Volg ons op YouTube

Met de Bijbel in de hand…

‘Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke dingen sommige zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf. Gij dan, geliefden, zulks tevoren wetende, wacht u dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen medeafgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid;

Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in den dag der eeuwigheid. Amen, 2 Petr. 3:16-18.’

Wat een verschrikkelijke werkelijkheid zal dat zijn. Met een Bijbel in de hand verloren te moeten gaan. Met een Bijbelse waarheid de duivelse leugenaar te volgen naar het verderf. Met een Bijbelse waarheid, God de schuld te geven van de toestand waarin de mens verkeerd. Het is al zolang het Woord van God gepreekt wordt een feit, dat mensen het verdraaien tot hun eigen verderf. Petrus heeft hiertegen ernstig gewaarschuwd. Hij schrijft dat de brieven door Paulus geschreven, moeilijke stukken bevatten die net als andere brieven, verdraaid worden tot het verderf van de mens. Vandaag is het niet anders!

Op straat ontmoet ik een jongeman en spreek met hem over de realiteit van dit leven, onze zonden en het oordeel van God over de zonden. Hij beseft dat hij gezondigd heeft en daarmee Gods oordeel verdient. Hij geeft aan dat hij een vijand van God is en om eigen schuld naar de hel moet gaan. Het onthutst mij hoe gemakkelijk hij deze verschrikkelijke waarheid over zijn lippen krijgt. Als ik hem vraag of hij een oplossing kent voor deze verschrikkelijke realiteit. Zegt hij: “Ik bid en ga naar de kerk. Voor dat ik sterf zal God mij bekend maken of ik uitverkoren ben of niet.” Als ik met hem spreek of het bevel van geloof en bekering, de wedergeboorte en hoe de Heere Jezus Zelf in Johannes 3 uitlegt wat de wedergeboorte is. Krijgt hij haast en vraagt nog even snel van welke kerk dit uitgaat.

Direct daarna knoop ik een gesprek aan met een jongeman die aangeeft dat hij niet weet of God bestaat. Hij is net zestien geworden en heeft er voor gekozen niet meer naar de kerk te gaan. Hij wil eindelijk vrij zijn en doen wat hij zelf wil. Als ik met hem begin over het oordeel van God, geeft hij aan dat Jezus gekomen is. Ik vraag hem wat dat voor hem betekent. Hij weet het niet en wil eenvoudig niet meer geloven in God. Hij is moe geworden van alles wat hij over God en Jezus gehoord heeft.

Aan een volgende jongeman vraag ik of hij een goed mens is, hij probeert mij lachend en met schunnige bewoordingen duidelijk te maken dat hij een goed mens. Als ik hem vraag of hij wel eens nadenkt over het sterven en het leven daarna, geeft hij aan dat het hem niet interesseert, hij leeft nu en wil nu genieten. Daarbij wijst hij op zijn t-shirt waarop “Nude Beach”geschreven staat. Ik vraag hem wat God van zo’n shirt zal vinden. Hij verwijst naar de naaktheid van Adam en Eva in het Paradijs. Als ik spreek over de wet van God en het oordeel dat komt over allen die Hem ongehoorzaam zijn, zegt hij: “Hallo wacht ff, Jezus is voor mijn zonden gestorven.” Nu vertel ik hem over de prediking van de Heere Jezus: “Bekeert u en gelooft het Evangelie.” Bekering betekent radicaal terugkeren naar God en de zonden vaarwel zeggen. Het geloof is niets anders dan inzien hoe onze zonden scheiding maakt tussen God en ons en hoe Jezus Christus gekomen is om zondaren te zoeken en zalig te maken. Allen die door het geloof de Heere Jezus hebben lief gekregen als hun Zaligmaker en Hem kennen als de Heere van hun leven, zijn zalig. Hij vraagt. “Dus u beweert dat Jezus niet mijn Zaligmaker is?” Als ik hem er op wijs dat zijn taal, zijn t-shirt en zijn onverschillige houding tegenover God, bewijzen dat Jezus niet zijn Zaligmaker is, wordt hij boos en loopt weg.

Deze drie getuigenissen geven aan hoe ernstig de situatie is in ons kerkelijk Nederland. We leven in een tijd van uitersten. Aan de ene kant de afwachtende kerkmens die verkrampt is door de leer van de uitverkiezing. Aan de andere kant de mens die gelooft dat Jezus onze zaligheid is en tegelijk niets kent van zonde en schuld, vergeving en het nieuwe leven door de wedergeboorte. Jezus sprak over het laatste der dagen: ‘Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde? Luk. 18:8b.’ De situatie is ernstig! Hoe is het met u en mij? Is Jezus onze Zaligmaker, heeft Hij ons bevrijd van de zonden, van de schuld en de vloek en is Hij onze Weg tot de Vader? Dan kunnen wij nog zondigen maar niet in de zonden leven? Dan zijn wij geen slaaf van de zonden maar geliefde kinderen van de Vader, die niets liever willen dan Hem gehoorzamen.

We zien de noodzaak van een Bijbelse prediking en een nauwgezet leven. Het is vandaag meer dan ooit noodzaak dat de kinderen van God zich afscheiden van de wereld door hun handel en wandel, ja door hun hele getuigenis. Zoals de dronkaard vol is van de drank, zo moeten wij als geredde zondaren vol zijn van de Heilige Geest, spreken en wandelen zoals Jezus wandelde, opdat zielen jaloers worden, het leven in Christus gaan zoeken en met God verzoend raken. We zien hoe moeilijk het is om evenwichtig te blijven als het gaat om de boodschap van de Bijbel. Er wordt gesproken over Calvinisten, Hypercalvinisten, Remonstranten, Arminianen en Pelagianen, van zwarte kousen tot Pinkstermensen en wat men al niet meer bedenkt. Het wordt de hoogste tijd dat we terugkeren naar de Bijbel en in afhankelijkheid van de Heilige Geest, Jezus Christus en dien gekruisigd prediken voor alle zondaren, opdat er vele tot geloof en bekering komen. Er is hoop want Jezus leeft. Hij is de gekruiste, de opgestane Levensvorst, Hij is opgevaren naar de hemel waar Hij bid aan de rechterhand Gods. Zie op Hem, Zijn bloed reinigt van alle zonden.

De jongeman die zich verschuilde achter de uitverkiezing is gewend om een prediking te horen waarin Gods vrije soevereine verkiezing centraal staat. Hij is gewend om te horen over de verschrikkelijke val en de doodstaat van de mens. Hij heeft horen preken over de hel en de eeuwige verdoemenis voor allen die niet in Gods verkiezende liefde besloten liggen. Langzaam maar zeker is er eelt op het hart gekomen. Als deze jongen de werkelijkheid onder ogen ziet van zijn rampzalige toestand en dan bedenkt dat hij misschien niet uitverkoren is dan plukt hij de haren uit zijn hoofd, wordt gek of doet zelfmoord. Lieve vrienden, ikzelf ben zo’n jongen geweest en daarom weet ik wat er leeft en is mijn hart vervult met verdriet en liefde tot deze mensen. Geve God een opwekking in deze kerken. Dat de predikanten voor het eerst of opnieuw de zaligheid mogen vinden aan de voet van het kruis en hun opgestane levensvorst mogen aanprijzen als de bron van alle leven. Dat zij de Naam van Jezus prediken en niets daarbuiten. Kom zondaren, hoort de stem van Jezus: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’

Deze jongen is gewend geraakt aan een voorwaardelijke prediking. Er is geen welmenend aanbod van genade dat komt tot alle hoorders. Soms heel verkapt en subtiel maar verwoestend voor de ziel. Men wordt gewaarschuwd om Jezus niet zomaar aan te nemen en er wordt gesproken over het afsnijdende werk en de ontlediging van de mens. Men weet niet meer wat nu de Bijbelse boodschap is, gaat het nu om bekommernis of om verlossing? Is de zaligheid nu een twijfelachtig iets of is het een vaste zekerheid dat mij om Jezus Christus wil al mijn zonden vergeven zijn?

Jezus moet het centrale thema zijn en Zijn alles reinigende bloed moet gepreekt worden als het begin van het nieuwe leven. Daar in Jezus wonden, vindt de zondaar het leven en begint zijn blijdschap. Voor zo’n geredde zondaar is er geen groter wonder dan Gods verkiezende liefde en het hart vernieuwende werk van de Heilige Geest. Dan zegt de ziel, die weet dat van onszelf niets goed te verwachten is: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft, 1 Joh. 4:19.’ Zijn liefde trok mij, Zijn bloed dat kocht mij, door genade ben ik een kind van God. O wat een vreugde, wat een blijdschap een kind van God te zijn.

Het is zo verdrietig dat er zoveel theologie is en zo weinig Godsvreze. Kennen onze jonge mensen nog levende voorbeelden waaraan zij kunnen zien hoe gelukkig een leven met de Heere is? Horen onze kinderen nog van de mensen om hen heen, dat het bloed van Christus van zo’n onschatbare waarde is? Zien zij dat het bij ons niet alleen woorden zijn maar dat Jezus het middelpunt van heel ons leven is?

In Nederland is in de achterliggende tijd een brochure verspreidt met de titel: “Ben ik wel uitverkoren?” De initiatiefnemers hebben een eenvoudig boekje gemaakt met als thema de uitverkiezing, waarin op begrijpelijke manier gesproken wordt. Het is met name bedoeld voor hen die worstelen met deze grote vraag. De kerken daarentegen zijn geschrokken en hebben hun zorg geuit in hun weekblad de Saambinder en de Wachter Sions. Persoonlijk raak ik ontroerd als ik deze strijd bemerk. Standpunten worden ingenomen, er wordt geschermd met leerstellingen en gewezen op de oudvaders. Het brengt nog meer verwarring onder de mensen en velen zullen nog banger worden voor de Evangelieboodschap omdat zij bang zijn met een gestolen Jezus verloren te gaan. Want als ik geloof en ik ben niet uitverkoren dan bedrieg ik mijzelf. Ik lig dood in zonden en misdaden, hoe zou ik kunnen geloven. Lieve vrienden, wij mensen redeneren zonder God te eren. Hoe kunnen wij nietige mensen met een eindig verstand, de Almachtige God in Zijn oneindige wijsheid bevatten? Wij hebben niet te werken met voor ons verborgen zaken maar te gehoorzamen aan het heldere Woord van God. Alle mensen liggen dood in zonden en misdaden. Gods Woord gaat uit met bevel van geloof en bekering allen die volharden in ongeloof en eigenwijsheid, gaan om eigen schuld verloren. Zij die bukken en buigen voor het Woord van God en in het geloof de Heere Jezus aannemen, zijn Gods uitvekorenen die door het werk van de Heilige Geest zijn overtuigd van zonde, gerechtigheid en oordeel en nu van zonde, schuld en oordeel zijn verlost door het offer van Christus aan het kruis. ‘Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen. En die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt, Rom. 8:29,30.’

Het is zo eenvoudig. Dode zondaren, tot u komt het Woord. Hoe ontvangt u dat Woord? Is er in uw hart een verlangen om van al uw schuld verlost te worden en met God verzoend te leven? Kent u dat dorstige verlangen? ‘O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk, Jes. 55:1.’ De wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid, waarom langer dorsten naar dit vergankelijke, o zie toch op Jezus, Hij is de schoonste van alle mensenkinderen, genade is op Zijn lippen uitgestort. Hij die blanke lelie en de Roos van Saron roept en nodigt. ‘Zoekt den HEERE terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk, Jes. 55:6,7.’ Als u zo komt en u neerwerpt aan Zijn voeten, belijdende uw zonden, weet dan dat Hij getrouw is. ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid, 1 Joh. 1:9.’ De blijdschap van de schuldvergeving vult ons hart en maakt ons afkerig van de zonden. Hij stierf aan het kruis voor mij, hij moest zo diep lijden om dat wat ik misdaan heb, hoe zou ik ooit nog tegen zoveel liefde zondigen? Dat nieuwe leven komt openbaar! ‘Wetende, geliefde broeders, uw verkiezing van God. Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, en in veel verzekerdheid; gelijk gij weet hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil. En gij zijt onze navolgers geworden en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in veel verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes; Alzo dat gij voorbeelden geworden zijt al den gelovigen in Macedónië en Acháje, 1 Thess. 1:4-7.’

Nu mogen wij roemen in Gods verkiezende liefde, wij waren dood maar nu mogen wij door genade leven. ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven, Joh. 5:25.’

Het is mijn verlangen dat allen die nog worstelen met de uitverkiezing, hun kennis vergeten en zich voor de Heere verootmoedigen door biddend Zijn Woord te onderzoeken. Ontdek wie God is en hoe Hij in Zijn genade heeft omgezien naar een in de zonde verloren liggende wereld. Hij roept de mensen op tot bekering. ‘God dan de tijden der onwetendheid overgezien hebbende, verkondigt nu allen mensen alom dat zij zich bekeren, Hand. 17:30.’ Alleen in en door Jezus is er leven voor schuldige zondaren. ‘En in Zijn Naam (moet) gepredikt worden bekering en vergeving der zonden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem, Luk. 24:47.’ Aan ons de opdracht, bekeert u en gelooft deze blijde Boodschap. ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem Die Mij gezonden heeft, die heeft het eeuwige leven, en komt niet in de verdoemenis, maar is uit den dood overgegaan in het leven, Joh. 5:24.’

Stop met onderzoeken wat voor u en mij verborgen is. Stop met de leugen van de duivel te geloven, niemand wordt uitgesloten van deze genade. Er is genade zo oneindig groot, ja de grootste zondaren zijn welkom bij Christus. Wacht niet totdat u werkelijk uw zonden inziet of gevoelt, kom tot Jezus en in Zijn licht zult u ontdekken hoe afschuwelijk uw zonden zijn. Houdt u niet langer op met het bedrog, de tijd is kort. Kom, zie op Jezus en vlucht tot Hem. ‘En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten, Joh. 6:35.’ Niet uw kennis, niet uw onkunde, niet uw bidden, lezen of verandering van levensrichting maakt u aangenaam voor God, het is alleen het eenvoudige geloof in de Heere Jezus Christus. Denk aan de stokbewaarder: ‘En hen buitengebracht hebbende, zeide hij: Lieve heren, wat moet ik doen opdat ik zalig worde? En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis, Hand. 16:30,31.’

In gedachte zien wij de Heere Jezus staan. ‘En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke, Joh. 7:37.’ Wat is uw antwoord op zijn uitnodiging? ‘Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort, Zo verhardt uw harten niet, gelijk het geschied is in de verbittering ten dage der verzoeking in de woestijn, Hebr. 3:7,8.’ Verhard u niet maar laat u leiden. Denk aan de ernstige waarschuwing: ‘Gij hardnekkigen en onbesnedenen van hart en oren, gij wederstaat altijd den Heiligen Geest; gelijk uw vaders, alzo ook gij, Hand. 7:51.’ Het is of staande blijven in eigen kracht om voor eeuwig verloren te gaan of bukken en buigen voor de Heere en leven in Zijn genade. Kom, verhard u niet maar val Jezus te voet en leef.

De andere jongens in mijn ontmoeting hebben over Jezus gehoord, zij hebben echter nooit begrepen wat het is om te zondigen tegen de God van hemel en aarde. Zij hebben nooit de Heere Jezus leren kennen als hun Zaligmaker en Verlosser. ‘Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is, Matth. 7:21.’ Niet onze lippen belijdenis of ons spreken over Jezus kan ons redden. Het is Zijn bloed dat reinigt en verlost en door die verlossing worden wij daders van het Woord. ‘En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende, Jak. 1:21.’ Gelooft gij dat? ‘En wij zien dat zij niet hebben kunnen ingaan vanwege hun ongeloof, Hebr. 3:19.’ En dan niet zo zeer wat wij geloven maar in Wie wij geloven? Het geloof in Christus maakt ons werkzaam om te wandelen in Zijn wegen. Amen.

Psalm 119 : 84

Mijn ziel bewaart Uw trouw getuigenis;

Dat heb ik lief, ook doe ik Uw bevelen.

Uw woord kan mij, ofschoon ik alles mis,

Door zijnen smaak, èn hart èn zinnen strelen.

Gij weet mijn weg, en hoe mijn wandel is;

‘k Wil niets daarvan voor U, mijn God, verhelen.


Wilco Vos Veenendaal 16-07-2014