Wat dunkt u van de Christus?
‘En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon is Hij? Zij zeiden tot Hem: Davids Zoon, Matth. 22:42.’
Zo’n 4000 jaar na de diepe zondeval van Adam en Eva in het Paradijs, ontmoeten we de Heere Jezus, de Zoon van God en lang verwachte Messias, in gesprek met de farizeeën. Het is goed om te beseffen dat de farizeeën goed op de hoogte waren van dat wat er in de heilige Schrift over de komende Messias geprofeteerd was. Zij hadden niet de Bijbel zoals wij die nu kennen maar alleen de Tenach ook wel genoemd de Septuaginta of zoals wij dat nu kennen het Oude Testament. Het is goed om te weten dat als de Heere Jezus sprak, Hij altijd sprak vanuit het Oude Testament. Zo ook de latere Apostelen, zij hebben het Oude Testament niet afgeschreven maar juist gebruikt. In de brieven van Paulus zien we veel aanhalingen uit het Oude Testament. De Heere Jezus Zelf sprak deze woorden: ‘Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied, Matth. 5:17,18.’ Hij is gekomen om de Wet en de Profeten te vervullen. Hij is de vervulling. Hij is niet gekomen om de Wet af te schaffen maar om ons van de vloek van die wet te bevrijden. Hij is de Vervulde Profetie.
Direct na de zondeval geeft de HEERE Zelf de belofte door middel van het oordeel dat Hij uitspreekt over de duivel. ‘En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen, Gen. 3:15.’ Vierduizend jaar later gaat deze heerlijke profetie in vervulling op het kruis van Golgotha. Openbaar heeft Christus overwonnen over de duivel. ‘En de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door hetzelve over hen getriomfeerd, Kol. 2:15.’ De Messias moest komen om de macht van de satan te verbreken. ‘Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood tenietdoen zou dengene die het geweld des doods had, dat is den duivel, Hebr. 21:14.’
Door heel het Oude Testament heen, staan meer dan 300 profetieën over de Heere Jezus. Gods Woord is de waarheid en Zijn profetieën worden vervuld. ‘Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven: Zie, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren en Zijn Naam IMMÁNUËL heten, Jes. 7:14.’ Zevenhonderd jaar voor dat de engel met de blijde Boodschap bij Maria kwam, profeteerde Jesaja over de komst van IMMANUËL, God met ons. (vervulling: Luk. 1) ‘Verheug u zeer, gij dochter Sions, juich, gij dochter Jeruzalems; zie, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm, en rijdende op een ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen, Zach. 9:9.’ Vijfhonderd jaar later zien we de Heere Jezus Jeruzalem binnen rijden op het veulen van een ezelin (vervulling: Matth. 21). Veel profetieën gaan over het lijden en sterven van de Heere Jezus. ‘Ik geef Mijn rug dengenen die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel, Jes. 50:6.’ Aan het kruis werd Jezus zijde doorstoken en ook hiervan is geprofeteerd. ‘Doch over het huis Davids en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden, en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben; en zij zullen over Hem rouwklagen als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene, Zach. 12:10.’ In Jesaja 53 zien we een vergezicht van dat wat nu vervuld is.
Het volk leefde te midden van een grote duisternis en zag uit naar de Messias, Hij zou komen om hen te verlossen. Hen was een heerlijke belofte gegeven. ‘Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen, Jes. 9:1.’ Maar ach wat waren hun ogen verblind. Hoe is het met ons, wat dunkt u van de Christus, Wie is Hij voor u?
De Bijbel leert ons dat Hij, de Zoon van God is, gekomen in het vlees, om zondaren te zoeken en Zalig te maken. Petrus getuigt: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods, Matth. 16:16.’ God en Mens in één Persoon. ‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst, Jes. 9:5.’ Wat een rijkdom in deze woorden, Als een Kind is Hij, de Zoon van God geboren, Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Zijn Naam is Wonderlijk, Ja al wat aan Hem is is gans begeerlijk; ‘En de zaligheid is in geen ander; want er is ook onder den hemel geen andere naam, die onder de mensen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden, Hand. 4:12.’ Jezus is Zijn Naam, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. Bij Hem is Raad, Hij heeft de woorden des eeuwigen levens en heeft belooft; ‘Ik zal u onderwijzen, en u leren van den weg dien gij gaan zult; ik zal raad geven, mijn oog zal op u zijn, Ps. 32:8.’ Hij is de Sterke God, er is geen God naast deze God en Hem komt toe alle lof eer en aanbidding. Hij is van eeuwigheid en zal tot in eeuwigheid zijn; ‘Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest, van den aanvang, van de oudheden der aarde aan, Spr. 8:23.’ Wie van ons kan deze God met ons menselijk verstand begrijpen? Wij mogen Hem aanbidden en onze vrede vinden bij Hem van Wie geschreven staat dat Hij de Vredevorst is.
‘In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt dat gemaakt is, Joh. 1:1-3.’ De Bijbel leert het ons zo helder, Christus, is het Woord en Hij is God, Jezus de Zoon van God en Zoon des mensen, werd mens, om mensenkinderen te verlossen van de vloek der wet. ‘Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet, Opdat Hij degenen die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden, Gal. 4:4,5.’ Wat een diepe vernedering, de hemel te verwisselen voor een vervloekte aarde om hen die haters van God zijn, te trekken uit de duisternis tot het heerlijk wonderbaar Licht. ‘Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises, Filipp. 2:7,8.’
Christus betekent in het Grieks, Gezalfde. Net als het Hebreeuwse woord Messias. Christus is dus de Gezalfde van God. We weten dat toen de Heere Jezus gedoopt werd, de Heilige Geest op Hem kwam in de lichamelijke gedaante van een duif en uit de hemel klonk de stem van God, die bevestigde dat Jezus de Zoon van God is. ‘En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus ook gedoopt was en bad, dat de hemel geopend werd, En dat de Heilige Geest op Hem nederdaalde in lichamelijke gedaante gelijk een duif, en dat er een stem geschiedde uit den hemel, zeggende: Gij zijt Mijn geliefde Zoon, in U heb Ik Mijn welbehagen, Luk. 3:21,22.’ Later spreekt Jezus in de synagoge over het feit dat Hij is gezalfd. ‘De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd; Hij heeft Mij gezonden om den armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen die gebroken zijn van hart, Luk. 4:18.’ Het begrip gezalfde was bekend in die dagen. Profeten, priesters en koningen werden gezalfd als zij in hun ambt werden aangesteld.
Aäron werd tot Priester gezalfd (Ex. 30:30), David werd tot koning gezalfd (2 Sam. 16:13) en Elia zalfde Eliza tot Profeet (1 Kon. 19). In de Bijbel lezen we dat Christus al deze ambten vervult. Hij is Profeet: ‘Want Mozes heeft tot de vaderen gezegd: De Heere uw God zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen in alles wat Hij tot u spreken zal, Hand. 3:22.’ Hij is Priester: ‘Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn in de dingen die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen, Hebr. 2:17.’ En Hij is Koning: De wijzen zeiden: ‘Waar is de geboren Koning der Joden? Want wij hebben gezien Zijn ster in het oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden, Matth. 2:2.’
Als Profeet heeft Christus ons de volle zaligheid geopenbaard die voor ons verborgen was. Als Priester heeft Christus ons met Zijn eigen offer verlost en is Hij nu in de hemel om voor ons te bidden. Hij is de Koning der Koningen en straks zal Hij zich ten volle openbaren als de Koning voor wie alle knie zich zal buigen. ‘En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid, Matth. 25:31.’ Wat een blijdschap zal dat zijn voor allen die Hem hier in dit leven hebben leren kennen als hun Heere en Heiland. ‘Alsdan zal de Koning zeggen tot degenen die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld, Matth. 25:34.’ Wat zal het verschrikkelijk zijn voor hen die Hem niet hebben willen aanvaarden als de van God gezondene om hen te redden. Zij zullen Hem dan moeten erkennen en voor Hem moeten buigen maar helaas dan zal het te laat zijn. ‘Dan zal Hij zeggen ook tot degenen die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is, Matth. 25:41.’
Lieve vrienden, Wat dunkt u van de Christus? De farizeeërs konden niet veel meer zeggen dan dat Hij de zoon van David was. Wie is Hij voor u? Hij is niet gekomen om de wereld te veroordelen maar om te behouden. Zijn bloed is gestort opdat zondaren weer met God verzoend zouden worden. De vraag is niet: ‘Wat dunkt u van uzelf?’ Dat weet God wel, van ons is geen verwachting. We zijn allemaal zondaren en hebben de hel verdiend om eigen schuld. De vraag die gesteld wordt is: ‘Wat dunkt u van de Christus?’ Wie is Christus voor u? Bij Hem vindt u de zaligheid, Hij heeft de weg geopend tot de Vader. Hij is de Weg de Waarheid en het leven. Het is onmogelijk om als zondaar buiten het bloed van de Heere Jezus om tot een heilig God te naderen. Hij is de Middelaar. ‘Want er is een God, er is ook een Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus, 1 Tim. 2:5.’ Als u komt tot de Heere Jezus, uw zonden belijd en Hem aanvaard als de Heere over uw leven, dan bent u verzoend met de Vader. Er is geen andere weg! Zalig worden is zo eenvoudig. Er hoeft niets van ons bij, er kan niets van ons bij en juist daarom gaan zoveel mensen verloren omdat zij hun behoud zoeken in iets van hunzelf. Het is alleen het geloof in de Heere Jezus Christus dat u red. Het geloof is als het ware een hand die de aangeboden schat in ontvangst neemt. Christus is gekomen om zondaren zalig te maken, Zijn bloed reinigt van alle zonden. Is dat de schat die u wilt aannemen of verwerpt u het?
Lieve broeder en zuster, wat dunkt u van de Christus? Hij is alles voor mijn ziel, zo zult u zeggen. In Hem is werkelijk alles voor het leven en voor na dit leven te vinden. Met de bruid roepen wij het uit: ‘Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tienduizend.. Zijn gehemelte is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste, ja, zulk een is mijn Vriend, gij dochteren van Jeruzalem, Hoogl. 5:10,16.’ O, kom, verblijd u met de blijden, juicht want Jezus Christus is Heere, nog een kleine tijd en wij zullen voor altijd met Hem zijn. Amen.
Met Christus is mijn leven
verborgen in mijn God.
O ijdel werelds streven
o nietig aards genot.
‘k Houd oog en hart geheven,
waarheen mijn zuchten zweven,
naar Christus, naar mijn leven,
verborgen in mijn God.
Mijn lieven en mijn leven,
mijn wensen en genot,
mijn strijden en mijn streven,
mijn lijden en mijn lot –
‘k heb alles Hem gegeven.
Nu word ik voortgedreven,
verlangend naar mijn leven
met Christus, bij mijn God.
Wilco Vos Veenendaal 08-01-2014