Vrees God en houd Zijn geboden
‘Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt allen mensen, Pred. 12:13.’
Aan het einde gekomen van het boek Prediker, sluit Salomo af met een slotopmerking. Hij zegt; wat er ook gezegd is, het komt er uiteindelijk boven alles op aan God te vrezen en Zijn geboden te houden. Nu maakt Salomo, door Gods Geest geleid, geen onderscheid tussen Jood en heiden, tussen Oud Testamentische bedeling of Nieuw Testamentische bedeling, Israël of de gemeente. ‘Want dit betaamt alle mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad, Pred. 12:14.’
Uw en mijn werk zal straks openbaar komen en God zal Zijn oordeel vellen. ‘Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad, 2 Kor. 5:10.’ Alles zal vergaan, alles waaraan door zoveel mensen waarde gehecht wordt, zal straks waardeloos blijken te zijn. Het komt er voor u en mij op aan dat we ons leven in eeuwigheidsperspectief gaan zien. Wat is werkelijk waardevol? Wie maakt uit wat goed en kwaad is, waardevol en waardeloos? God is de Schepper van hemel en aarde, Hij heeft ons gemaakt en Hij heeft ons Zijn geopenbaarde wil bekend gemaakt in Zijn Woord. Dat Woord vertelt ons wat goed is in Gods oog en hoe wij behoren te leven. De wereld zal straks geoordeeld worden over haar werken. Zij die Gods Woord niet kennen, zullen niet geoordeeld worden omdat zij niet geloofd hebben in het Woord van God maar omdat zij gezondigd hebben. Zij zien in de schepping en weten in hun geweten dat er een God is, als zij Hem niet dienen zullen zij daarover geoordeeld worden. Ieder mens wordt geschapen met een idee van goed en kwaad en het kwade te doen is zonde tegen onze Schepper. Als ons het Woord van God gepredikt is en wij ons niet bekeerd hebben, dan worden onze zonden geoordeeld en zal het ongeloof ons worden aangerekend.
Het Woord van God predikt ons de Enige Weg tot het leven. Jezus Christus, de Zoon van God is de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 14:6). In en door Hem vinden zondaars de vergeving van zonden, de bevrijding van Gods toorn en het eeuwige leven. In Christus Jezus is het leven, de blijdschap van onze ziel en de troost in leven en sterven. In Hem zijn we werkelijk veilig, Hij is onze wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en volkomen verlossing (1 Kor. 1:30). Allen die tot Hem komen, de knieën voor Hem buigen in het belijden van de zonden en Zijn genadige vergeving aanvaarden, ontvangen het eeuwige leven.
Nu komt tot u en mij de vraag; wat is ons antwoord op de roepstem van God? Als Hij roept: ‘Komt dan, en laat ons tezamen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol, Jes. 1:18.’ Komen wij dan tot Hem, leggen wij ons neer aan Zijn voeten in schaamte, ootmoed en een besef van onze zonden tegenover zo’n groot en goed doend God? Ja Hij wast alle zonden, Hij maakt alle dingen nieuw en dat alleen op grond van dat wat Christus deed. Niet ons o Heere, niet ons, maar Uw Naam zij de eer. Dat vervuld met diepe eerbied, liefde en gehoorzaamheid, om alleen nog maar voor Hem te leven. Nu geen slaven meer van de zonden maar gehoorzame dienstknechten van onze lieve Zailgmaker, in de bede; “Vader niet onze wil maar Uw wil geschiedde.”
Buiten Christus is er geen Waarheid, geen Leven en buiten Hem is er geen weg tot de vader. Lieve vrienden laten wij toch beseffen hoe groot de waarde is van het Woord van God. Toen ik vorige week in Afrika achter een gids over een smal paadje wandelde, over een soort drijvend eiland, zette ik mijn voet naast het bijna onzichtbare pad. Terwijl mijn voet wegzakte schreeuwde de gids dat ik achter hem moest blijven, alles om ons heen was drijfzand.
En zo hebben wij de voetstappen van de Heere Jezus te volgen, op Hem te zien, Hij is onze Weg en buiten Hem is alles drijfzand. Hoe velen van ons vinden het pad te smal en zoeken het vermaak of de vrede in de wereld om ons heen. Maar vrienden, het zal straks, misschien te laat, alles drijfzand blijken te zijn, als u dan bent weggezakt, wie zal u redden? ‘De grote dag des HEEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal aldaar bitterlijk schreeuwen, Sef. 1:14.’
De oordelen van de Heere komen en dan zal blijken wat er werkelijk toe doet. ‘Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde, Jes. 2:12.’ Wie van ons zal kunnen staan als God Zijn oordelen uitgiet over de zonden? Zullen wij dan nog houvast vinden in de dingen waar we nu waarde aan hechten? Alle hoogmoedigen zullen gebogen worden. Zie toch niet zo op tegen mensen, volg geen mensen na, we komen er bedrogen mee uit. Alleen zij, die afwijzen van zichzelf en u wijzen op Christus zijn het volgen waard en dat niet uit hen, maar omdat zij Christus volgen. Dan nog moet u zelfstandig wandelen met de Heere God en alles wat u hoort, ziet en beleeft, toetsen aan dat wat de Heere zegt. Met mensen komen we bedrogen uit, met de Heere God nooit. Want in die dag zal God verheven zijn en zullen de hoogmoedigen niets blijken te zijn. ‘De hoge ogen der mensen zullen vernederd worden, en de hoogheid der mannen zal nedergebogen worden; en de HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. Want de dag des HEEREN der heirscharen zal zijn tegen allen hovaardige en hoge, en tegen allen verhevene, opdat hij vernederd worde, Jes. 2:11,12.’
De afgoden van deze wereld zullen in één ogenblik waardeloos blijken te zijn (Jes. 2:20). Overal over de wereld vinden we afgoderij, door het verheerlijken en of aanbidden van mensen of voorwerpen. Mensen die het Woord van God niet kennen, zoeken hun heil bij de heilige rituelen en de bijgelovige overleveringen van de voorgeslachten. Vorige week wandelde ik tussen de krokodillen en daar was een plaats waar de mensen zich konden wassen met water uit de heilige krokodillenpoel. Het zou o.a. kinderloze echtparen helpen. Ergens anders vonden we een Elephant tree (olifant boom). Tussen de zogenaamde poten werden offers gebracht om de goden gunstig te stemmen en de zegeningen te ontvangen. Terwijl ik met een broeder over straat wandelde, zagen we een gekko (hagedissensoort). Mijn broeder pakte het beestje op en de staart bleef op straat liggen. Terwijl wij het beestje bekeken en bloed uit z’n bekje zagen komen, werden we aangeroepen door twee mannen. Het beestje bleek een vijand van hun moslimgeloof te zijn en zij hadden het vertrapt. Het doden van dit beestje zou namelijk grote zegeningen geven. De Heere gaf opening om met hen te spreken over het bloed van het Lam dat in onze plaats de dood is ingegaan, opdat Zijn zegeningen ons leven zouden vervullen. Ondanks hun bijgeloof, namen zij dankbaar de Bijbel aan, om daarin te ontdekken wat Gods genade inhoud.
Bijgeloof of afgoderij is het waarde hechten aan voorwerpen, mensen en zaken waarop wij ons hart zetten en geloof aan hechten. In Afrika is er geen of nauwelijks invloed van de media, geen televisie en geen games. De mensen leven in grote armoede en zijn net als wij in het rijke westen, op zoek naar houvast in hun leven. We hebben gemerkt hoe hongerig de mensen luisterden als het Woord van God voor hen open ging en zonde en genade gepredikt werd. Wat een dankbaarheid als zij een Bijbel ontvingen. Lieve vrienden, hoe is het hier in ons land? Wij lachen misschien om krokodillenwater en geslachte kippen aan de voet van een boom.
Wij halen onze neus misschien op voor een platgetrapte gekko. Maar toch, afgoderij is vandaag in ons land de praktijk van iedere dag. Vele van ons laten zich in met Oosterse afgoderij in de vorm van geneeswijzen. Denk aan accupuntuur, handlezen, iriscopie, magneetzooltjes, homeopathische middelen, Bioresonantie, enz.. Waarom? Omdat wij er meer geloof aan hechten dan het eenvoudige Woord van God en de wonderbare kracht in de Naam van Jezus.
Velen hechten meer waarde aan dat wat de alternatieve geneesheer zegt dan aan het Woord van God. Ook ik heb lange tijd geloof gehecht aan deze boze krachten en heb ervaren hoe de strik zich om mijn nek sloot. Duistere machten hadden mij in haar greep en dat, omdat ik ze zelf had uitgenodigd. God zij dank, voor Zijn bevrijding. De Oosterse afgoderij zal u in haar greep houden, u blijft gaan van de één naar de ander op zoek naar heil maar daar is geen heil. Er is hoop! Want Jezus leeft, kom zoek bij Hem uw heil en bevrijding.
Waarmee voeden wij onze kinderen? Leggen wij hen neer aan de voeten van het kruis? Worstelen wij voor hen aan de troon van de genade en beschermen wij hen voor de machten van de boze en de invloeden van deze wereld? Hoe velen denken dat God en de wereld samen kunnen gaan. God dienen, betekent, Hem boven alles te eren, Zijn geboden lief te hebben en Hem zo te vrezen dat we de zonde haten en er voor wegvluchten. Het is onszelf geheel aan Hem uitleveren. Als we dan bedenken dat wij in ons rijke land onze kinderen voeden met de afgoderij van deze wereld, dan mogen we wel vrezen voor Gods oordelen. Als nu de bazuinen klinken en Jezus terugkomt. Hoe zal Hij ons dan vinden? Zijn wij dan gereed om Hem te ontmoeten? Roepen wij dan: “Welkom lieve Jezus, Mijn Heiland en Zailigmaker.” Zal dat dan de vervulling zijn van onze dagelijkse roepstem: “Kom Heere Jezus, ja kom haastig”. Of moeten we zeggen: “Nee Heere, nu nog niet, ik heb nog zoveel te doen.” Als Hij komt, zijn wij en onze kinderen dan gereed? Of zijn wij dan bezig met zaken die we niet naast Gods Woord kunnen leggen? Vraag uzelf bij alles wat u doet en waarmee u, u en uw kinderen voed af, of het is naar Gods Woord. Leest u boeken waarin zonden verheerlijkt worden? Kijkt u films waarin Gods geboden overtreden worden? Als wij dit doen, zijn wij geen toeschouwers maar deelgenoten. Vinden wij het leuk als onze kinderen zich identificeren met de Idols (afgoden) van deze wereld? Voor sommigen zijn het de voetballers, voor anderen zijn het dingen van hout en steen, fictieve figuren uit de wereld van Walt Disney, als Cars, Bob de Bouwer, Spider Man of figuren als Thomas de trein. Lieve vrienden, de afgoderij in ons land is vele malen erger dan in het donkere Afrika.
Nederland werd ooit genoemd het Israël aan de Noordzee. Vandaag is het één van de goddelooste landen ter wereld. Men is verzadigd. Mensen hebben geen behoefte meer aan Gods Woord omdat zij alles menen te hebben. Rijkdom is werkelijk een groot obstakel voor het komen tot Christus. Onze kindertjes geloven niet meer in Jezus omdat hun ouders het niet meer voorleven en hen voeden met andere zaken die zo leuk lijken maar in werkelijkheid het eenvoudige kinderhart bederft. Hoelang zal de Heere nog geduld hebben met Nederland? Wij hebben kerken in overvloed, iedere kerk heeft haar eigen zienswijze en een ieder verheft zich boven een ander. We doen allemaal waar we zelf zin in hebben en zo leven we door, alsof het God niet uitmaakt hoe we leven, handelen en wandelen. Misschien denkt u, dat ik alles te negatief zie en een sombere prediker ben. Lieve vrienden. In gedachten zie ik de Heere Jezus staan, terwijl Hij roept: ‘Nederland, Nederland, gij die de profeten doodt, en stenigt die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens onder de vleugelen vergadert, en gijlieden hebt niet gewild, Luk. 13:34.’ Is uw hart vol van Jezus, is Zijn komst voor u de vervulling van uw verlangen? Kunt u rechtvaardig verschijnen voor God? Zoek dan vandaag de Heere, morgen is het misschien te laat. Nu hoort u nog het evangelie, morgen zal het misschien niet meer klinken. De Heere heeft op vele verschillende wijzen geprobeerd u bijeen te vergaderen. Denk aan de momenten waarop uw leven even stilstond. Denk aan de prediking die tot u gekomen is. Soms te wettisch, soms te evangelisch, soms te Calvinistisch dan weer te Arminiaans, dan te lang en dan weer te kort. Hoe is uw hart na al deze roepstemmen? Is Jezus uw leven geworden? Kom laat het Licht dan schijnen en laat de heidenen weten dat zij mensen zijn (Ps. 9:21), grijpt hen die ten dode toe wankelen (Spre. 24:11), opdat het Koninkrijk van God kome. Amen Halelujah.
Tot U, Heer Jezus, voert mijn baan;
ik ga getroost; het uur zal slaan,
dat ik aan ’t eind ben van mijn reize.
Hier heb ik niets dan U, o Heer.
Gij waakt als herder trouw en teer;
och, dat mijn hart uw liefde prijze.
Eens vloot uw bloed, het vloot voor mij;
Heer Jezus, wie heeft lief als Gij?
Door U, Heer Jezus, is mijn heil;
Gij hadt voor mij uw leven veil,
en hebt m’ een heerlijk lot beschoren.
Niets dat mij ooit voldoening gaf,
als Gij niet waart mijn steun en staf;
niets kan mij buiten U bekoren.
Door U is al mijn troost in smart,
door U rust ik aan ’t vaderhart.
Met U zet ik, door niets gestoord,
in deez’ woestijn mijn wandel voort,
waarin ook Gij geen rust kon vinden.
Wacht mij dan soms een harde strijd,
‘k weet, dat G’ een trouwe helper zijt
uit alle nood, voor al uw vrinden.
O Heer, geef toch dit ene mij,
dat ik steeds wandel aan uw zij!
Voor U mag slechts mijn harte slaan,
want Gij hebt aan het kruis voldaan;
Gij hebt het leven mij verworven.
Van zond’ en dood ben ik bevrijd,
en tot uw zaal’ge dienst gewijd;
ik leef, omdat Gij zijt gestorven.
O, welk een heil, wat zaligheid,
‘k ben dra bij U in heerlijkheid.
Bij U is mij een plaats bereid,
waar mij een eeuw’ge rust verbeidt;
bij U is alle strijd volstreden.
Daar zal ‘k uw heerlijk aanschijn zien,
daar eeuwig U mijn hulde bien,
volmaakter dan ooit hier beneden.
‘k Zal dan verheerlijkt zijn als Gij,
en juichen in der heil’gen rei.
Wilco Vos Veenendaal 11-12-2014