Geloof of ervaring?
‘Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden, Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik, Jes. 65:1.’
Hoe kan ik ooit zalig worden? Sommige mensen gaan zondag aan zondag naar de kerk en horen daar een prediking die gericht is op de mens en op kenmerken. Jongeren en ouderen horen over de noodzaak van wedergeboorte. Als zij zo sterven zoals zij geboren zijn, gaan zij voor eeuwig verloren. O wat een verschrikkelijke werkelijkheid. Dan horen zij in de prediking de kenmerken van een kind van God. De brug naar de wereld is opgehaald, een verdriet over de zonden, een haten van de zonden en de wereld en een liefde tot God in het hart. Veel predikanten breiden dit uit in allerlei standen en stappen. Men wordt niet zomaar zalig, standaard uitdrukkingen als, zelfkennis, Gods kennis en Christus kennis gaan een eigen leven leiden. De Heerlijke troost die Zacharias Ursinus in de “Heidelberger Catachismus” heeft beschreven en uitgewerkt in 52 behandelingen wordt gebruikt als meetlat en stappenplan. Maar hoor ik iemand vragen: “is het dan niet zo dat de weg van bekering gepaard gaat met ellende, verlossing en dankbaarheid?” Ja, door de kennis van onze ellende gaan we roepen naar God en onze toevlucht zoeken bij het kruis van Golgotha om daar de verlossing van onze zonden en schuld te vinden in het offer van de Heere Jezus Christus om dan in dankbaarheid de verdere weg in het nieuwe leven te mogen gaan. God de Vader trekt zondaren tot de Heere Jezus, die in het geloof leren rusten in het volbrachte werk van hun Heiland.
In onze prediking moeten we dus niet de kenmerken en de vruchten van het nieuwe leven vooropstellen maar de Heere Jezus verhogen, Hem eren, loven en prijzen zodat zondaren getrokken kunnen worden uit de duisternis van hun bestaan tot het heerlijk wonderbaar Licht. Als een zondaar aan de hand van kenmerken tot de ontdekking moet komen of hij wel of niet een kind van God is, zal hij of onverschillig worden of de wanhoop zal om het hart slaan. Een zondaar zal in zichzelf namelijk nooit een kenmerk van het nieuwe leven vinden omdat hij dood is in zonden en misdaden. Elk mens is van nature een vijand van God en gericht op zichzelf. Misschien bent u wel zo iemand die niet meer weet hoe het moet, u hoort zondags preken over de kinderen van God en in uw eigen leven ziet u niet anders dan zonden. Hoeveel van onze jonge mensen zitten er niet in vast, de één in de zonde van drugs verslaving, de ander is seksverslaafd weer een ander is aan de drank geraakt of brengt een groot gedeelte van de dag door met gamen of internet surfen. Deze jonge mensen zullen door de preek alleen maar afgestompt worden. Onder deze jongeren zijn er die roepen naar God om bevrijding van hun verslaving, tegelijk zijn zij bang voor God en voor Zijn toorn. Hoe zal zo’n zondaar leren schuilen in de schuilplaats des Allerhoogste?
Lieve vrienden, de Heere heeft vanuit de hemel gezien dat er niemand goed is, ‘Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt; Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe, Rom. 3:11,12.’ U niet, uw buurman of buurvrouw niet. Dus als het van u, uw buurman of buurvrouw af moet hangen, dan zal de hemel leeg blijven. Dit is iets wat u echt moet beseffen. Er is van ons mensen niets goeds te verwachten. Ons hart is vol zonden en het is een wonder van genade dat niet al die zonden er uit komen. Natuurlijk is er veel schijnheiligheid en gemaakte vroomheid. Dit heeft al zoveel mensen in verwarring gebracht. Wij mensen zijn zondig en vol gebrek, dit zal blijven tot onze dood. Ook een kind van God kan in diepe zonden vallen, denk aan David, Salomo, Petrus en nog veel meer van wie we in de Bijbel kunnen lezen. Stel je voor dat jij in je jonge leven zou opzien op David, je denkt, zo moet ik ook leven want dan ben ik een kind van God. Wat een enorme teleurstelling, wat een verschrikkelijke klap zal jouw treffen als je hoort dat David in overspel is gevallen en ook nog eens een moordenaar is geworden. Je hele wereld stort in. Daarom zegt de Heere God dat wij niet op mensen zelfs niet op prinsen moeten vertrouwen. Het kan er allemaal zo mooi en echt uitzien maar wie van ons kent het hart dan God alleen?
Wie u ook bent, u hoeft niet naar een ander te kijken, u hoeft uw leven niet te meten aan dat van een ander, hoe godzalig hij of zij ook wandelt. U hebt genoeg aan uzelf, u bent zwart van de zonden en u hebt een Verlosser nodig. O, luister dan naar dat heerlijke Woord van God. Er is hoop voor de grootste zondaren.
David was gevallen, hij bleef niet in zijn zonden liggen en vluchtte niet bij God vandaan al wist Hij dat God een hater is van de zonde, een Heilig en rechtvaardig God en een verterend vuur. Nee, hij zocht de Heere op: ‘Zijt mij genadig, o God, naar Uw goedertierenheid; delg mijn overtreding uit, naar de grootheid Uwer barmhartigheden. Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde. Want ik ken mijn overtredingen, en mijn zonde is steeds voor mij. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in Uw ogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in Uw spreken en rein zijt in Uw richten. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend. Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw, Ps. 51:3-9.’
Kent u ook uw zonden? Hebt u al eerlijk in de spiegel van Gods Heilige wet gekeken en gezien dat u zwart bent van de zonden. Weet dan dat u om eigen schuld de eeuwige dood en hel verdiend hebt. God is een hater van de zonde en moet deze zonde wreken. De hel is de plaats die bereidt is voor de duivel en allen die hem volgen. Ziet u dat u met al uw ellende kennis voor eeuwig verloren kunt gaan? Saul en Judas hadden ook een grote ellende kennis maar het is daar bij gebleven. Het is niet belangrijk hoe diep uw kennis van uw ellende is, het is veel belangrijker dat u in uw ellendigheid vlucht tot de Heere Jezus. Hij roept u toe: Kom tot Mij en Ik zal u rust geven. Zie toch op Jezus en Jezus alleen. Hij is gekomen vanuit de hemel om zondaren te verlossen uit de verschrikkelijkste zonden. Hij stierf aan het kruis in de plaats van hen die naar Hem niet hadden gezocht. O die liefde van onze Heiland. Hij roept u toe vanaf het kruis: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Laat niets of niemand u tegenhouden om te gaan naar Hem die ook u roept. Denk eens aan Levi (Mattheüs) in zijn tolhuis. Jezus kwam langs en riep: “Volg mij” Hij verliet alles en volgde Jezus. Denk aan de Moordenaar aan het kruis, hij zag in dat hij gezondigd had en riep nog net voordat hij stierf: ‘Gedenk mijner als Gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn, Luk. 23:42b’ Hoe diep was zijn ellende kennis? Wij weten het niet, maar hij riep vanuit het besef van zijn zonden uit gedenk mijner ‘en Jezus zeide tot hem: Voorwaar zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn, Luk. 23:43.’
Laten wij ervoor waken dat we ons niet mooier voordoen dan we zijn en tegelijk, laten we ons niet bedriegen op weg en reis naar de eeuwigheid. De duivel heeft er al duizenden gewonnen door mensen te misleiden en hen te zeggen dat ze te veel gezondigd hebben om te gaan tot Jezus. Anderen hebben een leven lang gewacht op het moment dat ze een bepaald gevoel over hun zonden zouden krijgen, helaas het is te laat. Weer anderen hebben een diep besef van hun zonden en ellende leren kennen en zijn daarop gaan rusten, helaas ook zij zijn verloren gegaan omdat zij niet de kracht van het verlossende bloed hebben leren kennen. Jezus alleen is ons leven, de Vader heeft Hem geschonken opdat zondaren die bij Hem hun leven zouden zoeken het ook zouden vinden. Duizenden mensen hebben dag in dag uit gebeden om een nieuw hart en gevraagd of de Heere hen wilde bekeren en toch zijn zij verloren gegaan. Hoe komt dat? Wil God hen dan niet zalig maken? Nee dat is het niet. ‘Welke wil dat alle mensen zalig worden en tot de kennis der zaligheid komen, 1 Tim. 2:4.’ God wil niet dat u in uw zonden sterft. ‘Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom, bekeert u en leeft, Ezech. 18:32.’ De Heere Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was en Zijn prediking klonk niet: “bid om een nieuw hart en vraag maar veel om bekering” Zijn bevel was: ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie, Mark. 1:15.’ Met andere woorden, zie toch in dat u gezondigd hebt, zie toch in dat u uzelf niet kunt opknappen, u hebt een Verlosser nodig, kom tot Mij en gelooft dat ik gekomen ben om u te redden.
Lieve vrienden, er is een Zaligmaker ook voor u ja ook voor jou. Zoek het niet langer bij uzelf maar ga tot Hem en Hij zal u redden. “Heere Jezus hier ben ik, ik heb gezondigd en gedaan dat kwaad is in Uw oog, o wees mij toch genadig, neem mijn leven laat het Heere toegewijd zijn aan Uw eer.” Wil je de Heere Jezus leren kennen als jouw persoonlijke Zaligmaker en tegelijk je hele leven aan Hem geven? Laat satan je dan niet tegenhouden en ga in al je eenvoud met al je zonden en je zult het leven vinden. De zonde waarin je verstrikt zit, zal zijn macht verliezen als je mag geloven dat Jezus met Zijn bloed betaalt heeft ook voor die zonde. In Hem alleen ligt onze hoop, onze redding en ons eeuwig leven. Zijn Naam zij geprezen. Amen.
Vaste Rots van mijn behoud,
Als de zonde mij benauwt,
Laat mij steunen op uw trouw,
Laat mij rusten in uw schauw,
Waar het bloed, door u gestort,
Mij de bron des levens wordt.
Jezus, niet mijn eigen kracht,
Niet het werk, door mij volbracht,
Niet het offer, dat ik breng,
Niet de tranen, die ik pleng,
Schoon ik gansche nachten ween,
Kunnen redden, Gij alleen.
Zie, ik breng voor mijn behoud,
U geen wierook, myrrhe of goud,
Ledig kom ik, arm en naakt,
Tot den God, die zalig maakt,
Die de zielen kleedt en voedt,
Die ze troost en leven doet.
Eenmaal als de stonde slaat,
Dat mijn lichaam sterven gaat,
Als mij ziel uit de aardsche woon,
Opstijgt tot des Rechters troon,
Rots der eeuwen, in uw schoot,
Berg mijn ziele voor den dood.