen, het ontduiken van belasting, het zwartwerken. Wat kunnen wij onszelf mooi voordoen terwijl wij ten diepste moeten bekennen, zondaars te zijn. Slecht spreken over onze naasten, niet het goede zoeken voor de ander maar meer gericht zijn op onszelf. Het heil zoeken in de verdovende middelen. De vuile gedachten, de opstandige gedachten tegen hen die over ons gesteld zijn. Gedachten van haat en nijd, soms zover dat we anderen wel kunnen doodwensen. Ach, wie van ons zou kunnen beschrijven wat er al niet in het hart kan omgaan? Wat een zonden, wat een schuld en dan hebben we het nog niet over nalatigheid in het dienen en liefhebben. Toch moeten wij beseffen dat de zonden voor ons nooit de reden kunnen zijn, om ons op te houden tot Christus te gaan. Hij is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Hij is gekomen om zondaren te verlossen uit de strikken van de zonden. Zijn bloed heeft gevloeid opdat zondaren zouden leven. Zij stem roept ons nog toe: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Het is het ongeloof dat verhindert te gaan tot de fontein van Leven. Vrienden, hebt u al in geloof gebogen voor God? Hebt u Hem uw zonden beleden en Hem, de Heere Jezus, omhelsd als uw Zaligmaker?

Als dat niet zo is, waar zult u dan heen gaan met uw zorg? Hoe kunt u tot God naderen met zo’n grote schuld van zonden? Laat uw zondeschuld toch uw grootste zorg zijn. Met die zorg mag u tot God naderen en in Zijn Zoon zult u vergeving ontvangen. ‘Die zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar die ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen, Spr. 28:13.’ Want een ieder die in Hem gelooft zal leven. Dat is Zijn belofte en wat Hij belooft, dat doet Hij.

Broeders en zusters, u die hebt leren schuilen in de schuilplaats des Allerhoogsten, u die mag geloven dat Jezus voor u de dood is ingegaan. Kom, zie op Hem en laat Zijn vrede uw hart en leven vervullen. Misschien hebben de zorgen van het leven u zo te pakken dat u het zicht op de Heere Jezus kwijt bent geraakt. U kunt het niet meer geloven, het lijkt alles zo zwart. Ja, eens was daar vrede en blijdschap, nu zegt de boze, het is alles bedrog geweest. Zie af van uzelf, zie af van de zorgen en zie op uw Heiland, Hij zal u rust geven. ‘Zijt sterk, en Hij zal ulieder hart versterken, allen gij, die op den HEERE hoopt! ps. 31:25.’ De boze wil ons verzwakken, de duisternis zal ons omringen en hoe zullen wij dan juichen in onze God? Hij wil onze sterkte zijn en in Hem zullen wij ervaren meer dan overwinnaars te zijn. Wie zal ons scheiden van de liefde in Christus? Niets en niemand, Hem zij de glorie. ‘Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord, ps. 130:5.’ Zijn Woord is de Waarheid en die Waarheid maakt ons vrij. Vrij om te leven in vrede en vreugde, hoe de boze ook tekeer zal gaan. Hoe heerlijk om dan te midden van de grootste zorg het oog op Christus te slaan en te ervaren dat Hij werkelijk onze kracht vernieuwd. ‘Maar dien den HEERE verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; zij zullen lopen, en niet moede worden; zij zullen wandelen, en niet mat worden, Jes. 40:31.’

Ook alles dat ons tegen lijkt te zijn, zal strekken tot Zijn eer. Zijn kracht wordt in onze zwakheid volbracht, en daarom zullen wij, hoe het ook zal gaan, roemen in Hem. Laat de vijand maar tekeer gaan, laat ze maar zeggen, u hebt geen heil bij God. Nog even en het zal blijken dat allen die op God vertrouwen, eeuwig leven hebben, terwijl zij die niet geloofd hebben, voor eeuwig verloren moeten gaan. Daarom, vrienden, ‘Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt sterk, 1 Kor. 16:13.’ Nog een kleine tijd en de strijd zal verwisseld worden voor een eeuwige heerlijkheid. Kom Heere Jezus, ja kom en toon ons Uw heerlijkheid. Amen.

O dierb’re Jezus, vol genade,

vol leven, troost en lieflijkheid;

aanbiddend slaan Gods eng’len gade

de rijkdom uwer heerlijkheid.

En wij zien U, de Mensenzoon,

gezeten in uws Vaders troon.

Gij zijt ons alles: onze sterkte,

verlossing, wijsheid, licht en kracht.

Wat een der uwen goeds bewerkte,

‘t werd al door uw gena volbracht;

al wat wij zijn of hebben, Heer,

zij U alleen tot lof en eer.

Uw trouwe liefde kan niet falen,

zij bracht het leven in de dood;

zij stroomt nu zonder perk of palen,

en troost ons in de grootste nood.

Onthoudt G’ ons iets, wij zijn gewis,

dat ‘t ons tot nut en voordeel is.

Al zou dan alles ook bezwijken

in deze wereld vol verdriet,

uw liefde zal van ons niet wijken,

en uw genade wankelt niet.

Heer, Gij alleen verheugt ons hart,

met U verdragen we alle smart.


Wilco Vos Veenendaal 11-02-2015