Volg ons op YouTube

Leer ons alzo onze dagen tellen

‘Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen, Ps. 90:12.’

Terwijl ik in mijn Bijbel aan het lezen was en van de Heere een boodschap verlangde om door te geven, werd ik gebeld. Een jonge broeder was afgelopen nacht door een ongeval om het leven gekomen. Wat een grote slag, wat een diepe pijn en wat een onbeschrijfelijk verdriet voor hen die hun geliefde op deze wijze moeten verliezen. Zijn plaats is niet meer hier. Een week geleden spraken we samen over het wondere werk van genade dat de Heere in onze levens heeft gewerkt. Hoe Hij in Zijn genade zondaren opzoekt, hen wast en reinigt van alle zonden. Het was het verlangen van deze jonge man om de wereld bekent te maken met de Boodschap van redding en genade. Zijn leven is een getuigenis geweest. Nu mag hij rusten en ingaan in de heerlijkheid die God voor Hem bereid heeft. Nu geen ongeloof, geen aanvechting, geen zonden en verdriet meer, nu heeft hij door genade, de strijd verwisseld voor de eeuwige heerlijkheid. Wat een rijke troost voor hen die achterblijven in dit onbeschrijfelijke verdriet.

Lieve vrienden, als vandaag uw tijd gekomen is, hoe is het dan met u? Als u vandaag sterft en voor God verschijnt, is het dan wel met uw ziel? Het kan zo onverwachts. De meeste jonge, maar ook oudere mensen die ik ontmoet, denken niet na over de werkelijkheid van het uur van sterven. De mens stelt het uur van zijn dood ver weg. We stappen op de fiets of in in de auto en gaan er van uit dat we aankomen op de plek van onze bestemming. Dan, ineens is daar onze eeuwige bestemming. Wat een vreugde voor hen die daar naar uitzagen. Wat een rampzalige werkelijkheid voor allen die niet leefden in een relatie met God, Die Zich hier in de tijd als Redder openbaarde maar dan als Rechter wordt ontmoet.

Wij allen mogen het gebed van Mozes wel bidden: ‘Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen, Ps. 90:1,2.’ Onze dagen zijn maar weinig. De Bijbel leert dat onze dagen een damp zijn en onze oude mensen moeten het beamen. Moeten wij allen niet toegeven dat de tijd vliegt? Wat is het dan dwaas om deze weinige dagen door te brengen in nutteloze tijdbestedingen. Laten wij de dagen zorgvuldig tellen, dat betekent dat wij beseffen dat er maar weinig dagen zijn en dat wij straks rekenschap moeten afleggen over dat wat wij met deze dagen gedaan hebben. Laten wij de Heere zoeken, Hem vrezen en de tijd die wij van Hem krijgen, invullen zoals Hij dat wil.

‘De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid; Ps. 111:10a.’ De Heere te vrezen, dat is Hem liefhebben en de zonde haten. Dat is het voortdurende verlangen om in Zijn nabijheid te leven. Iedere zonde veroorzaakt een breuk in de gemeenschapsrelatie met onze Hemelse Vader. Daarom haten wij de zonde en zijn opmerkzaam op de listen van de boze om ons in zijn netten te vangen. Het Woord van God is het kompas op onze levensweg, dat willen wij gehoorzamen en in die weg bemerken wij Gods rijke zegen in voor en tegenspoed, in vreugde en verdriet, in tijden van vrijheid en van vervolging.

Lieve vrienden, is de Heere Jezus ook uw Zaligmaker? Is Gods onuitsprekelijke liefde, geopenbaard in het offer van Zijn Zoon, de bron van uw vreugde? Prijst de Heere met heel uw hart en volg gehoorzaam Zijn stem. Ook al gaat de weg soms door diepe dalen, van pijn en groot verdriet, Zijn stok en Zijn staf die vertroosten. Hij weet, als de goede Herder, wat Zijn schapen nodig hebben. Hij heeft in liefde Zijn leven afgelegd, opdat wij zouden leven. ‘Ik ben de goede Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen, Joh. 10:11.’

Hij is het Die ons toeroept: ‘Ontwaakt, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Ziet dan hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, Den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn, Ef. 5:14-16.’ God de Vader zond Zijn Zoon naar deze door de zonde vervloekte aarde. Een aarde waarop de dood heerst. Te midden van die doden zien wij Jezus wandelen en Hij roept: ‘Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de doden.’ Tot u en mij komt Gods stem, wij die van nature dood zijn in zonden en misdaden en machteloos zijn om onszelf enig geestelijk leven te geven. Zijn stem is een stem vol macht en majesteit. Hoor Zijn belofte: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt, en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven, Joh. 5:25.’ Lazarus was dood, zijn lichaam was al overgegaan tot ontbinding, maar daar klonk de stem van Jezus: ‘Lazarus kom uit’ en de dood kon Lazarus niet langer vasthouden. Vandaag klinkt nog diezelfde stem in het Evangeliewoord.

Het Evangelie roept dode zondaren, zich te bekeren en te geloven. Zij die niet willen of zich beroepen op hun onmacht en menen deze stem ongehoorzaam te moeten blijven, zullen dood blijven om straks voor eeuwig verloren te moeten gaan. Zij die de stem van God verstaan en zichzelf aan Hem uitleveren vinden het leven. Ja het leven in het sterven van Christus. Hij riep het uit: ‘Het is volbracht.’ Nu eist God van de zondaar niets anders dan gehoorzaamheid aan Zijn stem. Kom, waakt op, richt uw oog op God, ontdek Zijn liefde Die geopenbaard is in Zijn Zoon en verwoord in de Bijbel. Gelooft Zijn heil en troostrijk Woord, “verhardt u niet, neemt Zijn gena ootmoedig aan” dan zult u leven.

‘Die in den Zone Gods gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis die God getuigd heeft van Zijn Zoon. En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon. Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zone Gods niet heeft, die heeft het leven niet, 1 Joh. 5:10-12.’ Wat een wonder van genade als wij mogen getuigen van het werk van God in onze harten. Niet wij, maar Hij zocht ons op. Hij trok ons, om ons te wassen en te reinigen in het alles reinigende bloed van het Lam. Hoe heerlijk is Zijn Naam. Christus Jezus, onze Zaligmaker, Verlosser, Middelaar en Koning van ons leven. Dan roepen wij het uit met Ethan: ‘Ik zal de goedertierenheden des HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekendmaken van geslacht tot geslacht, Ps. 89:2.’ Nu geen angst meer voor de dood, geen bevreesdheid voor het oordeel, want Christus heeft ons oordeel gedragen. In Hem zijn wij meer dan overwinnaars en zien we uit naar het moment om voor altijd bij Hem te zijn. Te midden van het verdriet, staar ik mijn broeder na. “O Heere wanneer, komt die dag dat ook ik bij U zijn mag?” ‘Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin, Filip. 1:21.’

Nu jaagt de dood geen angst meer aan,

want alles, alles is voldaan.

Die in ‘t geloof op Jezus ziet,

die vreest voor dood en helle niet.

‘Want hetzij dat wij leven, wij leven den Heere; hetzij dat wij sterven, wij sterven den Heere. Hetzij dan dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des Heeren, Rom. 14:8.’ Wat een genade om dit te mogen zeggen. “Heere, zegen deze eenvoudige woorden. Dat wij allen komen tot de belijdenis van onze zonden en het gelovig omhelzen van Uw geliefde Zoon, om van nu voortaan alleen nog maar te leven tot roem van uw genade. Amen.”

Wilco Vos Veenendaal 18-11-2014