Volg ons op YouTube

Woorden van het Brood des Levens – Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader hem trekke

‘Jezus antwoordde hun en zeide: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt en verzadigd zijt. Werkt niet om de spijze die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader verzegeld. Zij zeiden dan tot Hem: Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken? Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem Dien Hij gezonden heeft. Zij zeiden dan tot Hem: Wat teken doet Gij dan, opdat wij het mogen zien en U geloven? Wat werkt Gij? Onze vaders hebben het manna gegeten in de woestijn, gelijk geschreven is: Hij gaf hun het brood uit den hemel te eten. Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, Mozes heeft u niet gegeven het brood uit den hemel, maar Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel. Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft. Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood. En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten. Maar Ik heb u gezegd, dat gij Mij ook gezien hebt, en gij gelooft niet. Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Want Ik ben uit den hemel nedergedaald, niet opdat Ik Mijn wil zou doen, maar den wil Desgenen Die Mij gezonden heeft. En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. En dit is de wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk die den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood Dat uit den hemel nedergedaald is. En zij zeiden: Is Deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe zegt Deze dan: Ik ben uit den hemel nedergedaald? Jezus antwoordde dan en zeide tot hen: Murmureert niet onder elkander. Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. Er is geschreven in de Profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij. Niet dat iemand den Vader gezien heeft dan Die van God is; Deze heeft den Vader gezien. Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. Ik ben het Brood des levens. Uw vaders hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. Dit is het Brood Dat uit den hemel nederdaalt, opdat de mens daarvan ete en niet sterve. Ik ben het levende Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons Deze Zijn vlees te eten geven? Jezus dan zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden, tenzij dat gij het vlees van den Zoon des mensen eet en Zijn bloed drinkt, zo hebt gij geen leven in uzelven. Die Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. Want Mijn vlees is waarlijk spijs, en Mijn bloed is waarlijk drank. Die Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij en Ik in hem. Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft en Ik leef door den Vader, alzo die Mij eet, dezelve zal leven door Mij. Dit is het Brood Dat uit den hemel nedergedaald is; niet gelijk uw vaders het manna gegeten hebben en zijn gestorven; die dit Brood eet, zal in der eeuwigheid leven. Deze dingen zeide Hij in de synagoge, lerende te Kapérnaüm, Joh. 6:26-59.’

Nadat de Heere Jezus vijfduizend mannen en veel vrouwen en kinderen op wonderlijke wijze gevoed had en de storm tot bedaren bracht, nadat Hij over het kolkende water naar Zijn in nood zijnde discipelen was gewandeld, ontmoet Hij opnieuw de mensen die Hij gevoed had. Zij begrijpen niet vanwaar Hij gekomen is en vragen Hem: ‘Wanneer zijt Gij hier gekomen?’ Jezus legt de vinger op de zere plek en maakt hen duidelijk dat zij Hem volgen omdat zij van het brood gegeten hebben. Zij richten zich op het tijdelijke brood maar Jezus wil hen wijzen op het Brood des Levens dat eeuwigheidswaarde heeft. Hij onderwijst hen hoe zij deel krijgen aan het eeuwige leven.

Het is voor ons allen zo belangrijk om de boodschap van Jezus, dat niets anders is dan de blijde boodschap van redding en genade, goed te overdenken. Het Evangelie is de blijde boodschap die ons vertelt hoe wij van schuldige, verloren zondaren, op weg naar het verderf, kinderen van God kunnen worden. Vanaf de eerste zonde heeft de boodschap van het Evangelie geklonken, door heel het Oude Testament heen wordt door openbaring, profetie, wetgeving en schaduw steeds meer duidelijk dat de mens alleen door het geloof met God gerechtvaardigd kan worden. Alleen het bloed reinigt van zonden en zo is Jezus gekomen om ons de liefde van God te openbaren en de profetie, de wetgeving en de schaduwen tot volle werkelijkheid te brengen. Jezus is de blijde Boodschap.

Toch is er veel verwarring rondom het Woord van God. Net als in de tijd van Jezus, willen velen vandaag niet weten van Jezus. Zij willen en kunnen niet geloven dat het geloof in Jezus alleen de grond van zaligheid is. Mensen zoeken vrede op veel verschillende manieren, veel godsdiensten zijn gericht op het gevoel, op rituelen en tradities. Mensen zijn op zoek naar rust, naar ontspanning voor lichaam en geest en de duivel, die dat maar al te goed weet, biedt een ruime keuze aan misleidende wegen naar vrede. Toch is er maar één weg tot vrede en dat is Christus Jezus, de Zoon van God, Die Zichzelf overgaf tot in de dood om zondaren van de dood te verlossen en het eeuwige leven te geven.

Jezus heeft gezegd: ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven, Matth. 11:28.’ Bij Hem alleen is de ware rust te vinden. Toch schijnt deze boodschap zo moeilijk te zijn. Zo veel mensen zoeken naar rust, horen deze boodschap en gaan toch verder zonder aan Jezus roep gehoor te geven. Waarom? Omdat de duivel, de grote misleider, voor hen meer geloofwaardig is dan God Zelf. Zo ook als Jezus ons hier in deze geschiedenis duidelijk maakt hoe wij deel krijgen aan het eeuwige leven.

De boodschap is zo eenvoudig en toch tegelijk zo moeilijk voor hen die verstrikt zijn in het denken. Veel mensen geloven niet dat God niet wil dat de mensen verloren gaan, want, zo redeneren zij, als Hij dat wil dan zullen de mensen ook niet verloren gaan. Dat terwijl de Bijbel dat letterlijk op meerdere plaatsen leert. Ook dit gedeelte van Jezus onderwijs zorgt voor verwarring. Hij Die Zichzelf het Brood des Levens noemt, lijkt hier de mens aan te sporen om te werken aan het eeuwig behoud, terwijl Hij tegelijk alle moed lijkt te ontnemen door te zeggen dat alleen zij tot Hem kunnen komen die door de Vader getrokken worden.

De mens wordt toch alleen uit genade zalig? Alleen zij die door de Vader getrokken worden, kunnen zalig worden. Zo kan men redeneren dat als Vader nooit begint met trekken, zij dus ook nooit zalig kunnen worden. Hoewel deze redenaties helemaal juist zijn. Is het tegelijk de vraag, wat Jezus bedoelt met werken en met het trekken van de Vader.

Hij zegt: ‘Werkt niet om de spijze die vergaat, maar om de spijze die blijft tot in het eeuwige leven, welke de Zoon des mensen ulieden geven zal.’ Deze uitspraak van Jezus maakt duidelijk dat de mensen niet zo gericht moeten zijn op het eten en drinken, op het tijdelijke, maar op het eeuwige. Alles wordt in het werk gesteld om te eten en dat terwijl dit alles vergaat. De mens zou zich moeten richten op dat wat blijft tot in het eeuwige leven. Dat is de boodschap van Jezus, waarbij Hij zegt dat Hij dat eeuwige leven geven zal. Als de mensen vragen wat zij doen moeten om de werken Gods te mogen werken zegt Jezus: ‘Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem Dien Hij gezonden heeft.’ Het enige dat God van ons vraagt is geloven in Jezus Christus, de Zaligmaker. Geloven is vertrouwen, rusten, tevreden zijn en de vrede in Christus genieten. Als de mensen vervolgens vragen of Jezus een teken kan geven zodat zij zullen geloven en Hem wijzen op het manna, het hemelse brood dat hun vaders gegeten hebben zegt Hij: ‘Mijn Vader geeft u het ware Brood uit den hemel. Want het Brood Gods is Hij Die uit den hemel nederdaalt, en Die der wereld het leven geeft.’ Zoals de mensen in de woestijn het hemelse brood ontvingen zo is Christus Jezus als het hemelse Brood gekomen om ons te voeden en het leven te geven. Hij zegt: ‘Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.’ Het enige wat wij hoeven te doen is dit hemelse geschenk aanvaarden. Zij die het manna zagen liggen als het geschenk uit de hemel maar hun ogen niet geloofden of er niet van aten, werden nooit verzadigd en stierven van de honger. Zo is het nu ook met Jezus, geloven wij dat Hij ons eeuwig leven schenkt als wij in Hem geloven? God de Vader gaf Zijn Zoon Jezus en iedereen die vertrouwt dat Jezus voor hem of haar de dood is ingegaan en is opgestaan om ons het leven te geven die is zalig. Niet ons werk, niet onze woorden, niet ons houden van geboden of inzettingen maar het eenvoudig geloven dat ons al onze zonden om Christus wil vergeven zijn, maakt ons een kind van God. De woorden: ‘Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke.’ Sluiten niemand buiten maar maken ons duidelijk dat door de trekkende liefde van God de Vader zondaren tot Jezus komen. Hij zegt: ‘Een iegelijk dan die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.’ Als u in de blijde Boodschap de stem van Jezus hoort, dan heeft u dat van de Vader gehoord. Als u beseft dat u Jezus nodig heeft tot vergeving van zonden, dan is dat omdat Vader u trekt. Jezus zegt: ‘Die in Mij gelooft, heeft het eeuwige leven. Ik ben het Brood des levens.’ Laat alles los dat u verhindert tot Jezus te gaan, spoedt u naar Hem toe en eet van het Brood des levens, met Hem komt u nooit beschaamt uit. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 27-11-2018