Volg ons op YouTube

Waarheen leidt de weg?

‘De weg des levens is den verstandige naar boven, opdat hij afwijke van de hel beneden, Spr. 15:24.’

Bent u een verstandig mens? Is uw weg een weg naar het leven, omdat u het Leven hebt gevonden of is uw weg een weg naar de dood en de hel, omdat u nog dood in zonden en misdaden bent? Waarheen leidt onze weg? Een serieuze vraag, waar veel mensen helemaal niet bij stil willen staan.

Paulus was een verstandig mens, hij had iets gezien van zijn eigen dwaasheid en van de werkelijkheid van het vreselijke oordeel van de Heere, wat Hij zelf de schrik des Heeren noemt. Paulus meende met zijn eigen vrome wandel de Heere te kunnen dienen maar zag niet in dat heel zijn godsdienst niets anders was dan eigenliefde en een haat tegen God. Nu hij de liefde van God had leren kennen in en door de Heere Jezus Christus, wenste hij ook niets anders meer te spreken dan Jezus Christus en Dien gekruisigd. Hij werd bewogen door een innerlijke ontferming en een heilige drang. ‘Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw consciënties geopenbaard te zijn, 2 Kor. 5:11.’ Hij zag hoe de mensen om hem heen allemaal op reis waren naar hun eeuwige eindbestemming. Hij had door het werk van de Heilige Geest ingezien hoe verschrikkelijk het zou zijn als hij was gestorven in zijn eigengerechtigheid. Al zijn goede werken waren ineens waardeloos geworden in het licht van Gods oordeel. De maatstaf van God is een totaal andere maatstaf dan die van ons mensen en daar was Paulus van doordrongen. Nu hij leefde in de liefde van Christus, riep hij het als het ware uit: ‘Want de liefde van Christus dringt ons, 2 Kor. 5:14.’ Is er een betere motivatie denkbaar? Is er een beter uitgangspunt voor ons handelen? Niet omdat wij zo nodig de mensen iets willen leren, niet omdat wij beter zijn maar omdat wij zien dat onze naasten, op weg en reis naar de eeuwigheid, met God verzoend moeten worden. Dan hoeven wij de mensen niet bang te maken. Wij mogen hen wijzen op de werkelijkheid van onze zonden tegenover God, Zijn rechtvaardig oordeel en tegelijk de heerlijke Evangelieboodschap dat Jezus Christus, de Zoon van God gekomen is om zondaren zalig te maken. ‘Als die dit oordelen, dat indien Eén voor allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen die leven, niet meer zichzelven zouden leven, maar Dien Die voor hen gestorven en opgewekt is, 2 Kor. 5:15.’

Dit is het grote geheim van het Christelijke leven. Hij is gestorven en allen die in Hem geloven zijn met Hem gestorven. Nu komt in de eerste plaats tot u en mij de vraag: Gelooft u dat alle mensen, u en ik, gezondigd hebben en daarom de eeuwige dood en de hel verdiend hebben? Gelooft u dat God de Vader Zijn Zoon gezonden heeft naar deze wereld om te lijden en te sterven in uw plaats? Gelooft u dat Jezus Christus uw Zaligmaker is? Gelooft u dat er buiten Jezus geen leven is? Als u dit laatste niet gelooft, roep dan tot de Heere God, keer u om van uw weg waarop u nu wandelt en keer u tot God, de God des Levens. Dat is bekering, tot inzicht komen dat u gezondigd hebt en dat u om eigen schuld naar de hel gaat, tegelijk gelooft u dan dat God niet wil dat enige verloren gaan maar dat zij allen tot bekering komen. ‘De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen, 2 Petr. 3:9.’ Door de onzichtbare werking van Gods Heilige Geest, gaat u verlangend uitzien naar de rust en vrede in uw hart en die rust vindt u alleen bij Jezus. Dat is de boodschap van de Bijbel. U hebt gezondigd en voor u is er een Zaligmaker. Als u tot Hem komt, uw zonden belijd en Hem gelovig aanneemt als uw Heere en Zaligmaker, dan bent u gered en een kind van God. Gaat dit dan zo gemakkelijk? Stop met reden eren en begin God te eren.

In de weg van redenatie gaat u verloren. Laat alles los en laat u zaligen. Leef niet door inzicht maar van genade. Uw enige hoop en verwachting, uw enige grond van behoud vindt u in Christus, zoek het dan ook alleen bij Hem. In Hem vind een zondaar alles voor tijd en eeuwigheid. Verwacht u het van Hem of van iets buiten Hem? Hebt u Hem lief of haat u Hem?

Lieve vrienden, als u tot het inzicht moet komen dat de Heere Jezus Christus nog niet alles voor uw ziel en leven is, ga dan niet verder voordat u mag geloven dat Hij uw Zaligmaker is. Zoek uw rechtvaardigheid alleen in Hem. ‘Wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen. Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem, 2 Kor. 5:20b,21.’

In dit zelfde gedeelte van 2 Korinthe 5, waarin wij lazen dat zij die geloven, met Christus gestorven zijn, lezen wij de volgende woorden: ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden, 2 Kro. 5:17.’ Op het moment dat wij door genade de Heere Jezus hebben moge leren kennen, als onze persoonlijke Zaligmaker, mogen wij geloven dat wij met Hem zijn gestorven. Onze oude mens is gestorven en begraven, wij zijn met Christus opgestaan in het nieuwe leven. Wat een wonderlijk feit, wat een heerlijke verborgenheid die God ons openbaart in Zijn Woord. Dit is de kracht van iedere Christen. We lezen in de brief aan de Romeinen: ‘Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 6:11.’ Eenvoudig gezegd wil Paulus ons duidelijk maken dat onze oude natuur, die wil zondigen, is gestorven. Nu zijn wij opgestaan en ons leven is met Christus verborgen in God. Met andere woorden, Ik leef niet meer maar Christus leeft in mij. Ik wilde zondigen maar Christus kan niet zondigen, ik leef niet meer, dus zondig ik niet meer. Prijs de Heere voor deze heerlijke werkelijkheid, wij moeten niets maar ontvangen alles. Christus leeft in ons en wij willen in dit nieuwe leven alleen nog maar leven zoals Jezus leefde. Dan is het niet de vraag, wat wel en niet mag. Dan is het onze vraag; Heere wat wilt U dat ik doen zal?

Veel van het onderwijs van Paulus gaat over onze positie in Christus. Als wij werkelijk beseffen hoe rijk wij in Hem zijn, dan ervaren wij de Christelijke vrijheid. Het is niet een leven van doen en laten, ijveren en verdienen maar een leven van liefhebben en gehoorzamen, omdat onze nieuwe natuur niet anders kan en wil. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad en daarom willen wij wandelen zoals Hij wandelde. Daarom zoeken wij de dingen die boven zijn en niet die hier op de aarde zijn. Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God, Kol. 3:1-3.’

Wij leven hier op aarde en tegelijk is ons leven niet op deze aarde. ‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden), En heeft ons medeopgewekt, en heeft ons medegezet in den hemel in Christus Jezus, Ef. 2:4-6.’ Wij zijn hier op vijandig gebied, omdat wij vreemdelingen en bijwoners zijn. De wereld begrijpt ons niet omdat wij van de wereld niet zijn. Ons denken is zo anders omdat ons denken gericht is op Christus. Onze identiteit zoeken wij niet in hen die op aarde zijn maar zij is verborgen in Christus. Wij zijn kinderen Gods en leven in de opstandingskracht van Christus. Zijn bloed is onze troost, Zijn komst is ons uitzien, dan zullen wij voor altijd bij Hem zijn. ‘Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus, Filip. 3:20.’

Als u gelooft dat u door genade een kind van God bent en uw verlangen is niet naar Zijn komst. Dan moet u aan de hand van Gods Woord tot de conclusie komen dat u geen gezond Christelijk leven bezit. Laat uw hart vervult zijn van Hem die u liefheeft en u zult reikhalzend uitzien naar uw Liefste. Wij zijn hier maar tijdelijk en zullen straks voor altijd bij Hem zijn. Zouden wij ons dan voeden met dat wat de duivel en de wereld ons voorschotelt? Zouden wij het voer van de vijand eten terwijl Christus het Brood des levens is? Veel mensen zijn bezig met wat wel en niet mag, er is een honger naar bevrediging en vrede. Lieve vrienden, de wereld kan ons niet bevredigen omdat zij geen vrede kent. De satan zal ons een schijnvrede geven om ons in deze schijnvrede te laten sterven en verloren gaan. Het is niet de vraag of u wel of geen televisie mag kijken, die of die film wel mag kijken, naar die en die gelegenheid wel of niet mag gaan. Het is de vraag of Jezus uw leven is en of Hij uw Leidsman en Heere van uw leven is. Zolang dat niet het geval is ligt u onder de vloek en toorn van God en zal zelfs uw Bijbellezen u veroordelen. U zoekt naar dat wat wel en niet mag terwijl u moet zoeken naar God. ‘Zoekt den HEERE terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan terwijl Hij nabij is, Jes. 55:6.’ Nu, vandaag is God nabij, zoekt Hem en u zult leven.

Als wij dit heerlijke zalige leven gevonden hebben in Christus Jezus, dan weten wij dat onze verwachting alleen van Hem is. In en uit ons is geen vrucht, daarom Zien wij op Hem en leven uit Hem. De Heere Jezus Zelf, heeft het uitgelegd aan de hand van de wijnstok met de ranken. ‘Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft, Joh. 15:4.’ De rank kan van zichzelf geen vrucht dragen, zij heeft de wijnstok nodig. ‘Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen, Joh. 15:5.’ Door in Hem te zijn en te blijven zullen wij veel vrucht dragen. Vrucht uit Hem tot eer van Hem. Het is voor de wijnrank niet vermoeiend om vruchten voort te brengen, het zijn de sappen uit de wijnstok die daar voor zorgen. Voor een rank die niet in de wijnstok is is het onmogelijk vrucht voort te brengen. Zo is het ook onmogelijk voor een mens om te leven tot eer van God, zolang hij of zij leeft buiten Christus, de Wijnstok. De vrucht is schijn, het is alles hol en zal straks verbranden. ‘Zo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand, Joh. 15:6.’

Waarheen leidt de weg? U kunt het weten, u moet voor uzelf de balans opmaken. Als ik naar Amsterdam moet dan is dat de plaats waarheen ik mij richt, ik volg de borden naar Amsterdam en hoop daar spoedig aan te komen. Ik moet niet verwachten ooit in Amsterdam aan te komen als ik de aanwijzingen naar Rotterdam volg. Nu zijn wij allemaal op reis, er zijn twee eindbestemmingen; de hel waar de duivel is en de hemel waar God is. Welke aanwijzingen volgen wij? Wij moeten niet denken dat als wij de aanwijzingen van de wereld en de duivel volgen dat wij ooit in de hemel zullen komen. Zoekt en bedenkt dan de dingen die boven zijn waar Christus is en wij zullen straks bij Hem zijn. Leef uit Hem, voed u met Zijn Woord en laat dat Woord rijkelijk in u leven. Dan zal de wereld geen vat op uw gedachten en verlangens hebben. Het leven met Hem is een leven van kracht tot kracht, van overwinning naar overwinning, omdat Hij de Overwinnaar is en wij in Hem meer dan overwinnaars zijn. Laat de wereld maar schreeuwen, laat de duivel maar brullen, laat hen maar roepen dat zij de rust en de vrede voor u hebben, zij bedriegen zich en zullen dat straks ervaren. Wij zijn dood voor de zonden en de wereld en leven omdat Jezus leeft. De Heilige Geest woont in ons en daardoor roepen wij het uit: Abba Vader, lieve Vader, U komt toe alle lof eer en aanbidding. Wij schuilen bij U en zullen nooit beschaamt met U uitkomen. Kom Heere Jezus, wij verlangen naar U en weten dat ook U naar ons verlangt. Amen.

Al de weg leidt mij mijn Heiland, wat verlangt mijn ziel dan meer?

Zou ik immer aan Hem twijf’len, die mij voortleidt keer op keer?

Zoete troost en zaal’ge vrede, heb ik steeds op Zijn bevel.

‘k Weet wat hier mij overkome, Hij maakt alle dingen wel.

Al de weg leidt mij mijn Heiland, troost geeft Hij tot in de dood.

Als ik zwak ben in beproeving, sterkt Hij mij met ’t hemels brood.

Als mijn schreden soms gaan wank’len en mijn ziel van dorst versmacht

geeft Hij mij het levend water, en vernieuwt mijn levenskracht.

Al de weg leidt mij mijn Heiland, door al ’t aardse stormgebruis,

en volkomen vreugde wacht mij, in het zalig Vaderhuis.

Als ‘k mijn kroon, die Hij zal geven, aan Zijn voeten nederleg,

zal mijn lied voor eeuwig wezen: “Jezus leidde m’al de weg”.

Wilco Vos Veenendaal 19-02-2014