Volg ons op YouTube

Jezus, de blinde man en de rijke tollenaar.

‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was, Luk. 19:10.’

Want de Zoon des mensen, de Heere Jezus Christus, is gekomen om verlorenen te zoeken en zalig te maken. Verloren zondaren, doel missers, vijanden van God. Wie kan Gods wonderlijke liefde vatten? Wie kan begrijpen dat God voor zulke mensen Zijn Zoon gaf? Wij hoeven elkaar geen complex, schuldgevoel of minderwaardigheid aan te praten. Wij zijn schepselen van God de Allerhoogste. Wij zijn blijkbaar zo waardevol voor God dat Hij ons niet aan de gevolgen van onze eigen keus overliet. God had ons rechtvaardig verloren kunnen laten gaan, als gevolg van onze zonden. Wij waren volmaakt geschapen en leefden in gemeenschap met God tot het moment kwam dat wij mensen, in onze hoogmoed, gelijk wilden zijn aan God. Vanaf dat moment is de gemeenschap verbroken en leven wij in een stervende wereld vol pijn, achterdocht, ongeloof en verdriet. Ons hart dat eens vervult was met Gods vrede, is nu de bron van ongerechtigheid. Wie van ons, kan de arglistigheid van het hart omschrijven? ‘Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het; wie zal het kennen? Jer. 17:9.’ Steeds opnieuw komen wij erachter dat het hart van ons en dat van onze naaste arglistig is. ‘Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen, Matth. 15:19.’ Terwijl God dit hart kent en wist dat er niemand was die naar Hem zocht, daalde Hijzelf vanuit de hemel, in de Persoon van Jezus, om deze arglistige mensen te redden. Hij zond Zijn Geest om te overtuigen van zonde, gerechtigheid en van oordeel. Het is de zonde van ongeloof dat ons scheidt van God. (Joh. 16:9).

Laten wij met David roepen: ‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten, Ps. 139:23.’ Zie in de spiegel van Gods Woord en ontdek dat het niet best is met de mens die nog leeft zonder verzoend te zijn met God. Bedenk toch dat uw zonden scheiding maken tussen God en uw ziel. Nu leeft u misschien in een tijd van voorspoed, het geluk lijkt u toe te lachen. Bedenk dat er straks een moment komt dat u alles los moet laten. Alles waar u nu uw hart op zet, zal straks verbranden. Hoe zal het dan met u zijn als u oog in oog staat met God, uw Schepper? Als Hij u vraagt: “Wat heeft u met het leven gedaan dat Ik u gaf?” Moet u dan bekennen dat u uw eigen leven geleefd hebt, ondanks dat u misschien godsdienstig was maar ten diepste nooit hebt gehoorzaamd aan de wil van God? Hoe verschrikkelijk zal dat zijn, als ineens de hand op de mond moet omdat u inziet dat er tegen deze God en Zijn alwetendheid, niets in te brengen is. Elke zonde zal Hij aan het licht brengen. ‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad, 2 Kor. 5:10.’ Uw boze hart, uw ongehoorzaamheid aan ouders, leerkrachten overheid en wie al niet meer. Uw begeerten naar datgene wat u niet toekwam. Uw kwaadspreken over uw naasten. De momenten dat u iemand kon helpen maar dacht aan uzelf en niet aan de ander. Hoe verschrikkelijk zal het zijn om tot de conclusie te moeten komen dat God u door vele roepstemmen heeft willen trekken tot Zijn liefde. Hoe vreselijke zal het zijn als u ziet dat u het bloed van Jezus onrein geachte hebt, door het te verwerpen als het enige middel tot uw zaligheid. O kom toch tot inzicht, dat, al zouden wij nooit één zonde gedaan hebben, altijd goed zijn geweest voor onze naasten maar nooit hebben geloofd en gerust op het offer van Christus waardoor wij niet in gemeenschap hebben geleefd met onze Vader in de hemel, dan zullen wij voor eeuwig verloren gaan. Er is geen mens zonder zonde. Daarom vrienden, bekeert u tot God, belijd uw zonden, zie dan op Jezus, Hij kwam om te zoeken dat wat verloren is.

Misschien vraagt u uzelf af, hoe kan ik nu zeker weten of ik gered bent? Laten wij bedenken dat God met iedere zondaar een persoonlijke weg gaat. Er is geen universele bekeringsweg. De ene zondaar krijgt een veel diepere overtuiging van zijn zondige hart dan de ander. De één komt tot een plotselinge bekering en gelooft met heel het hart in Gods genade, waardoor in vrede geleefd wordt. De ander gaat een lange moeizame weg, van worstelen met zonde en ongeloof. De één heeft heldere en diepe inzichten in het Woord, terwijl de ander nog gevangen zit in verschillende verstikkende denkkaders. Toch is er één ding bij allen gelijk. Zij hebben Jezus lief en kunnen buiten Hem niet meer leven. Daarom is het zo van levensbelang dat de Naam van Jezus gepreekt wordt, want alleen in die Naam worden zondaars gered. ‘En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder den hemel geen andere naam, die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden, Hand. 4:12.’ Daarom is een ieder die iets anders preekt dan het behoud in Christus alleen, een vervloekte (Gal. 2:8,9). Allen die Hem hebben lief gekregen, weten dat alleen in Zijn bloed de vergeving van zonde te vinden is. Zij kennen de strijd tussen vlees en geest, het heilig willen leven voor God en het vlees wat maar niet gehoorzamen wil. Door die weg gaan zij steeds meer inzien hoe groot Gods genade is. In Zijn nabijheid te zijn, dat is wat zij willen. Vrienden, sommigen van u hebben de Heere Jezus vanaf de jonge jaren lief. Wat een voorrecht! U kent geen moment van radicale bekering, u kwam langzaam maar zeker tot steeds diepere inzichten in de Schrift. Hoe kunt u nu weten of u wel echt gered bent? Vervult Jezus uw hele leven? Is uw oog op Hem gericht en verlangt u naar Zijn komst? Dan weet u ook wat het is om uzelf steeds opnieuw tot God te bekeren in de weg van het afkeren van de zonden. We beleven vandaag een tijd van ontzettend veel verwarring ook op godsdienstig terrein. Velen zitten gevangen in het ongeloof, anderen roemen in een geloof, zonder dat er vruchten van het geloof zijn. Of wij nu ongelovig zijn of zogenaamd gelovig, als ons hart niet brandt van liefde tot God en Zijn Woord, dan is alles een leugen. Kunt u een moment aanwijzen dat u tot bekering kwam? Prijs de Heere, uw leven is totaal verandert, u leeft nu nog steeds in een weg van afkeren van de zonden en een aanhankelijk, afhankelijk leven met God. U zoekt het heil van de anderen om u heen. U kunt het niet aanzien hoe anderen verloren gaan terwijl zij zich dompelen in de onzin van de wereld. O, geve God ons ernst, oprechtheid en een diepe overtuiging van Gods heiligheid, rechtvaardigheid en barmhartigheid, om zo te roemen in Zijn liefde.

Nadat de Heere Jezus voor de derde keer aan zijn discipelen vertelt heeft dat Hij moet lijden en gaat sterven, zien wij Hem wandelen bij de stad Jericho. Velen hebben ondertussen gehoord van deze Jezus. Het is al zo’n drie jaar geleden dat Hij gedoopt werd in de Jordaan en dat Zijn prediking begon. Jezus, een veel besproken Persoon, de één wilde niets van Hem weten, de ander wilde meer van Hem weten en weer een ander wilde met Hem leven. Hij werd de overste van de duivelen genoemd, een vraat en wijnzuiper, een vriend van tollenaren en zondaren. Velen waren door Hem genezen en velen mochten roemen in Zijn genade door de vrede die hun hart vervulde nadat Zij in Hem geloofd hadden. Zij geloofden dat deze Jezus, de lang beloofde Messias, de Zoon van God was. In Hem vonden zij door genade het leven.

Daar aan de weg zit een bedelende, blinde man, hij vraagt aan de mensen om hem heen, wat er toch aan de hand is. Vanwaar al die drukte? Hij hoort dat Jezus de Nazarener voorbijging. Zijn hart springt op van vreugde. Als Jezus daar is, dan is er hoop, Hij alleen kan mij redden, Hij kan mijn ogen openen. Hij roept: “Jezus, Gij zone Davids, ontferm U mijner!” De mensen bestraffen hem en willen dat hij zwijgt. O Nee, zijn hart is ervan overtuigt, deze Jezus is de Messias, de Zoon van David. Wie kan hem tegenhouden in Zijn verlangen naar deze Jezus? Nog harder, nog aanhoudender roept Hij: “Zone Davids, ontferm U mijner!” Wat een geloof zien we in deze roep.

Jezus staat stil en beveelt dat de man bij Hem gebracht wordt. Wat een les voor de omstanders, zij verhinderde een zondaar in het komen tot Christus, nu werden zij gebruikt om de zondaar te brengen aan de voeten van Jezus. Jezus vraagt aan de blinde man: “Wat wilt gij dat Ik u doen zal?” Zou Jezus dat dan niet begrepen hebben? Weet God dan niet wat wij nodig hebben? Jawel, toch wil Hij horen wat er in ons hart leeft. Dan klinkt het verlangend uit de mond van de blinde: “Heere, dat ik ziende mag worden.” Hoor, daar klinkt de stem van de Schepper van hemel en aarde, Hij bij wie alle macht is: “Word ziende; uw geloof heeft u behouden.” Lieve vrienden, is er voor deze Jezus iets te wonderlijk? Wij kunnen u niet dwingen om te geloven, zie slechts op Hem en u zult geloven. Hij alleen kan u redden, Hij is gegaan de weg van kribbe tot kruis, om zondaren die reddeloos verloren liggen op te rapen, te reinigen, te heiligen en volkomen rechtvaardig, te verzoenen met God de Vader. Roep tot Hem en Hij zal de blinde ogen van uw hart openen, dan zult u Zijn heerlijkheid zien en zult u niets anders willen dan Hem te volgen. In die weg gaat u meer en meer ontdekken wie uzelf bent en dat zal u onlosmakelijk aan Hem verbinden. Zo volgde de, eens blinde man, Jezus en verheerlijkte God. Kom, zouden wij Hem niet alle eer brengen?

We zien Jezus lopend door de straten van Jericho. Zacheüs de baas van de tollenaren is ook op straat, Hij wil Jezus zien. Het is druk op straat en omdat hij zo klein is maakt hij geen kans om de Heere Jezus te zien te krijgen. Hij loopt vooruit en klimt in een wilde vijgenboom. Zijn positie als oppertollenaar en zijn rijkdom, verhinderen hem niet om als een kleine jongen in de boom te klimmen. Waardoor wordt deze man gedreven? Zijn positie heeft hem tot een gehaat persoon gemaakt. Geld en goed was voor hem belangrijker dan een goede relatie met de mensen om hem heen. Zijn volk moest belasting afdragen aan de tollenaren en vaak vroegen zij te veel waardoor zij zichzelf gehaat maakten. Waarom wil Zacheüs Jezus zien? Heeft hij de leegheid van zijn bestaan ingezien, heeft hij ontdekt dat het alles geen ware vreugde geeft? Dwars door deze weg heen, trekt God deze kleine Zacheüs tot Zichzelf, door Hem te brengen bij Jezus. Maar zal Zacheüs Jezus dan roepen vanuit de boom? Nee, ik geloof dat Zacheüs daar zat met het zelfde hart als de tollenaar in de tempel, die riep: “O God, wees mij zondaar genadig.” Hij was het niet waard, maar iets was er dat hem trok en dat iets was God Zelf. Jezus kijkt omhoog en zegt: “Zacheüs, haast u en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.” Jezus gaat niet met een boog om deze man heen, hij veroordeelt hem niet om zijn verleden maar toont hem Zijn liefde. Zacheüs haast zich uit de boom en ontvangt Jezus met blijdschap. Waarom die blijdschap? Het is omdat Hij verloren was en nu gevonden is. Alle mensen die het zagen, begonnen te mopperen en klaagden over Jezus omdat Hij bij zo’n zondaar naar binnenging. Maar dat was nu juist het doel van Jezus komst naar deze aarde. Zondaren redden, verlorenen terugbrengen tot het Vaderhart. We zien Zacheüs staan en horen de vruchten van de Geest openbaar komen. “Zie, de helft van mijn goederen, Heere geef ik den armen; en indien ik iets door bedrog ontvreemd heb, dat geef ik vierdubbel weder.” Zacheüs een Joodse man, bekend met de Goddelijke wetten uit de Thora, toont hier zijn bekering door zijn werken. Hij is gehoorzaam geworden aan God, die God die Hem opzocht en in Wie hij nu zijn vrede gevonden heeft. De Heer Jezus zegt: “Heden is deze huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is.” Nu niet alleen een zoon van Abraham vanwege zijn afkomst maar nu een zoon van Abraham, door het geloof in Jezus, de zone Davids.

Is deze Jezus ook uw Zaligmaker? Zoek dan de verloren zielen en maak hen bekend met deze Jezus, opdat zij het leven vinden in Hem, Die alleen het Leven is. Kent u Hem nog niet? Bedenk dan dat Hij vandaag nog langs komt, morgen is het misschien te laat. U hebt Hem nodig, sla toch één blik bij uzelf naar binnen en roep dan Jezus aan. Hij zal uw geestelijk, blinde ogen openen. Vlucht niet weg vanwege uw zonden, zoek Hem te zien, Hij zal u vinden. ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was, Luk. 19:10.’ Amen.

Neem de wereld, geef mij Jezus,

wereld-vreugd’ gaat ras voorbij,

maar de liefde van mijn Heiland

blijft voor eeuwig rijk en vrij.

O, de hoogte, lengte, diepte

van zijn liefde, zonder peil,

o, de volheid van verlossing,

onderpand van ’t eeuwig heil.

Neem de wereld, geef mij Jezus,

want zijn troost is zalig, zoet;

Hij bewaart mij, geeft mij vrede;

dit is ’t, wat mij juichen doet.

O, de hoogte, lengte, diepte

van zijn liefde, zonder peil,

o, de volheid van verlossing,

onderpand van ’t eeuwig heil.

Neem de wereld, geef mij Jezus,

want in Hem heb ‘k eeuwig licht.

En op ’s levens weg met Jezus,

blijft geen duisternis in ’t zicht.

O, de hoogte, lengte, diepte

van zijn liefde, zonder peil,

o, de volheid van verlossing,

onderpand van ’t eeuwig heil.

Neem de wereld, geef mij Jezus,

‘k weet, Hij stierf voor mij aan ’t kruis,

‘k dank Hem hier en ook voor eeuwig,

als ‘k Hem zie in ’t Vaderhuis.

O, de hoogte, lengte, diepte

van zijn liefde, zonder peil,

o, de volheid van verlossing,

onderpand van ’t eeuwig heil.


Wilco Vos Veenendaal 27-01-2015