De keuze van Ruth tegenover die van Orpa
Door te schuilen achter het bloed van het lam waren de Israëlieten veilig voor de wraak van God, Die doormiddel van de verderfengel alle eerstgeboren kinderen van de Egyptenaren doodde. Ieder jaar opnieuw wordt op Pesach deze wonderlijke geschiedenis herdacht. God verloste Zijn volk uit de handen van de vijand. Jezus Christus, is gekomen om geslacht te worden als het volmaakte Lam ten brandoffer. Hij stierf op precies deze feestdag aan het kruishout van Golgotha. Een ieder die schuilt achter het bloed van dit Lam zal eeuwig leven. Het volk at ongezuurde broden, waarbij het verwijderde zuurdeeg wees op de verdrukking van de Egyptenaren. Het zuurdeeg wijst heen naar de zonde, waarvan allen die schuilen achter het bloed van het Lam zich vrijwillig ontdoen. Zo lag de Heere Jezus, volkomen gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader, op het feest der ongezuurde broden, geheel ongezuurd, in het graf. Zoals het volk Israël door de machtige hand van God door de rode zee trok en zo als het ware door de dood het nieuwe leven inging, zo stond de Heere Jezus, op deze zelfde dag, het feest van de eerstelingen, op als de eerstgeborene uit de dood. ‘En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der gemeente, Hij Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn, Kol. 1:18.’ Zo zien wij dat de Heere Jezus de volkomen vervulling is van de schaduw die we vinden in het Oude Testament. Het feest van de eerstelingen is de eerste dag van het 50 dagen durende wekenfeest. Op de vijftigste dag na de doortocht door de rode Zee, gaf de HEERE op de Sinaï zijn wetten, samengevat in de tien woorden. Het is deze zelfde dag, 50 dagen na de opstanding van de Heere Jezus, dat de HEERE Zijn Heilige Geest uitstort op de discipelen. De wetten die de Heere op de Sinaï gaf worden in de harten geschreven en door het werk van de Heilige Geest willen allen die schuilen achter het bloed van het Lam, gehoorzamen aan Zijn wil. Hoe wonderlijk is Gods weg. Hoe heerlijk openbaart Hij Zichzelf en Zijn plan, in de feesten die Hijzelf gegeven heeft.
Bij de Joden wordt het Pinksterfeest, de 50e dag na het eerstelingen feest, Sjavoeot genoemd. Op dit feest wordt de gersteoogst afgesloten en begint de tarweoogst. Het is gebruikelijk dat men op deze dag voorleest uit de boekrol Ruth. Ruth de Moabitische is in het begin van de gersteoogst, met haar schoonmoeder Naomi meegegaan vanuit Moab naar Bethlehem. In deze overdenking willen wij stilstaan bij een gedeelte uit deze geschiedenis.
Elimelech “Mijn God is Koning”, woont met Zijn vrouw Naomi “schoonheid, liefelijkheid” en hun twee zonen Machlon “zwak, ziekelijk” en Chiljon “smachtend, wegkwijnend” in Bethlehem “Broodhuis, huis van voedsel”. Er is honger in Bethlehem. Honger in het beloofde land, terwijl de Heere Zijn zegen beloofd had. ‘En het zal geschieden, zo gij naarstiglijk zult horen naar mijn geboden die ik u heden gebied, om den HEERE uw God lief te hebben en Hem te dienen, met uw ganse hart en met uw ganse ziel, Zo zal Ik den regen uws lands geven te zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren en uw most en uw olie inzamelt. En Ik zal kruid geven op uw veld voor uw beesten; en gij zult eten en verzadigd worden, Deut. 11:13-15.’ De Heere had tegenover de zegen, Zijn oordeel verbonden aan ongehoorzaamheid.
‘Wacht uzelven, dat ulieder hart niet verleid worde, dat gij afwijkt en andere goden dient en u voor die buigt; Dat de toorn des HEEREN tegen ulieden ontsteke en Hij den hemel toesluite, dat er geen regen zij en het aardrijk zijn gewas niet geve, en gij haastelijk omkomt van het goede land dat u de HEERE geeft, Deut. 11:16,17.’ Elimelech zag de honger en vluchtte weg.
Inplaats dat Hij zich verootmoedigde voor de Heere en schuld beleed over de zonde van land en volk, zocht hij met vrouw en kinderen, de toevlucht bij het goddeloze Moabitische volk. Moab, voortgekomen uit incest tussen Lot en zijn dochter, diende de afgoden en Israël mocht zich niet vermengen met deze goddelozen. Hoe onverstandig en ongehoorzaam om deze weg te gaan. Hij bracht zijn vrouw en kinderen vanuit de honger in een groot gevaar.
Welke weg gaan wij als de Heere ons tegenkomt? Bukken wij voor Hem of vluchten wij bij Hem vandaan? Vertrouwen wij op de Heere en Zijn zegen of zoeken wij de zegen in de wereld? We zien in het leven van Elimelech dat er geen zegen rust op een ongehoorzame keuze.
Elimelech sterft en zijn zonen nemen ieder een Moabitische vrouw. De zonen van Elimelech wandelen in hetzelfde ongehoorzame spoor. De Heere had in Zijn wet duidelijke aanwijzingen gegeven om zich niet te vermengen met de afgodische volken. Ook vandaag kennen wij dit gebod. ‘Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? 2 Kor. 6:14.’ Wat een ellende zien wij om ons heen bij hen die zich niets aantrekken van dit gebod. Hoe kan een gelovige, wederomgeboren christen trouwen met een ongelovige? Hoe zouden zij samen de Heere kunnen dienen en kinderen kunnen opvoeden? Tegenwoordig wordt deze tekst vrij vertaald naar: “Twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen.” Die twee geloven moeten dan twee verschillende kerkelijke denominaties voorstellen. Dit is echter totaal onbijbels. De Bijbel spreekt niet over kerkelijke denominaties maar over één gemeente, gekocht door het dierbare bloed van het Lam. Een gemeente uit Jood en heiden. Het persoonlijke geloof in het plaatsvervangend lijden van de Heere Jezus Christus maakt ons een lid van deze duurgekochte gemeente, het Lichaam van Christus, waarvan Hij het hoofd is. Laten wij niet knoeien met deze Goddelijke waarheid.
Ook Machlon en Chiljon sterven te midden van de overvloed in Moab, zien wij hierin niet Gods hand? Naomi blijft alleen over met haar twee schoondochters, Orpa en Ruth. Naomi hoort dat de HEERE Zijn volk weer zegende met brood, waarom zou ze nog langer in Moab blijven? Ze gaat op reis naar Bethlehem en haar schoondochters Orpa en Ruth gaan met haar. Als ze onderweg zijn, spreekt Naomi tot Orpa en Ruth: ‘Gaat heen, keert weder, een iegelijk tot het huis van haar moeder, de HEERE doe bij u weldadigheid, gelijk als gij gedaan hebt bij de doden en bij mij, Ruth 1:8.’ Naomi wenst hen de zegen van de Heere toe en spreekt haar dankbaarheid uit over de goede zorgen die Orpa en Ruth aan haar zoons hebben gegeven. ‘De HEERE geve u, dat gij rust vindt, een iegelijk in het huis van haar man, Ruth 1:9.’ Als Naomi hen kust, beginnen zij te huilen.
Ze houden van hun schoonmoeder en willen niet van haar scheiden. Als uit één mond klinkt het: ‘Wij zullen zekerlijk met u wederkeren tot uw volk, Ruth 1:10.’ Wat een heerlijke belijdenis. Zij willen niet scheiden van hun geliefde schoonmoeder. Ze willen Moab, hun afgoden, het ouderlijk huis, ja alles achterlaten om mee te trekken met hun schoonmoeder. Hebben zij iets geproefd van de vreze des Heeren in het leven van Naomi?
Verstrikt in het zondige Moab van deze wereld, komt niet de stem van Naomi maar de stem van God tot ons. ‘Mijn zoon mijn dochter, geef Mij uw hart en laat uw ogen mijn wegen bewaren.‘ Tot ons komt de roepstem zoals Jozua sprak tot het volk Israël. ‘Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden, wien gij dienen zult; hetzij de goden, welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen! Joz. 24:15.’
Kiezen wij de Heere of de afgoden? Het volk koos met Jozua voor de Heere. ‘Toen antwoordde het volk en zeide: Het zij verre van ons, dat wij den HEERE verlaten zouden, om andere goden te dienen, Joz. 24:16.’ Zo zien wij als het ware ook Orpa en Ruth. Om ons heen zien wij meerdere mensen zoals Orpa en Ruth. Zij belijden te willen volgen zoals de man in Matth. 8:19; ‘Meester ik zal U volgen, waar gij ook heengaat.’ Wat een heerlijke belijdenis wat een goede voornemens. Maar, voor de Heere is een belijdenis niet genoeg! Hij onderzoekt ons hart en neemt geen genoegen met een halfslachtige keuze.
Naomi was een wijze vrouw en wilde haar dochters bewaren voor een halfslachtige keuze, die hen alleen maar zou schaden. Naomi zegt: ‘Keert weder, mijn dochters. Waarom zoudt gij met mij gaan? Ruth. 1:11’ Naomi is eerlijk, zij beproefd het hart van Orpa en Ruth, zij doet het niet mooier voor dan het is. Zij heeft geen zonen die met hen kunnen trouwen. De liefdevolle en ernstige woorden maken Orpa en Ruth weer aan het huilen. Orpa kust haar schoonmoeder en keert terug tot haar volk en tot haar goden. Orpa’s keuze was oprecht, zij is meegegaan met Naomi, zij deed het zelfde als Ruth. Toch was haar hart hetzelfde als dat van de mensen die de Heere Jezus volgden om Zijn wonderen. Zij werden aangetrokken zonder dat er een keuze werd gemaakt met heel het hart. God wil ons hele hart en onze hele wil. Met minder kan en wil Hij niet gediend worden. Zodra Jezus sprak over deze dingen vielen de mensen van Hem af. Zij keerden terug tot hun eigen inzichten.
Dan zien wij Ruth als het ware in dezelfde situatie als de discipelen. Naomi zegt tegen Ruth: ‘Zie, uw zwagerin is wedergekeerd tot haar volk en tot haar goden, keer gij ook weder, uw zwagerin na, Ruth 1:15.’ De Heere Jezus sprak, toen Hij zag dat vele discipelen afvielen: ‘Wilt gijlieden ook niet weggaan? Joh. 7:67.’ Beste vrienden, Gods Woord is eerlijk. De Heere wil geen mensen bij Zich hebben, die niet willen sterven aan zichzelf. Hij wil geen mensen die Hem volgen in een uiterlijke wandel met een mooie belijdenis, terwijl hun hart niet zegt: “Heere hier is mijn hele hart, mijn hele leven is voor U.” Hij wil gediend worden in Geest en Waarheid, dat is navolgen zoals Hij ons dat in Zijn Woord duidelijk maakt.
Ruth maakte een duidelijke keuze. Val mij niet tegen, daar waar u zal gaan, zal ik gaan, waar u vernacht, zal ik vernachten, uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Waar gij zult sterven, zal ik sterven en aldaar begraven worden. Zo horen wij ook Petrus belijden: ‘Heere, tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. En wij hebben geloofd en bekend, dat Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods, Joh. 6:68,69.’
Orpa leek op weg te gaan, toch is haar keuze niet dieper geweest dan die van de vrouw van Lot en een Agrippa. De vrouw vluchtte mee uit Sodom, maar haar hart was nog steeds in Sodom, zij keek om en veranderde in een zoutpilaar. ‘En Agrippa zeide tot Paulus: Gij beweegt mij bijna een Christen te worden, Hand. 26:28.’ Een bijna Christen is geen Christen. Het volgen van mensen, tradities en belijdenissen maakt ons geen Christen. Het is Gods genade alleen dat harten verandert en met Ruth de afgoden doet verlaten om te leven in de vreze des Heere.
Tot u en mij komt de vraag? Is de keuze van Orpa onze keuze of is het de keuze van Ruth? Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Mocht ons hart Orpa willen volgen, laten wij dat dan ook doen. Kies voor de afgoden, wees eerlijk en bedrieg God niet met een schijn godsdienst. Wordt ons hart getrokken om de Heere te dienen en willen wij Hem volgen, dank de Heere dan voor Zijn genade en dient Hem met heel het hart.
Zijn oproep komt tot ons: ‘Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelve, en neme zijn kruis dagelijks op en volge Mij, Luk. 9:23.’ Dat betekent ons leven verliezen om het in Hem te vinden. Dat is niet meer leven zoals de wereld leeft, maar zoals God wil dat wij leven zullen. Dat is luisteren naar Zijn stem. Als wij dan Zijn stem horen in Zijn Woord, dan zegt ons hart, Heere hier zijn wij, wij willen U volgen waar u ook heen gaat.
We hebben gezien hoe het lam geslacht is tot een verzoening voor onze zonden. Kom, schuil achter het bloed van het Lam. Neem afstand van al het zondige dat ons leven als een zuurdesem doortrekt en leef in de kracht van Hem die als de eersteling is opgestaan uit de dood. Hij overwon de dood opdat wij in de dood niet zouden blijven maar in Hem het leven zouden vinden om eeuwig God te dienen. Gods Geest schrijft Zijn heerlijke wetten in ons hart opdat wij zouden wandelen naar Gods geboden, in de blijde verwachting van de komst van onze Heere Jezus.
Misschien ziet u vandaag dat u met Orpa de verkeerde keuze hebt gemaakt. Kom bekeert u dan, belijd uw zonden en zoek het leven in de opgestane Levensvorst. Nu is het nog de tijd van de genade, misschien is het morgen te laat..
Is de God van Ruth ook uw God? Wat een blijde wetenschap, niet meer onszelf te leven maar te leven in en door Christus. Het is uit genade zalig worden, uit genade volgen om straks uit genade in te gaan in de eeuwige heerlijkheid. Niets kan ons scheiden van de liefde die er is in onze lieve Heere Jezus Christus. Hem alleen zij alle eer, van nu tot in alle eeuwigheid. Amen.
Wilco Vos 13-08-2014 Veenendaal