Volg ons op YouTube

Het onze Vader deel 3 (Uw Naam worde geheiligd)

‘…Uw Naam worde geheiligd,….. Matth. 6:9.’

Nadat wij in gemeenschap met al de heiligen ons gebed zijn begonnen met het aanroepen van onze Vader die in de hemelen is, roepen wij het uit: “Uw Naam worde geheiligd”.

Lang geleden kreeg de profeet Jesaja een gezicht, hij zag Serafs rondom de troon van de Heere en hoorde hoe, de een tot de ander zei: ‘Heilig, heilig, heilig is de HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol! Jes. 6:3.’ Jesaja beefde bij dit gezicht, hoe kon hij, een man van onreine lippen, blijven leven na het zien van de Koning, de HEERE der heirscharen (Jes. 6:5)? Verzoening alleen maakte het mogelijk dat een zondig mensenkind in gemeenschap kan leven met God de Almachtige, Die in heel Zijn wezen heilig is en geen gemeenschap kan hebben met iets dat onheilig is.

Als wij bidden: “Uw Naam worde geheiligd”, dan beseffen wij dat niets in ons ook maar iets aan Zijn heiligheid kan toedoen. Zijn Naam is heilig en niets kan daar ook maar iets aan veranderen. Nee, door dit te bidden, geven wij te kennen dat wij verlangen naar de heiliging van Zijn Naam op deze aarde en dat juist ook door ons leven heen. De Heere Jezus heeft gebeden: ‘Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid, Joh. 17:17.’ Zo verlangen wij ernaar om meer en meer afgezonderd voor God en God alleen, de diepte van Zijn Waarheid te verstaan en daarin te wandelen. Zijn Woord is de Waarheid, Jezus is het levende Woord en Hij is de Waarheid. De weg van heiliging, is de weg waarin wij veranderen naar Zijn beeld.

Petrus een ruwe visser heeft de roepstem van Jezus gehoord; “volg mij”, hij verliet alles (Matth. 19:27) om de voetstappen van zijn Meester te volgen en te worden zoals Hij. Het hart van Petrus was een vurig hart, vurig in liefde maar ook vurig in het volgen van eigen inzichten. Door een weg van vallen en opstaan heeft Petrus moeten leren wat heiligmaking inhoud. Petrus moest bekennen dat het niet zijn liefde en zijn vuur was waarop hij kon roemen, maar de liefde van God en God alleen. Niet zijn werken, maar het werk van Christus Jezus, zijn lieve Meester, Heiland en Zaligmaker. Nadat Petrus in de grootste crisis van zijn leven, zijn lieve Meester verloochende, was daar weer Gods opzoekende genade. De Heere Jezus ging geheel alleen, de weg van diepe vernedering, lijden en sterven om voor de Zijnen het leven te verwerven. Hij is opgestaan en leeft! Ja Hij zocht de Zijnen op, zoals Hij ook nu de Zijnen zoekt. Daar klonk Zijn stem: ‘Simon, Jona’s zoon, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, Gij weet dat ik U liefheb… Joh. 21:15.’

Lieve vrienden, Als Jezus vandaag aan u vraagt: “Vriend, vriendin, hebt u mij lief?” Wat is dan uw antwoordt? Als u nu eens niet redeneert, niet graaft en niet piekert maar Hem antwoord vanuit u hart, hoe klinkt dit dan? Als het dan klinkt: “Ja Heere, U weet toch alle dingen, u weet dat ik U liefheb!” Dan zult u met Johannes belijden: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft, 1 Joh. 4:19.’ Gods liefde zocht ons op in onze zonden, trok ons uit de duisternis en zette ons over in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde (Kol. 1:13). Deze wetenschap, maakt ons klein, dankbaar en doet ons hart vol liefde verlangen naar een wandel tot eer van Zijn heilige Naam. Petrus, rustend in de wetenschap dat het bloed van het Lam hem heeft gewassen en gereinigd, onderwijst ons in zijn brief om heilig te worden in heel onze wandel omdat Hij die ons geroepen heeft heilig is. ‘Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig, 1 Petr. 1:16.’

Het verlangen van de gelovige is om de Naam van onze God te verheerlijken op deze aarde. Juist in de weg van de heiligmaking, waarin de mens meer en meer geheel gericht op God gaat worden, gaat de wereld zien hoe heilig en goed de Heere is. “Uw Naam worde geheiligd,” wordt zichtbaar in het leven van de geredde, gehoorzaam geworden kinderen Gods. Zij zoeken de eer van hun Heere en Meester en zingen het uit met hart en stem: ‘O HEERE, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Ps. 8:10.’

Petrus leert ons: ‘Maar heiligt God den Heere in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording aan een iegelijk die u rekenschap af eist van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en vreze, 1 Petr. 3:15.’ Juist als de Heere ins ons hart de hoogste plaats krijgt, zullen wij niet schromen om Zijn Naam vrijmoedig te belijden en anderen te wijzen, door Woord en daad, hoe heerlijk Zijn Naam is. Dit, zoals de tekst zegt, met zachtmoedigheid en vreze. Zachtmoedigheid omdat wij beseffen dat de mens buiten God verloren ligt en verloren zal gaan zonder het geloof in de Heere Jezus Christus. Zachtmoedigheid zal tegelijk gepaard gaan met vreze omdat wij beseffen dat het alleen Gods genade is, vreze om Zijn Naam te schande te maken door onze woorden en of daden. Vreze ook, omdat wij beseffen dat het genade alleen is en dat wij ons dus ook nooit kunnen verheffen boven hen die nog leven in de zonden. Laten wij roemen in de Heere alleen en waken om niet te vallen in de strikken van de verleider. In liefde, geduld, zachtmoedigheid en bewogenheid zoeken wij naar de heiliging van Zijn Naam in de zaligheid van de mensen om ons heen.

Johannes de Doper riep het uit: ‘Hij moet wassen, maar ik minder worden, Joh. 3:30.’ In de weg van heiligmaking worden wij minder en wordt Jezus steeds groter. Het is de roeping van Gods kind om anderen de enige Weg te wijzen. Er is buiten Jezus, de Weg de Waarheid en het Leven, niets waarin een ziel ooit zal kunnen rusten. Wij mogen als gezanten van Christus de mensen afwijzen van onszelf en wijzen op de genade, de vergeving en het eeuwige leven dat alleen te vinden is in het volbrachte werk van het Lam. Zo heeft ook Paulus in al zijn brieven gewezen op de genade in Christus Jezus en het behoudt door het geloof alleen. Paulus heeft zijn leven als het ware opgeofferd in de dienst van de Heere opdat zondaren het leven zouden vinden. Daarin is hij niet beschaamd geworden. ‘Volgens mijn ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal beschaamd worden, maar dat in alle vrijmoedigheid, gelijk allen tijd, alzo ook nu, Christus zal grootgemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood, Filip. 1:20.’

Lieve vrienden, hebt u de Heere lief en verlangt u naar de heiliging van Zijn Naam? Laat dan los alles wat niet is tot eer van God en dient Hem met heel uw hart, ziel en alle kracht. Jozua riep het ooit uit: ‘Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden wien gij dienen zult: hetzij de goden welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen, Joz. 24:15.’ Lieve vrienden, broeders en zuster, kom, laten wij samen de Heere dienen, wees bereidt om eigen inzichten te verwisselen voor het pure Woord van God en dient Hem zoals Hij gediend wil worden. ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart, Kol. 3:16.’ Het Woord van Christus kan alleen rijk in ons wonen als we daar veel mee bezig zijn, het als het ware eten, overdenken en onder leiding van Gods Geest toepassen in onze levens. Dat gaat vaak in een weg van verliezen om te ervaren dat juist daarin de winst ligt. Het heiligen is meer en meer apart gezet worden voor God en dat gaat niet massaal maar individueel. Gods heiligen zullen gehaat worden omdat ook Christus Jezus onze Heiland gehaat is geweest en gehaat wordt. Maar Gode zij dank, wij mochten in Hem het leven vinden en verlangen ernaar dat er nog velen in Hem het leven zullen vinden. Daarom roepen wij het uit: “Onze Vader, Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd” Heere verheerlijk Uzelf dwars door ons leven heen opdat zij zullen erkennen dat Uw Naam, heilig en goed is en zij in U mogen leven. ‘Gij, Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en de eer en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen, Openb. 4:11.’

Vrienden, buiten Jezus is geen leven, zoekt Hem en leef opdat ook Zijn Naam in uw leven verheerlijkt wordt. Broeders en zusters wij eindigen met de woorden uit 1 Petr. 4:11: ‘Indien iemand spreekt, die spreke als de woorden Gods; indien iemand dient, die diene als uit kracht die God verleent; opdat God in alles geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen, 1 Petr. 4:11.’

Psalm 8: 1,2 en 9

HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!

Hoe wordt Uw naam op aard’ alom geprezen!

Gij, die den glans van Uwe majesteit

Hebt boven lucht en heem’len uitgebreid.

Uw mogendheid heeft sterkte willen gronden

Uit kind’ren, ja, uit zuigelingen monden;

Zo breekt Uw hand des vijands boos geweld,

Daar Gij zijn haat en wraakzucht palen stelt.

HEER, onze Heer, grootmachtig Opperwezen!

Hoe billijk wordt Uw grote naam geprezen;

Hoe heerlijk rolt, uit aller vromen mond,

Die grote naam door ‘t ganse wereldrond!


Wilco Vos Veenendaal 23-07-2015