Gaat in door de enge poort.
Als de Heere Jezus Zijn discipelen beproeft door hen te vragen of zij ook niet weg willen gaan zoals de rest van de mensen, dan getuigt Petrus. ‘Tot wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens. Joh. 6:68.’ Petrus had ondervonden dat Jezus woorden van waarheid sprak. Jezus is de Waarheid. Wie anders kan ons de weg wijzen dan Jezus, Die van Zichzelf heeft gezegd: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven, Joh. 14:6.’ Als het ons om Jezus en de eeuwige Zaligheid in Hem te doen is laten we dan luisteren naar het onderwijs dat Hij ons in Zijn Woord geeft. Hij, de Zaligmaker der wereld predikte ons de bekering van zonden. Hij genas zieken en maakte doden weer levend. Hij de bron van liefde en tegelijk zo heilig en rechtvaardig. Hij de Leraar ter gerechtigheid (Joël 2:23) is in Zijn onderwijs, oprecht, eerlijk, vol van liefde maar tegelijk scherper dan een zwaard. Hij spreekt niet van: vrede, vrede, zonder gevaar maar wijst de mensen de weg ter zaligheid tegenover de weg die naar de eeuwige verdoemenis voert. Hij leert twee wegen, twee uiteinden, een eeuwig wel of een eeuwig wee. Als wij God serieus nemen dan moeten wij elkaar eerlijk behandelen en Gods Woord lezen zoals Hij het heeft geschreven. Wat nut het ons om de mond vol van Jezus te hebben terwijl Jezus ons niet kent? Wat nut het ons om een vormelijk vroom leven te leiden terwijl ons hart nog vol ongerechtigheid is? Wat zal het verschrikkelijk zijn als we moeten sterven zonder de Woorden van Jezus werkelijk te hebben geloofd en gevolgd? Staan we stil bij een ernstige, liefdevolle en heldere aansporing die Jezus Zijn discipelen en ons heeft gegeven.
‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er die door dezelve ingaan; Want de poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er die denzelven vinden, Matth. 7:13,14.’
Met wat een heerlijke aansporing opent zich deze tekst. ‘Gaat in’ Dat is waar Jezus ons toe aanspoort. Hij roept ons op om niet te blijven staan, niet te blijven treuzelen maar om in te gaan tot het eeuwige leven, door de enge (smalle) poort. In deze eenvoudige ernstige woorden zet de Heere Jezus de enge poort tegenover een wijde poort en een nauwe weg tegenover een brede weg. Er zijn twee keuzes. Of we gaan door de wijde poort op de brede weg of we gaan door de smalle poort op de smalle weg. Meer keuzes zijn er niet. Het is een zeer ernstige zaak waar we nu bij stilstaan. De vraag gaat ons persoonlijk aan. Wie zijn wij en waar wandelen wij? Horen wij persoonlijk bij hen die zalig worden?
‘En er zeide een tot Hem: Heere, zijn er ook weinigen die zalig worden? En Hij zeide tot hen: Strijdt om in te gaan door de enge poort; want velen (zeg Ik u) zullen zoeken in te gaan, en zullen niet kunnen; Namelijk nadat de Heere des huizes zal opgestaan zijn en de deur zal gesloten hebben; en gij zult beginnen buiten te staan en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open; en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet vanwaar gij zijt. Alsdan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in onze straten geleerd. En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet vanwaar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid. Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham en Izak en Jakob en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen. En er zullen er komen van oosten en westen, en van noorden en zuiden, en zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods. En zie, er zijn laatsten die de eersten zullen zijn; en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn, Luk. 13:23-30.’
Vandaag is het de dag van zaligheid, vandaag wordt u geroepen om de balans op te maken. Laat eens alles los, al de zorgen van iedere dag, de zorgen om uw gezondheid, gezin, werk en inkomen, aan al deze zorg komt eens, wie weet hoe snel, een einde. Dan zal het beslissende moment daar zijn als de Rechter van Hemel en aarde u roept voor Zijn troon. Dan zal het er op aankomen op welke weg en door welke poort wij zijn binnengekomen. Het volk Israël had het grote voorrecht, het uitverkoren volk van God te zijn. Zij werden uit Egypte gered en gebracht in het beloofde land Kanaän. Zij waren het volk van de belofte, uit hen zou de Messias geboren worden. En dan, als Jezus de Zaligmaker der wereld onder hen wandelt en Zijn woorden met Goddelijke macht tot hen sprak, wilden zij niets van Hem weten. Hij liet hen zien hoe ellendig hun toestand was met al hun zonden onder het juk van de wet en riep hen op zich te berken tot de levende God. Hij was gekomen om hen zalig te maken van hun zonden. Maar ach, zij meenden geen Zaligmaker nodig te hebben. Het volk van de belofte heeft hun Zaligmaker gedood aan het kruis op Golgotha. De waarschuwende woorden van Jezus zijn tot hen gekomen. Als jullie Mijn genade nu afwijzen dan zal het straks te laat zijn. Als jullie dan zullen zeggen dat je in Mijn tegenwoordigheid hebt gegeten en gedronken en gehoord hebt hoe Ik predikte, dan zal Ik tot u zeggen: ‘Ik zeg u, Ik ken u niet vanwaar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid.’ Het is nu te laat, jullie hebben niet willen luisteren en nu is er geen genade meer. Wat een wening en knersing der tanden zal dat zijn om Abraham Izak en Jacob en al de profeten te zien in het Koninkrijk Gods maar zelf buitengeworpen te zijn. Zijn onderwijs gaat verder: ‘En er zullen er komen van oosten en westen, en van noorden en zuiden, en zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods. En zie, er zijn laatsten die de eersten zullen zijn; en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.’ Het heil is gekomen tot al de volkeren. Tot de heidenwereld is de Blijde Boodschap van redding gekomen en velen hebben Hem aangenomen. Zij waren de laatste maar zullen hen voorgaan die Hem verworpen hebben.
Hoe is het nu met ons? Hebben wij Zijn stem al gehoorzaamd? Zijn wij al van de brede weg overgegaan op de smalle weg? De boodschap komt vandaag tot u: ‘Gaat in door de enge poort’ Ons wordt de Weg gewezen. Misschien meent u als christen te kunnen leven terwijl u de wereld niet verlaten hebt. Velen wandelen er op de brede weg, van uiterst links tot uiterst rechts, de weg is breed genoeg. Daar kunnen we God dienen en ons eigen vlees. Daar kunnen we zingen van Jezus, spreken van Jezus en doen wat we zelf willen. Op de brede weg, staan niet alleen cafés en bioscopen maar ook grote kerkgebouwen, daar zitten mensen te suffen, terwijl de dominee vol vuur staat te preken. Anderen hebben de wet van Mozes en beroemen zich daarop, zoals de Farizeeërs dat in Jezus dagen deden. Maar, zij die wandelen op de brede weg, weten niet wat het is om verloren te gaan met alle eigen krachten en inspanningen. Zij weten niet wat het is om gered te worden door genade alleen. Zij hebben nog nooit werkelijk aan de voet van het kruis hun leven mogen verliezen om behouden te worden in het bloed van het Lam. Op de smalle weg, de moeizame weg, daar wandelen zij die vertrouwen op God, zij die hebben geleerd dat in Hem alleen het leven is. Zij gaan een eenzame weg, als een pelgrim gedragen door Goddelijke kracht. De liefde van God heeft hun hart vervuld en in de kracht van de Heilige Geest verzetten zij bergen, overwinnen hun zondige gewoonten en zien reikhalzend uit naar de komst van hun Jezus.
U kunt dus weten op welke weg u zich bevindt. Niet ons spreken, of onze goede werken maken ons een kind van God. ‘En wat noemt gij Mij Heere, Heere, en doet niet hetgeen dat Ik zeg? Luk. 6:46.’ We kunnen Zijn naam belijden terwijl wij ongehoorzaam zijn aan Zijn gebod. ‘En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod gegeven heeft, 1 Joh. 3:23.’ Het enige dat God van ons vraagt is dat we geloven in Jezus Christus. Dat is de enige Weg ter zaligheid. Geloven in Jezus betekent: In te zien dat er in ons geen kracht is om ooit behouden te worden. In te zien dat wij God niet kunnen dienen buiten Zijn Zoon om. In te zien dat wij de dood en de hel verdienen door onze zonden. Te geloven en te belijden dat Het Jezus bloed is dat ons persoonlijk red van alle schuld en zonden. Hij is voor ons de doorgang tot de Vader. Hij heeft ons verzoend en teruggebracht in de gemeenschap met de Vader. Jezus is onze Hogepriester die voor ons is ingegaan en bid aan Gods Rechterhand. Hij is onze verwachting, Hij Komt, Hij komt om de aarde te richten. Alle knie zal zich voor Hem buigen. Hoe meer we overdenken wie Hij is en wat Hij voor ons gedaan heeft hoe heerlijker de zaligheid gaat schitteren. Juist in die kracht overwinnen we de wereld en de boze.
Dat is het verschil tussen de hoorder die niet veranderd en de hoorder die een dader wordt. ‘En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende, Jak. 1:22.’ Op het smalle pad dat ten leven leidt kunnen we geen enkele zonde aan de hand houden. De poort is te smal. Op die smalle weg wandelen geen mensen die op zichzelf vertrouwen. Hun zelfvertrouwen is verwisseld voor Godsvertrouwen.
Vrienden wandelt u al op die smalle weg? Wat een genade als dat zo is, wat een vreugde een kind van God te zijn. En tegelijk wat een strijd, wat een moeite wat een verdriet ondervindt u als pelgrim op weg naar de Hemelstad. Familie, vrienden en collega’s ze verlaten u. Ze verklaren u voor gek, ouderwets of te vroom. De duivel stelt alles in het werk om u te doen twijfelen aan uw behoud. Hij zal u zover verzoeken, dat u gaat twijfelen aan God, aan Zijn genade en aan uzelf. Hij zal u verleiden met zonden omdat hij weet dat een zondaar het Koninkrijk niet kan beërven. Zie slechts op Jezus, ja zie op Hem, volg gehoorzaam Zijn stem en u zult behouden aankomen. Jezus is uw leven geworden, Hij is uw leven en Hij geeft u het eeuwige leven. Heb nog wat geduld, het kan niet lang meer duren dan zullen wij verenigd zijn met Hem die ons liefheeft. We zullen voor altijd met Hem zijn en Hem kennen zoals Hij is. O wat een vreugde, wat een uitzicht.
Vrienden, u die nog wandelt op de brede weg. Overdenk uw toestand. Vergeet even al uw aardse voorspoed en bedenk dat dit u straks zal ontvallen. Misschien hebt u vele zorgen en tegenslagen in uw leven. Vergeet het even want ook die zullen straks voorbij zijn. Na deze tijd zal er een eeuwigheid zijn waar nooit een einde aan komt. Er is op deze aarde geen verschrikking zo groot of het valt in het niet bij wat het straks zal zijn om aan het einde van de brede weg in de hel te storten. Lieve vrienden. Kom, luister naar de stem van Jezus. Hij is gekomen om zondaren zalig te maken. Ook voor u is er hoop. Vandaag wordt u geroepen om alles te verlaten en Jezus te volgen. Doe het niet lichtvaardig zoals zo velen dat doen, zij menen op de smalle weg te wandelen terwijl zij nog steeds wandelen op de brede weg die naar het verderf lijdt. Komt er eens een tegenslag, komen er vervolgingen dan vallen er zo velen af van hun belijdend geloof. Anderen houden het vol en wat een ontnuchtering als zij horen: ‘Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid werkt, Matth. 7:23.’ Zij waren geen echte discipelen maar tijdgelovigen. Vandaar de ernstige woorden van de Heere Jezus:
‘Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder, en vrouw en kinderen, en broeders en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. En wie zijn kruis niet draagt en Mij navolgt, die kan Mijn discipel niet zijn. Want wie van u, willende een toren bouwen, zit niet eerst neder en overrekent de kosten, of hij ook heeft hetgeen tot volmaking nodig is ? Opdat niet misschien, als hij het fundament gelegd heeft en niet kan voleindigen, allen die het zien, hem beginnen te bespotten, Zeggende: Deze mens heeft begonnen te bouwen, en heeft niet kunnen voleindigen. Of wat koning, gaande naar den krijg om tegen een anderen koning te slaan, zit niet eerst neder en beraadslaagt of hij machtig is met tienduizend te ontmoeten dengene die met twintigduizend tegen hem komt? Anderszins zendt hij gezanten uit terwijl degene nog ver is, en begeert hetgeen tot vrede dient . Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles wat hij heeft, die kan Mijn discipel niet zijn. Het zout is goed; maar indien het zout smakeloos geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden? Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam; men werpt het weg. Wie oren heeft om te horen, die hore, Luk. 14:25-35.’
Overdenk de kosten. Hier op aarde genieten van het hier en nu, geen zorgen om uw zaligheid, en leven zoals u dat zelf graag invult. Of hier op aarde uw kruis opnemen en Jezus volgen, Jezus het middelpunt van uw leven. Strijden tegen alles wat dit heerlijke geestelijke leven wil verstoren. Het oog omhoog en op God gericht. Ja dat is leven, gedragen door Gods kracht in de moeilijkste momenten wetend dat Hij u kent, Hij voor u zorgt en dat Hij voor u het beste deel heeft weggelegd. Hij is onze troost, onze schuilplaats en het verlangen van ons hart.
Twee poorten, twee wegen en twee eindoordelen.
‘Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen die tot Zijn rechter hand zijn : Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld, Matth. 25:34.’
‘Dan zal Hij zeggen ook tot degenen die ter linker hand zijn : Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is, Matth. 25:41. Amen.