Het onze Vader deel 5 (Uw wil geschiede)
Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde, Matth. 6:10.’
In gemeenschap met al de heiligen bidden wij tot onze Vader Die in de hemelen is. We verlangen naar de heiliging van Zijn Naam, dwars door onze levens heen en zien uit naar de komst van Zijn Koninkrijk. Terwijl wij zo in het gebed naderen tot onze Vader, mag verwondering ons hart wel vervullen. De almachtige, Schepper van hemel en aarde, van Wie Jesaja zegt dat de zondaren en de huichelaars bevend over Hem spreken: ‘Wie is er onder ons, die bij een verterend vuur wonen kan? Wie is er onder ons, die bij een eeuwigen gloed wonen kan? Jes. 33:14.’ En de brief aan de Hebreeën roept de gelovigen op om God te dienen met eerbied en godvruchtigheid; ‘Want onze God is een verterend Vuur, Hebr. 12:29.‘ Tegelijk is het dezelfde brief die de gelovigen bemoedigt om vrijmoedig toe te gaan tot de troon der genade, in de wetenschap dat wij in de hemel een grote Hogepriester hebben (Hebr. 4:14), Die met Zijn eigen bloed een eeuwige verlossing heeft bewerkt (Hebr. 9:12).
Lieve vrienden, In Jezus alleen is het Leven te vinden, Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven, buiten Hem is er geen gemeenschap mogelijk met God de Vader (Joh. 14:6). De zondaar die nog leeft buiten Jezus Christus, leeft bewust of onbewust in vijandschap met God (Rom. 5:10). Als deze vijandschap niet veranderd in liefde en gehoorzaamheid, moet de zondaar voor eeuwig omkomen en dat door eigen schuld. Wat een blijde Boodschap komt er tot een ieder van ons; Christus is plaatsvervangend de dood ingegaan opdat wij weer verzoend konden worden met God de Vader. Zien we daarin niet Gods liefde tot een verloren zondaar? ‘Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden, 1 Joh. 4:10.’ Niemand hoeft te wanhopen aan zijn of haar behoud, er is een Verzoener, Jezus Christus de Middelaar tussen God en mens (1 Tim. 2:5). ‘En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld, 1 Joh. 2:2.’ Wat een vrede en wat een vreugdevolle zegen om door het geloof te leren rusten in dat wat Hij voor ons heeft gedaan. Niet meer te hoeven leven zonder doel, niet meer te hoeven vrezen voor de dood en het oordeel, niet te hoeven vrezen dat onze goede werken niet goed genoeg zijn. Nee, volkomen levend in een gelovige overgave, strekken wij ons uit naar het doen van Zijn wil, terwijl wij bidden; “Uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op de aarde.”
Wij bidden dat zijn wil op deze aarde net zo zal plaatshebben als in de hemel. In de hemel is geen zonde, dus geen onwil en ongehoorzaamheid. In de hemel is alles heilig en de heilige engelen doen alleen dat wat naar de wil van God is. ‘Looft den Heer, al zijne heirscharen, gij, zijne dienaars die zijnen wil volvoert, Ps. 103:21.’ Als gelovigen bidden; “Uw wil geschiede”, dan spreekt daarin aan de ene kant een verlangen naar de onderwerping van onze eigen wil aan die van onze hemelse Vader en aan de andere kant een rijke troost dat alles op deze aarde in Zijn hand is. Vandaag heerst satan op aarde (Matth. 4:8,9) en is bedwelming, verwoesting en chaos zaaien, zijn werkwijze om de mensen in het verderf te storten. Maar God regeert boven alles en satan die straks bij de komst van Gods Koninkrijk gebonden zal worden, zal uiteindelijk eindigen in de poel van vuur en sulver Openb. 20).
Juist de wetenschap dat satan, net als bij Eva, onze wil verleidt tot ongehoorzaamheid, doet ons uitroepen: “Uw wil geschiede.”
Vanwege onze ongehoorzaamheid aan de wil van God, moest Jezus Christus naar deze door de zonde vervloekte aarde komen om met Zijn dood, onze schuld te betalen. Van Hem heeft David geprofeteerd: ‘Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands, Ps. 40:8.’ Jezus, God en Mens in één Persoon heeft ons geleerd wat gehoorzaamheid is. Hij onderwierp Zijn wil aan die van Zijn Vader en stelde ons dat voor met de bijzondere woorden. ‘Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge, Joh. 4:34.’ Het was Zijn eten en Zijn drinken om te doen wat Zijn Vader behaagde. We zouden kunnen zeggen dat Zijn hele leven een spijsoffer was aan Zijn hemelse Vader. Ook in Zijn diepe lijden met de beker van toorn en de kruisdood voor ogen, horen wij Hem bidden. ‘Mijn Vader! Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan, tenzij dat Ik hem drinke, Uw wil geschiede! Matth. 26:42.’ Wat een diepe betekenis geeft de Heere Jezus ons hier aan de woorden; “Uw wil geschiede”. Hij gaf ons niet alleen het voorbeeld maar heeft met Zijn onderwijs, lijden en sterven en de uitstorting van Zijn Geest ons de kracht gegeven om de wil van Vader te doen. ‘Want zo wie den wil Mijns Vaders doet, Die in de hemelen is, dezelve is Mijn broeder, en zuster, en moeder, Matth. 12:50.’ De wil van Vader te doen begint al bij het zien op Jezus en het geloven dat Hij alleen onze Redder, Verlosser en Zaligmaker is. ‘En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage, Joh. 6:40.’
Broeders en zusters, u die de Heere van harte liefhebt en Hem alleen wil dienen, wij worden opgeroepen om ook onze lichamen te offeren in de dienst van de Heere. ‘Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt dezer wereld niet gelijkvormig; maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven, welke de goede, en welbehagelijke en volmaakte wil van God zij, Rom. 12:1,2.’ We hebben gebeden om de heiliging van Zijn Naam in onze levens, nu smeken wij om de vervulling van Zijn wil en daarmee geven wij onszelf over in Zijn hand. Vader, wat U doet is goed. Wij weten dat wij zwakke mensen, die door het geloof mogen weten een nieuwe schepping te zijn, toch nog steeds leven met de aanvallen van de boze, de verleidingen van de wereld en de begeerten van het zondige vlees. Het is voor ons hier op aarde onmogelijk om zo te leven als de heilige engelen en toch is het diepste verlangen van ons hart om Zijn wil te doen. Wat Hij doet is goed. Onze wil komt in opstand als ziekten en zwakte het lichaam kwellen, maar vrienden, zou Vader niet weten wat wij nodig hebben om uiteindelijk het beeld van Zijn Zoon te weerspiegelen? Het is zo gemakkelijk om te bidden; “Uw wil geschiede” als we ons huisje, boompje, beestje voor elkaar hebben. Maar als de tegenslagen komen, de bankrekening leeg is, onze boompjes geen vrucht dragen en de beestjes dood gaan, terwijl ons lichaam pijn doet en vrienden, familie, broeders en zusters ons lijken te verlaten, bidden wij dan nog; “Uw wil geschiede”? Kom broeders en zusters laten wij dan met Habbakuk uitroepen: ‘Zo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in den God mijns heils, Hab. 3:18.’ Ja Hij is onze Sterkte, wat een liefde heeft Vader ons betoond in het offer van Zijn Zoon. Kom, richten wij ons op Hem en laten wij zoeken naar de vervulling van Zijn wil in onze levens. ‘Want dit is de wil van God, uw heiligmaking, 1 Thess. 4:3.’ Hij heeft ons gekocht om Zijn Naam te verheerlijken. We hebben nog een kleine tijd, laten wij die benutten: ‘Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven, 1 Petr. 4:2.’ Ja; ‘Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u, 1 Thess. 5:18.’ Amen.
Pakken donk’re wolken samen,
buigen wij bezorgd het hoofd,
in U, Heer, is ja en amen
alles wat God heeft beloofd.
Wordt uw woord ook aangetast,
nochtans klinkt uw stem: houdt vast!
Wil ons toch genade geven
dat te doen zolang wij leven.
Gaat het zout zijn smaak verliezen,
wordt uw wil niet meer gezocht;
zijn er die de wereld kiezen
van hen die U hebt gekocht,
steunt de mens op zijn verstand,
nochtans klinkt uw stem: houdt stand!
Doe ons, Heer, uw woord vertrouwen,
niet op onze wijsheid bouwen.
Wordt de waarheid losgelaten,
wordt het woord van mensen norm,
dreigt de macht van die U haten
los te breken als een storm,
ziet men ongeloof alom,
nochtans klinkt uw stem: Ik kom!
Geef uw kleine kudde krachten
U volhardend te verwachten.
Wilco Vos Veenendaal 04-08-2015