Woorden van Jezus – De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle Woord Gods
‘En terstond dreef Hem de Geest uit in de woestijn. En Hij was aldaar in de woestijn veertig dagen, verzocht van den satan; en was bij de wilde gedierten; en de engelen dienden Hem, Mark. 1:12,13.’
Zij die weten wat het is om rustend in Christus, de gemeenschap met God de Vader te genieten en vervuld te worden van de Heilige Geest, weten ook wat het is om verzocht te worden. Hoe vaak is het de ervaring dat na een bijzonder moment van genieting een moment van beproeving volgt. Juist vanuit de vervulling is het mogelijk om de verzoeking te weerstaan. God weet wat goed voor ons is, Hij weet wat wij nodig hebben en dat wij zonder Hem niets doen kunnen. Wij, zwakke en nietige mensen hebben het nodig om door Hem gevuld te worden opdat Zijn kracht ons draagt, dwars door de grootste verzoekingen heen. De Heere Jezus, de heilige en volmaakte Zoon van God, de Zaligmaker der wereld heeft nog maar net het hoogtepunt van de doop genoten, waarbij Vader sprak en de Heilige Geest op Hem neerdaalde, of Hij wordt aangevallen door de satan zelf. De duivel, de leugenaar vanaf het begin komt tot Hem om Hem ten val te brengen. Ook satan heeft gehoord dat Vader al Zijn welbehagen heeft in deze Messias, de Gezalfde, Die gekomen is om zalig te maken dat wat verloren was. Ja satan weet maar al te goed dat deze Jezus de Koning der Koningen zal zijn, Die in Zijn heerschappij de satan van zijn troon zal stoten en hem zal werpen in de poel van vuur en sulfer.
Vol van de Heilige Geest trekt Jezus de woestijn in om verzocht te worden van de duivel, zoals we dat in de Evangeliën lezen. Zouden wij niet opmerkzaam moeten zijn op het handelen van de Heere Jezus, te midden van deze verzoekingen? Hij de Zoon van God, is de Zaligmaker, Die het leven geeft aan allen die tot Hem komen. Hij is de Bron van leven, de volkomen zaligheid, gerechtigheid en heiligheid voor allen die Hem liefhebben en volgen. Zij die Hem volgen zullen verdrukt, vervolgd en verzocht worden, laten wij daarom opmerkzaam en vol verwondering zien hoe Jezus staande bleef te midden van de helse aanslagen. De verzoekingen die hier op Jezus afkwamen hadden maar één doel, de eer van God aantasten en de zaligheid van het hele menselijk geslacht voorkomen. Lieve vrienden, als de Heere Jezus hier in deze verzoekingen niet was staande gebleven dan was de zaligheid voor ons, voor eens en voor altijd onmogelijk geworden, dan hadden wij allen, net als de satan, moeten eindigen in de poel van vuur en sulfer. Maar glorie aan God, Christus is de Overwinnaar en allen die in Hem rusten, Zijn voetstappen drukken, in een kinderlijk vertrouwen aan Vaders hand, zullen straks voor altijd met Hem zijn. Straks zullen zij die tot het einde volhardend, de goede strijd van het geloof gestreden hebben, ingaan in de heerlijkheid die Hij voor hen bereid heeft. Kom strijders, zie op Christus uw Heiland, volg gehoorzaam Zijn stem en let nauwkeurig op hoe Hij het goede voorbeeld heeft gegeven. Jezus is niet weggelopen in het uur van de strijd, Hij is niet zijn hulp gaan zoeken bij de mensen maar heeft met vasten en bidden Zijn hart uitgestort bij Zijn Vader, Die alleen Hem bij kon staan. Zouden wij niet stil worden en vervult met eerbied Zijn voorbeeld moeten volgen? Is er iets waardevoller op deze aarde dan het kinderlijk spreken met God onze Vader? Is er iets waaruit wij meer vreugde en kracht ontvangen dan in het stil gemeenzaam wandelen met onze Vader? Daar waar wij ons hart uitstorten bij Vader, Hem vereren, loven en prijzen en bidden om kracht, genieten wij de kinderlijke zegen, die ons verzekerd van ons aandeel in Christus onze Heiland. Als dan de duivel komt, dan zullen wij overwinnen, zoals Jezus voor ons overwon.
De Heere Jezus, Die nu veertig dagen en nachten heeft gevast, is hongerig, en van dit moment van zwakte maakt de duivel gebruik. Hoor zijn listige, valse en alles in twijfeltrekkende aanval: ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden, Matth. 4:3.’ Hoor de echo uit de hof van Eden, “Is het ook zo, dat God gezegd heeft..?” Eva en Adam waren niet opgewassen tegen deze valse bedrieger met zijn twijfel zaaiende en God tot bedrieger makende leugens. Zou het hem nu wederom gelukken bij Jezus, Die gekomen is om de vloek die op Adam en zijn hele nageslacht lag te dragen als plaatsvervangende Adam? ‘Indien Gij Gods Zoon zijt’, met andere woorden; als Gij echt Gods Zoon zijt, laat dat dan zien door van deze stenen brood te maken. Wat een aanval die inspeelt op de diepste gevoelens. Hier wordt het Zoonschap in twijfel getrokken en ingespeeld op de hongergevoelens van Jezus.
Als Jezus hier van deze stenen brood maakt, dan is de duivel tevreden en kan de honger gestild worden. Zou de duivel echt tevreden zijn? Ja, want als Jezus hier Zijn Zoonschap gaat bewijzen door van stenen brood te maken, dan maakt Hij als het ware een knieval voor de duivel door te doen wat hij verlangt. Nee, Jezus valt niet in dezelfde valkuil als Eva, Hij gaat niet in gesprek met de duivel en trekt de woorden die Zijn Vader sprak bij Zijn doop niet in twijfel. Hij geeft niet toe aan Zijn hongergevoelens. Zou Hij die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de Ezel van Bíleam liet spreken en de vis tot een woning maakte voor Jona, van deze stenen geen broden kunnen maken? Zou Hij die het volk Israël veertig jaar in de woestijn van voedsel heeft voorzien en van vijf broden en twee vissen vijfduizend mannen heeft gevoed, Zichzelf niet kunnen voeden? Voor Hem is niets onmogelijk!
Maar Jezus, de van God de Vader gezonden Profeet, Priester en Koning, onderwijst ons hier een waarheid, die het overdenken meer dan waard is. Hij sprak: ‘Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat, Matth. 4:4. (Deutr. 8:3)’ Zou Hij die water uit een rotsteen voortbracht, voor manna en kwakkels zorgde, de profeet Elia voorzag van vlees uit de mond van een raaf, niet kunnen voorzien in bovennatuurlijke kracht om ook zonder voedsel te overleven? Is het Woord van God niet meer waard dan al het voedsel van de aarde? De Heere Jezus als het levend geworden Woord van God citeert hier de woorden uit het Oude Testament, geschreven in Deuteronomium. Juist dáár waar Mozes het volk waarschuwt om de geboden van de HEERE te onderhouden en te blijven gedenken aan de wonderlijke bovennatuurlijke uitreddingen en trouwe zorg van God. Zouden wij als de Heere Jezus hier oproept om te leven bij alle Woord van God, niet in de eerste plaats moeten denken aan de Woorden die de HEERE sprak vanaf de berg Sinaï? Juist deze tien woorden zijn het die wij uitgelegd vinden in de vijf boeken van Mozes en in het bijzonder in Deuteronomium waaruit de HEERE Jezus tot drie keer toe citeert tijdens deze verzoeking in de woestijn. Het Woord van God moet ons meer waard zijn dan al het eten en drinken. Te leven in Christus, wandelend aan Vaders hand en gedreven door de Heilige Geest moet het voor ons een vreugde zijn om daarin bezig te zijn en onze voet daarnaar te richten.
Samen met Jezus, ja in Zijn kracht te staan in de grootste verzoekingen, dat moet ons verlangen zijn. Laten wij vasten en bidden en de gemeenschap met God onze Vader zoeken. Juist het vasten, het onszelf onthouden van voedsel voor één of meerdere dagen, zal ons sterken in ons karakter. Nee zeggen tegen de lusten en verlangens van onze buik zal ons sterker maken in het weerstaan van verleidingen van verschillende aard. Laten wij onszelf onderzoeken wie onze God is, of de HEERE met Zijn Woord of de buik met al het voedsel. Eten tot onderhouding van ons lichaam in overeenstemming met het Woord van God, kan geen zonde zijn, maar overmatig eten en drinken is slecht voor ons lichaam en daarmee zondig. Zij die zichzelf niet kunnen beheersen met eten, zullen zichzelf ook op andere gebieden van het leven niet kunnen beheersen. Durf nee te zeggen tegen de verleiding en leef bij het Woord van God. Naast de leugenachtige verleiding op het gebeid van eten werd Jezus voor de tweede keer verzocht maar nu terwijl de duivel het Woord van God citeert. De duivel kent ook het Woord van God en weet dit zo te verdraaien dat het uitloopt op het verderf. De duivel sprak, terwijl hij met Jezus bovenop de tempel stond: ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot.’ Maar Jezus antwoorde met de woorden uit Deuteronomium: ‘Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. Deut. 6:16’ Voor de derde keer komt de duivel met een verzoek en ditmaal probeert hij Jezus het Koninkrijk te verkopen door van Jezus een aanbidder van de duivel te maken. ‘Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij neervallende, mij zult aanbidden.’ Nee satan, eerst zal jouw kop vermorzeld worden door deze Jezus, Die niet viel voor jouw verzoek maar straks als Koning der Koningen zal verschijnen. Hoor wat Hij sprak: ‘Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen. Matth. 4:10. (Deut. 6:13,14)’. Kom vrienden, zie hier de Zoon van God, de Zaligmaker der wereld, Hij de zondeloze heeft de satan overwonnen. De duivel ging van Hem weg en de engelen kwamen om Hem te dienen. Laten wij deze Jezus dienen door Hem te volgen, dan zullen wij ervaren dat Zijn engelen ook ons zullen dienen en dat wij straks als meer dan overwinnaars uit de strijd komend, voor eeuwig zullen triomferen over satan, dood en hel. Dat geve de Heere. Amen, Hallelujah.