Volg ons op YouTube

God is Liefde. 1 Johannes 4

‘Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is Liefde.

En wij hebben gekend en geloofd de liefde die God tot ons heeft. God is Liefde; en die in de Liefde blijft, die blijft in God en God in hem, 1 Joh. 4:8,16.’
God is liefde! Wat een heerlijke waarheid voor hen die God hebben lief gekregen, zij zeggen met hun hele hart; ‘Ja mijn God is een God van liefde, naar Hem alleen gaat mijn hele hart uit.’ Tegelijk is de andere kant ook waar, zij die God niet hebben lief gekregen, hebben geen hart wat naar Hem verlangt en wat dorst naar Zijn gemeenschap. De mensen die nog leven in de wereld zonder God, hebben zichzelf en alles van de wereld lief en geven niets om de liefde van God. Tot deze mensen moeten we zeggen; ‘hoe rampzalig is uw toestand.’ Als u sterft zoals u nu bent, dan gaat u voor eeuwig verloren, voor u zal God Zich straks openbaren als een verterend vuur en een gloed bij wie niemand wonen kan. Daar zult u Jezus Christus ontmoeten als uw Rechter, Hij zal u verwijzen naar de eeuwige rampzaligheid. De hel zal uw woonplaats zijn. Lieve vrienden, maak toch ernst met uw leven, keer u af van alle dwaasheid en alles wat vergaat en keert u tot de levende God. Vandaag is het de dag dat u de genade van God wordt aangeboden. Nu komt tot u de lieve nodiging uit het Evangelie: ‘Betert u dan en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden, Hand. 3:19a.’ God de Vader roept u toe; ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ Misschien zijn er nu wel die zeggen; ‘ach, wist ik maar hoe ik komen moest en of ik komen mag.’ Is het werkelijk uw verlangen om de Heere te kennen en om Hem voortaan te dienen? Hoor dan wat God tot u zegt: ‘O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk. Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen dat niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken en u geven de gewisse weldadigheden Davids, Jes. 55:1-3.’ Weet dan lieve vrienden, dat de dorst die in u is, een dorst is, die gewerkt is door Gods Heilige Geest. Hij bewerkt u, Hij nodigt u en Hij wacht op uw antwoord. De Heere Jezus sprak op de grote dag van het feest: ‘Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Joh 7:37.’ We lezen in Openbaring. 22:17: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom. En die het hoort, zegge: Kom. En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.’ Heft u werkelijk dorst? Wilt u werkelijk tot Jezus komen met al uw zorgen en uw vragen? Hoor dan wat Gods Woord u leert: ‘Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, Fill. 2:13.’ Van onszelf is er geen verlangen om de Heere te volgen, geen behoefte om Hem te kennen. Laat u dan leiden door Gods Geest. Weet dat alle tegenwerping tegen het aanbod van Genade en de nodiging om te komen tot Jezus, niet van God zijn maar van de duivel, de vader der leugen.
God is Liefde! ‘Hierin is de liefde Gods tot ons geopenbaard, dat God Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft opdat wij zouden leven door Hem.1 Joh. 4:9.’ De liefde van God bestaat daarin dat Hij Zijn eniggeboren Zoon Zijn lieveling gezonden heeft naar deze aarde, om verzoening te doen voor onze zonden. Wij, u en ik, hebben de deur naar God dichtgegooid. Wij hebben voor onszelf en tegen God gekozen. Nu had God ons allemaal verloren kunnen laten gaan. Maar wat een oneindige liefde, Hij schonk Zijn Zoon opdat wij weer met Hem verzoend zouden worden. Jezus, gaf Zijn leven, op het vloekhout van Golgotha, opdat wij, vervloekte zondaren, van zonden en schuld zouden afgewassen worden, om voor eeuwig met een Drieenig God te leven. Jezus heeft de weg tot de Vader voor ons geopend. Wat een oneindige liefde! Alles, alles is volbracht in het offer van onze Zaligmaker, Jezus Christus en dien gekruisigd. De liefde is niet daarin, dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons lief heeft gehad en Zijn Zoon gezonden heeft voor onze zonden.(v 10) Zoals we lezen in Romeinen 5:8: ‘Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is als wij nog zondaars waren.’ Geen heilige opgeknapte mensen, maar zondaars door en door, daarvoor is Hij gekomen. Opgeknapte mensen hebben geen Redder nodig, maar juist zondaren die niets anders kunnen dan zondigen. Zondaren, er is een God van liefde in de hemel, Die Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig zal leven. (Joh. 3:16)

Kom, bekeert u tot deze Levende God. Belijd uw zonden, verlaat ze en rust gelovig in het volbrachte werk van Jezus die al uw zonden op Zich nam. Verzet u niet langer tegen deze waarheid, laat uw zaligen, laat God uw leven van u over nemen, en ervaar dat de Goddelijke liefde uw hart zal vervullen.
God is Liefde! Hij is de oorzaak, de bron en de bewerker van alle liefde. Hoe kunt u weten of u deel hebt aan deze Goddelijke liefde? Wel, Johannes getuigt ervan. ‘Indien wij elkander liefhebben, zo blijft God in ons, en Zijn liefde is in ons volmaakt. Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft, 1 Joh. 4:12,13.’ Zodra de liefde van God ons hart vervuld, zijn wij kinderen Gods, hebben wij de Geest ontvangen en kunnen wij dit merken aan de werkingen van de Geest. Deze Geest tilt ons altijd weer boven alles uit en richt ons oog op Christus onze Zaligmaker. Deze Geest werkt in ons de verbondenheid aan allen die de Heere Jezus hebben lief gekregen. Deze wonderlijke liefde kennen alleen zij die Jezus werkelijk liefhebben, zij weten zich verbonden in liefde met mensen die zij nauwelijks kennen, hun harten proeven dat het dezelfde liefde is die hen verbindt. De liefde van God! Zijn Geest getuigd in onze geest dat wij kinderen Gods zijn. Johannes heeft het aanschouwd, Hij heeft het niet alleen gezien, maar ook ondervonden dat Jezus de Zaligmaker was, Hij getuigd ervan dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld. Zo wie beleden zal hebben dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem en hij in God.
Lieve vrienden, is er een eenvoudiger Woord dan dit? Als wij belijden dat Jezus Gods Zoon is dan is God in ons en wij in God. En toch, tegelijk wijzen we op de woorden in Matthéüs 8:24 waar we lezen dat de duivelen uitroepen, ‘Jezus Gij zone Gods, wat hebben wij met U te doen?’ We zien dus dat ook de duivelen belijden dat Jezus de Zoon van God is. Het belijden alleen is niet genoeg. Johannes bedoeld hier dat als wij gelovig belijden dat Jezus Gods Zoon is en wij tegelijk mogen geloven dat Hij om onze zonden heeft geleden, is gestorven en begraven maar ook weer is opgestaan, dan zijn wij kinderen Gods en is de liefde Gods in ons.
Als deze liefde in ons is, dan zijn wij zoals Christus was, dan is ons leven gericht op God. Dan zoeken wij ons geluk niet op deze aarde, maar dan zijn wij pelgrims op weg naar het Vaderhuis. Dan is het ons verlangen om meer Zijn Beeld gelijk te zijn. Om Jezus voetstappen te drukken, ook dan als het moeilijk is. Als deze liefde in ons hart is dan zijn we niet bevreesd voor de dag des oordeels (v 17). Want het geloof in ons hart weet dat Jezus ons oordeel heeft gedragen. Hij heeft in onze plaats, de volle beker van Gods toorn gedronken. O, wat een onuitsprekelijke liefde! Er is in de liefde geen vrees, de volmaakte liefde drijft de vrees buiten, want de vrees heeft pijn, en die vreest is niet volmaakt in de liefde. (v 18) Gods liefde is volmaakt, als deze liefde ons hart vervuld, dan is er geen angst of vrees voor dood of oordeel. God is immers onze liefhebbende Vader in de Hemel, en Jezus is onze oudste Broeder, ja dat getuigt de Geest in ons. Wat een geborgenheid in deze Drie-enige God. Wie zou dan vrezen? Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.(v 19) Deze liefde openbaart zich in de liefde tot onze broeders en zusters, maar ook tot hen die nog leven zonder deze Goddelijke liefde. Geliefden, indien God ons zo lief heeft gehad, zo zijn ook wij schuldig elkaar lief te hebben.(v 11) Amen.

Psalm 116 vers 1 en 11

God heb ik lief; want die getrouwe HEER’

Hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen;

Hij neigt Zijn oor, ‘k roep tot Hem, al mijn dagen;

Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer.

Ik zal met vreugd in ‘t huis des HEEREN gaan,

Om daar met lof Uw groten Naam te danken;

Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken.

Elk heff’ met mij den lof des HEEREN aan!