Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Als iets u ergert

‘Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware
hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken
ware in de diepte der zee. Wee der wereld van de ergernissen, want het is
noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de
ergernis komt! Indien dan uw hand of uw voet u ergert, houwt ze af en werpt ze
van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel of verminkt zijnde,
dan twee handen of twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te
worden. En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. Het is u
beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende,
in het helse vuur geworpen te worden, Matth. 18:6-9.’

Worden als een kind, overgave
en vertrouwen als een kind, dat zijn de voorwaarden om het Koninkrijk van God
binnen te kunnen gaan. De wijze en verstandige, wil alles beredeneren en ergert
zich aan de eenvoud van de Evangelieboodschap die eigen inzicht, inzet en
wijsheid uitsluit. Een baby is overgegeven aan de zorg van de ouder en zoals
het kind vertrouwt op vader of moeder zo moet de mens leren vertrouwen op God
en God alleen. Door het geloof in de Heere Jezus Christus wordt een vijand van
God een kind van God, wordt een redenaar een aanbidder en een opstandige een
onderworpen volgeling. Het Koninkrijk der hemelen bestaat uit onderdanen die
geleerd hebben dat wat God doet, goed is, zij hebben geleerd dat alleen Gods genade
hen redt en dat zij door het geloof het Koninkrijk zullen beërven. De Heere
Jezus Christus is gekomen als de Messias, van God gezonden, om het Koninkrijk
der hemelen te bevestigen. In de hoeveelheid onderdanen ligt de eer van de
koning en wee hen die de groei van dit Koninkrijk verhinderen. Wee datgene dat
een ergernis vormt in de voortgang van het Koninkrijk der hemelen.

De Heere Jezus heeft op
verschillende manieren aandacht gegeven aan dat wat hinderlijk is voor de
totstandkoming van het Koninkrijk der hemelen. De weg die Jezus moest gaan, was
niet de weg die mensen verkiezen zouden. Dwars door Zijn lijden en sterven, zou
de heerlijkheid van het Koninkrijk zich openbaren. Jezus heeft gezegd: ‘En zalig is hij, die aan Mij niet zal
geërgerd worden, Luk 7:23.’
Er zijn er die zich ergeren aan de Jezus Die
Zichzelf aan het kruis liet nagelen. Dat kan de Messias toch niet zijn? Voor
veel Joden is Hij tot op de dag van vandaag een ergernis en voor vele wijzen is
Hij een dwaasheid. Maar zalig daarentegen zij, die in Hem het leven hebben
gevonden. Gewaarschuwd zijn zij die zich aan Hem ergeren of anderen verhinderen
in Jezus de zaligheid te zoeken en te vinden. Petrus, de geliefde discipel van
Jezus met een geloofskarakter en een belijdenis die staat als een rots: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de
levende God”,
moest door Jezus berispt worden. Toen Jezus sprak over Zijn
lijden en sterven, reageerde Petrus bestraffend, waarmee hij een struikelblok
opwierp voor de Heere Jezus Die de weg van lijden gaan moest. Jezus Die het
werk van satan in Petrus woorden doorzag, bestrafte hem: “Ga weg achter Mij, satanas, gij zijt Mij een aanstoot, want gij
verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen zijn, Matth. 16:23.”
Als Jezus zegt: “Zalig zijn zij die
aan Mij niet geërgerd worden.”
Dan is dat “geërgerd” van hetzelfde
grondwoord als de “aanstoot” die Petrus was voor Jezus. Een ergernis en
aanstoot is alles wat het eenvoudige geloven in de Christus van de Schriften
verhindert. Zo sprak Jezus in de situatie, waarbij Hij Zichzelf als Zoon van
God vrij wist van de te betalen tempelbelasting: ‘Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp den
angel uit, en den eersten vis, die opkomt, neem, en zijn mond geopend hebbende,
zult gij een stater vinden; neem dien, en geef hem aan hen voor Mij en u,
Matth. 17:24-27.’
Met andere woorden, laten wij hen niet ergeren, laat ze
zich niet ergeren aan de Zoon van God. Het was niet het doel van Christus om
mensen te ergeren maar juist te behouden, Hij wilde vermijden wat de voortgang
van het Koninkrijk der hemelen verhinderen kon.

Een aanstoot of een ergernis,
zijn struikelblokken die verhinderen te geloven als kinderen. Juist omdat dit
kinderlijke geloof zo belangrijk is, heeft Jezus bijzondere aandacht gegeven
aan alles wat dit in de weg kan staan. Hij zegt: ‘Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij geloven, ergert, het ware
hem nutter, dat een molensteen aan zijn hals gehangen, en dat hij verzonken
ware in de diepte der zee.’

Worden als een kind,
vertrouwen als een kind, leven met God in een kinderlijk vertrouwen dat mij al
mijn zonden om Christus wil vergeven zijn, dat is ter ere van God onze Heere.
Aan u en mij de vraag of wij vertrouwen als een kind. Vertrouwen, dat mij al
mijn zonden vergeven zijn omdat Jezus Christus daarvoor Zijn leven gaf. Alles
wat nu redenerend opkomt tegen deze vraag is een aanstoot of een struikelblok
dat de voortgang van het Koninkrijk verhindert. Wee diegene die nu kleine
kinderen en volwassenen met vroom klinkende woorden proberen te overtuigen dat
we niet zomaar tot Jezus mogen gaan. Wee diegene die kinderen verhinderen in
Jezus de Goede Herder te zien. Lieve vrienden ik weet zeker dat Nederland niet
genoeg molenstenen heeft om aan de nekken te hangen van hen die op vrome
manieren het komen tot Jezus verhinderen. O drong toch eens de ernst van deze
boodschap door tot in de diepste hoeken van ons christelijk Nederland. Velen
verdedigen te vuur en te zwaard een kinderdoop die geen Bijbelse grond heeft
maar verhinderen aan de andere kant het kinderlijke vertrouwen waar de Bijbel
toe oproept. Hoe verschrikkelijk zal het zijn voor deze sprekende
struikelblokken om te vallen in de handen van de levende God. Jezus waarschuwt
met het voorbeeld van de molensteen hen die anderen verhinderen eenvoudig te
geloven. Een molensteen voor iedere prediker die meer liefde heeft voor de wet dan
voor de genadige God van de wet. Een molensteen voor iedere prediker die meer
liefde heeft tot het maken van volgelingen van eigen club dan volgelingen van
Jezus. Een molensteen voor iedere voorganger die meer liefde heeft tot de leer
van de vaderen dan tot de God van de vaderen, Die in Zijn genade zondaren roept
zich te bekeren en te leven. Een molensteen voor iedere voorganger die meer
liefde heeft voor Israël dan voor de God van Israël, Die Zijn Zoon gegeven
heeft opdat Jood en heiden leven zouden. Een molensteen voor iedereen die ook
maar iets aandraagt dat de boodschap van redding en genade door het bloed van
Jezus verduisterd.

‘Wee der wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de
ergernissen komen; doch wee dien mens, door welken de ergernis komt!’
Heel
de wereld zit vol met satanische ergernissen, struikelblokken en
aanstootgevende verhinderingen om te vertrouwen als een kind. Hoewel we weten
dat er nu geen wereld bestaat zonder deze ergernissen, klinkt het wee over dit
alles. Wee de kerk, wee de overheid, wee de film industrie, wee de game
industrie, ja wee de wereld van de entertainment, wee wee wee de wereld van het
internet met haar vele verhinderingen, wee de wereld van de verleidingen op
welk gebied dan ook. Maar in dit alles roept God ons op om ons af te keren van
deze wereld die alreeds het touw met de molensteen om haar nek heeft en ons te
richten op Jezus Christus en Dien gekruisigd.

Hoort het woord van Jezus: ‘Indien dan uw hand of uw voet u ergert,
houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan,
kreupel of verminkt zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende, in het
eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u ergert, trekt het uit, en
werpt het van u. Het is u beter, maar een oog hebbende, tot het leven in te
gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden.’
Jezus
roept ons niet op om nu een bijl te pakken en onze hand er af te hakken, als we
maar niet uit de koekjestrommel kunnen blijven. Hij roept ons niet op om ons
oog eruit te trekken, als dat oog maar niet kan stoppen met het kijken naar
dingen die niet goed zijn. Nee; Hij roept ons op om onszelf als Zijn discipelen
te disciplineren in gedachten, woorden en werken. Als de koekjestrommel ons
verleidt, vlucht dan met vasten en bidden tot God Die alle macht heeft in hemel
en op aarde. Bedwing uw lichaam en richt u op God door het geloof in de Heere
Jezus Christus en laat Zijn Woord uw hart vervullen en uw denken vernieuwen.
Laat die koekjestrommel u niet verleiden en u zelf veroordelende gedachten
geven: ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis
voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen,
maar naar den Geest, Rom. 8:1.’
Jezus heeft het oordeel weggedragen,
disciplineer uzelf en laat Zijn kracht uw zwakheid overwinnen. Wandel niet naar
het vlees door toe te geven aan de begeerten die in u opkomen maar laat Gods Geest
u leiden. Dan bent u vrij van veroordeling en vrij van de macht die over u wil
heersen. Zo ook voor de voet, het oog en al het andere dat u ergert, eenvoudig
te leven als een kind van God, in het volste vertrouwen dat Zijn liefde u
vrijkocht, Zijn genade u gered heeft en Zijn ontfermende barmhartigheid ieder
dag nieuw is. Dat is de vrucht van genade en het gevolg van het uzelf
onderwerpen aan God in een gedisciplineerde wandel. ‘Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen
en begeerlijkheden, Gal. 5:24.’
Wij Zijn met Hem gekruisigd en laten ons
door niets of niemand onderdrukken. Jezus is onze Koning en in gehoorzaamheid
aan Hem genieten wij volkomen vrijheid. Is dat uw kracht en kunt u dat
kinderlijk eenvoudig toestemmen? Zo niet vlucht dan tot Jezus en laat Vaders
ontfermen uw vreugde zijn. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 11-03-2019