Volg ons op YouTube

Van twee kanten genodigd

Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts! Spr. 9:4,16′ 

We zien hier een uitnodiging die komt tot de slechten. Daar worden zij mee bedoeld die gemakkelijk te beïnvloeden zijn, diegenen die niet verstandig zijn, de oprechte die willen leren maar tegelijk vatbaar zijn voor de leugens van de boze. We zien hen staan tegenover diegenen die de Heere vrezen, want van diegenen wordt gezegd. ‘De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, en de wetenschap der heiligen is verstand, Spr 9:10.’ Deze woorden zijn in het bijzonder gericht tot hen die nog wandelen zonder de vreze des Heere. Zij die niet vervuld zijn met een heilig ontzag voor Gods majesteit en een hart vol liefde vanwege Gods genade. Tegelijk is het een onderwijzing die komt tot alle mensen, de eenvoudige en hen die wijs zijn omdat zij God vrezen.

In gedachten zien wij mensen wandelen door het leven, het zijn niet zomaar mensen, wij zijn het zelf. Wij zijn geboren in een zondige wereld die vijandig is tegenover God. In deze wereld worden wij dagelijks voor vraagstukken gesteld, wij moeten antwoorden geven op moeilijke vragen. Vaak staan wij op kruispunten waarbij onze keuze een grote verandering in ons leven betekent. Terwijl wij zo door het leven wandelen is daar een roepstem: ‘Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts!’ Wat een bijzondere roep. We worden genodigd om van richting te veranderen, of we nu wijs menen te zijn in deze wereld of dat wij het pad van de bijzondere zonden bewandelen, wij worden genodigd. Wie is het die ons roept? Het is niemand minder dan God zelf, het is de opperste Wijsheid, het is de stem van het Evangelie. Zij roept: ‘Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn dien Ik gemengd heb, Spr. 9:5.’ Moeten wij bij deze woorden niet denken aan de Heere Jezus Zelf? Hij Die het gezegd heeft: ‘Ik ben het Brood des levens, Joh. 6:48.’ Ja Christus Jezus, onze Heere gaf Zijn leven, opdat wij zouden leven. ‘Ik ben het levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld, Joh. 6:51.’ Hij nam de beker wijn en sprak: ‘Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt, Luk. 22:20.’ Wat een heerlijke nodiging, Het is de stem van onze Heiland. Hij roept ons toe om te komen, om te eten en te drinken: ‘Die Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage, Joh. 6:54.’

De Heere Jezus, de Zaligmaker van deze wereld, is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. De roepstem komt tot zondaren, verloren in zonden en schuld. Zondaren die het verdienen om voor eeuwig verloren te gaan en tot hen roept Hij: ‘Velaat de slechtigheden en leeft; en treed in de weg des verstands, Spr. 9:6.’ Hier roept God ons op om ons te bekeren van onze zonden en de Heere te vrezen, ja dat is het begin van alle wijsheid. ‘De vreze des HEEREN is te haten het kwade, Spr. 8:13a.’ Hij zegt: ‘Ik heb lief, die Mij liefhebben; en die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden, Pspr. 7:17.’ En die Hem vindt, vindt het leven en trekt een welgevallen van de HEERE (Spr. 8:35).

We hebben gezien hoe de opperste Wijsheid zondaren nodigt om te komen tot Hem, te eten en te drinken van dat wat Hij ons aanbiedt. Allen die ingaan op Zijn roepstem zullen ervaren dat de vreze des HEEREN een springader des levens is. Kom zondaars, verhard u niet maar laat u leiden. Zoek den Heere en leef. Hij heeft belooft, dat die Hem zoeken, ook zullen vinden. ‘Maar… die tegen Mij zondigt, doet zijn ziel geweld aan; allen die Mij haten, hebben den dood lief, Spr. 8:36.’ Het volharden in de weg der zondaars is niets anders dan God haten en de dood liefhebben.

Terwijl wij in gedachten voortgaan op de weg, is daar een stem die roept: ‘Wie is slecht, Hij kere zich herwaarts, Spr. 9:16a.’ Het is dezelfde roep, het zijn dezelfde woorden maar ach, het is niet de stem van de opperste Wijsheid, het is de stem van de zotte vrouw. De vrouw die er op uit is, om ons in haar strikken te vangen.

Lieve vrienden, wat een gevaarlijke plaats is deze zondige wereld. Aan welke stem moeten wij nu gehoorzamen? Hoe verleidelijk is de boodschap van de duivel, die zich voordoet als een vrouw die zich geeft om te zondigen. De duivel spreekt niet over zonden maar lokt ons om te doen dat wat God verbiedt. Hier wordt ons niet gewezen op het bloed van de Heere Jezus, niet op het Brood des Levens maar op; ‘De gestolen wateren die zoet zijn en het verborgen brood dat liefelijk is (Spr. 9:17).’ De boze probeert onze begeerte op te wekken voor dat wat slecht is en moeten wij niet eerlijk bekennen dat het juist dat is waar ons hart zo naar uit kan gaan? Het wordt ons zo begeerlijk voorgesteld, we worden als het ware getrokken en voor we het weten zijn we verstrikt. Ik denk aan de jongeman uit Spreuken 7. Hij komt in de schemering van de avond voorbij het huis van een vrouw, die er op uit is om hem tot zonde te verlokken. Ze grijpt hem vast, kust hem en begint op zijn gemoed te praten. O hoe listig is de boze. Door haar vleierij en de veelheid van haar woorden krijgt ze hem zover dat hij haar volgt. Daar zien we hem als het ware gaan als een os die naar de slachtbank geleid wordt. Even heeft hij in de opwinding en de spanning van de zonden alle grip op zichzelf verloren en dan, te laat, komt hij erachter dat hij gevangen is genomen. Hoe gruwelijk is de zonde! Laten we denken aan Jozef. Hij werd verleid tot zonde met de vrouw van Potifar maar hij had een schat gevonden die voor Hem alle verleiding te boven ging. ‘Zou ik dan dit een zo groot kwaad doen en zondigen tegen God? Gen. 39:9.’

We hebben nu de zonde gezien, als een vrouw die ons verleid tot de zonde van hoererij. Ieder van ons kent de zonde van verleiding om af te hoereren achter God, om de Baäls van deze wereld te dienen. Moeten wij niet eerlijk bekennen dat de zonde van de begeerte zo vaak met ons in gesprek gaat? We willen in eerste instantie niet zondigen maar als de boze dan begint met zijn vleierij en veelheid van woorden, dan weten wij ons geweten het zwijgen op te leggen en doen dat wat God ons verbiedt. Het kan voor een ieder van ons op een ander vlak zijn, voor de één is het de verleiding van de muziek, die hem of haar in de greep houd. Het is de leugen van satan die ons met alle mogelijke muzieksoorten wegtrekt bij de stille overdenkingen van Gods Woord. Hij heeft de wereldse muziek gemengd met zogenaamd christelijke teksten. In eerste instantie vinden wij het misschien wat vreemd en onwennig, maar na een tijdje is het helemaal onze muziek. De leugen heeft het gewonnen van de Waarheid. O, geve God ons licht om te zien hoe listig de boze en hoe bedrieglijk ons hart is. Een ander is gevoelig voor de beelden die onze hersens en ons denken beïnvloeden. Het begint onschuldig en door te redeneren en te luisteren naar de stem van de verleider, verschuiven de grenzen en wordt ons denken beïnvloed. De boze heeft zoveel listen, het maakt hem niet uit of we goddeloos of zogenaamd christelijk zondigen, als we maar zondigen. Maar wie beslist dan wat de grens is, wie maakt uit wat goed en slecht is? God! Zijn Woord is onze leidraad en Hem te vrezen doet ons wijken van het kwaad. Begrijp mij goed lieve vrienden ik probeer geen mensen te bekeren van de zonden tot een hoge moraal. Vlucht tot God, vrees Hem en houd Zijn geboden. Als wij Hem liefhebben en Hem willen gehoorzamen omdat Zijn liefde ons hart vervult, dan zullen we bemerken hoe listig de boze is. Dan zullen we de stem van God en de stem van de boze kunnen onderscheiden.

De zotte vrouw roept ons toe; “kom en geniet, pluk de dag, je leeft maar één keer.” Ze maakt ons dol met geld, vrije tijd, uitgaan, godsdienst, entertainment, games en muziek om ons te laten slapen en zo al slapende voor eeuwig verloren te laten gaan. Want; ‘hij weet niet, dat aldaar doden zijn; haar genoden zijn in de diepten der hel, Spr. 9:18.’ Hoe verschrikkelijk loopt het af met hen die geluisterd hebben naar de stem van de vrouw en niet naar de stem van de opperste Wijsheid.

Lieve vrienden, misschien moet u eerlijk bekennen dat de stem van de vrouw zo liefelijk klonk, ze stelde het alles zo aangenaam voor maar, nu bent u gebonden. Wat kan de zonde als een zware last op u drukken. Steeds opnieuw ziet u dat u op de verkeerde weg bent, u probeert het beter te doen, maar ach, hoe zwak is uw kracht. Uw wil is niet zo sterk als de behoefte tot het zondigen. Uw geweten verliest het steeds weer van de verleider met haar vele redenaties. En dan is daar de stem van God die zegt: ‘De goddeloze valt door zijn goddeloosheid’ en ‘Als de goddeloze sterft, vergaat zijn verwachting; zelfs is de allersterkste hoop vergaan, Spr. 11:5b,7.’ Ja, ‘De goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen ervan uitgerukt worden, Spr. 2:18.’ Welke verwachting is er van de goddelozen? Geen enkele! Het is verloren, verloren, hoe zal een mens in zonde verstrikt ooit nog bevrijd worden?

Maar de Heere zal uitkomst geven! Van Hem alleen is er verwachting. Hij roept: ‘Wie is slecht? Hij kere zich herwaarts!.’ God Zelf nodigt de zondaar om te komen; ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ De zonden staan niet in de weg, Hij alleen heeft de macht om u te bevrijden, te wassen en te reinigen. De zonde maakt u moe, de strijd lijkt te vergeefs. Zie op het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, hoort hoe Hij u toeroept: ‘Kom herwaart tot mij, allen die vermoeit en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Eet van Zijn brood en drinkt van Zijn wijn. ‘O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk. Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen dat geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen dat niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen, Jes. 55:1,2.’ Ja dat is zalig worden, dat is zalig leven, leven in het geloof dat niet ik maar Christus mijn hoop en verwachting is. Dat Hij de dood is ingegaan om mij te verlossen van de banden des doods. Hij droeg de helse angsten om mij voor eeuwig te bevrijden van de helse straf, die ik verdiend had. Wat een wonder van genade, dat God ons deze boodschap van redding brengt. Wat is uw antwoord op Zijn roepstem?

Vrienden, als het bloed van Jezus uw verlossing is, dan bent u vrij van de vloek van de wet. Dan bent u vrij om Hem te dienen met heel uw hart. Staat dan in de vrijheid en laat u niet verleiden door de verlokkingen van de vreemde vrouw. ‘En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer Gode, tot een welriekenden reuk. Maar hoererij en alle onreinheid of gierigheid, laat ook onder u niet genaamd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt, Noch oneerbaarheid, noch zot geklap, of gekkernij, welke niet betamen, maar veelmeer dankzegging. Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid. Zo zijt dan hun medegenoten niet. Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts (Want de vrucht des Geestes is in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid), Beproevende wat den Heere welbehaaglijk is, Efeze 5:2-10.’ Amen.

Psalm 19:4,5

Des HEEREN wet nochtans

Verspreidt volmaakter glans,

Dewijl zij ‘t hart bekeert.

‘t Is Gods getuigenis,

Dat eeuwig zeker is,

En slechten wijsheid leert.

Wat Gods bevel ons zegt,

Vertoont ons ‘t heiligst recht,

En kan geen kwaad gedogen.

Zijn wil, die ‘t hart verheugt,

Eist zuiverheid en deugd,

Verlicht de duist’re ogen.

Des HEEREN vrees is rein;

Zij opent een fontein

Van heil, dat nooit vergaat.

Zijn dierb’re leer verspreidt

Een straal van billijkheid,

Daar z’ all’ onwaarheid haat.

Z’ is ‘t mensdom meerder waard,

Dan ‘t fijnste goud op aard’;

Niets kan haar glans verdoven;

Zij streeft in heilzaam zoet,

Tot streling van ‘t gemoed,

Den honig ver te boven.


Wilco Vos Veenendaal 08-10-2014