Volg ons op YouTube

Leven bij het Woord van God

‘En Hij verootmoedigde u, en liet u hongeren, en spijsde u met het Man, dat gij niet kendet, noch uw vaderen gekend hadden; opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat, Deutr. 8:3.’

Het leven uit God is een overvloedig leven. Het is een geborgen leven, een zeker leven en een hoopvol leven. Het leven in en uit God is het enige leven dat ons dwars door de dood naar de eeuwige heerlijkheid leid. Duizenden hebben de inhoud van deze woorden ervaren in hun leven en in hun sterven. De mens leeft niet van brood alleen maar bij het Woord van God. Zelfs al zouden wij moeten sterven onder de handen van onze beulen, er is hoop want Jezus onze Verlosser leeft. Het volk Israël heeft in de woestijn honger moeten lijden om de heerlijkheid van het Manna te kunnen waarderen. En zo is er een volk op deze aarde dat honger gaat krijgen naar God en in Christus de vervulling van alle behoeften leert kennen. Dat leven is een leven dat alleen “het leven” mag heten, want buiten Christus is er geen leven maar een eeuwige dood.

De vorige keer hebben wij stilgestaan bij de verschrikkelijke geschiedenis van Achan. Achan moest sterven omdat hij ongehoorzaam aan het woord van God was. Het volk Israël had nog maar net de geweldige overwinning behaald op de grote stad Jericho of zij moesten vluchten voor het leger van Ai. Ai sloeg zes en dertig soldaten van Israël dood omdat de Heere vertoornd was op Zijn volk. Het volk had gezondigd. Achan had genomen van de buit, terwijl God dit verboden had. Als wij deze geschiedenis op ons laten inwerken, dan kan het gebeuren dat ons boze opstandige hart het niet eens is met God. Jericho valt in puin, de mensen worden gedood, het goud en zilver is voor God en de rest wordt verbrand. Daarna wordt Ai ingenomen, de mensen gedood en de buit mag dit keer wel geroofd worden, terwijl Achan moest sterven omdat hij iets van Jericho had genomen. Velen zeggen nu met Marcion, een vroege kerkvader, dat de God van het Oude Testament een wrede God was.

Het is zo belangrijk dat wij niet oordelen naar ons gevoel maar naar Gods Woord. Waarom werden deze volkeren gedood en bleef Israël in leven? Was Israël zo’n lief volk? Nee, in Psalm 95 lezen wij: ‘Veertig jaren heb Ik verdriet gehad aan dit geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk, dwalende van hart, en zij kennen Mijn wegen niet.’ Het oordeel van de Heere is een waar oordeel dat geen mens kan en mag tegenspreken. Hij zegt over Zijn eigen volk: ‘Weet dan, dat u de HEERE, uw God, niet om uw gerechtigheid, ditzelve goede land geeft, om dat te erven; want gij zijt een hardnekkig volk. Gedenk, vergeet niet, dat gij den HEERE, uw God, in de woestijn, zeer vertoornd hebt; van dien dag af, dat gij uit Egypteland uitgegaan zijt, totdat gij kwaamt aan deze plaats, zijt gijlieden wederspannig geweest tegen den HEERE, Deutr. 9:6,7.’ Zien we hier in deze woorden niet de liefde van God schitteren? God had een belofte gedaan aan Abraham, Izak en Jakob en Hij Zelf zou zorg dragen voor de vervulling van Zijn belofte. Hij heeft een volk uitverkoren om hen lief te hebben en ondanks hun hardnekkigheid, Zijn Woord waar te maken. Maar waarom moesten dan al de omringende volkeren gedood worden? Niet om iets in het volk Israël maar omdat zij goddeloze volkeren waren.

‘Niet om uw gerechtigheid, noch om de oprechtheid uws harten, komt gij er henen in, om hun land te erven; maar om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting: en om het woord te bevestigen, dat de HEERE, uw God, aan uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft, Deutr. 8:5.’

Heel het Woord van God, zowel het Oude als het Nieuwe Testament leert ons te gehoorzamen aan God en Zijn Woord. Steeds opnieuw lezen wij over de zegen op gehoorzaamheid en het oordeel op ongehoorzaamheid. Israël heeft in de veertig jaar dat zij in de woestijn geleefd hebben, geleerd dat God een verterend vuur is waar de zondaar voor beeft en sterft zolang zij vasthoud aan de zonde.

Zij moesten leren om niet te roemen in eigen krachten, inzichten of gerechtigheid maar op het Woord Gods alleen. Het volk werd beproeft en moest waken om niet te vallen voor de verleiding. De Heere Jezus, de Zoon van God, God en Mens in één persoon heeft ook deze strijd gestreden en Hij behaalde de overwinning, opdat wij in Zijn overwinning zouden staan en leven. Jezus is veertig dagen in de woestijn geweest zonder eten en drinken en dan komt satan en spoort Hem aan om van stenen brood te maken. ‘En Jezus antwoordde hem, zeggende: Er is geschreven, dat de mens bij brood alleen niet zal leven, maar bij alle woord Gods, Luk. 4:4.’ Niet te zwichten voor de verleidingen van de boze, niet toe te geven aan de gevoelens van ons vlees maar te luisteren naar het Woord van God. Dat is gehoorzaamheid die alleen aangenaam is voor God. God kan niet leven met de zonde en met de zondaar die leeft in de zonde. Daarom moesten de goddeloze volkeren sterven en tegelijk was hun dood een waarschuwing voor Israël en voor allen die vandaag leven.

‘Wacht u, dat gij den HEERE, uw God, niet vergeet, dat gij niet zoudt houden Zijn geboden, en Zijn rechten, en Zijn inzettingen, die ik u heden gebiede, Deutr. 8:11.’ Hier is geen ruimte voor een eigen invulling of interpretatie. God gebied gehoorzaamheid en waarschuwt hen dat zij niet zullen vergeten wat Hij hen geboden heeft. Uitvoerig waarschuwt de Heere in de volgende verzen van dit hoofdstuk dat zij niet moeten gaan roemen in eigen krachten. Straks als zij in het beloofde land zullen zijn ingegaan en genieten van de overvloeiende zegeningen van de Heere, is het gevaar groot dat zij de Heere zullen vergeten en zullen zeggen: ‘Mijn kracht en de sterkte mijner hand heeft mij dit vermogen verkregen, Deutr. 8:17.’ Hoe vaak zien wij dit niet in ons eigen leven? Wij werken hard en wij verdienen dit en dat. Terwijl het God is Die ons de kracht, het vermogen en Zijn zegen geeft. ‘Maar gij zult gedenken den HEERE, uw God, dat Hij het is, die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij Zijn verbond bevestige, dat Hij aan uw vaderen gezworen heeft, gelijk het te dezen dage is, Deutr. 8:18.’ God is een waarmaker van Zijn Woord. Hij schenkt Zijn rijke zegen aan hen die Hem liefhebben en in Zijn wegen wandelen. ‘Maar indien het geschiedt, dat gij den HEERE, uw God, ganselijk vergeet, en andere goden navolgt, en hen dient, en u voor dezelve buigt, zo betuig ik heden tegen u, dat gij voorzeker zult vergaan. Gelijk de heidenen, die de HEERE voor uw aangezicht verdaan heeft, alzo zult gij vergaan, omdat gij de stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn, Deutr. 8:19,20.’

Wat een onderwijs, wat een rijke zegen en wat een ernstige waarschuwing. Als zij de Heere zouden vergeten en voor andere goden buigen, dan zouden zij net zo vergaan als de heiden volken. Hoe kunnen wij in de verdere geschiedenis van het volk Israël zien dat zowel de belofte van zegen als de waarschuwing voor het oordeel, waarheid is geworden.‘Maar geheel Israel heeft Uw wet overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer stem niet gehoorzaamden; daarom is over ons uitgestort die vloek, en die eed, die geschreven is in de wet van Mozes, den knecht Gods, dewijl wij tegen Hem gezondigd hebben, Dan. 9:11.’

Zowel de vijanden van het volk Israël als zijzelf, hebben ervaren dat de God van hemel en aarde niet met Zich laat spotten maar een verterend vuur is. Die God, Die in Zijn goedheid en genade ontfermend is over allen Die Hem vrezen, kan niet anders dan de zonde van ongehoorzaamheid oordelen en straffen hen die zich niet bekeren.

‘Want onze God is een verterend vuur, Hebr. 12:29.’ Onze God, Hij Die zondaren zoekt en zalig maakt is een liefdevolle Vader voor hen die gegeten hebben van het Brood des levens. Tegelijk een verterend vuur voor allen die niet willen eten van dat Brood des levens.

Lieve vrienden, de les die de Bijbel ons leert is tot de dag van vandaag actueel. Het lijkt misschien dat de God van het Oude Testament een andere God is als die van het Nieuwe testament. Niets is minder waar. Wel is er een verschil in openbaring. Het volk Israël leefde bij de schaduwen van dat wat komen zou, wij hebben in Christus de vervulling van de schaduwen. Christus is ons van de Vader geschonken opdat wij in Hem leven zouden. Heeft u in Hem al het leven gevonden? Hebt u in Hem al leren schuilen. Is Hij de Persoon die heel uw leven vult? De wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid, onze honger kan niet gestild worden met dat wat de wereld ons bied. Jezus is het Brood des levens, Hij vervult iedere nood in ons leven. ‘En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten, Joh. 6:35.‘ Door het geloof in Hem, dat is het rusten in Zijn volbrachte werk is de toorn van God voor ons geblust. Geen vuur, geen veroordeling maar een eeuwige vrede die heel het hart en leven vervult. Laten wij ons niet bedriegen, de honger is geen vervulling. Het verlangen naar een Zaligmaker is niet het rusten in de Zaligmaker. Het zoeken naar vrede in onze ziel is niet het leven in vrede. Ja onze God is een verterend vuur voor allen die Jezus niet liefhebben met heel hun hart. Allen die Jezus liefhebben, hebben het Woord lief en willen niet anders dan gehoorzamen aan God en Zijn Woord.

Besef, dat we in een moeilijke tijd leven. Overal klinken geluiden die lijken op de waarheid maar niets anders zijn dan een leugen. Wij kunnen niet God dienen en de wereld. Het is of knielen voor de afgoden en straks verteerd worden of alle afgoden achter ons laten en knielen voor God om in Hem te leven. Ik geloof dat wij een tijd beleven waarin men niet meer weet wat afgoden zijn. Duizenden knielen voor Hollywood, met heel haar filmindustrie. Onze kinderen worden geleerd om het beeld te scheiden van de moraal. In een film is moord en doodslag, seks, drugs en muziek niet hetzelfde als in de werkelijkheid. Hun fantasie wordt gevoed met zaken die tegen Gods Woord ingaan. Kleine kinderen leren in de zogenaamde kinderfilms en de strips die ze lezen, dat begeerte, stelen, overspel, liegen en bedriegen zaken zijn die bij het leven horen. Het is zo belangrijk dat wij als ouders, meesters en juffen, broers en zussen, kerkenraad of wie we ook zijn, onderzoeken waar wij mee bezig zijn en waarmee wij onze kinderen voeden. Voeden wij hen met het Licht der wereld of laten wij hen in de duisternis en voeden wij hen met het zogenaamde licht van lucifer, de duivel. Er is geen onschuld in de zonde, de boze doet zich onschuldig voor om heel het hart in beslag te nemen. Denk aan Achan, het begon voor het oog misschien klein maar het werd zijn dood. Ieder zonde, klein of groot is opstand tegen God. Geven wij onze ziel helemaal aan de Heere of denken wij dat Hij met de helft ook genoegen neemt? Zijn wij gehoorzaam aan Zijn Wet en de blijde Evangelieboodschap of zijn wij ten diepste vijandig? Weet dan dat Zijn wraak ons zal treffen. ‘Met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn, 2 Thess. 1:8.’

Lieve broeders en zusters, u die de Heere Jezus lief hebt gekregen, u bent gestorven aan uzelf en de wereld, de wereld kent u niet omdat zij God niet kent. In deze wereld zult u verdrukking hebben, maar hebt goede moed, Christus heeft de wereld overwonnen. Al kunt u straks niet kopen of verkopen omdat u niet buigt voor de boze. U zult de kracht van Gods Woord ervaren. ‘Opdat Hij u bekend maakte, dat de mens niet alleen van het brood leeft, maar dat de mens leeft van alles, wat uit des HEEREN mond uitgaat, Deutr. 8:3b. God is getrouw, misschien is er voor u en mij geen brood meer te koop, Jezus is ons Brood des levens en In Hem zijn wij geborgen voor tijd en eeuwigheid. Glorie voor Zijn grote Naam. Amen.

Wie vindt er woorden, U te danken;o Vader, uwe liefde is groot!Wat zijn hier onze zwakke klanken,Gij gaaft de Zoon ons uit uw schoot.Gij gaaft, o God, uw eengeboor’ne,voor zondaars stondt G’ uw liev’ling af;voor uwe haters, voor verloor’nendeedt Gij Hem gaan in dood en graf. Nu weten wij, God vol erbarmen,dat Gij de liefde zelve zijt;dat wij in uwe vaderarmendoor Christus rusten voor altijd.In Hem gaaft Gij ons ‘t eeuwig leven,ja, alles… o, wie mint zo teer!Een God, die zelfs zijn Zoon kon geven,onthoudt ons in zijn trouw niets meer.

Wilco Vos Veenendaal 14-07-2014