Waarom is er lijden in de wereld?
‘Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden kunnen vertroosten degenen die in allerlei verdrukking zijn, door de vertroosting met welke wij zelven van God vertroost worden, 2 Kor. 1:3,4.´
Waarom is er lijden in deze wereld? Waarom zoveel verdriet, angst en pijn? Daar sterft een jonge moeder, ginds is een moeder ernstig ziek en verderop zitten kleine kinderen in een tehuis zonder ouders. Vorige maand werd er een groot gedeelte van de Filipijnen verwoest door een Tyfoon, gisteren ontplofte er een autobom en vandaag wordt er een jonge man vermoord. Wie zal het wereldwijde leed kunnen omschrijven? Denk aan de vele massamoorden die onze geschiedenis telt. Denk aan de miljoenen ongeboren baby’s die dagelijks vermoord worden in de moederschoot.
Waar is God, zo schreeuwt de mens, die niet weet waarom al dit leed er is.
Voor het antwoord op deze vraag moeten we terug naar de geschiedenis in de hof van Eden. Daar was geen lijden, geen verdriet en pijn. Adam en Eva wisten niet wat lijden was, totdat de duivel kwam en hen verleidde om ongehoorzaam te zijn aan God. Eva en Adam hebben geluisterd naar de duivel en kozen tegen God. Wij hebben Adam en Eva niet persoonlijk gekend toch weten we allemaal dat we als klein kind al moeten leren om gehoorzaam te zijn. De ongehoorzaamheid zit in ons. Het liefst zouden wij onze eigen gang gaan en geen rekening willen houden met God en Zijn gebod. Nu, dit is de oorzaak van alle ellende. Heel de Bijbel door lezen we steeds weer welke verschrikkelijke gevolgen er ontstaan door de ongehoorzaamheid. De vraag, “waarom is er lijden?” zouden we eigenlijk moeten omzetten in, “Waarom is er nog liefde, barmhartigheid en geluk in deze wereld?” Het antwoord is: God is, ondanks onze ongehoorzaamheid, genadig.
God spreekt tot ons door Zijn Woord. Daaruit kunnen wij weten dat God er is en tegelijk kunnen wij dit weten door de natuur. Als we heel de schoonheid van de natuur zien en hoe alles precies op elkaar is afgestemd, dan moeten wij wel bekennen dat er een God is. Alles in ons leven heeft een doel. En zo mogen wij ook zeggen dat het lijden in ons leven een doel heeft. Het is als het ware de megafoon van God, vaak wordt juist het lijden in ons leven gebruikt om ons stil te zetten, om ons te doen beseffen dat wij mens zijn en dat aan ons leven een einde komt. God zegt als het ware, denk eens na over je leven en over je eindbestemming. Ik geef je nog een kans om tot inkeer te komen.
Al is het zo dat er bij God nooit iets uit de hand loopt, toch kunnen wij niet zeggen dat al het lijden van God komt. We mogen wel stellen dat God alle omstandigheden ten goede kan keren. We kunnen natuurlijk niet zeggen dat God ons rugpijn geeft als wij zelf te zwaar tillen. We kunnen niet stellen dat God ons een burnout heeft gegeven als wij zelf te veel hooi op onze vork hebben genomen. Wij hebben als mens de verantwoordelijkheid om goed voor ons lichaam te zorgen. Op tijd te eten, te rusten en te ontspannen. De boog kan niet altijd gespannen staan. Daarnaast is satan er die van mensen een wrak kan maken. Al komt dan niet alle lijden van God, God kan wel alle lijden wegnemen of ten goede keren. ‘En wij weten dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen die naar Zijn voornemen geroepen zijn, Rom. 8:28.’
Als het lijden van God komt, dan heeft dit altijd een doel en kunnen wij weten wat het doel is. We kunnen dit lijden ook kastijdingen noemen. ‘Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon dien Hij aanneemt, Hebr. 12:6.’ Zij die de Heere liefhebben mogen weten dat Hij hen eerst heeft liefgehad en altijd zal blijven liefhebben. Hij wil ons door het lijden, iets leren.
Wat is het heerlijk om te mogen zien vanuit de tekst boven deze meditatie dat de Heere ons in alle verdrukking troost en dat wij daardoor weer anderen kunnen troosten.
Kind van God, misschien kunt u als u terug kijkt zeggen dat uw leven veel lijden heeft gekend. Moet u dan nu niet eerlijk bekennen dat u door deze weg heen meer bent gaan leunen op de Heere? Hoe meer wij zijn afgebroken hoe waardevoller het leven met de Heere is. Hoe dieper onze lijdensweg is geweest hoe groter onze Trooster is.
Paulus heeft in zijn leven veel verdrukking gekend, juist door deze weg kan hij anderen vertroosten. Hij bemoedigd ons om ons vertrouwen te stellen op de Heere God. ‘Want wij willen niet, broeders, dat gij onwetende zijt van onze verdrukking die ons in Azië overkomen is, dat wij uitnemend zeer bezwaard zijn geweest boven onze macht, alzo dat wij zeer in twijfel waren ook van het leven. Ja, wij hadden al zelven in onszelven het vonnis des doods, opdat wij niet op onszelven vertrouwen zouden, maar op God, Die de doden verwekt, 2 Kor. 1:8,9.’ Paulus lijden was zo zwaar dat hij meende te zullen sterven, toch was zijn hoop in die momenten op de Heere van Wie hij stellig mocht geloven dat Hij zelfs doden kan opwekken.
‘Maar indien gij ook lijdt om der gerechtigheid wil, zo zijt gij zalig; en vreest niet uit vreze van hen, en wordt niet ontroerd, 1 Petr. 3:14.’ Als u kwaad wordt aangedaan terwijl u mag weten in de weg van de Heere te zijn, dan wordt u bemoedigd om niet te vrezen. Ga niet gebukt onder dat wat zij u aandoen maar zie op de zaligheid die u ontvangen hebt in Christus Jezus. ‘Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten, die heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was, Jes. 53:4.’ Hij was zonder zonden en droeg uw zonden en al uw ziekten, verdriet en verdrukking. O, wat een vreugde om te zien op de verlossing die u in Hem ontvangen hebt. Nog een kleine tijd en dan zal uw verdrukking verwisselt worden voor een eeuwige vreugde.
Zie juist op dat wat u in Hem ontvangen hebt en denk vanuit die blijdschap aan hen die u omringen. ‘Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus, Gal. 6:2.’ Dan zult u een blijmoedig vertrooster zijn omdat u uw naaste opwekt om op Christus te zien. In Hem is al onze kracht, onze verwachting en onze toekomst. Het is genade om in Hem te mogen geloven en tegelijk is het genade om ook te mogen lijden. ‘Want u is uit genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor Hem te lijden, Filip. 1:29.’ Wat is dan ons lijden als we zien naar dat wat Hij voor ons deed. ‘En als zij Hem ontkleed hadden, deden zij Hem een purperen mantel om; En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechterhand; en vallende op hun knieën voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden, Matth. 27:28,29.’
Wij mensen hebben niet altijd een antwoord op de vraag van het lijden, toch kunnen wij elkaar wijzen op de God Die boven alle omstandigheid uitstijgt. Werp al uw zorg op Hem want Hij zorgt voor u. Leef in de opstandingskracht van uw Zaligmaker. ‘Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens, Zijn dood gelijkvormig wordende, Filip. 3:10.’
‘Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goeddacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden. En alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen die door dezelve geoefend zijn, Hebr. 12:10,11.’ Wees dan stil en verblijd u in de Heere, nog even en u zult voor altijd bij Hem zijn. Als u God uw Schepper nog niet kent als uw hemelse Vader, haast u dan. Er is nu nog genade, straks zal er geen genade meer zijn maar een eeuwig straf lijden in de hel. God is genadig en barmhartig , zoek dan de Heere terwijl het nog kan en u zult eeuwig leven. Amen.
Wee hem, die op deez’ aard’ vol lijden,
in deez’ woestijn vol rouw en smart,
nog immer doolt, van U gescheiden,
geen ruste vond voor ’t zondig hart.
Maar zalig hij, die in uw armen,
Heer Jezus, eeuw’ge vrede vond,
die door uws Vaders rijk erbarmen
niet meer als zondaar doolt in ’t rond.
Ja, Heer, wij kunnen vrolijk juichen;
dit voorrecht viel ook ons ten deel.
Wij willen, Heer, voor U ons buigen,
want wij behoren U geheel.
Uw liefde gaf ons eeuw’ge ruste,
zij schonk de vrede aan ons gemoed,
zij richt ons oog naar gindse kuste,
waar zij ons U aanschouwen doet.
U, Jezus, zocht ons menigmalen,
U klopte telkens bij ons aan; –
maar wij verkozen rond te dwalen
op ’s werelds woeste oceaan.
Wij leefden voort in onze zonden,
verwijderd van uw liefd’rijk hart,
door ’s werelds macht steeds meer gebonden,
in Satans strik steeds meer verward.
Maar U verbrak de sterke boeien,
waarin de zonde ons hield gekneld;
U deed uw liefde in ons ontgloeien,
waardoor ons hart van vreugde zwelt.
Uw liefde, o Heer, heeft overwonnen;
zij brak ons trots, onbuigzaam hart.
Voleindig wat U bent begonnen,
en doe ons rusten aan uw hart.