Volg ons op YouTube

De liefde van Christus

“Want de liefde van Christus dringt ons, Als die dit oordelen, dat indien Eén voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien Die voor hen gestorven en opgewekt is, 2 Kor. 5:14,15.’

‘Want de liefde van Christus dringt ons’ klinkt het uit de mond van Paulus, die eens gedrongen werd door een hele andere geest. We weten hoe Paulus de gemeente Gods vervolgd heeft. ‘En Saulus verwoestte de gemeente, gaande in de huizen; en trekkende mannen en vrouwen, leverde hen over in de gevangenis, Hand. 8:3.’ Zijn ijver was niet te stuiten. ‘Ik meende waarlijk bij mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen; Hetwelk ik ook gedaan heb te Jeruzalem, en ik heb velen van de heiligen in de gevangenissen gesloten, de macht van de overpriesters ontvangen hebbende; en als zij omgebracht werden, stemde ik het toe, Hand. 26:9,10.’

Hoe is het mogelijk dat deze zelfde man, die eens gedrongen werd door haat tegen Christus, nu gedrongen wordt door de liefde van Christus? Er is maar één antwoord. Liefde, Goddelijke liefde heeft zijn hart vervuld.

En zo is het nog met allen die Christus aannemen tot hun persoonlijke Zaligmaker. Hun harde ongevoelige hart wordt verbroken en Goddelijke liefde vervult vanaf dat moment het hart en leven. Het hart dat eens zo gerust kon leven in de wereld heeft nu een afschuw gekregen van de wereld. Het hart wat zo ongevoelig was, is nu zo teer geworden. Het geweten dat eens zo vol angst was als het zag op het naderend oordeel van God, is nu zo gerust en stil. Bij sommigen was er een bepaalde ijver als zij dachten aan het helse vuur. Alles werd op alles gezet, om aan deze vlammen te ontkomen. Een ijver om de straf te ontlopen, maar wie van hen zal kunnen zeggen dat hun geweten ooit gerust is geweest? Angst of onverschilligheid is het kenmerk van alleen die nog leven buiten Christus.

Wat een wonder van genade dat tot u en mij de boodschap van genade gepredikt wordt. Wij hebben het Woord van God ontvangen en mogen dat lezen. Daarin wordt ons de weg ter zaligheid gewezen. Het is Jezus, de Zoon van God. ‘Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem, Joh. 3:36.’ Ja, dat was de ervaring van Paulus, de toorn van God is geblust en het eeuwige leven is hem bereid. Is dat ook uw deel?

Wat een blijdschap, lieve vrienden, Christus tot je deel te hebben. Wie zal ooit het moment vergeten dat het geloofsoog voor het eerst mocht zien op de gekruiste Christus daar op Golgotha? Daar hing de Zoon van God, Jezus de Messias. Hij vrijwillig, geheel zonder zonde maar tot zonde gemaakt, als een vervloekte aan het kruishout. Hij verdroeg de helse angsten en pijn en riep het uit in de Godsverlating. ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’ De Goddelijke toorn moest Hij verdragen, als een lam werd Hij ter slachting geleid, Hij werd geslacht in onze plaats. Wat een volheid in de woorden die daar klonken uit de mond van onze Jezus. ‘Vader in uwe handen beveel ik Mijn Geest.’ ‘Het is volbracht.‘, Nu is Mijn volk volmaakt.

Wat is er nog veel onkunde als het gaat om wat wij in Hem ontvangen hebben. Als Christus uitroept. ‘Het is volbracht’ dan betekent dat dat alles werkelijk volbracht is. Van onze kant was er niets wat ons kon redden en na ontvangen genade is er nog steeds niets dat iets aan onze zaligheid kan toedoen. Het is Jezus en Jezus alleen. Wat een volheid in Hem die ons heeft liefgehad. In Hem zijn wij volmaakt. ‘Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing; Opdat het zij , gelijk geschreven is: Die roemt, roeme in den Heere, 1 Kor. 1:30,31.’ In Hem zijn wij, rechtvaardig, heilig en verlost.

Lieve vrienden, als we dit op ons in laten werken, dan kan het niet anders zijn of ons hart moet zich vervullen met liefde.

Waar is een God, aan U gelijk,

vol liefde, vol genade

die ons, gezonken in het slijk,

met gunsten overlaadde?

De zondemacht

week voor uw kracht.

U gaf uw eengeboor’ne

tot redding van verloor’nen.

Waar is een God, aan U gelijk?

Wie kan uw liefde peilen?

Uw Zoon verliet het hemelrijk,

en wou op aard’ verwijlen.

Gerechtigheid

werd ons bereid;

verlossing, licht en leven

werd ons in Hem gegeven.

Waar is een God, aan U gelijk,

zo waard te zijn geprezen,

die door zo menig liefdeblijk

ons uitlokt U te vrezen?

Uw Geest, o Heer,

zond U ons neer,

door wie wij in U roemen,

U Abba, Vader, noemen.

En juist deze liefde is het dat ons dringt. Zodat we met Paulus uitroepen. ‘Want de liefde van Christus dringt ons’ Gewassen in Zijn bloed, te mogen leven tot eer van Vader, Zoon en Heilige Geest. Wie zal ons kunnen tegenhouden als wij gedrongen worden door deze liefde? Waar is de aantrekkingskracht van de wereld en de kracht van de zonde? Waar is de angst voor dood of oordeel? Waar is de angst voor satan? Werkelijk, als we gedreven worden door de liefde van Christus, wie zal ons dan de vreugde ontnemen?

Lieve vrienden, als u niet kunt ontkennen dat deze Jezus uw leven is geworden maar tegelijk moet zeggen dat alles zo donker is geworden. Dan kunnen wij niet anders zeggen, dan dat u de liefde van Christus hebt verwaarloosd. U ziet weer op uzelf, op uw eigen werken en tekortkomingen. U bent gevallen voor de verleidingen van de wereld of bent bedolven onder de pijlen van satan. Kom, zie op Jezus, Hij die u kocht. Beleid uw zonden en laat Zijn liefde stromen. ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid, 1 Joh. 1:9.’ Het is juist de onwetendheid en de onbekendheid met het Woord van God dat ons zo vaak doet wankelen. Daarom, het is van levensbelang om helder te mogen zien in welke heerlijke positie het offer van Christus ons bracht. ‘Als die dit oordelen, dat indien Eén voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien Die voor hen gestorven en opgewekt is.’ Zo gaat de tekst verder. Christus is voor ons gestorven en wij met Hem opdat wij niet meer voor onszelf zouden leven maar geheel voor Hem die voor ons is gestorven en weer is opgewekt. ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden, 2 Kor. 5:17.’

In Christus hebben wij een volkomen Zaligmaker, hij heeft ons verlost van schuld en straf en als wij zien op dit genade wonder en worden gedreven door de liefde van Christus, dan zullen wij ervaren dat de zonde geen grip meer op ons heeft. ‘Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde tenietgedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen Rom. 6:6.’ De oude mens is gekruisigd, wie verwacht er nog iets van een dode? Wat een kracht in dit nieuwe leven. ‘Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de zonde, Rom. 6:7.’

Dan mogen we het met Paulus uitroepen. ‘Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft, Gal. 2:20.’ Hij gaf Zichzelf over voor mij, ‘O Heere, laat mijn leven geheel tot eer en in dienst van Uw Naam zijn.’ Wie kan, ziende op zoveel liefde, nog langer leven met dat wat satan ons bied? Wie kan, gedreven door deze liefde, nog langer zwijgen van Jezus, Die gekomen is om zondaren zalig te maken?

‘Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen. Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem, 2 Kor. 5:20,21.’ Sommige mensen kunnen niet begrijpen waarom er christenen zijn die nooit eens iets anders hebben dan Jezus. Elke gelegenheid proberen zij aan te grijpen om te spreken van Jezus Die gekomen is om zondaren te redden. Het lijkt wel alsof er buiten Jezus niets anders is. Nu zo is het inderdaad. Deze christenen worden gedreven door de liefde van Christus. Zij willen niets liever dan andere mensen vertellen van het geluk dat er ligt in een leven met God. Zij kunnen niet zwijgen over de liefde van Christus. Zij weten maar al te goed wat het is om te leven in deze wereld zonder God en zonder Zaligmaker. Maar nu, nu ze dit eenmaal mogen genieten, is het hun wens dat alleen daarvan mogen genieten. Hoe kunnen wij, geredde zondaren het aanzien dat onze familie en vrienden voor eeuwig verloren gaan? Zouden wij hen dan niet dwingen om in te gaan (Luk. 14), zouden wij hen dan niet bidden, om te zien op de liefde van Christus? Ja, dat is onze opdracht. ‘Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God den tijd die overig is in het vlees, te leven, 1 Petr. 4:2.’ Is dit dan altijd gemakkelijk? Nee, verre van dat, juist door te spreken over Hem die ons heeft liefgehad en gereed staat om de grootste van de zondaren te redden maakt dat we niet geliefd zijn. Het valt ook niet mee om iemand die meent gelukkig te zijn, te moeten vertellen dat hij of zij doodongelukkig is zolang zij leven buiten Christus. En toch, zullen wij iemand in een brandend huis, niet toeroepen dat hij moet vluchten? Laten wij een klein kind met een gerust hart een autoweg oversteken?

Daarom, lieve vrienden, u die nog moet erkennen niets te kennen van de liefde van Christus. Kom zie, eens in hoe verschrikkelijk uw toestand is. Hoe zal u kunnen bestaan als u straks moet verschijnen voor Gods Rechterstoel? Wie zal daar borg voor u zijn? Bekeert u dan tot de Levende God, zie in wie u bent en met hoeveel geduld Hij uw leven heeft geleid. Hoor hoe lief God de wereld had, ja zo lief dat Hij zijn eigen Zoon zond. ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe, Joh. 3:16.’ Hier is uw Borg. Laat alles los wat geen Christus is, grijpt Hem aan en laat u zaligen. In Hem zult u het eeuwige leven ontvangen. Gelooft u dat? ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven, Joh. 6:47.’ Of kunt u nog langer ongehoorzaam zijn? Weet dan, dat u de Weg is gewezen.

Broeders en zusters, wij die Hem mogen gehoorzamen, wij hebben een Verlosser, een heerlijke toekomst is voor ons bereid. ‘En geheiligd zijnde, is Hij allen die Hem gehoorzaam zijn, een Oorzaak der eeuwige zaligheid geworden, Hebr. 5:9.’ Laten wij, gedreven door de Liefde van Christus, onszelf dagelijks offeren, in het volgen van Hem die het middelpunt van ons leven is geworden. Nog even, en we zullen voor altijd bij Hem zijn. Amen.