Oefen uzelf tot godzaligheid
‘Maar verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen; en oefen uzelven tot godzaligheid. Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut, maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens, 1 Tim. 4:7-8.’
Paulus, de geestelijke vader van Timotheüs, heeft hem in twee zendbrieven bemoedigd en willen leren hoe hij staande moest blijven in de waarheid. Wat een voorrecht is het om als jonge christen een geestelijke vader of moeder te hebben, die ons in alle eenvoud kunnen vertellen van de weg die zij met de Heere mogen gaan. Een vader of een moeder die in ons liefde onderwijst, met geduld en wijsheid. Zij die zelf door de weg die zij hebben mogen gaan, geleerd hebben dat er van hen geen verwachting is en hun oog geslagen hebben op de levende God. Paulus, opgevoed met de wet en als Farizeeër onderwezen in de wet, is op de weg naar Damascus door God geveld, om te sterven aan de wet. Paulus had van zichzelf geen verwachting meer, zijn hoop was op God. Hij had geleerd dat zijn eigen wegen dood liepen, nu mocht hij wandelen aan de hand van zijn hemelse Vader. Wandelend in het licht met Jezus, wetend dat alleen het bloed van Jezus hem gereinigd had van al zijn zonden. Hij is verzekerd dat het geloof dat in de oma en in de moeder van Timotheüs was ook in Timotheüs zelf is. Paulus onderwijst hem hoe hij zich als dienaar van Christus moet opstellen in de gemeenten. Hij heeft als geen ander, geschreven over de betekenis van de wet. Er waren namelijk leraars opgestaan die de wet predikten, waardoor de mensen weer onder de wet terecht kwamen. Paulus had geleerd dat je door de wet de zonde leert kennen maar nooit de zonden kunt overwinnen. Zij die werken met de wet, zakken steeds dieper in de zonden en zullen verdrinken. Zij die er achter zijn gekomen dat de wet hen niet redden kan en hebben leren rusten op de genade van onze Heere Jezus Christus alleen, kunnen met Paulus zeggen: ‘Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou, Gal. 2:19.’ Nu zijn wij vrijgemaakt van de wet. ‘Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter, Rom. 7:6.’
Juist tot hen, die mogen weten gered te zijn door het offer van de Heere Jezus Christus, komt de boodschap: ‘Verwerp de ongoddelijke en oudwijfse fabelen.’ Er waren leraars die de mensen allerlei wetten voorschreven en on-Bijbelse leringen leerden. Er waren bijvoorbeeld Hymenéüs en Filétus, die leerde dat de opstanding al geschied was. Die valse leer was doorgedrongen en at zich voort als de kanker (2 Tim. 2:17). Timotheüs en wij worden gewaarschuwd om toch te blijven bij het zuivere Woord van God. ‘En zich niet begeven tot Joodse fabelen en geboden der mensen die zich van de waarheid afkeren, Tit. 1:14.’
‘Want er zal een tijd zijn wanneer zij de gezonde leer niet zullen verdragen; maar ketelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven leraars opgaderen naar hun eigen begeerlijkheden, En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden en zullen zich keren tot fabelen, 2 Tim. 4:3,4.’ Als we vandaag de dag om ons heen kijken, dan weten we werkelijk niet meer wat waarheid is. Hier wordt een leer verkondigd waarvan men zegt dat het de waarheid is en ergens anders wordt die zelfde leer onderuit gehaald en allen menen zich te beroepen op de Bijbel. Laten we toch eenvoudig blijven en een ieder persoonlijk het Woord van God onderzoeken in een biddende afhankelijkheid van de Heilige Geest. De Bijbel is het Woord van God, de liefdesbrief waarin Hij Zichzelf aan ons openbaart. Daarin wordt ons mensen geleerd hoe wij in Gods beeld geschapen zijn en hoe wij door onze diepe val in Adam van God zijn afgevallen. God openbaart ons in Zijn Woord hoe Hij in Zijn liefde Zijn Zoon gezonden heeft naar deze aarde om zondaren te verlossen en weer te herstellen in de gemeenschap met Hem. In dat Woord ontdekken wij dat God Zijn wet gegeven heeft opdat zondaren zouden zien dat zij gezondigd hebben en door de overtreding de eeuwige dood en hel verdiend hebben. Die wet is niet gegeven om ons te binden maar te ontdekken. Christus Jezus is gekomen om zondaren te verlossen van schuld, zonde en de vloek der wet. Zijn bloed dat op Golgotha vloeide is het kostbaarste dat er ooit op aarde is geweest. Dat bloed alleen kan onze schuld betalen. Gelooft alleen.
Nu is het een list van satan om dat heerlijke Woord van God te verduisteren, te verdraaien en te verminken. Bijbelleeraars staan op om de meest ingewikkelde theorieën te lanceren, waardoor eenvoudig gelovigen beginnen te wankelen. Zaken die voor ons menselijk verstand zo verborgen zijn, worden geleerd, echter de één zegt dit en de ander zegt dat. De eenvoudige leer van het kruis is verwisseld voor een ingewikkeld systematisch denken. Wij mensen willen antwoorden op onze vragen en kunnen niet leven met onopgeloste vragen. Daarom hebben wij een systeem bedacht waarin alles sluitend moet zijn. Wat een verwarring, er zijn ondertussen zoveel systemen gekomen, wie weet nog wat waarheid is? Satan wrijft zijn handen, gelovigen staan tegen elkaar op, ongelovigen halen hun schouders op en verdeeldheid, twist en scheuringen is het resultaat.
Vandaar dat Paulus ons toeroept: ‘Oefen uzelf tot godzaligheid’. Laat al dat geredeneer maar los en oefen jezelf in de godzaligheid. Wat is dan godzaligheid? Dat is een wandelel in de liefde tot eer van God. ‘Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande den vorigen wandel, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding, En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds, En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid. Daarom, legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden. Wordt toornig en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid; En geeft den duivel geen plaats. Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene die nood heeft. Geen vuile rede ga uit uw mond, maar zo er enige goede rede is tot nuttige stichting, opdat zij genade geve dien die ze horen. En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing. Alle bitterheid en toornigheid en gramschap en geroep en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid. Maar zijt jegens elkander goedertieren, barmhartig, vergevende elkander, gelijkerwijs ook God in Christus ulieden vergeven heeft, Efeze 4:22-32.’
Het is dus een afleggen van het leven dat we geleefd hebben om vernieuwd te worden in ons denken en handelen. De haat wordt liefde en onze zondige wandel wordt een heilige wandel. ‘Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen; En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer Gode, tot een welriekenden reuk. Maar hoererij en alle onreinheid of gierigheid, laat ook onder u niet genaamd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen, maar veelmeer dankzegging. Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. Zo zijt dan hun medegenoten niet, Efeze 5:1-7.’
Hierin hebben wij, geredde zondaren ons te oefenen. Misschien zegt u, “ik weet niet of ik wel gered bent.” ‘Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden, Matth. 6:33.’ Laat alles los wat u afhoud van uw zaligheid. Bekeert u tot de levende God en gelooft het Evangelie. Lees in het Woord van God en zoek Hem in het gebed. Als u dorst hebt, drinkt u, als u honger hebt eet u, nu laat u dan voeden met dat wat u werkelijk voeden kan. Stop met het lezen van alles wat satan u voorschotelt, en lees dat, waarin u leest over het verlossende bloed van uw Zaligmaker. Stop met het kijken naar films die uw ziel verwoesten, uw gedachten en uw moraal beïnvloeden. Zoekt de Heere en leef. ‘Ik heb lief die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden, Spr. 8:17.’ Doe toch uw oren niet dicht voor deze ernstige oproep, straks is het te laat, als uw vreze komt dan zult u zoeken maar niet vinden. ‘Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden; zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden; Daarom dat zij de wetenschap gehaat hebben, en de vreze des HEEREN niet hebben verkoren, Spr. 1:28,29.’ Lieve vrienden, vandaag is het nog de dag der zaligheid, zo gij Zijn stem dan heden hoort, verhard u niet maar laat u leiden. Zie op Hem, ja slechts op Hem en volg gehoorzaam Zijn stem. Uw enige hoop is Christus Die Zijn leven gaf op Golgotha, in Zijn offer is redding voor de grootste der zondaren.
Oefenen, Paulus legt de link van het geestelijke naar het lichamelijke. Net als in onze dagen was sport in de dagen van Paulus iets dat algemeen bekend was. Paulus zegt dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is maar de godzaligheid is tot alle dingen nut want dat heeft de belofte van het tegenwoordige en het toekomende leven. Toch kunnen we in geestelijk opzicht veel leren van hen die zich toeleggen op de sport. Of we nu kijken naar een wielrenner een hardloper of een gewichtsheffer, we zien in hun leven iets bijzonders. Hun hele leven is gericht op dat wat zij willen bereiken, zij willen overwinnen. Om te kunnen overwinnen, moeten zij keuzes maken. Hun voedsel is anders als dat van hen die niet sporten. Iedere dag zijn zij bezig om hun lichaam in de juiste conditie te houden. Oefening maakt hen sterker. Een wielrenner fietst iedere dag, weer of geen weer, om in conditie te blijven. De hardloper zal lopen en de gewichtsheffer zal gewichten heffen, we zien ook dat hun training resultaat heeft, het zou wel heel bijzonder zijn als de gewichtsheffer na een jaar trainen nog steeds hetzelfde gewicht wegduwt. De oefening is niet zonder vrucht. Als zo’n sporter met vakantie gaat dan gaat zijn sport met hem mee, hij kan niet stoppen met trainen want dan zal hij onherroepelijk terugvallen. Hij gaat voor de hoofdprijs en dat kan alleen door doorzetten. Wat kunnen wij, geredde zondaren veel leren van hen die zo toegewijd bezig zijn met dat wat zij voor ogen hebben. Wij hebben de belofte voor nu en in de toekomst en zoals de sporter jaagt naar de prijs, zo hebben wij met Paulus te jagen naar de prijs ‘Maar één ding doe ik , vergetende hetgeen dat achter is, en strekkende mij tot hetgeen dat voor is, jaag ik naar het wit tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus, Fillip. 3:14.’ We hebben een heilige roeping, laten wij onszelf toeleggen op de godzaligheid en alles vergeten dat achter ons ligt. Laten wij onszelf vergelijken met de sporter. Zij maken keuzes, ook wij maken keuzes. Dienen wij God of de mammon, God of de wereld, God of de satan? Bij iedere keuze is het onze vraag: “Heere is dit tot eer van U? ” De wereld heeft hun buik tot god gemaakt, wij eten en drinken met mate. Ieder dag is ons leven op God gericht, wij zoeken Hem in onze binnenkamer, tijdens onze stille tijd en het is ons verlangen om met God gemeenschap te oefenen. Bij alles wat wij doen hebben wij Hem nodig. En zo zullen wij bemerken dat we groeien in geloof maar ook groeien in de genade en de kennis van onze Heere Jezus Christus. Hij wordt in onze ogen steeds groter en wijzelf steeds kleiner. We gaan merken dat de liefde tot onze naasten groter wordt, het wegcijferen van onszelf gaat ongemerkt. Maar lieve vrienden, zonder oefening zal het niet gaan. Als wij op vakantie gaan dan gaat onze geestelijke leven mee. We kunnen niet stoppen met het oefenen van de godzaligheid want dan zullen we inslapen.
Is dat niet een teken van de tijd waarin wij leven, wat een lauwheid, wat een geesteloosheid. Kom geredde zondaren, zie eens op hen die sporten en leer van hen hoe dwaas u bent. Zij zijn bezig met hun lichaam dat straks in het graf gelegd wordt maar u hebt een hemelse roeping. Kom, sta op uit de slaap en maak God met ons groot. Waar is uw eerste liefde? In het begin leefde u zo nauw, u kon over geen strootje heen stappen, nu stapt u over een strobaal zonder het te bemerken. Heeft u God dan niet meer nodig? Verootmoedig u voor de Heere en oefen uzelf in de godzaligheid. Leg uw oude leven af en richt u op de God van hemel en aarde en leef tot eer en glorie van Zijn Heilige Naam. ‘Daarom, alzo wij een onbeweeglijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, door dewelke wij welbehaaglijk God mogen dienen, met eerbied en godvruchtigheid. Want onze God is een verterend Vuur, Hebr. 12:28,29.’
Wat is het heerlijk om in alle vrijmoedigheid in het gebed tot onze hemelse Vader te naderen. In de wetenschap dat het offer van Zijn Zoon onze zonden heeft weggedaan, kunnen wij naderen tot Hem Die ons liefheeft. Dat offer heeft de toorn gestild en nu mogen wij schuilen bij Vader. Maar o wat een duisternis valt er over onze ziel als wij vallen in de zonde. Ons geweten klaagt ons aan en satan wijst ons na. En daarom oefenen wij met Paulus: ‘En hierin oefen ik mijzelven, om altijd een onergerlijke consciëntie te hebben bij God en de mensen, Hand. 24:16.’ Lieve broeders en zusters, bid voor elkaar opdat door onze levens Zijn heilige Naam geëerd en gevreesd mag worden en zondaren getrokken mogen worden vanuit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht. Dat geve de Heere. Amen.
Wie kan U naar waarde loven,
grote God van eeuwigheid!
Wat op aard’ is en daarboven,
alles is door U bereid.
Gij, Gij zijt de lofzang waard;
zalig, wie U looft op aard’!
Wie kan uw gena doorgronden,
uwe liefde en uwe trouw,
die uw Zoon voor onze zonden
in de kruisdood geven wou!
Gij spraakt van de schuld ons vrij,
Vader, wie heeft lief als Gij!