Volg ons op YouTube

Het vertrouwen op Gods voorzienigheid

‘Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? Matth. 6:25.’

Deze woorden, niet door mensen maar door onze Heiland gesproken, zijn zo waardevol voor allen die op Hem vertrouwen. Zij die God hebben leren kennen als hun Hemelse Vader op grond van het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus, zijn geborgen voor tijd en eeuwigheid. Lieve vrienden is deze God uw God? Is het bloed van de Heere Jezus Christus u al dierbaar geworden? U en ik, wij kunnen voor God niet bestaan met al onze zonden, groot of klein. Wij hebben rechtvaardig de dood en de hel verdient, wat een wonder dat God Zelf gezorgd heeft voor het Middel. Hij zond Zijn Zoon tot in de dood, opdat allen die het leven in Zijn hand zouden geven, verlost zouden worden van schuld en zonden. Kom, geef God de eer, Hij leeft en zorgt voor al de zijnen. Kent u Hem nog niet? Hebt u nog nooit ingezien hoe gruwelijk u tegen God gezondigd hebt? Bent u nog nooit bevreesd geweest voor Gods Majesteit, Zijn gerechtigheid en Zijn heiligheid? O, zie dan toch in wie u bent tegenover Die God. Eens zult u verantwoording af moeten leggen van al uw daden. Als u dan niet geleefd hebt tot eer van Zijn grote Naam, als u het offer van de Heere Jezus nog nooit gelovig hebt aangenomen, dan zult u voor eeuwig verloren moeten gaan. Rust niet voordat u die rust gevonden hebt. Nu is het nog de tijd van genade. Vlucht met al uw schuld en zonden tot de Heere, beleid uw zonden en leg u neer aan de voet van het kruis, het bloed van Jezus Christus Gods Zoon alleen kan u redden. Gelooft
in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden. (Hand. 16:31).

In deze overdenking willen we in het bijzonder stilstaan bij het vertrouwen op Gods almachtige voorzienigheid. Hij, Die hemel en aarde heeft geschapen, draagt tot op de dag van vandaag de zorg voor Zijn schepping. In het woord voorzienigheid herkennen wij het woord voorzien, God voorziet, er gebeurt in dit leven niets bij geval maar alles komt van Zijn Vaderlijke hand. Of we het nu hebben over regen en droogte, vruchtbare of onvruchtbare tijden, eten en drinken, gezondheid of ziekte, armoede of rijkdom, alles is in Zijn hand. Wat een heerlijke wetenschap, wat een zalige rust om zo te mogen leven aan de hand van onze hemelse Vader. Hij kent onze nood, ons verlangen en geeft ons dat wat goed voor ons is. ‘En wij weten dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn, Rom. 8:28.’ Alle dingen moeten medewerken ten goede, wij mensen begrijpen vaak niet waartoe iets dient. Waarom die ziekte, dat sterfgeval, waarom die brand, die oorlog of die hongersnood? Stil te zijn onder Gods bestuur dat is wat Hij ons leren wil. Op te zien tot onze hemelse Vader en Hem te aanbidden, te loven en te prijzen, ook in die momenten waar al onze wetenschap stilstaat. Niet dat wat wij kunnen beredeneren, niet onze wil, niet ons inzicht maar gehoorzaam en gewillig de Heere te volgen op die weg die Hij met ons gaat. Hijzelf heeft ons geleerd stil en onbezorgd te zijn. De tekst boven onze overdenking begint met het woord “daarom”, dat is een voegwoord dat deze zin verbind met de vorige. We moeten dit dus in één verband zien. ‘Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon. Daarom zeg Ik u: Zijt niet bezorgd voor uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding? Matth. 6:25.’ Het onderwijs van de Heere Jezus maakt ons dus duidelijk dat we maar één God kunnen dienen of God of de Mammon.

Welke God dient u? In wie gelooft u? Geloven is vertrouwen stellen in. Op wie stelt u al uw vertrouwen? Op God of op iets buiten God? Op iets wat u met uw geld kunt doen of op iets waar alleen het geloof in rusten kan? Alles waar wij ons vertrouwen op stellen buiten God is een afgod. Het volk Israël heeft in de tijd van de Bijbel de afgoden van de heidense volkeren om hen heen gediend. Steeds weer opnieuw stuurde God Zijn knechten om het volk daarvan af te houden. Soms moesten verschrikkelijke straffen over het volk komen, wilden zij eindelijk gehoorzamen. Nu wij in de 21e eeuw leven, horen we niet meer over afgoden. Het lijkt gewoon geworden dat onze kinderen rondlopen met plaatjes van de idolen van deze wereld. Of het nu gaat om voetbal of muziek het lijkt er alles gewoon bij te horen. De volwassenen gaan helemaal op in hun bedrijf, huis of auto. Anderen leven voor hun gezin en God staat niet op de eerste plaats. Als God niet de eerste plaats in ons hart, ons hele leven inneemt, dan staat Hij op de tweede plaats en is er een afgod die Zijn plaats inneemt. Het is niet anders.

We leven in een tijd waar de wereld geheel vermengt is met godsdienst. Het maakt niet uit wat je gelooft als je maar ergens in gelooft. Deze gedachte is ook het christendom ingeslopen. Het alleen vertrouwen op de Heere is iets ouderwets geworden. De maatschappij is zo veranderd dat iemand die werkelijk alleen met de Heere door het leven wil, wordt gezien als een last, iemand die het feest bederft. Denk aan hen die geloven en vertrouwen dat God voor hen zal zorgen, zoals Hij zelf belooft heeft en zich niet willen verzekeren bij de Mammon. Zij werpen hun zorg op de Heere, niet omdat dat de makkelijkste weg is, maar omdat de Heere het zo waard is om vertrouwt te worden. ‘Werp uw zorg op den HEERE, en Hij zal u onderhouden; Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankele, Ps. 55:23.’ Hij zal zorgen, hoe kan het toch dat er duizenden zijn die zeggen te vertrouwen op de Heere en in de praktijk laten zien dat ze bij de Mammon beter af zijn? ‘Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u, 1 Petr. 5:7.’ Is dit dan achterhaald? Natuurlijk zijn er die naast hun verzekeringen vertrouwen op God en toch, zouden zij het durven zonder deze verzekeringen? ‘Worden niet twee musjes om een penningsken verkocht? En niet één van deze zal op de aarde vallen zonder uw Vader. En ook uw haren des hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven, Matth. 10:29,31.’ De Heere heeft ons geroepen om bij Hem te schuilen, is er een betere schuilplaats denkbaar? ‘Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen, Ps. 91:1.’ We horen allerlei argumenten waaruit zou moeten blijken dat de verzekeringen een middel zijn die God ons gegeven heeft. Wat werkt dit verzekeren uit? Komen we er dichter door bij God, kan God ons Zijn almacht tonen, hebben wij Hem nog nodig of voorziet de verzekeringsmaatschappij in onze nood?

Ik weet dat het een achterhaald iets is, het is zo gewoon geworden, ik besef ook dat wij niet geroepen zijn om te heersen over het geweten van onze naasten en daarom, lieve vrienden zoekt de Heere in alles en vraag Hem naar Zijn wil. Toch ben ik er van overtuigd dat het wereldse denken is binnengedrongen bij hen die met de Bijbel willen leven. Als we zien wat een ophef er iedere keer weer opnieuw is als er een kinderziekte onder onze kinderen heerst. Zij die op God willen vertrouwen en werkelijk geloven dat er niets gebeurt buiten Zijn Vaderlijke wil, willen niet ingeënt worden. God gaat over dood en leven, Hij beslist of ik ziek wordt of gezond blijf. Mag ik dan naar de dokter gaan om doormiddel van een injectienaald een ziekte in mijn gezonde lichaam te brengen? Inenten is niets anders dan een klein beetje ziekte in het lichaam brengen waardoor het lichaam antistoffen opbouwt tegen die ziekte. Is dat de weg waartoe God ons roept? Als God wil dat ik morgen de Mazelen krijg en dat ik sterf om voor altijd bij Hem te zijn, moet ik dan grijpen naar een middel dat de Mammon dient? Als God wil dat ik nog een poosje mag dienen op deze aarde, dan zal Hij daar zorg voor dragen. ‘Ik zal tot den HEERE zeggen: Mijn Toevlucht en mijn Burcht; mijn God, op Welken ik vertrouw. Want Hij zal u redden van den strik des vogelvangers, van de zeer verderfelijke pestilentie. Hij zal u dekken met Zijn vlerken, en onder Zijn vleugelen zult gij betrouwen; Zijn waarheid is een rondas en beukelaar. Gij zult niet vrezen voor den schrik des nachts, voor den pijl die des daags vliegt, Voor de pestilentie die in de donkerheid wandelt, voor het verderf dat op den middag verwoest. Aan uw zijde zullen er duizend vallen, en tienduizend aan uw rechterhand; tot u zal het niet genaken, Ps. 91:2-7.’ Als het nu gaat over het heersen over het geweten, kunnen wij dan nog respect opbrengen voor hen die willen leven aan de hand van hun hemelse Vader? Lieve vrienden, geloof mij uw leven is in Gods hand. Geef uzelf over en vertrouw erop dat Hij weet wat het beste voor u is.

‘Daarom, zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijns zelfs kwaad, Matth. 6:31-34.’ Wat een troost, dit kan geen inenting, geen verzekering u bieden. We leven in een tijd waarin alles beheerst moet worden door ons mensen. Een onverwacht zwangerschap of een kindje met een afwijking is geen probleem, men heeft abortus uitgevonden. Gehandicapte mensen door ziekten, geen probleem we hebben inentingen. In de toekomst misschien onverwachte ziektekosten, geen probleem we hebben een ziektekostenverzekering. Van de wieg tot het graf heeft de Mammon een passende verzekering. Vast en zeker zullen velen dit overtrokken of zwart wit vinden. Leg het voor Gods aangezicht en laat u door Hem en niet door mensen leiden. ‘Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontferme over den zoon haars buiks? Ofschoon dezen vergaten, zo zal Ik toch u niet vergeten. Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds vóór Mij, Jes. 49:15.’

We horen argumenten van hen die menen dat we ons mogen beschermen met de middelen die God ons geeft. Zij beroepen zich op de verplichte leuning die men in de Bijbelse tijd moest plaatsen op een plat dak. De voorzorgsmaatregelen die men moest nemen als men een stotige stier had en men beroept zich veel op de schuren die Jozef liet bouwen voordat de hongersnood uit zou breken. Maar kunnen wij deze zaken vergelijken met een verzekering en een inenting? Over verzekeren zou veel meer te zeggen zijn. Denk aan wat het in de hand werkt, roekeloosheid, diefstal, oneerlijk gedrag en de dokters voor elk wissewasje lastigvallen, verzekeren werkt (mogelijk) norm verlagend. Hoe denken zij die ingeënt zijn over hen die niet zijn ingeënt? Roekeloze fanaten die zich hebben laten verblinden door anderen. Extremistische ouders die onverantwoord omspringen met hun kinderen. De angst voor bepaalde ziekten is sinds de inentingen groter geworden dan daarvoor. De samenhorigheid is er door verbrokkeld. Vroeger zochten Gods kinderen elkaar op ook al heerste de pokken of de pest. Predikanten gingen de besmette gebieden in om de woorden Gods te spreken en de zieken te troosten. Hoe anders is het nu we de zekerheden van de Mammon hebben binnengehaald in ons denken. Laten we omhoog zien en met onze God dwars door alles heendringen. ‘Want met U loop ik door een bende, met mijn God spring ik over een muur, 2 Sam. 22:30.’ Wij zijn geroepen onze verantwoordingen te nemen. Wij eten en we drinken, we nuttigen onze vitaminen en als we in de auto stappen dan doen we onze gordel om. We hanteren onze regels van reinheid door onszelf te wassen en te verzorgen. We leggen indien mogelijk geld apart zodat er geld is als we dat nodig hebben. Als er nood is en het ons aan geld ontbreekt dan vertrouwen op God de kassier der armen. Het is beter met de zegen van God arm te zijn naar de maatstaven van de wereld dan rijk te zijn buiten die heerlijke zegen. ‘Het weinige dat de rechtvaardige heeft, is beter dan de overvloed veler goddelozen, Ps. 37:16.’ Is het dan zo dat we met God nooit arm zullen worden? Zullen ons dan geen rampen en tegenspoeden overkomen? Wij weten dat in dit alles de hand van onze hemelse Vader is en dat ons niets overkomt buiten Zijn wil. Dat is onze troost en dat is de kracht waarop wij bouwen. ‘Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus, Filip. 4:6,7.’ De vrede van God gaat werkelijk al het verstand te boven, in die vrede willen wij handelen en wandelen en die vrede wensen wij u toe. Toets deze woorden aan het Woord van God en zoek in het gebed naar Zijn Vaderlijke wil.

Het gebed des Heere.

Geef heden ons ons daag’lijks brood;

Betoon Uw trouwe zorg in nood;

Gij weet, wat elk op aard’ behoev’;

Dat ons dan geen gebrek bedroev’;

Dat nooit Uw zegen van ons wijk’;

Die maakt alleen ons blij en rijk.