Met Christus gezeten in de hemel
‘En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus, Ef. 2:6.’
De tekst boven deze overdenking beschrijft een onbevattelijk diepe boodschap voor hen die in Christus Jezus zijn. Wie zijn dat dan? Paulus omschrijft het met de volgende woorden: ‘In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid, Ef. 1:13-14.’ Zij die het woord der waarheid, namelijk het Evangelie van onze Heere Jezus Christus, niet alleen gehoord hebben maar ook daarin rusten door het geloof, ja zij en zij alleen, zijn in Christus Jezus, verlost van schuld, heilig en rechtvaardig voor God (1 Kor. 1:30). Lieve vrienden, wat een zaligheid in onze God. Zondaren worden rein verklaard op grond van het zoenbloed van de Heere Jezus Christus, Die Zijn leven vrijwillig heeft afgelegd. Hij stierf op Golgotha opdat zondaren het leven in Hem zouden vinden en weer in gemeenschap met God de Vader zouden wandelen. Hij is de Weg tot Vader en buiten Hem is er geen zaligheid. Gelooft u dat? Bent u ervan overtuigd dat er buiten de Heere Jezus Christus geen zaligheid is? Geen goede werken, geen opgeknapt leven, niet het bidden, het zoeken of een hoofd vol kennis zal ons dichter brengen bij het Vaderhart van God. Ieder mens, lief of slecht, godsdienstig of goddeloos, ernstig of luchtig leeft in vijandschap tegen God en vindt alleen verzoening in het offer van de Heere Jezus Christus. Wedergeboorte maakt de mens van dood levend waarbij tegelijk de vijandschap sterft en de liefde geboren wordt. De liefde van God vervult het hart en maakt dat de verzoende zondaar wil leven in een liefdesrelatie met God de Vader in het verlangen zo Zijn Naam op deze aarde te verheerlijken. Velen worstelen met de vraag of de wedergeboorte ook voor hen beschikbaar is. Als genade alleen bij God vandaan komt en de mens niets kan bewerken aan de zaligheid, hoe kan een mens dan ooit zalig worden? Theologie heeft hierop geen antwoord maar de Bijbel, het Evangelie uwer zaligheid is duidelijk en vol trekkende liefde: “Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden (Hand. 16:30,31)” Daarbuiten is geen weg. “Maar” zegt iemand, “is dat niet te gemakkelijk?” Ach vrienden, zolang we dat nog zeggen, hebben we geen heerlijkheid gezien in Deze Jezus. Dan hebben wij of geen belang bij de zaligheid of wij zoeken het behoud nog in iets buiten Hem. ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn, Joh. 1:12,13.’ Zij die alles uit handen mochten geven in de hand van God de Vader, pleitend op het zoenbloed van de Zoon, mogen roemen in genade, kracht putten uit Gods verkiezende liefde en weten dat er buiten Jezus geen zaligheid te verwachten is. Hun leven zal meer en meer gericht worden op het Woord van God en uit hun wandel zal blijken dat zij geen zin meer hebben in de zonden maar in het leven naar Gods geboden, genietend van de vrijheid die daar is in Christus Jezus hun Heere en Heiland.
Nu, tot deze gelovigen zijn de woorden boven onze overdenking gericht, opdat wij daaruit kracht, troost en hoop zouden putten. Paulus heeft dankend gebeden voor de gemeente in het verlangen dat zij meer en meer zicht zouden krijgen in de rijkdom van de zaligheid in Christus Jezus. ‘Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand in den hemel; Verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult, Ef. 1:17-23.’
De uitnemende grootheid Zijner kracht aan ons, die geloven… De kracht waarmee Christus uit de dood is opgewekt en is gezet aan Gods rechterhand in de hemel, is de kracht die ook ons van dood heeft levend gemaakt, ja medeopgewekt en mede gezet heeft in de hemel, in Christus Jezus.
Lieve broeders en zusters wat een rijkdom in onze Heiland, wat een kracht in onze God. Hoe is het mogelijk dat wij zo vaak kleine gedachten hebben van God, twijfelen aan Zijn almacht, struikelen in zonden en gekweld worden door het ongeloof? Is het niet omdat het ons aan kennis ontbreekt en dat de gemeenschap met God de Vader verwaarloosd wordt doordat wij onze eerste liefde hebben verlaten? Gemeenschap, stil zitten aan de voeten van onze Heiland, eten van het Brood des Levens, drinken uit de Heilsfontein en ons steeds opnieuw laten wassen door het Woord van God, maakt ons los van de wereld, de zonden en het vlees en geeft ons meer en meer zicht op het leven dat wij mogen genieten in Christus. Zo mogen wij uitzien naar het herstel van alle dingen en de volzalige gemeenschap, daar waar geen zonde, rouw en pijn, verdriet en verdeeldheid meer zal zijn.
Broeders en zusters, u bent mede opgewekt en mede gezet in de hemel in Christus Jezus. Is het geen wonder? Is het geen vreugdevolle, onuitsprekelijk heerlijke wetenschap dat wij nu al met Hem in de hemel zijn? Als ik dan mijn ogen sluit en mijn gebed, mijn lofzang of mijn nood breng bij mijn Vader, dan weet ik dat Hij niet ver weg is en dat mijn gebed zo zeker van God gehoord wordt omdat ik in Christus ben en Christus mijn biddende Hogepriester is.
Nu ik weet dat ik in Christus ben en dat Gods onuitsprekelijke kracht in mij werkt, heb ik niet te vrezen voor de machten van de duisternis, want in Christus ben ik meer dan overwinnaar (Rom. 8:37). Hij heeft de duivel openlijk bespot en te kijk gezet in Zijn triomf aan het kruis (Kol. 2;15). En in Diezelfde kracht mag ik gaan. ‘Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; Dewijl wij de overleggingen ter nederwerpen, en alle hoogte, die zich verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus, 2 Kor. 10:4,5.’ Zijn kracht wordt in mijn zwakheid volbracht (2 Kor. 12:9), ja Hij is Overwinnaar en geeft ons de overwinning. ‘Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden, Jak. 4:7.’ Juist in een gehoorzaam onderwerpen aan de Heere ervaren wij Zijn zegen, de vrijheid in Christus en de overwinning over iedere angst, twijfel en aanval van de boze. ‘Dood, waar is uw prikkel? Hel, waar is uw overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet. Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning geeft door onzen Heere Jezus Christus, 1 Kor. 15:55-57.’ 1 Johannes 5 leert ons dat God liefhebben, Zijn geboden bewaren en in het geloof de wereld overwinnen, bij elkaar horen. Nu wij mogen weten dat wij in Christus Jezus al in de hemel te zijn, is het goed om in die kracht te overwinnen. Want, die overwint zal eten van de boom des levens (Openb. 2:7), zal van de tweede dood niet beschadigd worden (Openb. 2:11), zal eten van het manna dat verborgen is en een witte keursteen ontvangen met een nieuwe naam, die niemand kent dan die hem ontvangt (Openb. 2:17). Kom vrienden, broeders en zusters het Woord moedigt ons aan om te staan in de overwinning, ja zij die overwinnen zullen macht krijgen over de heidenen (Openb. 2:26), bekleed worden met witte klederen en hun naam zal niet uitgedaan worden uit het boek des levens. Christus zal onze naam belijden voor Zijn vader en voor Zijn engelen (Openb. 3:5), ons maken tot een pilaar in de tempel Zijns Gods en Hijzelf zal op ons schrijven de naam Zijn Gods en de naam van de stad Gods, het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel daalt en ook Zijn nieuwe Naam (Openb. 3:12). Kom sta dan in de overwinning, laat de wereld voor wat het is en roem in God, ja prijs Zijn onfeilbaar Woord, want die overwint zal met Hem zitten in Zijn troon, gelijk Hij overwonnen heeft en is gezeten met Zijn vader in Zijn troon (Openb. 3:21). O hallelujah, is Hij het niet waard om geliefd, gediend en geprezen te worden? Nog een kleine tijd en wij zullen Hem zien, ja Hij komt en zal deze wereld in chaos verlossen van de boze en regeren in gerechtigheid. ‘Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God, Kol. 3:1-3.’ Job, riep het uit: “Ik weet mijn Verlosser leeft!” Als ook wij dit met hem zeggen dan roepen wij met Paulus onze broeders en zusters in de Heere Jezus Christus toe: ‘Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere, 1 Kor. 15:58.’ In Hem, Die ons liefheeft zijn wij meer dan overwinnaars en zullen wij overwinnen. Amen Hallelujah.
Psalm 146
Vers 1
Prijs den HEER met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
‘k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof;
‘k Zal, zo lang ik ‘t licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
Vers 2
Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g’ uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d’ aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.
Vers 3
Zalig hij, die in dit leven
Jacobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in ‘t hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER, zijn God.
Vers 4
‘t Is de HEER, wiens alvermogen
‘t Groot heelal heeft voortgebracht;
Die genadig uit den hogen
Ziet, wie op Zijn bijstand wacht,
En aan elk, die Hem verbeidt,
Trouwe houdt in eeuwigheid.
Vers 5
‘t Is de HEER, die ‘t recht der armen,
Der verdrukten gelden doet;
Die, uit liefderijk erbarmen,
Hongerigen mild’lijk voedt;
Die gevang’nen vrijheid schenkt,
En aan hun ellende denkt.
Vers 6
‘t Is de HEER, wiens mededogen
Blinden schenkt het lieflijk licht;
Wie in ‘t stof lag neergebogen,
Wordt door Hem weer opgericht;
God, die lust in waarheid heeft,
Mint hem, die rechtvaardig leeft.
Vers 7
‘t Is de HEER, die vreemdelingen
Met een wakend oog beschouwt;
Weêuw en wees in twistgedingen
En in kommer staande houdt;
Maar Zijn arm, der vromen hoop,
Stuit de bozen in hun loop.
Vers 8
‘t Is de HEER van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
Van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer!
Prijs Zijn grootheid; loof den HEER.
Wilco Vos Veenendaal 06-01-2016