Kan iedereen zalig worden?
‘En Hij is een Verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld, 1 Joh. 2:2.’
Een vraag die veel mensen bezig houd is de vraag of iedereen zalig kan worden. Hebben wij een vrije wil, is onze zaligheid afhankelijk van Gods genade alleen of is het Gods genade en onze keuze? Wie had er nu gelijk, Gomarus of Arminius? Is die leer nu arminiaans of calvinistisch? Arminianen zijn toch dwaalleraren? Wat leren arminianen eigenlijk? Hoe zat het ook al weer met de predestinatie?
‘In dienzelven tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard, Matth. 11:25.’ Al deze vragen kunnen uw zaligheid in de weg staan. Misschien bent u wel een echte strijder voor uw eigen waarheid. Maar wat is nu eigenlijk waarheid? Heeft God mensen uitgekozen om behouden te worden en tegelijk besloten dat die anderen verloren moeten gaan? Zo ja, wat heeft uw bidden en kerkgaan dan voor zin? Gelooft u dat u zelf moet kiezen voor Jezus en dat u zalig bent omdat u eens voor Hem gekozen hebt? Bent u er dan nog nooit achter gekomen dat uw zondige hart tegen God ingaat? Gomarus leerde dat genade voor honderd procent bij God vandaan kwam, God verkiest naar Zijn soevereine welbehagen. Veel van zijn aanhangers zijn tot op de dag van vandaag gevallen in de strikken van lijdelijkheid, je kunt er niets aan doen, het moet je gegeven worden. Arminius leerde dat God die mensen uitverkoren heeft van wie Hij voorzien had dat zij zouden gaan geloven. Zijn aanhangers zijn in de strikken van eigenwerk gevallen. De mens heeft een vrije wil en moet kiezen voor God anders gaat hij verloren, zo menen zij. We zien hoe gevaarlijk menselijke redeneringen zijn. Onze menselijke raamwerken halen de kracht uit Gods Woord. We zien lijdelijke hypercalvinisten en actieve arminianen bij de een is de Bijbelse leer ontkracht en is er geen aanbod van genade, bij de andere wordt Jezus opgedrongen en ben je verplicht Hem aan te nemen.
Zoals in veel discussies die in de loop van de tijd zijn ontstaan, zien we dat er iedere keer weer een neiging ontstaat om Bijbelse waarheden uit het verband te rukken en bepaalde dogma’s uit te vergroten. Zo wordt de mens verblind. De arminiaan en de calvinist lezen de Bijbel niet ontvankelijk maar door een bril die zij zich hebben laten aanmeten door menselijke redeneringen. Dat is de reden waarom de kerken zo uitgehold zijn en er geen twee mensen meer samen kunnen gaan. Het middelpunt van onze prediking dient de Heere Jezus Christus, de Zoon van God te zijn. Hij is door de Vader geschonken om goddeloze zondaren te verlossen van de zonde en hen het eeuwige leven te geven. We hoeven niet geleerd te zijn om Hem te leren kennen.
Lieve vrienden, de tollenaar stond met lege handen achter in de tempel en riep het uit: “O God, wees mij zondaar genadig.” Had hij iets te kiezen? Waar was zijn vrije wil? Nee, deze tollenaar had ingezien dat hij om eigen zonden voor eeuwig verloren moest gaan en zocht zijn toevlucht tot de Heere God. Hij wist dat alleen genade hem nog redden kon. Als we zo de hele bijbel doorgaan, dan moeten wij tot de conclusie komen dat er van de mens niets te verwachten is, die zogenaamde vrije wil die wij mensen bezitten, kiest altijd voor onszelf en tegen God. Als Gods Heilige Geest in ons leven komt en ons gaat overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel en wij gaan inzien wie wij werkelijk zijn, dan gaan wij uitroepen: “O God wees mij zondaar genadig.” Dat is het werk van Gods Heilige Geest en niet van ons. ‘Zo is het dan niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods, Rom. 9:16.’ Wij mensen hebben gekozen tegen God en dat is de reden van alle ellende in deze wereld. Wij zijn liefhebbers van onszelf en wat een genade dat God uit zulke mensen, mensen wil verkiezen die Hij aanneemt tot Zijn kinderen. ‘Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil, Efeze 1:5.’ Of wij mensen het nu willen aanvaarden of niet, God zoekt zondaren op en red hen. ‘Als nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden zovelen als er geordineerd waren tot het eeuwige leven, Hand. 13:48.’
Als we eerlijk de Bijbel lezen dan kunnen we niet anders dan concluderen dat genade honderd procent genade is. Als er iets van ons bij moet, dan zou het geen genade meer zijn. Maar hoor ik iemand roepen: “Wat moet ik dan doen om zalig te worden?” Dit riep de stokbewaarder ook uit de benauwdheid van zijn hart en Paulus en Silas antwoorden hem: ‘Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, Hand. 16:31.’
Paulus en Silas hebben niet gezegd, je moet de tien geboden gaan houden, je moet je tienden geven, je moet andere kleren aan trekken of wat dan ook. Zij zeiden eenvoudig: ‘Geloof in den Heere Jezus Christus.’ Jezus Christus is gekomen om zondaren als de stokbewaarder, hoeren en tollenaren te verlossen van de zonden waarin zij verstrikt zaten. Dat wist Paulus uit ervaring, hij had het volk van God vervolgt en dacht daar een goed werk mee te doen. Hij was een vrome farizeeër en leefde volgens de wetten, maar in zijn hart was hij vijand van genade. Maar door een Goddelijke hand werd hij geveld en in die benauwdheid riep hij uit: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Hand. 9:6’ Paulus moest leren dat hij met al zijn eigen werken een vijand van God was. Om zo door genade en kind van God te worden. Wat moest hij en de stokbewaarder dan doen? Geloven en geloven is niets anders dan vertrouwen dat Jezus Christus voor al mijn zonden heeft willen lijden en sterven aan het kruis van Golgotha. Dat Hij is gestorven en begraven maar ook weer is opgestaan om op te varen naar de hemel vanwaar Hij komt om Zijn kinderen tot Zich te nemen en de wereld te veroordelen. Als we dat geloven dan weten wij ook dat wij gezondigd hebben en dat wij met onze vrije wil gekozen hebben voor de duivel maar ook dat God in Zijn oneindige liefde ons heeft opgezocht en getrokken heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. Is er dan niets van ons bij? Kind van God, zegt u het maar. Vraag het aan de tollenaar, vraag het aan de stokbewaarder, vraag het aan de moordenaar aan het kruis of aan Paulus, zij zullen uitroepen: ‘Het is door U door U alleen om het eeuwig welbehagen.
Psalm 89:8
Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht;
Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht;
Wij steken ’t hoofd omhoog, en zullen d’ eerkroon dragen
Door U, door U alleen, om ’t eeuwig welbehagen;
Want God is ons ten schild in ’t strijdperk van dit leven,
En onze Koning is van Isrels God gegeven.
O dat heerlijke welbehagen, God zoekt zondaren en wil hen behouden. Daartoe zond Hij Zijn Zoon. Zondaar, wie u ook bent, u hoeft niet te twijfelen aan Gods genade, kom, hef het hoofd omhoog en zoek het daar waar het te vinden is. Zie af van uzelf en neem de toevlucht tot Hem die gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. Jezus is Zijn Naam. Maak u niet druk om de uitverkiezing, laat de duivel u niet wijsmaken dat het voor u niet mogelijk is. Hij zal u influisteren dat u te veel, te lang of te groot gezondigd hebt. Maar het bloed van Jezus Christus Gods Zoon is gestort en allen die daarin hun behoud zoeken, zullen behouden worden. Bekeert u dan van uw zonden en gelooft de liefelijke Evangelieboodschap.
De eis van bekering komt tot allen van ons. In het Oude testament heeft deze oproep vaak geklonken en toen Johannes de Doper zijn stem verhief was dat de boodschap die klonk. Ook de Heere Jezus Zelf bracht geen andere boodschap dan dat wij ons moeten bekeren en geloven in het Evangelie. Het één is onlosmakelijk verbonden aan het ander. Zonder bekering geen geloof en zonder geloof geen bekering. We horen vaak de opmerking, je mag komen zoals je bent en dat is waar maar helaas, hoe velen horen we niet belijden dat zij zijn gekomen en zij zijn nog dezelfde gebleven. ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage, Joh. 6:44.’ Als zij komen, die door de Vader getrokken zijn, dan verandert hun leven. Als zij getrokken worden tot het kruis van Golgotha dan mogen zij daar aan de voet van het kruis hun schuld en zonden verwisselen voor de gerechtigheid en de heiligheid van Christus. Dan worden zij wederomgeboren en vangt er een nieuw leven aan. ‘Het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden, 2 Kor. 5:17b.’
De Bijbel spreekt altijd met twee woorden en daarom is het voor ons mensen onmogelijk om er een systeem van te maken, wat een ellende hebben alle menselijke systemen ons gebracht. Wet en Evangelie komt tot de zondaar. De wet laat zien dat wij gezondigd hebben en door die zonde de dood en de hel verdiend hebben pas dan als de zondaar dit inziet is er ruimte voor het Evangelie. En daarom lieve vrienden, spreek ik in mijn overdenkingen zo vaak over schuld en zonde, als u niet inziet dat u gezondigd hebt dan heeft u niets aan de Evangelie boodschap. Het Evangelie is zo zoet voor zondaren die hebben moeten inzien dat zij met al hun doen en laten God voor de voeten hebben gelopen. Wat een verschrikking om te moeten inzien dat onze zonden scheiding maken tussen God en ons en dat we rechtvaardig de hel verdiend hebben. Als dan tot u die blijde boodschap komt dat de Heere Jezus is gekomen om u te verlossen van al uw zonden, dan kan het niet anders of u roept het uit: “Geef mij Jezus of ik sterf.” O wat een zoetheid in die heerlijke Naam. ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’
Kent u die Jezus nog niet? Die Jezus die gekomen is om schuldige zondaren te redden? O haast u dan en spoed u om uws levens wil, vandaag is het nog de dag van genade, wie weet bent u morgen reeds gestorven. Maar roept u misschien uit, ik weet niet of ik wel verkoren bent? Ach leg deze duivelse gedachte naast u neer, is het u werkelijk om God te doen, verlangt u naar Hem en naar de zalige rust in het volbrachte werk van onze Heiland? Hoor dan wat de Bijbel, de liefdevolle brief van God, ons voorhoud: ‘De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen, 2 Petr. 3:9.’ Ja Hij zond Zijn Zoon en in Hem is alleen de Zaligheid te vinden. Hoe we deze tekst ook lezen, u hoeft niet verloren te gaan omdat de zaligheid u niet is aangeboden. God wil niet dat enige verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. O bekeert u dan en zoek het leven in Jezus.
Misschien roept u het uit met psalm 42.
‘t Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER’;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad’ren voor Uw ogen;
In Uw huis Uw Naam verhogen?
U wordt uitgenodigd om te komen: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom. En die het hoort, zegge: Kom. En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet, Openb. 22:17.’ Dat verlangen dat in uw hart leeft is het verlangen dat God Zelf in u hart heeft gewerkt. ‘Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, Filip. 2:13.’ Verblijd u dan in dat welbehagen, laat God uw God zijn en hoor naar de indringende woorden van Paulus: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen, 2 Kor. 5:20.’ In Hem en Hem alleen is uw zaligheid.
Lieve broeders en zusters, wat een heerlijk welbehagen, God heeft ons verlost! Genade, vrije genade is het geheim van ons leven. Wij werden geboren in zonden en leefden in de zonden, wat een voorrecht dat Gods Woord in ons leven is gekomen. Wat een wonder dat de Heilige Geest door dat Woord in onze levens heeft willen werken zodat wij als schuldverslagen zondaren ons heil hebben gezocht bij Hem, Die ons heeft uitverkoren van voor de grondlegging der wereld. In Hem en Hem alleen is onze roem, onze verwachting en onze toekomst. Hij heeft ons Gode gekocht met Zijn dierbaar bloed. Hem, zij de glorie van nu tot in alle eeuwigheid. Amen, Halleluja, prijst den Heere.