Volg ons op YouTube

Wandelt door de Geest.

‘En ik zeg: Wandelt door den Geest, en volbrengt de begeerlijkheid des vleses niet. Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet hetgeen gij wildet. Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet, Gal. 5:16-18.’

Een Goddelijke opdracht, aan allen die de strijd kennen tussen vlees en Geest. Die strijd breekt los op het moment dat een mens wederom geboren wordt. Het is belangrijk om goed te weten wat Paulus bedoeld met de geestelijke strijd. Er is veel wat lijkt op de strijd tussen vlees en Geest maar wat ten diepste niets anders is dan mensenwerk. De mens, u en ik, wij zijn van nature vijandig tegenover God. Wij willen zelf uitmaken wat goed en kwaad is, wij willen doen waar wij zin in hebben. Natuurlijk is er een morele wet waar de meeste mensen gelukkig nog naar willen luisteren. Wat een chaos zou het worden als niemand zich aan de wet zou houden. Tegelijk moeten wij zeggen dat de moraal van vandaag zo anders is dan de moraal die God ons voorhoud in Zijn Woord. Wat God verbied, is in ons land geoorloofd. Hoelang zal het nog duren voor Gods oordelen over ons worden uitgegoten?

We leven in een land waar we als samenleving de zegen van de vrijheid van godsdienst mogen hebben. U en ik, wij hebben de vrijheid om naar die kerk of gemeenschap te gaan waar wij ons thuis voelen. Binnen de meeste geloofsgemeenschappen horen we nog spreken over dat wat de Bijbel ons leert. Wij kunnen ons leven inrichten naar dat wat de moraal binnen de geloofsgemeenschap is. Als alle mannen een pak dragen dan kunt u ook een pak aan doen, als het binnen uw geloofsgemeenschap verboden is om op zondag te fietsen of met de auto te rijden, dan mag u zich daar aan houden. Als u met dank of biddag vrij wilt zijn om samen te komen met uw geloofsgemeenschap, dan krijgt u bij de meeste werkgevers een dagje vrij. Uw taalgebruik is naar we mogen aannemen anders dan die van uw collega’s. Als zij schuine grappen vertellen, dan distantieert u zich daarvan. Als zij spreken over de nieuwste Hollywood films dan kunt u niet meepraten. Uw gedrag is anders als dat van de meeste van uw collega’s of studiegenoten. Toch zijn wij met dit alles niet op het terrein van de geestelijke strijd. Een zwart pak maakt ons zwarte hart niet rein. Ons zingen, bidden, mooie woorden en belijdenis maken van ons geen nieuwe schepping. Christus en Christus alleen is de bron van alle leven. De natuurlijke mens is vijandig tegenover God en wars van genade, alles wat hij anders is dan zijn buurman komt voort uit een bepaald motief. De één is vegetariër omdat hij mee lijd met het dierenleed, de ander noemt zich christen omdat hij naar een kerk gaat. Toch maakt het kerk gaan geen christen van een heiden. U bent of een wedergeboren heiden, die zich christen mag noemen omdat Christus alle schuld betaald heeft of een heiden die nog leeft voor eigen rekening. De heiden die niets kent van de kracht van Jezus bloed, kent ook niets van de geestelijke strijd, omdat hij vleselijk is. Alle gewetens overtuigingen komen voort uit dat wat geleerd is. Natuurlijk is het een voorrecht om te mogen leven naar Bijbelse normen en waarden maar tegelijk moeten wij het niet willen verwarren met een christelijk leven. De term christelijk is zijn kracht kwijtgeraakt. Een christen is iemand die Christus volgt omdat Hij het is Die heel het leven van de christen vult. De christen staat op met de gedachte aan Christus en gaat slapen met de gedachte aan Christus, Hij is het naar wie al het verlangen uitgaat. Hij stierf aan het kruis van Golgotha om van alle schuld en zonden te verlossen, hoe kan er op heel de aarde iets gevonden worden dat Zijn waarde overstijgt? Nu belanden wij midden in de geestelijke strijd, want de wedergeboren mens is niet alleen vlees maar vlees en geest.

Nu komt de opdracht tot ons om te wandelen door de Geest. U begrijpt dat als u nog niet gelooft in het allesreinigeinde bloed van de Heere Jezus Christus, de opdracht ook tot u komt maar u kunt er niets mee. O lieve vriend of vriendin, als u nog niets kent van die dierbare Heere Jezus, weet dan dat u straks, als u voor God verschijnt niets hebt waar u op kunt pleiten. Alles wat van waarde lijkt zal dan ontvallen. Nu, vandaag is er ook voor u een gestorven Heiland, vlucht dan tot Hem en laat Hem ook uw Heiland zijn. Belijd en verlaat uw zonden en richt u helemaal op de Heere, de Schepper van hemel en aarde, Die Zelf een Weg ontsloten heeft om u met Hem te verzoenen. De Heere Jezus zegt van Zichzelf, Ik ben de Weg de Waarheid en het Leven. Hij is de Weg tot de Vader in de hemel. Er is geen andere mogelijkheid om als zondaar met God verzoend te worden. Leg daarom alles wat geen Jezus is, naast u neer en leg u neer aan de voet van het kruis. Zie dan op die doorboorde handen, zie daar die doornenkroon, ja zie daar die lijdende Borg, hangend tussen hemel en aarde. Hoor hoe Hij zelfs in dat smartelijke lijden bidt voor hen die Hem doorboorden, Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Hij legde Zijn leven vrijwillig af opdat wij het Leven zouden vinden. Stop met reden eren en begin God te eren. O dank toch de Vader in de hemel voor die onuitsprekelijke gave, ons geschonken in Zijn Zoon. Erken Die Zoon als uw Heere en Heiland en vind in en door Hem uw hemelse Vader, opdat ook u het uit mag roepen, Abba Vader, lieve Vader.

O vrienden wat een onbegrijpelijk Godswonder, De Schepper van hemel en aarde, Hij die een ontoegankelijk licht bewoond (1 Tim. 6:16), te mogen kennen als onze Vader. Hem lief te mogen hebben en bij Hem te schuilen in elke omstandigheid. Wat een troost, wat een blijdschap, een kind van God te zijn. Wat kan die geestelijke strijd dan diep zijn. Te willen wandelen in het Licht met de Heere Jezus en dan te merken dat uw vleselijke lusten zo sterk zijn. Te willen getuigen van uw Heiland en dan te ervaren dat uw tong kwaad spreekt. Een voorbeeld van geduld te willen zijn en dan zo pijnlijk uw ongeduld te ervaren. Een lieve ouder voor uw kinderen te willen zijn en dan te ervaren dat u zo’n kort lontje hebt. Een lieve echtgenoot te willen zijn en dan te ervaren dat u uzelf zo liefhebt. U naaste lief te willen hebben en dan te merken dat u eigenlijk niets geeft om uw naaste. U wilt de Bijbel pakken om wat te lezen maar u voelt u getrokken tot duizend andere dingen. U wilt op uw knieën om met uw hemelse Vader te spreken maar o wat is er weinig tijd. U zou psalmen en geestelijke liederen willen zingen maar er komen liedjes van vroeger in uw gedachten. U kunt zo moe worden van deze strijd. De satan maakt u wijs dat u geen kind van God kunt zijn, als u bent zoals u nu bent. Hij zaait twijfel, u graaft in uzelf en u moet de duivel gelijk geven. Toch is het een leugen. U leeft omdat Jezus leeft, weet u nog hoe u alles gevonden hebt in Hem, weet u nog hoe het Woord van God is gaan leven, hoe u een honger kreeg naar alles wat met God te maken had? Weet u nog hoe u bevrijd werd van uzelf en uw wettische werk, toen u mocht zien op uw lijdende Borg aan het kruis? Wat een rust en vrede vond u daar aan de voet van het kruis, niets te moeten maar alles te ontvangen uit vrije genade. Nu, sta op, keer terug naar uw Heiland en laat Zijn Licht uw hart, uw gedachten en uw leven zijn. ‘Wandelt dan door de Geest en volbreng de begeerlijkheid van het vlees niet.’ Het oordeel is weggenomen, Hij heeft het oordeel gedragen. ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest, Rom. 8:1.’ In Christus Jezus, bent u een nieuwe schepping, al het oude is voorbijgegaan, het is alles nieuw. Er is geen verdoemenis, geen veroordeling, omdat Jezus uw leven is geworden. Zolang u leeft met het oog op Hem gericht, ervaart u ook de vrede en de vrijheid, de blijdschap en Zijn liefde. Maar o dat vreselijke vlees, als wij ook maar even toegeven aan de verleiding, dan is er weer die veroordeling. ‘Want het bedenken des vleses is de dood; maar het bedenken des Geestes is het leven en vrede, Rom. 8:6.’ Juist door deze weg van vallen en opstaan leren wij te leven van genade en gaan wij ervaren dat onze kracht alleen in Hem is te vinden.

Wij worden opgeroepen om staande te blijven in de vrijheid. ‘Staat dan in de vrijheid met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen, Gal. 5:1.’ Christus heeft ons vrijgemaakt van de vloek en het oordeel. Wij worden geroepen om te leven van genade, dat is precies het tegenovergestelde van werken. Door genade zijn wij zalig geworden en door genade kunnen wij leven. Het leven door de Geest tot eer en glorie van onze God en Vader is niet door onze kracht of inspanning maar juist in dat wat van Hem komt. Stil zitten aan de voeten van Jezus, ons voeden met het Woord en biddend te gaan in de kracht van de Heilige Geest, Die in ons woont, zullen wij de kracht van Zijn genade ervaren. In Hem zijn wij meer dan overwinnaars. ‘Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods, Rom. 8:2.’ Wij zijn bevrijd van de wet der zonde en des doods, die ons vroeger drong om te zondigen, nu zijn wij dienstknechten van de Allerhoogste om te leven zoals Hij dat wil. ‘En vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten der gerechtigheid, Rom. 6:18.’ Iedere dag, elk moment komen wij voor de keuze om naar het vlees of naar de Geest te wandelen. Welke van de twee houden wij dan voor dood, het vlees of de Geest? ‘Alzo ook gijlieden, houdt het daarvoor, dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levend zijt in Christus Jezus, onzen Heere, Rom. 6:11.’ Wij hebben door genade de kracht om over de zonde te heersen. Wij zijn niet langer slaaf van de zonde maar heersers. Juist door ons in stilheid te onderwerpen aan de wil van onze Vader en ons te voeden met Zijn zalige Woord, gaan wij ervaren dat Zijn kracht in ons meerder wordt. Wij gaan vrucht dragen omdat de levenssappen door ons stromen. ‘Maar nu van de zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht tot heiligmaking, en het einde het eeuwige leven, Rom. 6:22.’

Nog een kleine tijd, en er zal geen strijd meer zijn. O wat een heerlijk, blij vooruitzicht. Daar zal mijn vlees geen strijd meer voeren tegen mijn Geest. Daar zal ik niet meer heen en weer geslingerd worden tussen mijn eigen redeneringen. Daar zal mijn karakter mij niet meer kwellen. Daar zal ik werkelijk mijn Jezus zien. Daar zal ik God alle lof, eer en aanbidding toebrengen die Hij zo waard is. De vrede van God die alle verstand te boven gaat, mag nu mijn hart en leven vervullen maar daar zal niets en dan ook niets die vrede verstoren. Lieve vrienden, kom verblijd u in de Heere, Hij Die u roept is getrouw. Hij zal dat werk dat Hij ins ons begonnen is ook zeker voleindigen. Hij geeft ons de kracht om vandaag te strijden en als wij ons afhankelijk en kwetsbaar opstellen zullen wij Zijn genade kracht vermeerdert zien. Zijn er momenten dat de strijd u te veel lijkt te worden? Kom, weersta de duivel, zie op het bloed van Jezus en roep het uit: ‘Ik ben duur gekocht, duivel ga weg je hebt niets met mij van doen want Jezus leeft, Hij heeft jouw kop vermorzelt en ik ben Zijn eigendom.’ Laten wij niet strijden in eigen kracht, dan zal de zonde overwinnen. Komt de zonde, zie dan op het kruis en weet dat Christus, ook die zonde heeft overwonnen. Zo gaan wij ervaren dat juist de genade van onze Heere Jezus Christus, ons steeds meer vrijmaakt van de zonde. Hij is een volkomen Zaligmaker en Verlosser. Wordt niet mismoedig als de strijd vergeefs lijkt, richt u niet op de kwaal maar op de Heelmeester, Hij zal voorzien en Zijn kracht is overvloeiende.

Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten; Dewijl wij de overleggingen ternederwerpen, en alle hoogte die zich verheft tegen de kennis Gods, en alle gedachte gevangen leiden tot de gehoorzaamheid van Christus; En gereed hebben hetgeen dient om te wreken alle ongehoorzaamheid, wanneer uw gehoorzaamheid zal vervuld zijn, 2 Kor. 10:4-6.’ Amen.

Psalm 119:3

Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!

Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken!

‘k Hield dan Uw wet, dan leefd’ ik onbevreesd;

Dan zou geen schaamt’ mijn aangezicht bedekken,

Wanneer ik steeds opmerkend waar’ geweest,

Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken.


Wilco Vos Veenendaal 12-03-2014