Volg ons op YouTube

Het Woord was God. Johannes 1:1

‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God, Joh. 1:1.’

Zoals wij weten, begint de Bijbel met de volgende woorden. ‘IN den beginne schiep God den hemel en de aarde, Gen. 1:1.’ God, de eeuwige, de Onveranderlijke is de Schepper van hemel en aarde. ‘Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir, Ps. 33:6.’
Als een jongen, een meisje een liefdesbrief schrijft, dan doet hij dat met een bepaald doel. In de eerste plaats om haar duidelijk te maken dat hij van haar houd. In die brief vertelt hij dingen over zichzelf en omschrijft hij zijn verlangen naar de persoon aan wie de brief gericht is. In deze brief geeft hij zichzelf bloot. De brief heeft het doel om deze jongen en dit meisje met elkaar te verbinden. Als de jongen de brief heeft verstuurd, wacht hij met verlangen op de reactie van het meisje. Zal ze hem omhelzen of afstoten?

Er is een God in de hemel, Hij die hemel en aarde schiep en nog iedere dag onderhoud. In Zijn liefdevolle goedheid heeft hij ons mensen een liefdesbrief gezonden. In deze brief openbaart Hij Zichzelf aan ons. Hierin schrijft Hij hoe lief Hij ons heeft en dat Zijn verlangen uitgaat naar het moment dat wij, Zijn goedheid en genade beantwoorden, door Hem te omhelzen. Door Hem aan te nemen als onze God. Door het lezen van deze brief ontdekken wij wie wij zelf zijn geworden door onze val in het paradijs. Wij zondaren kunnen geen gemeenschap hebben met een Heilig en rechtvaardig God. Wij hebben Hem de rug toegekeerd door te luisteren naar de satan. Maar God zelf openbaart ons in het Evangelie dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat wij zondaren, weer met Hem verzoend zouden worden. Wat een genade, wat een wondervolle liefde van de enige en waarachtige God.

Er is door de tijd al veel gediscussieerd over de echtheid en de waarheid van deze brief, die wij de Bijbel noemen. Ongetwijfeld zal iemand die een liefdesbrief ontvangt en geen enkele behoefte heeft aan de liefde van die persoon, ook spotten met de afzender. Ze zal hem niet liefhebben maar juist van zich afstoten. Ze zal de echtheid van zijn liefde in twijfel trekken en er met anderen over praten.

Hoe anders is de reactie van hen die in hun hart verlangen naar de liefde van de afzender van de brief. In het geestelijke is het niet anders. Om ons heen ontmoeten we mensen die in aanraking kwamen met Gods Woord waardoor hun hele leven veranderde. De leegte in hun hart werd vervuld met de volheid van Gods liefde. De geschiedenis leert dat mensen die een ruig en onverschillig leven leidden, radicaal veranderde toen Gods Woord in hun leven kwam.

Zij hebben geen behoefte om de Bijbel in twijfel te trekken, ze hebben geen behoefte om aan de hand van ogenschijnlijke tegenstellingen te bewijzen dat Gods Woord niets anders is dan een mensenwoord. Nee, want elke bladzijde in dat Woord vertelt hen dat het Gods Woord is. De liefde van de Persoon die zij hebben lief gekregen ademt in ieder bladzijde. Zij belijden met hun hele hart: ‘God is Liefde, 1 Joh. 4:8,16.’ Hij zocht hen op en heeft het duister van hun hart veranderd in een onuitsprekelijk licht. Zijn Licht kwam in hun leven en nu wandelen zij in het Licht. ‘Ik ben een Licht in de wereld gekomen, opdat een iegelijk die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve. En indien iemand Mijn woorden gehoord en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make. Die Mij verwerpt en Mijn woorden niet ontvangt, heeft die hem oordeelt: het Woord dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage, Joh. 12:46,48.’

Het woord Bijbel is afkomstig van het Griekse ‘Biblia’, dat boeken betekent. De Bijbel is een bibliotheek van 66 boeken, geschreven door verschillende schrijvers, van koningen en herders, van vissers tot een arts en dat in verschillende tijden. De Bijbel bestaat uit het Oude Testament, 39 boeken, geschreven in het Hebreeuws en het Nieuwe Testament 27 boeken, geschreven in het Grieks. In 2 Timotheüs 3:16 lezen we: ‘Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is,’

De Bijbelschrijvers werden geïnspireerd door Gods Geest. Ondanks het feit dat de Bijbel in een tijdsbestek van 1600 jaren is geschreven en dat tussen het Oude Testament en het Nieuwe Testament 400 jaar niet is geschreven, vinden we van het begin tot het einde, één verhaal. De openbaring van wie God is, hoe Hij de aarde schiep, hoe Hij dagelijks voor ons zorgt en Hoe wij weer in een Vader kind relatie kunnen komen met Hem. Zij die de Bijbel zijn gaan lezen als de liefdesbrief van God de Vader, speciaal aan hen gericht, moeten bekennen dat hun leven is veranderd. Wanneer Gods liefde ons hart vervult, worden wij andere mensen. Dan krijgen we God boven alles lief en onze naasten als onszelf. Dan is het verlangen van ons hart om iedere dag, stap voor stap Jezus Christus, onze Zaligmaker te volgen en te leven tot eer van Zijn lieve Naam.

We er achter dat Gods Woord niet zomaar een boek is, maar Het Boek, ons Kompas wat ons leert hoe wij gaan moeten. Dan gaan we ervaren dat de Geest die de Bijbelschrijvers heeft geleid, dezelfde Geest is als die in ons woont. De woorden die zij schreven, zijn uit ons hart gegrepen. ‘Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord Ps. 119:9.’ ‘O HEERE, Uw woord bestaat in der eeuwigheid in de hemelen, Ps. 119:89.’ ‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht voor mijn pad, Ps. 119:105.’

De Bijbel het Woord van God. De Bijbel openbaart ons wie God is. Het Woord is vlees geworden. Het Woord is niet zomaar een woord, In het Grieks is het logos dat zich niet laat vertalen door één woord. De logos wil een ding laten zien zoals het is. De Logos der dingen is de waarheid over die dingen. In Het Hebreeuws is het dabar, dat weer de eigen betekenis of de eigen plaats van iets of iemand is. Dabar vertaalt het wezen van de persoon.

‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God, Joh. 1:1.’ We zien dat hier duidelijk staat het Woord was God. ‘En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid, Joh. 1:14.’ Het Woord, is God Zelf, Jezus Christus Gods Zoon, God en mens in één persoon, kwam naar deze aarde, Hij werd mens en bleef God. ‘Een iegelijk dan die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft; En er is slagregen nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid en zijn tegen hetzelve huis aangevallen, en het is niet gevallen, want het was op de steenrots gegrond. En een iegelijk die deze Mijn woorden hoort en dezelve niet doet, die zal bij een dwazen man vergeleken worden, die zijn huis op het zand gebouwd heeft; En de slagregen is nedergevallen, en de waterstromen zijn gekomen, en de winden hebben gewaaid en zijn tegen hetzelve huis aangeslagen, en het is gevallen, en zijn val was groot. En het is geschied als Jezus deze woorden geëindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer; Want Hij leerde hen als macht hebbende, en niet als de schriftgeleerden, Matth. 7:24-29.’ Hij is het Woord! In woorden en in daden.

‘Want wij zijn geen kunstiglijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekendgemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige Heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, als zij van den hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op den heiligen berg waren. En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel dat gij daarop acht hebt, als op een licht schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte en de Morgenster opga in uw harten; Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging; Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken, 2 Petr. 1:16-21.’

‘Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen die het Woord Gods horen en hetzelve bewaren, Luk. 11:28.’ Wat heeft dit Woord met ons gedaan? Is ons hart nog hard en ongevoelig voor Gods liefde? Dan gaan wij nog steeds onze eigen weg en leven zoals wij dat willen of zoals wij denken dat God het wil. Zalig zijn zij die het Woord horen en het bewaren, het koesteren, er op bouwen en van harte er naar leven. Alleen Gods liefde geeft ons het vermogen om zonden te overwinnen en in het verlangen te leven om naar Zijn wil te leven. ‘Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem. Jezus dan zeide tot de Joden die in Hem geloofden: Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk Mijn discipelen, En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken, Joh. 8:30-32.’ De waarheid maakt ons vrij van de toorn en de vloek van Gods wet. Vrij van schuld en zonden, vrij van straf en oordeel te leven als een kind van God. ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid, Joh. 8:51.’ De eeuwige dood, de hel en de verdoemenis jaagt ons geen schrik meer aan, want Jezus heeft het alles voldaan. Hij heeft de dure prijs betaald met Zijn eigen bloed.

‘Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden, Mark. 16:16.’ Geloven wij de woorden die God ons zond in Zijn Woord? Het is of het geloof tot onze zaligheid of ons ongeloof tot een eeuwige rampzaligheid. ‘Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeler der gedachten en der overleggingen des harten, Hebr. 4:12.’

Gods Woord is de waarheid, het Evangelie onzer zaligheid (Hand. 15:7, Ef. 1:13, Col 1:15); het is het woord des kruises, (1 Kor. 1:18); het woord der verzoening (2 kor. 5:19); het woord des behouds (Hand. 13:26); het woord der genade (Hand. 14:3); het woord des levens (Fil. 2:16); het woord der waarheid (2 Kor. 6:7).

‘Want het woord des kruises is wel dengenen die verloren gaan, dwaasheid; maar ons, die behouden worden, is het een kracht Gods, 1 Kor. 1:18.’ God Zelf draagt zorg voor Zijn Woord, door Zijn kracht worden harde harten verbroken. Zoals Hij het sprak tot het volk Israël; ‘En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest in het binnenste van u geven, en Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal hun een vlezen hart geven, Ez. 11:19, 36:26.’ Zo ontvangen alle zondaars die tot Hem komen en het Woord der waarheid, Jezus Christus aannemen, een vlezen hart. Het harde ongevoelige hart, onverschillig voor God en de Bijbel, wordt een hart waarin de liefde van God woont en heerst. Een hart, wat zich wil voeden met God Zelf en verlangt om God meer en meer te ontdekken in Zijn Woord. ‘Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het woord der prediking Gods van ons ontvangen hebt, gij het aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft, 1 Thess. 2:13.’

‘Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid, Jes. 40:8.’

‘En Hij was bekleed met een kleed dat met bloed geverfd was; en Zijn Naam wordt genaamd het Woord Gods, Openb. 19:13.’

Psalm 119:53

Uw woord is mij een lamp voor mijnen voet,

Mijn pad ten licht, om ‘t donker op te klaren.

Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed

Bevestigen, in al mijn levensjaren,

Dat ik Uw wet, die heilig is en goed,

Door Uw genâ bestendig zal bewaren.