Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Al wat gij op de aarde binden zult, zal in den hemel gebonden wezen

‘Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem
tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen.
Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in den mond
van twee of drie getuigen alle woord besta. En indien hij denzelven geen gehoor
geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor
geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar. Voorwaar zeg Ik u: Al wat
gij op de aarde binden zult, zal in den hemel gebonden wezen; en al wat gij op
de aarde ontbinden zult, zal in den hemel ontbonden wezen. Wederom zeg Ik u:
Indien er twee van u samenstemmen op de aarde, over enige zaak, die zij zouden
mogen begeren, dat die hun zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden
van hen, Matth. 18:15-20.’

De voortgang van het
Koninkrijk der hemelen, dat is de context van onze overdenking. Alles wat de
uitbreiding van dat Koninkrijk in de weg staat, doordat het bijvoorbeeld mensen
ergert of tot aanstoot is, moet voorkomen of uit de weg geruimd worden. Jezus,
de Zoon van God wilde niemand tot aanstoot zijn, maar zocht het heil, de
gezondheid en dat wat tot opbouw diende van de mensen om Hem heen. Hij was
gekomen naar deze aarde, legde Zijn heerlijkheid af door als de Schepper van de
hemel en de aarde, Zijn schepsel te dienen en Zich te laten doden door hen voor
wie Hij Zijn leven gaf. Onuitsprekelijke liefde, geopenbaard aan ons mensen
opdat wij door het geloof in Jezus, als geliefde kinderen van God, deel zouden
krijgen aan het Koninkrijk der hemelen.

Wee diegene die de bevordering
van dit Koninkrijk in de weg staat, wee diegene die kinderen verhindert om hun
hart aan de Heere Jezus te geven in een kinderlijk vertrouwen dat Hij de Goede
Herder is Die Zijn leven gaf voor Zijn schapen. Wee diegene die jeugd en
volwassenen afhoudt om in kinderlijk vertrouwen te gaan tot Jezus, ja wee
diegene die een schaduw werpt op de liefde van God, ons geopenbaard in Jezus de
Zaligmaker.

Vrienden wat uw achtergrond
ook is, hoe ongehoorzaam, trots, brutaal of ondeugend u ook geweest bent, Jezus
is niet gekomen om rechtvaardigen maar zondaars te verlossen. Verstopt u niet
voor God, kom tevoorschijn zoals u bent, weet dat Hij u allang kent, Hij kent
uw verleden, uw gedachten en verlangens. Belijdt deze eenvoudig aan Hem, schuil
achter het bloed van Jezus en weet dat eenieder die tot Hem komt, het eeuwige
leven ontvangt.

Vandaag worden we geroepen na
te denken over het omgaan met de broeder of zuster die tegen ons gezondigd
heeft. Misschien is het u wel eens opgevallen dat ik in mijn overdenkingen
spreek over vrienden en broeders en zusters, waarbij ik bij vrienden doel op
eenieder die deze overdenkingen leest of luistert. Hoewel er gradaties zijn in
vriendschappen en de ene vriend of vriendin je meer aan het hart ligt dan de
ander, geloof ik dat ik mijn buurman net zo goed als vriend mag zien als
diegene die ik voor het eerst ontmoet en met wie ik een vriendelijk woordje
wissel. Sommige vrienden zijn je veel waard terwijl je anderen maar
oppervlakkig ken. Zo ook bij broeders en zusters, hoewel zij ook vrienden en
vriendinnen zijn, zijn zij toch op een bijzondere wijze aan elkaar verbonden.
Mijn broeders en zusters zijn zij, die geloven dat het bloed van Jezus Christus
hen gereinigd heeft van al hun zonden. Het zijn zij, die in hun leven zoeken
Jezus te volgen en verlangen meer en meer de stem van God te verstaan. Met hen
ben ik verbonden door een bovennatuurlijke liefde; het bloed van Jezus bracht
ons samen. De één woont in Nederland en de ander in Afrika, Azië, Australië,
Canada of ergens anders. De één is een baptist, de ander een kinderdoper, weer
en ander is van de pinkstergemeente of een hervormde gemeente en hoewel er
onderling verschil van inzicht is en we soms echt niet kunnen begrijpen hoe we
dit moeten verklaren of hoe een broeder of zuster zo kan denken, we zijn
verbonden door een band van liefde die iedere aardse band overstijgt. Het is
mijn verlangen dat we als broeders en zusters meer en meer gaan zien hoe rijk
we zijn in Christus en dat we samen met elkaar groeien in geloof, gerechtigheid
en heiligheid om straks als een reine bruid onze geliefde Heiland te ontmoeten.

Helaas komt het ook voor dat
broeders en of zusters elkaar pijn doen, het kan zijn dat een broeder slecht
spreekt over een andere broeder. Het kan zijn dat een broeder door zijn gedrag
een aanstoot is voor de andere broeder. Net zoals in een gezin broertjes en
zusjes elkaar pijn kunnen doen, zo is dat ook in het gezin van God. En Jezus
roept ons op om dit als familie op te lossen.

Als kinderen in een gezin
ruzie maken dan hoeft de buurjongen er niet bij te worden geroepen om het op te
lossen. Zo zouden broeders en zusters met elkaar tot een oplossing moeten
kunnen komen zonder dat er iemand van buiten het gezin van God in betrokken
hoeft te worden. Jezus leert ons om in de eerste plaats te proberen het één op
één op te lossen.

Als ik hoor dat er slecht over
mij gesproken is, door broeder Jan, dan word ik door God geroepen om niet
slecht over broeder Jan te spreken of broeder Piet erin te betrekken maar zelf
naar broeder Jan toe te gaan en met een vergevingsgezinde houding te spreken
over de kwestie. Dit belangrijke principe blijkt in de praktijk zo moeilijk te
zijn. Het is zoveel gemakkelijker om over
een ander te spreken dan met de
ander. Mocht ik in navolging van Jezus opdracht, de moed verzamelen en met een
biddend hart en een vergevingsgezinde instelling op broeder Jan af te stappen,
dan is het de vraag hoe broeder Jan reageert. Hopelijk komen we eruit, belijdt
Jan zijn schuld en geven we elkaar een broederlijke, heilige hand, kus of
knuffel en gaan we samen voorwaarts op het spoor der gerechtigheid.

Mocht Jan, om welke reden dan
ook, niet willen luisteren en zich verharden dan is het gevaar groot dat
bitterheid in mijn of Jans hart gaat groeien. Jezus roept ons op om nog één of
twee andere broeders mee naar Jan te nemen in overeenstemming met het Oude
Testament dat ons leert: ‘Een enig
getuige zal tegen niemand opstaan over enige ongerechtigheid of over enige
zonde, van alle zonde, die hij zou mogen zondigen; op den mond van twee
getuigen, of op den mond van drie getuigen zal de zaak bestaan, Deut. 19:15.’

De andere broeders die net als ik het goede voor Jan en de gemeente van God
zoeken, kunnen ons bijstaan en met hun ervaring misschien net weer dingen
opmerken of aandragen die Jan en ik niet zien. Hopelijk komen we nu tot
verzoening om samen weer in vreugde de voetstappen van Jezus te volgen.

Mocht Jan toch ook nu niet
willen luisteren, dan moet het openbaar komen in de gemeente om de ergernis en
het spreekwoordelijke gevaarlijke gezwel weg te nemen voordat het de gehele
gemeente ziek maakt. Jan moet worden behandeld als de heiden en de tollenaar,
hij mag niet meer deelnemen aan de gemeentelijke momenten en is, hoe verdrietig
ook, uitgesloten van de broodbreking.

Waarom? Omdat de gemeente van
Christus een heilige reine gemeente dient te zijn. De liefde behoort centraal
te staan en de eenheid, in onderwerping aan het Woord van God, boven alles te
worden bevorderd. Alles wat hierin een ergernis of aanstoot vormt moet worden
opgeruimd. Tegelijk is het, het gebed van de gemeente dat Jan tot inzicht komt
en weer opgenomen kan worden in de kudde van de Goede herder.

‘Voorwaar zeg Ik u: Al wat gij op de aarde binden zult, zal in de hemel
gebonden wezen; en al wat gij op aarde ontbinden zult, zal in de hemel
ontbonden wezen.’
Als er twee
samenstemmen over een zaak dan zal dat geschieden. Want waar twee of drie
vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden.

Om deze woorden goed te kunnen
plaatsen moeten wij ons verplaatsen naar de tijd dat zij werden uitgesproken.
Het sanhedrin bestaande uit 71 mannen, een hogepriester, priesters, farizeeërs
en sadduceeërs die door handoplegging waren aangesteld, hadden de macht om te
binden en te ontbinden. Dat betekent dat zij bindende uitspraken konden doen,
zij spraken recht en verbonden man en vrouw aan elkaar door huwelijks verbonden
te bevestigen. Deze macht werd gezien als een geestelijke macht, het huwelijk
of de rechtspraak door de leden van het sanhedrin gesloten of uitgesproken,
waren daarom ook in de hemel gesloten of bevestigd. Nu heeft de Heere Jezus
deze macht niet gegeven aan de Roomse Kerk maar aan de broeders die in de
voetstappen van Jezus wandelen. De discipelen van Jezus worden opgeroepen om
deze principes in praktijk te brengen en in biddende afhankelijkheid de eenheid
van de gemeente te zoeken. Hoe wonderlijk mooi als er zulke plaatselijke
gemeentes gevonden worden, waar de oudsten mannen vol van de Heilige Geest zijn
en de broeders en de zusters verlangen om in alles onderworpen te zijn aan het
Woord van God. Een plaatselijke gemeente waar de liefde van Jezus beleefd en
uitgeleefd wordt, daar zal ook Zijn opdracht in praktijk worden gebracht. Daar
woont de Geest des Heeren en daar wordt de vrijheid genoten. Gezegend die
plaatselijke gemeente, en gezegend zij die daar deelgenoot van mogen zijn. God zij
dank is er voor hen, die om welke reden dan ook niet kunnen gaan naar zo’n
gemeente, de belofte dat ook daar waar twee of drie in Zijn Naam samenzijn de
Heere zelf aanwezig is. In verbondenheid aan alle broeders en zusters over de
wereld verspreidt mogen zij zich één weten, veilig in Jezus armen. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 18-03-2019