Psalm 117 Looft den HEERE, alle heidenen.
Looft den HEERE, alle heidenen; prijst Hem, alle natiën. Want Zijn goedertierenheid is geweldig over ons, en de waarheid des HEEREN is in der eeuwigheid. Hallelujah.
Wat een heerlijke oproep, Looft den Heere, alle heidenen, iedereen zonder uitzondering wordt opgeroepen om de HEERE te loven, om Hem te prijzen. Ongetwijfeld zal ieder Joods kind deze kortste psalm en het kleinste hoofdstuk van de Bijbel uit het hoofd hebben gekend. Uit hun monden klonk de oproep tot de heidenvolkeren om de HEERE te loven en te prijzen. Gods Geest heeft deze psalm laten opschrijven terwijl het heil nog niet gekomen was tot de heidenen maar in het bijzonder was gericht tot het volk Israël, Zijn bondsvolk. Opdat zij weten zouden dat het heil zou komen over alle volken.
Dan als de volheid van de tijd is gekomen en Christus Zichzelf als de Verlosser openbaart, Zijn leven vrijwillig aflegt aan het kruis op Golgotha, is de middelmuur des agfscheidsels gebroken en zijn Joden en heidenen één gemaakt. Het heil is gekomen tot alle volkeren opdat zij allen behouden zouden worden. ‘Daarom, gedenkt dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. Want Hij is onze Vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande ; opdat Hij die twee in Zichzelven tot één nieuwen mens zou scheppen, vrede makende, En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap aan hetzelve gedood hebbende. En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u die verre waart en dien die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden den toegang door één Geest tot den Vader. Zo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, Gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste Hoeksteen; Op Welken het gehele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot een heiligen tempel in den Heere; Op Welken ook gij medegebouwd wordt tot een woonstede Gods in den Geest, Efeze 2:11-22.’ Wat een vijandschap openbaarde zich onder de Joden toen Christus gekomen was. Zij hadden het beleden met hun lippen, Looft den Heere alle heidenen, maar in werkelijkheid wilden zij niet dat er ook maar één heiden tot bekering zou komen.
Wat kan dat ook in onze dagen pijnlijk zijn, ouders die kinderen voorhouden dat zij een nieuw hartje moeten krijgen omdat zij anders verloren gaan. Leraren die de mensen oproepen tot bekering en als er dan iemand tot het geloof komt, dan komt de werkelijke vijandschap openbaar. Dan blijkt dat de dood niet met het leven kan samengaan. Dan kan de vrome godsdienst niet mee komen met die zondaar die het leven niet meer bij zichzelf kan vinden maar dwars door alles heen de toevlucht neemt tot de Zaligmaker Jezus Christus. Lieve vrienden, als u dit overkomt, weet dan dat dit nodig is om te leren af te zien van mensen en op te zien tot Hem die uw leven is geworden. Hij ging voor u de dood in opdat u zou leven. Hij heeft gezegd: ‘Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder, en vrouw en kinderen, en broeders en zusters, ja, ook zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn, Lukas 14:26’ Jezus moet ons alles zijn, Vader en moeder, vrouw en kinderen, die ons zo lief zijn komen op de tweede plaats. Want ‘Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig, Matth. 10:37.’ Wij mogen ons kruis opnemen en Hem volgen, Hij zal ons geleiden en veilig brengen in de plaats van eeuwige rust.
Wat een heerlijk Evangelie. ‘Looft den Heere, alle heidenen, prijst Hem alle natiën. Want Zijn goedertierenheid is geweldig over ons’
Want Zijn goedertierenheid is geweldig over ons, Hij tiert van goedheid, alles in ons leven heeft een doel en het grote doel is dat wij God grootmaken. De tegenslagen, de pijn, het verdriet en de dood om ons heen, zijn onze leermeesters om te doen zien dat wij zondige mensen hier geen blijvende stad hebben. Opdat wij zouden zoeken een beter, een heerlijk hemels Vaderland. Allen die hun leven hebben mogen vinden in het offer van de Heere Jezus Christus belijden met hun hele hart, ‘Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende, Hebr. 13:14’ Hun wandel is niet op deze aarde maar met hun hart zijn zij in de hemel van waaruit zij hun Zaligmaker, Jezus Christus verwachten. (Fillip. 3:20) ‘Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn, Matth. 6:21.’ Gods goedheid omringt ons en is daarop gericht dat wij ons zouden bekeren.
O, let daar toch op, ik ontmoet mensen die antwoorden op de vraag waarom zij nog niet gered zijn, dat ze het nog zo goed hebben en daardoor God niet zoeken. Dit is niet nieuw, ook Paulus ontmoete deze mensen. ‘Of veracht gij den rijkdom Zijner goedertierenheid en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, niet wetende dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt? Rom. 2:4.’ Wat een ontzettende zonde om dag in dag uit tegen zoveel goedheid in te zondigen. Hoelang zal Gods goedertierenheid ons nog dragen?
Wat is er groter goedertierenheid dan Gods goedertierenheid? Hij, de Vader schonk Zijn eigen Zoon opdat vijanden weer tot zonen en dochteren zouden worden. Jezus gaf Zijn leven opdat wij weer met de Vader verzoend zouden worden. Gelooft u dat? Is dat al uw grote levensvreugde geworden? Looft den Heere, ja prijst Hem.
‘En de waarheid des HEEREN is in der eeuwigheid.
Zoals het in het Oude Testament was voorzegt zo kwam het tot vervulling in het Nieuwe Testament.‘En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar geworden is der besnijdenis vanwege de waarheid Gods, opdat Hij bevestigen zou de beloftenissen der vaderen, En de heidenen God vanwege de barmhartigheid zouden verheerlijken; gelijk geschreven is: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen. En wederom zegt Hij: Weest vrolijk, gij heidenen, met Zijn volk. En wederom: Looft den Heere, alle gij heidenen, en prijst Hem, alle gij volken. En wederom zegt Jesaja: Er zal zijn de Wortel van Isaï, en Die opstaat om over de heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen. De God nu der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat gij overvloedig moogt zijn in de hoop, door de kracht des Heiligen Geestes. Rom. 15:8-13.’ God is de getrouwe, de Amen, de Ik ben, wat Hij beloofde onder de Oude bedeling is nu in vervulling gegaan. ‘Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Joh. 1:17.’ De wet is het volk Israël gegeven opdat zij zien zouden dat er vergeving nodig was voor hun zonden, het bloed moest vloeien in de offerdienst, want zonder bloedstorting is er geen vergeving (Hebr. 9:22). Maar nu is Christus voor ons de dood ingegaan, ‘Want Christus heeft ook ééns voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest, 1 Petr. 3:18.’ Dit is de blijde boodschap, dit is de kern het Evangelie. ‘En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen, Matth. 24:14.’
Hallelujah, zo eindigt de Psalm, Looft de God des Heils, Looft Hem voor de Verlossing die Hij heeft teweeggebracht. Looft Hem alle gij heidenen, wat een heerlijke opdracht wat een vermaak om je te mogen verlustigen in de God des Heils. Wat een troost voor zondaren die zichzelf niet meer redden kunnen. Jezus is gekomen om te redden dat verloren was. Kom, hef het hoofd omhoog en zie op Jezus. Er komt een tijd, wie weet hoe snel, dat ons oog altijd op Hem gericht zal zijn. Daar zal geen angst en pijn ons meer drukken, daar zal het ongeloof ons niet meer kwellen daar zullen de zonden ons niet meer omringen, daar zal het eeuwig zijn Hallelujah Lof zij het Lam. Amen.