‘Barmhartig en genadig is de HEERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. Hij doet ons niet naar onze zonden, en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden. Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen die Hem vrezen. Zover het oosten is van het westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons. Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn, Psalm 103:8-14.’
Wat een heerlijke woorden om een meditatie te openen, ‘Barmhartig en genadig is Jahweh, lankmoedig en groot van goedertierenheid.’ Hij, Jahweh de Verbondsgod is een barmhartig een genadig God, geduldig en Hij tiert van goedheid. Tieren is een oud Nederlands woord. Je hoort het nog wel eens zeggen ‘dat kind tiert niet zo’ er wordt dan bedoeld dat het kind niet zo in haar doen is. Als het tiert dan zit het goed in haar vel. Nu, de Bijbel leert ons dat God tiert van goedheid. Het één van Gods Wezenseigenschappen. Gods goedheid zou niet bestaan zonder Zijn rechtvaardigheid. Immers, wie zal een rechter op deze aarde goed vinden als hij schuldige boeven los laat lopen. Wie zal een advocaat een goede advocaat vinden die altijd openbare moordenaars verdedigd om ze vrij te pleiten? Wie zal een vader roemen, die altijd zijn ondeugende kinderen verdedigd en hun daden goed praat? Nee, een Rechter die recht spreekt, dat is een rechter die wij wensen. Een advocaat die met een zuiver geweten de zaken van zijn cliënt behartigd heeft zo mijn voorkeur. Een vader die eerlijk handelt met zijn kinderen zodat zij niet voor galg en rad opgroeien, dat is de vader die ieder kind zou wensen. Vaders goedheid kan niet bestaan zonder zijn rechtvaardigheid. Nu zo is het ook met God de Vader.
Onze God is een Drie-enig God, God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest, één in Wezen en drie in Personen, ‘Want Drie zijn er Die getuigen in den hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één, 1 Joh. 5:7.’ In het begin zijn de hemel en de aarde geschapen, wij mensen zijn goed, volmaakt en in Gods beeld geschapen. We weten vanuit de Bijbel hoe wij mensen God tot een leugenaar gemaakt hebben, door voor de duivel te kiezen en hem te gehoorzamen. Heel de schepping zucht tot op de dag van vandaag om deze zonde. Wij wilden zelf god zijn en tot op vandaag moeten we dit in ons eigen leven en dat van onze naasten erkennen. Wij doen alsof wij god zijn en een ander heeft ons te volgen.
Zo was het ook in de dagen van Noach, de mensen werden oud, we lezen van Methúsalach die negenhonderd negen en zestig jaar oud werd, Lamech zevenhonderd en zeventig jaar. De mensen werden oud maar in de dagen van Noach gaven zij niet om God, ze leefden naar hun eigen inzicht en lusten. Zo lezen we dat de nakomelingen van Seth, de zoon van Adam, die “Gods zonen’ genoemd worden, zich vermengden met vrouwen die zij zelf uitzochten. Ze zagen de schoonheid van de vrouwen, wat op zichzelf geen zonde is maar zij volgden hun wellusten, en daarmee tergden zij God.
Dan lezen we ‘Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaar.’ Wat een oordeel en tegelijk, wat een barmhartigheid. Vanaf nu zullen de mensen geen hoge leeftijd meer behalen maar hoogstens honderd en twintig jaar oud worden. Wet weten hoe God de wereld heeft gestraft met de zondvloed waarin al de goddelozen zijn verdronken maar Noach met de zijnen zijn behouden in de ark. God was het met eerbied gesproken zat om zolang met de mens te twisten, met hen te strijden opdat zij zouden zien wie Hij werkelijk was. Welke roepstem God ook zond, welke waarschuwingen zij ook kregen, zij wilden niet horen, zij wilden zich niet bekeren tot de levende God. Waarom dan nog langer met hen twisten? Vanaf nu zou een mens honderd en twintig jaar genadetijd ontvangen met daarin de mogelijkheid om zich te bekeren tot God. Hoe schittert hier Gods goedertierenheid tegenover het oordeel. Wat een genade!
We hebben nu gezien hoe God Zelf de woorden sprak, dat Hij niet in eeuwigheid zou twisten met de mens. Zo lezen we ook in psalm 103:9 ‘Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden.’ Er komt een moment dat Gods twist met de mens zal ophouden. De ongelovige wereld zal geen roepstemmen meer horen, zij zullen geen liefdevolle vermaningen meer ondervinden, nee dan zal Gods goedertierenheid hen niet meer opzoeken. Voor eeuwig zal het hen aanklagen, had ik maar, had ik me maar bekeert tot de levende God, ik wist wel dat Hij bestond, al ontkende ik het met alle macht. Wat zal dat zijn om eeuwig verloren te moeten gaan, eeuwig in het helse vuur te moeten verkeren. Arme mens, die nog kan leven zonder de Levende God.
Maar ook voor Gods kinderen zal de twist ophouden, zij zullen het niet meer nodig hebben vermaant te worden. Zij zullen Vaders kastijdingen niet meer ondervinden, die hen zo vaak weer wakker moesten schudden en hen moesten overtuigen dat zij hier op aarde geen blijvende stad hebben, dat zij hier vreemdelingen en bijwoners zijn en dat hun werkelijke leven is gelegen in de Heere Jezus die voor hen een plaats bereid heeft bij de Vader in de hemel.
‘Die met den HEERE twisten, zullen verpletterd worden, Hij zal in den hemel over hen donderen; de HEERE zal de einden der aarde richten, en zal Zijn Koning sterkte geven en den hoorn Zijns Gezalfden verhogen, 1 Sam. 2:10.’ Wie zijn wij, nietige mensen dat wij durven opstaan tegen Hem die ons heeft geschapen? ‘Wee dien die met zijn Formeerder twist, gelijk een potscherf met aarden potscherven. Zal ook het leem tot zijn formeerder zeggen: Wat maakt gij? Of zal uw werk zeggen : Hij heeft geen handen? Jes. 45:9.’
Vrienden wie we ook zijn, God is God en wij zijn nietige mensen, wij zijn in alles zo afhankelijk van Hem, zonder Hem kunnen wij niets doen. Hij is genadig, vol van goedheid en barmhartigheid, Hij heeft geen lust in onze dood maar daarin dat wij ons bekeren. Wij worden niet geroepen om te strijden, te twisten tegen God maar om ons tot Hem te bekeren en heel ons hebben en houden aan Hem te onderwerpen. Luister naar de wijze woorden van Job; ‘hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God? Zo hij lust heeft om met Hem te twisten, niet één uit duizend zal hij Hem beantwoorden, 9:2,3.’
Job was naar Gods oordeel, een oprecht en vroom man, godvrezend en wijkende van het kwaad. Toch werd hem al zijn rijkdom inclusief zijn kinderen in een zeer korte tijd op een vreselijke wijze afgenomen. En dan horen we hem zeggen. ‘Mijn ziel is verdrietig over mijn leven; ik zal mijn klacht op mij laten, ik zal spreken in bitterheid mijner ziel. Ik zal tot God zeggen: Verdoem mij niet; doe mij weten waarover Gij met mij twist. Is het U goed, dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt den arbeid Uwer handen, en over den raad der goddelozen schijnsel geeft? 10:1-3.’ In alle twist die God hier op deze aarde met ons houd, ligt één les, wend u tot God en wordt behouden.
Wat kan er al niet een twist om ons heen zijn, twist over onbenullige zaken, maar ook twisten die ons diep kunnen raken. Wat wordt er gestreden over godsdienstige zaken die het wezen voorbijgaan. Toch zijn het juist die twisten die er voor zorgen dat er nog geen twee mensen samen kunnen wandelen. Wat al een verdeeldheid onder hen die zich christelijk noemen. Hoe anders zou het er uit zien als zij zich allen mochten verblijden in Christus Jezus! Vrienden, ook David werd aangevallen, hij moest vluchten als een veldhoen (kip) op de bergen, zoals hij het zelf verwoord. Ook dit was middelijkerwijs een twist van God om hem te zuiveren en te leren dat hij in alles zo afhankelijk van zijn God was. De vijand, zij die strijden tegen Gods kinderen, zullen gestraft worden en schuldig gehouden worden voor de daden die zij doen. David mocht schuilen bij de levende God. ‘Een psalm van David. Twist, HEERE, met mijn twisters; strijd met mijn bestrijders, Ontwaak en word wakker tot mijn recht; mijn God en Heere, tot mijn twistzaak. Psalm 35:1, 23.’ O, wat een veilige plek, wat een toevlucht is er in onze God! Kinderen van God, schuil maar bij Hem die ons leven is geworden, laat God maar voor ons twisten. ‘Doe mij recht, o God, en twist Gij mijn twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, van den man des bedrogs en des onrechts. Psalm 43:1.’
Want onze Verlosser is sterk en zal onze twistzaak twisten (Spreuken 23:11). Want onze Verlosser, dat is Jezus Christus, Gods Zoon, waarvan Jesaja profeteerde. ‘Hij is nabij Die Mij rechtvaardigt; wie zal met Mij twisten? Laat ons tezamen staan. Wie heeft een rechtszaak tegen Mij? Hij kome herwaarts tot Mij, Jesaja 50:8.’ God de Vader zou de onschuld van Zijn geliefde Zoon openbaren. Daar op Golgotha, waar het leek dat satan de strijd voor eeuwig zou winnen is de strijd gestreden, daar is Jezus als de grote Triomfator de dood ingegaan, opdat allen die tot Hem de toevlucht zouden nemen, voor eeuwig zouden leven. Zij zijn met hem gestorven en weer opgestaan, wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? Wie zal ons scheiden van de liefde die er is in Christus Jezus onze Heere?
Vrienden, hoe staat het met ons, twisten wij nog tegen de HEERE of hebben wij ondervonden dat al ons strijden niets anders is dan vijandschap tegen God? Hebben wij ons leven al uit handen mogen geven om vervolgens geleid te worden aan Vaders hand? O wat een vreugde om geheel en alleen te mogen rusten in het volbrachte werk van Christus Jezus, Hem ons gehele hart toe te vertrouwen en in alles wat hier op aarde op ons afkomt te geloven en te vertrouwen dat dit uit Vaders hand ons toekomt. Er gebeurt niets buiten Vaders wil, is er een veiliger positie denkbaar dan een kind van God te zijn? Wat een troost te mogen weten dat al onze zonden zijn vergeven, ja dat zij zover van ons zijn weggedaan als het oosten van het westen. Er staat niet van het noorden naar het zuiden maar van het oosten naar het westen. Als wij van het noorden naar het zuiden gaan en dan verder, komen we weer bij het noorden, als we naar het oosten gaan komen we nooit een westen tegen. Wat een troost, onze zonden zijn weggedragen door onze Verlosser. God de Vader ziet ons aan in het offer van Zijn Zoon en in Hem zijn wij heilig, rechtvaardig en voor eeuwig behouden. Kom, vrienden, laten we het wonder uitzingen en Hem die ons heeft liefgehad, grootmaken.
Psalm 103 :2
Loof Hem, Die u, al wat gij hebt misdreven,
Hoeveel het zij, genadig wil vergeven;
Uw krankheên kent en liefderijk geneest;
Die van ‘t verderf uw leven wil verschonen,
Met goedheid en barmhartigheên u kronen;
Die in den nood uw Redder is geweest.
Ongetwijfeld zijn er lezers die moeten zeggen niet te weten wat het is om te rusten in het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus. Tot u komt de blijde boodschap van vergeving. Wie u ook bent, wat u ook gedaan heeft in de periode die achter u ligt. Als u tot Hem komt dan zal Hij u zaligen. Bent u een hoer? Hij zal al uw vuilheid afwassen en u overkleden met de mantel der gerechtigheid. Bent u een moordenaar? Hij is voor u de dood ingegaan opdat hij u aan de Vader zou voorstellen zonder vlek en rimpel, kom en neem de toevlucht tot deze Jezus, u zult worden van een moordenaar een Godlover. Bent u een overspeler? Belijd uw zonden voor Gods aangezicht en Hij zal u vergeven. Bent u godsdienstig mens, maar moet u eerlijk bekennen dat u nog niet weet wat het is om een hart vol liefde tot deze Jezus te bezitten? Kom ook voor u is er een Zaligmaker, belijd uw eigengerechtigheid en al uw vechten voor eigenbehoud en leg eenvoudig uw leven in Zijn doorboorde handen. Dan zult u werkelijk leven! Hoeren en tollenaren, dieven en moordenaars zijn u voorgegaan en roepen u toe; ‘Gelijk zich een vader ontfermt over de kinderen, ontfermt Zich de HEERE over degenen die Hem vrezen. Want Hij weet wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn. Ja onze God is bewezen een schuilplaats te zijn waarin men voor eeuwig behouden is.
Heel de Evangelie boodschap jubelt ons toe. Kom herwaarts tot Mij, en gij zult rust vinden, Ik ben de weg tot de Vader, ‘Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.’ Blijf niet langer hinken op twee gedachten maar laat u met God verzoenen. Hij heeft geen lust in uw dood maar daarin dat u zich bekeert en leeft. Hij zal niet altoos twisten, noch eeuwiglijk den toorn behouden. Nog even en alle twist zal ten einde zijn, o wat een toekomst, wat een heerlijk uitzicht. Kom Heere Jezus, ja kom haastelijk! Vertroost elkaar met deze woorden Amen.