Volg ons op YouTube

Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat…

‘En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt, Openb. 18:4.’

Vandaag horen wij veel stemmen, de ene stem klinkt wat harder, de ander wat indringender, de ene spreekt meer tot ons gevoel en weer een ander is echt overtuigend. Naar welke stem luisteren u en ik? De stem van deze tijd? De stem van het hier en nu of is het Woord van de eeuwige God ons dierbaar en gehoorzamen wij aan Hem? De gehoorzaamheid aan Zijn stem is niet zozeer gelegen in het antwoord dat u en ik op deze vraag geven maar veel meer aan het leven dat wij leven. De roep die tot u en mij komt is deze: ‘Gaat uit van haar.’ Hier komen twee groepen openbaar, de ene groep moet zich afscheiden van de andere groep. Afscheiden, om niet mee te doen aan de zonden en de oordelen over die zonden niet te zullen ontvangen. Bij welke groep hoort u? Zult u straks uitroepen Hallelujah of zal uw stem verstommen in het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen is bereid? ‘En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Hallelujah; de zaligheid en de heerlijkheid en de eer en de kracht zij den Heere onzen God; Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig, dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft. En zij zeiden ten tweeden male: Hallelujah. En haar rook gaat op in alle eeuwigheid, Openb. 19:1-3.’

Wat een ernstige woorden, ik voel mij niet geroepen om een uitgebreide verklaring te geven van het boek Openbaring. U en ik zijn niet gebaat bij een bepaalde theoretische eindtijdvisie, wij worden geroepen om ons leven te leven naar Gods Woord. Er is veel verwarring rond het thema eindtijd. Verschillende visies doen de ronde, de één gelooft in een opname voor de grote verdrukking, de ander in een opname halverwege de 7 jarige verdrukking en weer een ander gelooft in een opname na de grote verdrukking. Ik geloof in God en wil leven zoals Hij dat van mij vraagt. Mijn theorie zal mij niet kunnen behouden en al mijn speculaties zullen ophouden als Jezus komt. Maar als Hij komt gaat mijn wens in vervulling. Dan mag ik bij Hem zijn en zal ik Hem eeuwig loven en prijzen, zonder zonde, zonder verdeeldheid, zonder pijn en verdriet, geen eigen vlees en geen vragen die mij afhouden van mijn Jezus. Wat een heerlijke werkelijkheid zal dat zijn. Lieve vrienden, is dat ook uw verlangen? Niet omdat wij het verdiend hebben maar omdat God de Vader ons opgezocht heeft. ‘Die ons getrokken heeft uit de macht der duisternis, en overgezet heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde, Kol. 1:13.’ Niet door onze werken ‘Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam, 1 Petr. 1:19.’ Het is alles in Hem, het is alleen genade waarin wij roemen kunnen. Kunt u zeggen dat Christus ook voor u gestorven is? Hij heeft Zijn bloed gestort voor allen die tot Hem komen en allen die tot Hem komen zullen dan ook rust vinden voor hun ziel. Hij is de Vredevorst en Hij regeert in het leven van alleen die Hem liefhebben. Zij zullen zich afzonderen van de hoer van deze wereld omdat zij geleid worden door de Geest die uit God is.

Door welke geest wordt u geleid? Verschuil u nu niet achter uw onmacht, verschuil u niet achter de uitverkiezing of een andere theologische verklaring. De vraag die tot u en mij komt is: “hebben wij God van harte lief en willen wij hem gehoorzamen?”Misschien bent u verward door alles wat u hoort, u bent bang om bedrogen te worden. U ziet dat het niet goed gaat in uw leven, u bent onrustig, de wereld geeft u geen vrede en de vrede van God kent u niet. U hoort zoveel verschillende geluiden, aan de ene kant ziet u mensen die naar de kerk gaan maar ten diepste onverschillig zijn tegenover God. Aan de andere kant hoort u mensen spreken over Jezus, zij zijn blij, zingen en spreken vrijmoedig en tegelijk ziet u in hun leven van alles waar u vraagtekens bij hebt. Lieve vriend en vriendin, laat al deze dingen je niet verwarren. Zoek het leven bij de Heere. Laat Hem je Leidsman zijn. Luister niet naar hen die je afhouden om naar de Heere Jezus te gaan. Luister niet naar hen die menen de waarheid te bezitten en anderen veroordelen omdat zij te gemakkelijk naar de Heere Jezus zouden verwijzen. God Zelf roept de grootste zondaren op om bij Hem te komen. ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ Niet onze zonden zijn een belemmering om tot God te gaan maar ons inzicht en het gehoorzamen aan de leugensprekers. De Heere Jezus Zelf roept: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Bent u belast met zoveel vragen waarop u geen antwoord hebt? Ga dan tot Jezus! Bent u vermoeid geworden vanwege de zoektocht naar rust en vrede voor uw ziel? Ga dan tot Jezus! Waar anders komt die onrust vandaan dan vanwege uw zonden en de wetenschap dat u straks zult geoordeeld worden over dat wat u gedaan hebt? Kom en ga tot Jezus, Hij heeft het oordeel gedragen en als u gaat dan zal Zijn gerechtigheid de uwe worden. In Zijn wonden vinden wij genezing. Durft u niet omdat u bang bent om uzelf te bedriegen, bedenk dan eens ernstig aan welke stem u dan ten diepste gehoorzaamt. Misschien denkt u zoals ook ik zolang gedacht hebt, als God net zo graag zou willen als ik, dan was ik allang gered. Maar ach ik zocht mijn behoud in mijzelf en in mijn ervaringen, ik wachtte op dat moment totdat God mij zou kunnen aannemen. Maar vrienden, dat moment zal nooit komen omdat ik een zondig mens ben. In mijzelf woont niets goeds en mijn leven kan buiten Christus nooit aangenaam zijn voor God. Wij moeten de Bijbel lezen zoals zij is en geen zaken omdraaien. Laat alles eens los, alle kennis, alle vooroordelen en ga als een hulpeloos kind tot God en leg je neer aan Zijn voeten. Zie dan op de toorn van God over uw zonden en zie tegelijk op het kruis van Golgotha waar die toorn openbaar is gekomen in het lijden en sterven van de Heere Jezus. Daar stierf Hij opdat zondaren leven zouden. Daar op Golgotha ontmoeten wij de toorn van God en tegelijk, de liefde van God. Hij gaf Zijn Zoon opdat hij zondaren zou kunnen aannemen tot zonen en dochters. Is er een blijdere boodschap denkbaar? Is er ooit een grotere liefde geopenbaard? Het is niet onze wil maar de wil van God, dat zondaren zalig worden. ‘Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis der waarheid komen, 1 Tim. 2:4.’ Worden dan niet alle mensen zalig? Nee, uit alle volkeren zullen mensen zalig worden, de vraag voor u en mij is: “Ben ik zalig op grond van Christus offer?” Hebt u de blijde boodschap aangenomen of verwerpt u haar? ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven, Joh. 1:12.’

Lieve vrienden, verschuil je niet langer achter iets anders dan het bloed van Christus. Al het andere zal straks verdwijnen als wij voor God zullen verschijnen. Misschien hebt u helemaal geen behoefte om na te denken over deze dingen, misschien denkt u liever over het hier en nu dan over dat wat nog komen gaat. Ik roep u toe: Kom tot inkeer, bekeert u, zoekt de Heere en leef, gelooft Zijn heil en troostrijk woord, verhard u niet maar laat u leiden. Kiest dan heden wie gij dienen wilt, doe het eerlijk, open en onbevangen, kies voor de wereld, de satan en de hel en laat God dan ook echt links liggen, doe niet net alsof God u interesseert. U kunt niet van twee walletjes eten. Het is of God of de duivel. Kiest u voor God omdat u de duivel niet langer dienen wilt? Breek dan met alles wat de duivel u nog aanbied. Laat uw gedachten en keuzes niet langer beheerst worden door de machten uit het rijk van de duisternis. Leg u neer voor God en laat heel uw leven door Hem regeren. Wandel in Zijn wegen in afhankelijkheid en in verwachting van Zijn beloofde zegen.

Dat was ook telkens de boodschap die tot het volk Israël kwam. ‘Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad, Deutr. 30:19.’ Als het volk gehoorzaamde, ervaarden zij de zegen des Heeren, als zij luisterden naar hun eigen inzichten en de fluisteringen van de boze, dan ontvingen zij Gods oordelen. Wat is uw keuze? ‘Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden wien gij dienen zult: hetzij de goden welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen, Joz. 24:15.’

Als wij dan mogen zeggen dat wij de Heere lief gekregen hebben omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Als wij mogen roemen in Zijn genade, niet omdat wij voor Hem kozen maar omdat Hij ons heeft aangenomen, dan zal dit blijken uit heel ons leven. Dan zijn wij gevlucht uit Babylon en willen wij niet meer meedoen met de zonden van deze wereld. Ik merk in mijn eigen leven hoe moeilijk het is om staande te blijven te midden van de vele verleidingen. Als ik in de “wereld”ben is het makkelijker om te getuigen van de Heere, Zijn goedheid en het leven dat ik met Hem mag en wil leven. Het wordt moeilijker als je bij hen bent die belijden christen of een broeder en zuster te zijn, terwijl er uit hun leven blijkt dat zij de oproep om uit te gaan van de wereld, niet begrepen hebben. Soms kun je het gevoel hebben een vreemdeling te zijn te midden van hen die geloven. We hebben onze werelds vermaak verwisseld voor christelijk vermaak. Beseffen wij met elkaar nog wie God is en wat Zijn wil is? Ik bemerk dat ik zwak ben in het uitkomen voor mijn mening als er broeders en zusters zijn die het heel anders zien, ik wil niet oordelen en soms “moet” ik meedoen. Het is beschamend om te zien hoe gevoelig wij dan zijn voor het oordeel van anderen. Wat kun je je dan eenzaam voelen te midden van de massa. Geve God ons met elkaar getrouw makende genade om te staan voor de waarheid, te wandelen in Zijn liefde en te blijven in Zijn vrede. ‘Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal, Hebr. 12:14.’ Gods Woord zegt ons dat er zonder heiligmaking geen zaligheid is. Als ons leven niet veranderd is sinds onze wedergeboorte dan is het waarschijnlijk een schijngeboorte geweest. Juist ook door die moeilijke omstandigheden heen, door wel te zeggen wat wij met God beleven en hoe Hij ons geweten vormt, ervaren wij het proces van kneden zoals de klei die door de pottenbakker gekneed wordt. Zo worden wij, door genade, steeds meer gevormd naar het beeld van de Heere Jezus, onze lieve Borg en Zaligmaker.

O God vergeef ons onze lauwheid en geef ons te zijn zoals U bent. Geef ons die bewogenheid, die liefde en die standvastigheid en een vurig verlangen om al de dagen van ons leven te dienen zoals U gediend hebt. U hebt ons duur gekocht, neem ons lichaam en onze geest opdat wij U verheerlijken. ‘Want gij zijt duur gekocht; zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn, 1 Kor. 6:20.’ Laat ons werkelijk getrouw, bewogen en betrokken zijn om niet mee te doen met de werken van de duisternis maar ze te bestraffen waartoe U ons oproept. ‘En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer, Efeze. 5:11.’ Laat ons steeds opnieuw zien wat er hapert in ons leven, opdat wij ons daarvan mogen bekeren. Neem ons bij de hand en laat iedere stap een stap zijn tot eer en glorie van Uw grote lieve Naam. Vader, wij zijn zwak, U bent de Almachtige, wij zijn zo vaak ontrouw maar bij U, de Getrouwe willen wij schuilen. Sterk ons, bemoedig ons en laat ons zien dat U nooit laat varen het werk dat Uw Goddelijke hand begonnen is. Verbreek al het werk van de duisternis in ons leven opdat wij als kinderen van het Licht mogen schitteren te midden van de diepe duisternis. Geprezen zij Uw Naam van nu tot in alle eeuwigheid, Amen, Hallelujah.

Psalm 1

1 Welzalig hij die in der bozen raad

Niet wandelt, noch op ‘t pad der zondaars staat,

Noch nederzit waar zulken samenrotten,

Die roekeloos met God en godsdienst spotten;

Maar ‘s HEEREN wet blijmoedig dag en nacht

Herdenkt, bepeinst, en ijverig betracht.

2 Want hij zal zijn gelijk een frisse boom,

In vetten grond geplant bij enen stroom,

Die op zijn tijd met vruchten is beladen,

En sierlijk pronkt met onverwelkte bladen;

Hij groeit zelfs op in ramp en tegenspoed;

Het gaat hem wel; ‘t gelukt hem, wat hij doet.

3 Gans anders is ‘t met hem die ‘t kwaad bemint;

Hij is als kaf, dat wegstuift voor den wind;

Geen zondaar zal ‘t gewis verderf ontkomen,

Als in ‘t gericht door God wordt wraak genomen;

Hij die van deugd en godsvrucht is ontaard,

Zal niet bestaan waar ‘t vrome volk vergaârt.

4 De HEER’ toch slaat der mensen wegen gâ,

En wendt alom het oog van Zijn genâ

Op zulken, die, oprecht en rein van zeden,

Met vasten gang het pad der deugd betreden;

God kent hun weg, die eeuwig zal bestaan,

Maar ‘t heilloos spoor der bozen zal vergaan.


Wilco Vos Veenendaal 26-02-2014