Volg ons op YouTube

Waar is de ware kerk o Heere (deel 1)

‘En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert, Hebr. 10:25.’

Half wakend, half slapend droomde ik eens een droom. Volgens de wijze Salomo, komen dromen voort uit veel bezigheid (Pred. 5:2). En aangezien ik overdag veel bezig ben met het onderzoeken van Gods Woord en de zaken die om ons heen gebeuren, kan er in de nacht weleens een droom ontstaan. Een droom bestaat vaak uit ware gebeurtenissen vermengd met zaken die ons bezig houden. Een droom is maar een droom en toch kunnen we er vaak lessen uit leren. Zo wil ik u in de komende overdenkingen meenemen in een droom die ontstond toen ik riep: “Waar is de ware kerk, o Heere?”

Ik droomde en zag een jongen, als jongvolwassene was hij op zoek naar vrede in zijn hart. De wereld trok met al haar verschillende soorten aan vermaak en ontspanning. In de droom vereenzelvigde ik mijzelf met de persoon die ik zag en liet mij meevoeren in deze onbekende reis. Dan eens zat ik achter een scherm en volgde de voetbalwedstrijden. De volgende keer was ik met vrienden in een café om daar op groot scherm de wedstrijden onder luid gejoel te beleven. Andere avonden was ik alleen met mijn fles bier op zoek naar geluk en vrede. Iets in mij zocht naar bevrediging, ik zocht het in de verschillende soorten muziek van de wereld, van meeslepende trance muziek tot harde rock, van country tot pop, maar hoe ik ook zocht, de onvrede bleef mij voortjagen. De films, hoe spannend of ontspannend, het vulde mijn nachten met dromen en gaf mij geen rust. Op de werkvloer werd veel gegrapt, hoe schuiner hoe leuker, maar wat was alles om mij heen toch leeg, was dit het doel van mijn leven? Waren wij dan allemaal een stel opgejaagde schapen zonder herder? Hoe ik ook zocht naar vrede voor mijn hart en antwoorden op mijn vragen, de drank, verdovende middelen, de bevrediging van mijn lusten en het opgaan in de muziek maakte mij tot een wrak.

De droom voerde mij verder waarbij gedachten en gebeurtenissen zich vermengde tot een les die ik moest leren. Daar liep de jongen door een drukke winkelstraat, was ik het zelf of was ik de man die hem staande hield? Ik weet het niet, de droom ging verder, en het was alsof ik die man ontmoette. Zomaar ineens was hij daar, hij onderbrak mijn gedachtewereld en vroeg mij naar het nut van mijn leven? Ik schrok op en vroeg wat hij bedoelde? “Wat denk je? Zou er na dit leven nog iets zijn?” “Ik weet het niet meneer, ik vraag het mijzelf weleens af maar echt diep denk ik er niet over na.” “Heb je jezelf weleens de vraag gesteld of er een God bestaat?” “Ja, maar als er een God zou bestaan dan zou de wereld er anders uitzien?” “Hoe bedoel je? ” “Nou, wat denkt u van al die oorlogen, aardbevingen, ziekten, dood en ellende die we om ons heen zien, komt dat alles van God? Als God echt bestaat dan heb ik het idee dat Hij het alles niet echt onder controle heeft.” “Ja, wat je ziet en wat je beleeft is een werkelijkheid die we niet kunnen ontkennen, alles lijkt verkeerd te gaan. Dood en verderf, ziekte, verdriet en pijn, het is alles verschrikkelijk. Maar weet je, dat is niet de schuld van God, dat is de schuld van ons mensen.” “Hoezo dat? Hebben de mensen dan meer macht dan God?” “Nee dat niet, maar je weet dat er naast God ook nog een andere macht is, waarschijnlijk heb je weleens van de duivel gehoord.” “O ja, de duivel of satan, wie kent die niet? Ik heb veel films gezien, ik luister veel naar muziek en speel graag een game, en meneer, ik verzeker u, dat de duivel massaal aanbeden wordt. De muziek roept op om onze ziel te verkopen aan de duivel maar ik geloof dat we dat allang gedaan hebben met alles wat we zien, denken en doen.” “Juist jongen, je legt de vinger precies op de zere plek. Zoals het ooit begon in de hof van Eden, waar Eva en Adam luisterden naar de duivel in plaats van te blijven gehoorzamen aan God, zo ook vandaag. De wereld kiest openlijk voor satan, de tegenstander van God en ongemerkt zijn de mensen slaven geworden van de duivel. Dat is de reden van de chaos die wij om ons heen zien. God is de Bron van leven maar de mens kiest voor de satan, de leugenaar, die leven lijkt aan te bieden maar zijn gevangenen meesleurt in de dood. Zeg eens eerlijk, heb jij vrede gevonden in de muziek, de films en de games?” “Nee, meneer mijn honger naar vrede lijkt nooit verzadigd te worden en al drink ik mijzelf vol om alles te vergeten, dan word ik de volgende morgen wakker met hoofdpijn.”

“Denk jij weleens na over sterven?” “Nee meneer daar wil ik voorlopig nog niet aan denken.” “Je gaf aan dat je gelooft in het bestaan van de duivel en je weet, al druk je het misschien weg, dat er een God is die jou en mij gemaakt heeft. Stel jezelf nu eens de vraag, wat er met je gebeurt als je nu zou sterven.” “Zegt u het maar meneer.” “Weet je, alle mensen moeten straks voor God verschijnen en dan verantwoording afleggen over alles wat we gedaan hebben. De goede en de slechte dingen. Hoe zou jij jezelf beoordelen, ben jij een goed of een slecht mens?” “Ik ben niet echt slecht meneer, ik doe niemand opzettelijk pijn, ik beroof geen banken en heb nog nooit iemand vermoord.” “Dat klinkt niet slecht maar er van uitgaande dat God alles gemaakt heeft, dan is Hij ook Diegene die beoordeelt wat goed en slecht is, Hijzelf heeft wetten gegeven die goed en rechtvaardig zijn. Zullen we eens een paar van die geboden bekijken om te kijken of je ook in Zijn ogen goed bent?” “Ja dat is goed, ik denk nog steeds dat het wel meevalt.” “Heb je weleens gelogen?” “Ja hallo, wie niet?” “Hoe noem je iemand die liegt?” “Een leugenaar.” “Heb je weleens gestolen?” “Nee meneer.” “Wacht even je gaf net toe dat je een leugenaar bent, heb je echt nooit iets gepakt wat jou niet toekwam, van een koekje uit de trommel, een gummetje van school of iets niet teruggegeven wat je geleend had?” “Ja als u zo precies kijkt, dan moet ik toegeven dat ik eigenlijk ook een dief ben.” “Je vertelde mij net dat je films kijkt, games speelt en luistert naar muziek. Heb je je weleens gerealiseerd wat je allemaal ziet? Zet jij de film uit als je een naakte vrouw ziet? Nee natuurlijk niet meneer?” “En als je gedronken hebt en je ziet al die meisjes om je heen, doet dat niet iets met je gedachten en verlangens?” “Ja natuurlijk maar dat is toch logisch?” “Zullen we de Bijbel eens pakken en kijken wat de Heere God zegt over deze dingen?” “Ja dat is goed, ik ben benieuwd?”

“We hebben het net gehad over God en de duivel, er zijn maar twee mogelijkheden, of we zijn dienstknechten van de Heere God of van de satan. Als we God niet gehoorzamen, dan zijn we dus ongehoorzaam en tegelijk dienstknechten van de satan. Je bekende zelf een leugenaar te zijn en nu moet je weten dat de duivel ook wel de vader van de leugens genoemd wordt, kijk maar: ‘Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen, Joh. 8:44.’ Als we liegen, kiezen we de kant van de duivel. Ook het stelen, al is het nog zo klein, is ongehoorzaamheid aan Gods wil, en is stelen eigenlijk ook niet een te kort doen van iemand anders? We hadden het net ook over meisjes, heb je er weleens over nagedacht dat we met onze gedachten en vaak ook met woorden en daden de eer en waardigheid van een ander roven? Als het gaat om een getrouwde vrouw dan begeren wij iets dat van een ander is. De films en de muziek brengen een boodschap waarbij wij leren dat een meisje een lustobject is dat zomaar gebruikt kan worden. Hoe zou God als Schepper van ieder mens het vinden dat wij zo met Zijn schepsels omgaan? Lees hier eens: ‘Gij weet de geboden: Gij zult geen overspel doen; gij zult niet doden; gij zult niet stelen; gij zult geen valse getuigenis geven; gij zult niemand te kort doen; eer uw vader en uw moeder, Mark. 10:19.’ Misschien heb je nog nooit iemand echt doodgestoken maar heb je in je gedachten al veel mensen dood gewenst. Hoeveel mensen heb je in je games gedood? Weet je, we hebben eigenlijk pas een heel klein stukje van jouw leven naast Gods norm gelegd. Als we heel je leven, al je gedachten, je verlangens, woorden en daden eens zouden onderzoeken, wat denk je dan zelf, ben je schuldig of onschuldig aan het overtreden van Gods wil?” “Ja meneer, als het echt zo is zoals u mij nu vertelt, dan is het niet best met mij.” “Als God jou dan moet oordelen, waar zou Hij jou dan heen moeten sturen?” “Naar de hel meneer.” “Is dat niet een verschrikkelijke gedachten? Moet je eens lezen: ‘Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God, Efeze 5:5.’ En kijk eens hier aan het einde van de Bijbel: ‘Maar den vreesachtigen, en ongelovigen, en gruwelijken, en doodslagers, en hoereerders, en tovenaars, en afgodendienaars, en al den leugenaars, is hun deel in den poel, die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood, Openb. 21:8.’ Alleen het feit al dat je ongehoorzaam, bent aan God en leeft als ongelovige, maakt je schuld zo groot dat je verloren moet gaan. Sterker nog, je ligt al verloren.”

“Maar kan ik dat dan niet meer goedmaken?” “Nee, je kunt niet proberen met goede werken je schuld weg te werken.” “Maar dan is het toch voor iedereen hopeloos?” “Ja, besef dat als je nu zou sterven het hopeloos te laat is. Als het aan ons mensen zou liggen dan is alles verloren en komt het nooit meer goed. Maar weet je wat de Bijbel hier zegt? De Heere is geduldig over ons, Hij wil niet dat enigen verloren gaan maar dat zij allen tot bekering komen (2 Petr. 3:9). En weet je wat bekering is? Dat is je afkeren van al je verkeerde dingen en je keren naar de Levende God. Als jij inziet dat je tegen deze God gezondigd hebt en je om eigen schuld verloren moet gaan, dan wijs ik jou de Weg tot God de Vader. God heeft Zijn Zoon naar deze aarde gezonden om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren was. Jezus Christus, de Zoon van God, is gekomen en heeft tweeduizend jaar geleden opgeroepen tot bekering en geloof. Hij sprak van Zichzelf: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij, Joh. 14:6.’ In Hem is alle Waarheid, het eeuwig Leven, ja Hij is de Weg tot God de Vader. Hij heeft plaatsvervangend willen sterven voor de zondaar opdat de zondaar leven zou. Hoor wat Hij hier zegt: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden, Joh. 3:16,17.’ Het geloof is als het ware de aangeboden zaligheid omhelzen of aannemen. Op dat moment wordt je opnieuw geboren, je oude leven sterft en je ontvangt een nieuw leven met het verlangen om alleen nog maar voor God te leven. Lees mee; ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn, Joh. 1:12,13.’ Geloven is heel Gods Woord voor waar houden, geloven en belijden dat je de dood en de hel verdiend hebt door eigen schuld maar ook vertrouwen dat al je zonden om Christus wil vergeven zijn. Dat is de Bijbelse Boodschap. ‘Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren, Rom. 5:8.’ De Heere Jezus Christus, volmaakt heilig en rechtvaardig, heeft de schuld van de zondaar op Zich genomen en heeft Zijn leven afgelegd aan het kruis van Golgotha. Daar moest Hij als een lam geslacht worden, ja lijden en sterven in plaats van de zondaar en iedere zondaar die tot Hem komt en Hem gelovig aanneemt als Zijn Zaligmaker, Heere en Heiland, ontvangt eeuwig leven. Helaas heb ik geen tijd meer om verder met je te praten, maar ik wil je een vraag stellen. Het is nu vijf voor twaalf, we hebben nog een korte tijd en misschien moet je vandaag nog sterven. Wanneer ga je naar je kamer, sluit je de deur achter je, buig je je knieën en belijd je de Heere God al je zonden? Jongen maak toch ernst, nu is het nog niet te laat. Roep tot de Heere, belijd je zonden en geloof dat het bloed van Jezus Christus reinigt van alle zonden. Hier, neem deze Bijbel mee en lees hem als een persoonlijke liefdesbrief van God uit de hemel. Hij wil niet dat je verloren gaat maar schenkt je eeuwig leven in Zijn Zoon. Het is, of verwerpen, of aannemen! Gods zegen jongen.” De man drukte mij de hand, liep weg en daar stond ik.

Het was alsof er een streep door heel mijn leven was gezet. Ongelofelijk, nog nooit had ik mijzelf zo gezien, wat ben ik slecht en wat moest ik nu doen? Ik ging naar huis, mijn hoofd duizelde, zondig, gehoorzaam aan de duivel, sterven is God ontmoeten, verloren gaan om eigen schuld of vertrouwen op dat wat de Heere Jezus heeft gedaan. Hoe kon ik dit ooit allemaal verwerken? Hoe zou ik dit kunnen geloven? Misschien was het alles maar een hersenschim van die man die zo vol vuur vertelde, toch kwam hij echt geloofwaardig over en je zag en hoorde dat hij vol overtuiging was. Ik zag dat hij persoonlijk betrokken was bij de ernst van mijn toestand. “O God”, riep ik, “als U dan bestaat, help mij en wijs mij de weg.” Op mijn werk sprak ik erover met een collega, hij spotte en maakte grapjes over mijn vromigheid. Andere collega’s die het hoorde zeiden dat ik me niet zo druk moest maken, die bange gedachten aan de dood en de God van die man, zouden wel weer over gaan. Een andere collega sprak mij ’s middags aan en zei dat ik eens naar een kerk zou kunnen gaan. Ik vroeg hem welke, maar dat wist hij ook niet. Er was alleen in ons dorp al keuze uit zo’n vijftig verschillende kerkelijke gemeentes. Ik voelde mij eenzaam en nam mij voor om de Bijbel te lezen.

Ik ontwaakte uit de droom, was verwonderd en wist dat de droom nog niet af was. Nee, deze droom zou een vervolg krijgen.

Wilco Vos Veenendaal 26-04-2016