Seksuele verleiding en verslaving.
‘Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst, Kol. 3:5.’
Wat een actuele opdracht geeft de Heere door de mond van Paulus aan ons allen. ‘Doodt dan uw leden die op de aarde zijn.’ Vandaag beleven wij een tijd waarin ons vlees van alle kanten gevoed wordt om springlevend te blijven. In mijn en uw hart leeft een afgodendienaar en een hoereerder, die gedood moet worden. Ik besef dat de titel boven deze overdenking vraagtekens kan opleveren. Wat heeft een Bijbelse overdenking met seksuele zonden te maken? Is het nu nodig om over zo’n onderwerp te schrijven? Lieve mensen, wij beleven een tijd waarin er duizenden rondlopen met een geheim dat hun leven verwoest. Het is nodig dat wij met elkaar eerlijk onder ogen willen zien dat de seksuele afgoderij het hart van menig vriend, vriendin, broer, zus, vader, moeder, opa of oma bezet. Deze afgoderij komt voor in alle lagen van de bevolking, bij arm en rijk, heiden en christen.
Het is nodig dat wij uit de taboe sfeer treden en naast elkaar gaan zitten om elkaar in liefde te helpen en te onderwijzen. Opa’s en oma’s, weet wat er leeft en besef het gevaar waarin uw kleinkinderen verkeren. Onderwijzers en onderwijzeressen, zoek het gesprek open te houden met uw leerlingen en wijs hen in liefde de weg. Vaders en moeders, ga naast uw kind zitten en leer hen de gevaren van de seksuele afgoderij en wijs hen op de verschrikkelijke diepten waar deze afgoderij op uitloopt. Getrouwde mannen en vrouwen, zoek elkaar in de liefde, geef uzelf aan elkaar in vertrouwen en bewaar elkaar voor het duistere pad van deze afgoderij. Spreek met elkaar over deze dingen en zoek de Heere in alles. Vrijgezelle mannen en vrouwen, laat uw hart vervult zijn van Gods liefde opdat de liefde tot deze afgoderij geen grip op u zal krijgen. Jongens en meisjes, wat een moeilijke tijd beleven jullie. Wat een gevaren komen er op jullie af, de afgodische wereld van koning seks heeft een grote industrie die aansluiting vindt bij jullie zondige hart en verkeerde begeerten. Zoek de Heere in je jonge leven en bid Hem om bewaring midden in deze grote verleiding.
Misschien denkt u, ach het valt allemaal wel mee. Waarschijnlijk komt deze gedachte voort uit onwetendheid maar besef dat de werkelijkheid zo anders is. De zonde van overspel en hoererij is van alle dag. Het is niet nieuw, de Bijbel zwijgt er niet over. Denk aan de vrouw van Potifar, ze zag Jozef en ze begeerde hem. ‘En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp; en zij zeide: Lig bij mij, Gen. 39:7.’ De vrouw viel voor haar verleidende gedachte en probeerde Jozef te strikken in haar zondige net. Jozef liet zich niet vangen maar vreesde de zonde omdat hij God liefhad. ‘Hoe zou ik dan dit een zo groot kwaad doen en zondigen tegen God? Gen. 39:9b.’ Wat een les voor u en mij. Waar is ons hart vol van, waar is ons oog op gericht? Een hart dat vol is van Gods liefde zal niet vallen in de gespeelde liefde van de zondaar. Maar o wat een gevaar als ons hart meent te kunnen staan. ‘Zo dan, die meent te staan, zie toe dat hij niet valle, 1 Kor. 10:12.’ Simson, de afgezonderde voor de Heere, zag een hoer en raakte verstrikt (Richt. 16:1). David wandelt op zijn dak en ziet hoe een prachtige vrouw zich aan het wassen is (2 Sam. 11:2). David had zijn hoofd moeten afkeren maar hij luisterde naar zijn hormonen en werd gedrongen door zijn lusten. Hij werd verlokt door zijn begeerte, hij viel in de zonde en deze zonde baarde de dood. ‘Maar een iegelijk wordt verzocht als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt. Daarna de begeerlijkheid, ontvangen hebbende, baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde, baart den dood, Jak. 1:14,15.’
We weten hoe ook Eva de verboden vrucht zag en haar begeerde. Deze begeerte bracht haar tot ongehoorzaamheid aan God en dit leidde tot de dood die wij nu om ons heen zien en ervaren. Hoe eerlijk is de Heere in het opschrijven van deze zonden in Zijn Woord. Moeten wij ook niet eerlijk zijn en onder ogen willen zien dat het er nu niet mooier voorstaat dan in de tijd van David? Dezelfde hormonen die in Davids lichaam waren, hebben ook wij in ons lichaam. De tref dat wij op ons dak wandelen en een mooie vrouw zien die zich wast is niet zo groot. Toch moeten wij beseffen dat het gevaar nu nog ernstiger is dan toen. Wij hebben de beschikking over duizenden mannen en vrouwen die zich voor onze ogen uitkleden en hun overspelige daden aan ons tonen. De porno industrie is van onmetelijke omvang. Iedere 30 seconden wordt er in Amerika een nieuwe pornovideo gemaakt, die wij vrijblijvend kunnen bekijken op de pc, op onze tablet, op de smartphone of op één van de vele 24 uurs kanalen op de tv. Wie van ons heeft niet de beschikking over één van deze media apparaten? Misschien zegt u: ‘Ja hoor eens, ik doe daar niet aan mee en wij hebben een filter, dus bij ons in huis gebeurt dat niet.’ Iemand die alreeds verslaafd is aan deze seksuele afgoderij heeft geen moeite met het omzeilen van welk filter dan ook. De behoefte aan bevrediging is groter dan de kwaliteit van het filter. Jonge kinderen komen in aanraking met naakte beelden door hun eigen smartphone of die van hun vrienden. Het gevaar is zo groot. Vroeger moest men op zoek, nu ligt het gevaar binnen ieders handbereik.
Zolang dit taboe niet doorbroken wordt zal het gif onze maatschappij blijven vergiftigen. Onlangs was er een voorlichting op een reformatorische instelling waarin naar voren kwam dat 85% van de reformatorische jongens porno kijkt. Meer dan 40% van de meisjes doet daar ook aan mee. Hoe hoger het niveau, hoe meer men kijkt, hoe lager, hoe meer men doet. 40% van de meisjes is op haar 16e al geen maagd meer en is op haar 18e al gemiddeld 7 partners verder. Er is bijna geen jongere meer die zichzelf niet regelmatig bevredigd. Als ik bedenk wat er 20 jaar geleden in mijn jeugd gebeurde op deze zelfde scholen zonder deze moderne middelen, dan twijfel ik niet aan deze uitslagen. Lieve mensen, wij moeten terug naar God! Wij hebben gezondigd, wij zijn bij de Heere vandaan gegaan en hebben onze eigen behoeftes zoveel hoger staan dan Gods bevel. God biedt ons Zijn vrede aan maar wij zoeken onszelf te bevredigen. En zo heeft deze sluipmoordenaar langzaam maar zeker duizenden levens verwoest. Jonge maar ook oudere mensen lopen met schuldgevoelens. Voelen zich onrein en kunnen niet meer fatsoenlijk denken zonder dat er vuile beelden door hun gedachten schieten. Het maakt onzeker en velen raken met hun depressieve gedachten in een isolement. Waar zijn de vaders en moeders die in liefde het gesprek aangaan met hun kinderen? Durven wij nog onder ogen te komen wat er werkelijk leeft in de gedachten wereld van onze jonge mensen? Het begint al zo jong en waar eindigt deze reis? Hoeveel mannen envrouwen lopen er rond met zondige gedachten en gevoelens, bang dat het ooit uit de hand zal lopen of openbaar zal komen?
‘Maar hoererij en alle onreinheid of gierigheid, laat ook onder u niet genaamd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen, maar veelmeer dankzegging, Ef. 5:3,4.’ Vandaag is overspel geen zonde maar vermaak geworden. Het wordt gepromoot en het lijkt wel alsof heel de maatschappij zich overgegeven heeft aan deze tendens. Vrienden, zien wij het gevaar van de media, zien wij het gevaar van alle moderne ontwikkelingen of halen wij onze schouders op? Gods Woord spreekt ons over liefde die zo heel anders is als dat wat de wereld ons vertelt. Seks is een consumptie artikel geworden, seks moet je doen. Je bent abnormaal als je je uitspreekt tegen deze tendens. Maar als wij eerlijk zijn. Hoe is het mogelijk dat er zoveel ziekten zijn, waarom zoveel echtscheidingen en spanningen in de huwelijken? Waarom kunnen jongens en meisjes niet meer als maagd het huwelijk in? Het is omdat onze moraal niet meer is naar Gods Woord maar naar die van de wereld. Wij moeten terug naar God en Zijn Woord en onze jonge kinderen onderwijzen in de praktijk van een Godzalig leven. Dat betekent dat wij met elkaar leven in afhankelijkheid van God en ons onvoorwaardelijk schikken naar Zijn bevel. Dat betekent ook dat wij openlijk met elkaar spreken over Gods wijsheid in het scheppen van man en vrouw en hoe Hij het beschikt heeft dat een man zijn vader en moeder zal verlaten om samen met zijn vrouw een vlees te zijn. ‘Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn, Gen. 2:24.’ Het is gezond en door God geschapen dat er in het leven van jonge mensen een verlangen komt naar iemand van het andere geslacht. Het is Gods wil dat deze twee mensen met elkaar door het leven gaan in de band van liefde en trouw. Liefde is de basis en in die liefde hebben zij seksuele gemeenschap. Dit is niet iets zondigs, iets waar wij ons voor moeten schamen, nee daar mogen wij van genieten en dit samen beleven. De liefde zoekt zichzelf niet (1 Kor. 13:4), de man zoekt zijn vrouw en de vrouw zoekt haar man. Het is zondig als een mens zichzelf zoekt. Zelfbevrediging is niets anders dan de bevrediging van onze eigen lusten. Deze lusten worden gevoed door alle beeldmateriaal dat ons door de wereld wordt voorgezet. De mens die zich hiermee inlaat wordt verhit en gaat ervaren dat, dat wat bedoeld was als iets bijzonder kostbaars binnen het huwelijk, een last wordt die heel het leven verwoest.
Gevangen in de banden van de seksuele begeerte, loeren de ogen vol overspel of er iets is dat de zinnen kan prikkelen. Zodra daar iets is dat voedsel geeft aan de verlangens is er een drang om tot de daad te komen en is dit niet de grote oorzaak van zoveel ellende? Hoe kan de onwetende echtgenoot bieden wat de verslaafde partner vraagt? Heel het huwelijksleven komt onder spanning te staan. Het gaat van kwaad tot erger. Al te vaak loopt het uit op overspel maar ook dit blijkt niet te bevredigen. Echtparen, wilt u elkaar trouw zijn en blijven? Spreek dan met elkaar over dit onderwerp, bespreek elkaars verlangen en zoek met de Heere Zijn zegen over uw huwelijksleven. Zie de seksuele gemeenschap niet als iets zondigs, maar geniet ervan in de wetenschap dat God u dit gaf. Breek met iedere vorm van zonde op dit gebied. Leen uw ogen niet aan de vuile beelden en laat ze uw gedachten niet besmetten. ‘Indien dan uw rechteroog u ergert, trek het uit en werp het van u; want het is u nut dat één uwer leden verga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde, Matth. 5:29.’ Zoek hulp bij iemand die de Heere vreest als u er samen met de Heere niet uit komt.
Vaders en moeders besef de kostbaarheid van uw kinderen en behoed hen voor dit kwaad. Leer hen vroeg de Heere te vrezen en bindt hen op het hart om een vriend of vriendin van de Heere te bidden die de Heere vreest. Bewaar hen voor een huwelijk met een jongen of meisje dat de Heere Jezus niet van harte liefheeft. De Heere Zelf waarschuwt om geen juk met de ongelovige aan te gaan (2 Kor. 6:14) en iemand die niet kan sterven in de wetenschap dat Jezus zijn of haar Zaligmaker is, is een ongelovige.
Jonge man of vrouw, bent u nog alleen en is dit voor u ondragelijk? Dan is het de Bijbelse opdracht om te trouwen. ‘Maar indien zij zich niet kunnen onthouden, dat zij trouwen; want het is beter te trouwen dan te branden, 1 Kor. 7:9.’ Paulus zegt dat het goed is om geen vrouw aan te raken omdat dit met zich meebrengt dat een groot gedeelte van onze tijd daaraan besteed zal worden. Als wij ons leven helemaal in de dienst van de Heere kunnen besteden dan is dit een groot voorrecht. Maar als wij bemerken dat onze verlangens uitgaan naar iemand van het andere geslacht, dan moeten wij trouwen om hoererij te voorkomen. ‘Maar om der hoererijen wil zal een iegelijk man zijn eigen vrouw hebben, en een iegelijke vrouw zal haar eigen man hebben, 1 Kor. 7:2.’ Als u een Godvrezende man of vrouw bent, dan mag u dit in het geloof aan de Heere voorleggen en dan Zal Hij voorzien.
Het is goed om als man en vrouw te beseffen dat een gezond liefdesleven, het vallen in hoererij voorkomt. Vandaar dat Paulus waarschuwt: ‘De man zal aan de vrouw de schuldige goedwilligheid betalen, en desgelijks ook de vrouw aan den man. De vrouw heeft de macht niet over haar eigen lichaam, maar de man; en desgelijks ook de man heeft de macht niet over zijn eigen lichaam, maar de vrouw. Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden, 1 Kor. 7:3-5.’
We hebben nu samen gezien hoe belangrijk het is om de taboe te doorbreken. Zolang we dit niet doen en niet terugkeren tot God, zullen de gevallen van incest, homofilie en buitenechtelijke seks alleen maar toenemen. ( Rom. 1:18,32).
Bent u gebonden in de banden van deze verschrikkelijke slavernij? Bent u niet meer de baas over uw eigen lichaam maar gaan uw vuile begeerten met u op de loop? Kom, bekeert u en keer terug naar God. Bij Hem is verwachting, Hij alleen kan en wil redden. Ons beeld van God is zo vaak verkeerd. De zonden hebben ons leven geruïneerd en nu menen wij dat wij zo, bevuilt en besmeurd, niet tot God mogen gaan. Is het juist God niet Die zondaars oproept tot bekering? Is Hij het niet die nodigt om te komen en u te laten reinigen? ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ Het is een list van de satan om u in uw zonden om te laten komen, hij zal u steeds weer uw zonden laten zien en u in de wanhoop naar de afgrond drijven. En als u u niet bekeerd dan zult u omkomen! ‘Want de lippen der vreemde vrouw druppen honigzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie; Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast, Spr. 5:3-5.’ Kom, belast en beladen met al uw zonden en werp u neer aan de voet van het kruis. Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, volg gehoorzaam Zijn stem en laat Zijn striemen uw genezing zijn.
Vele jonge mensen schreeuwen om hulp maar weten niet waar zij het zoeken moeten. Het beeld van God is totaal verwrongen en men stelt meer geloof in dat wat de wereld aanbied dan dat wat God ons zegt. In Hem is er volkomen overwinning! Als de wereld ons verlost uit deze slavernij, dan heeft ze weer een nieuwe, want alleen slaven komen in de hel. Het maakt niet uit waaraan je verslaaft bent als je maar niet rust in de vrede van God die alle verstand te boven gaat. Die vrede die uit genade geschonken wordt aan allen die het van God verwachten. Zij die afzien van zichzelf en zien op Jezus, de Verhoogde Zaligmaker, vinden in Zijn dood, hun dood en in Zijn opstanding, hun nieuwe leven.
Jonge mensen, besef dat als jezelf niet gevangen zit in deze zonden, er velen om je heen zijn die niet meer helder kunnen denken als het gaat om dit onderwerp. Besef dit als je een aanzoek krijgt, ja bedenk dan dat bekering voor verkering gaat en dat een huwelijk pas gelukkig kan zijn als je samen de Heere van harte liefhebt. Meisjes en vrouwen, besef als je voor je kledingkast staat dat mannen anders in elkaar zitten dan vrouwen. Het is daarom dat Paulus waarschuwt: ‘Desgelijks ook dat de vrouwen in een eerbaar gewaad met schaamte en matigheid zichzelven versieren, niet in vlechtingen des haars, of goud, of parelen, of kostelijke kleding, 1 Tiim. 2:9.’ Dan hoeven wij niet te discussen over de lengte van rokken, over wel of geen broeken. Iedereen die God wil dienen begrijpt wat hier bedoelt wordt. Kleding moet niet ontdekken maar bedekken. Een strakke broek is niet eerbaar, een rokje en uitgesneden bovenkleding, dat verlangens opwekt, getuigt niet van gehoorzaamheid aan dit Goddelijke Woord. Kom, laten wij wandelen in de vrijheid waartoe God ons opwekt.
Ik besef dat deze overdenking schokkerend kan zijn. Sommigen van ons lopen met diepe verborgen pijnen, misschien een geheim waarin niemand deelt. Zoek dan uw troost in de Heere en laat Zijn blijdschap uw sterkte zijn. Belijd en vergeef elkaar de zonde en dien de Heere met lichaam en ziel. God de Vader zond Zijn Zoon, opdat zondaren het leven zouden vinden. Een hoereerder kan het koninkrijk niet ingaan maar zij die zich bekeren en gelovig in Hem rusten zijn zalig en zullen straks zegevierend ingaan. Niet omdat zij het verdiend hebben maar omdat Gods genade zoveel groter is dan het grootste kwaad. ‘Word van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede, Rom. 12:21.’ Amen.
Psalm 51
Vers 1
Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed;
Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden;
Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden:
Uw goedheid wordt noch paal, noch perk gezet.
Ai, was mij wel van ongerechtigheid;
Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden;
Zie mijn berouw, hoor, hoe een boetling pleit,
En reinig mij van al mijn vuile zonden.
Vers 2
Want ik gevoel de grootheid van mijn kwaad;
Mijn zonde zie ‘k mij steeds voor ogen zweven.
‘k Heb tegen U, ja U alleen, misdreven;
Uw wil en wet, hoe heilig, stout versmaad,
Ik heb gedaan, wat kwaad was in Uw oog;
Dies ben ik, HEER, Uw gramschap dubbel waardig,
‘k Erken mijn schuld, die U tot straf bewoog;
Uw doen is rein, Uw vonnis gans rechtvaardig.
Vers 3
‘t Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf;
Neen, ‘k ben in ongerechtigheid geboren;
Mijn zonde maakt mij ‘t voorwerp van Uw toren.
Reeds van het uur van mijn ontvang’nis af.
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in ‘t gemoed;
Gij, HEER, Die weet, al wat ik heb misdreven,
Gij, die mijn geest met wijsheid hadt gevoed,
En in mijn ziel Uw Godd’lijk licht gegeven.
Vers 4
Ontzondig mij met hysop, en mijn ziel,
Nu gans melaats, zal rein zijn en genezen.
Was mij geheel, zo zal ik witter wezen
Dan sneeuw, die vers op ‘t aardrijk nederviel.
Ai, geef mij weer gewenste zielevreugd;
Laat uit Uw mond mij stof tot blijdschap horen;
Zo wordt opnieuw ‘t verbrijzeld hart verheugd,
En in mijn geest de ware rust herboren.
Vers 5
Verberg Uw oog van mijn bedreven kwaad,
Waardoor mijn ziel gevoelt de diepste wonden;
Delg, delg toch uit mijn schuld en al mijn zonden,
En spreek mij vrij van mijne gruweldaad.
Herschep mijn hart, en reinig Gij, o HEER,
Die vuile bron van al mijn wanbedrijven;
Vernieuw in mij een vasten geest, en leer
Mij aan Uw dienst oprecht verbonden blijven.
Vers 6
Verwerp mij van Uw aangezicht toch niet;
Ai, laat van mij Uw Heil’gen Geest niet scheiden.
Die kan alleen op ‘t rechte spoor mij leiden;
Bestier mijn gang, daar Gij mijn zwakheid ziet.
Geef mijn gemoed, dat nu angstvallig vreest,
De blijdschap weer; doe op Uw heil mij hopen;
Laat mij, gesterkt door enen eed’len geest,
Volvaardig ‘t pad van Uw geboden lopen.
Vers 7
Dan zal ik elk, die’t heilspoor bijster is,
Vrijmoedig al Uw rechte wegen leren;
De zondaar zal zich dan tot U bekeren,
En scheppen moed uit mijn behoudenis.
O God, Gij God mijns heils, vergeef mijn schuld,
Mijn bloedschuld toch, hoe billijk ook te doemen;
Dan zal mijn mond, met zangstof weer vervuld,
Uw heilig recht, gepaard met goedheid, roemen.
Vers 8
HEER, open Gij mijn lippen door Uw kracht,
Zo zal mijn mond Uw lof gestaag vermelden.
Geen offer kan voor mijne zonden gelden;
Behaagd’ U dat, straks wierd het U geslacht.
Indien Gij lust in brandend’ off’ren hadt,
Dan wierd het vuur door mij gewis ontstoken;
Ik spaarde dan noch zorg, noch vlijt, noch schat,
Maar zou ‘t altaar van offervee doen roken.
Vers 9
Gods offers zijn een gans verbroken geest,
Door schuldbesef getroffen en verslagen;
Dit offer kan Uw heilig oog behagen;
‘t Is nooit, o God, van U veracht geweest.
Doe Sion wel, laat om mijn zwaren val
Uw goedheid niet van zijne burg’ren wijken;
Bouw Salem op, laat nooit zijn muur en wal,
Door Uwe straf, voor ‘s vijands macht bezwijken.
Vers 10
Dan vindt Gij in onz’ offeranden lust,
Waarmee wij U, naar’t heilig recht, vereren;
Dan zal ‘t altaar de varren gans verteren;
Dan wordt het vuur daarop nooit uitgeblust.
Wilco Vos Veenendaal 22-10-2014