Woorden van Jezus – De satan heeft u zeer begeerd om te ziften als de tarwe
‘Toen zeide Jezus tot hen: Gij
zult allen aan Mij geërgerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik
zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden. Maar
nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galiléa. Doch Petrus,
antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geërgerd, ik zal
nimmermeer geërgerd worden. Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij in
dezen zelfden nacht, eer de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult
verloochenen. Petrus zeide tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U
geenszins verloochenen! Desgelijks zeiden ook al de discipelen, Matth.
26:31-35.’
Jezus heeft met de Zijnen het
laatste avondmaal genoten. Het brood heeft Hij gebroken en gewezen op Zijn
lichaam dat gebroken zou worden. Ook zegende Hij de drinkbeker van het Nieuwe
Verbond en wees op Zijn bloed dat vergoten zou worden tot vergeving van de
zonden.
Wat zal er door Zijn discipelen
zijn heengegaan? Hun Meester had nu zoveel gesproken over Zijn lijden en
sterven, Hij zou overgeleverd worden ja zelfs verraden worden door één uit hen.
Allen hadden zij gevraagd: “Ben ik het Heere?” En terwijl waarschijnlijk
niemand het echt bijzonder opviel dat Judas niet in hun midden was, trokken zij
op naar de Olijfberg.
Hoe pijnlijk klonken de woorden
van Jezus, Zijn discipelen in de oren: ‘Gij zult allen aan Mij geërgerd
worden in dezen nacht.’ In de nacht die nu op deze bijzondere maaltijd zou
volgen, zouden zij allen geërgerd worden aan hun Meester. Want in deze nacht
zou de profetie van Zacharia haar vervulling vinden. ‘Zwaard! ontwaak tegen
Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der
heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik
zal Mijn hand tot de kleinen wenden, Zach. 13:7.’ ‘Maar Ik zal Mijn hand
tot de kleinen wenden’, En Jezus vervolgt: ‘Maar nadat ik zal opgestaan
zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea.’ Vannacht zal de strijd tot haar
hoogtepunt komen, vannacht zal er iets met hun Meester gebeuren waarop de dood
zal volgen. Wat een ieder ook denkt van deze woorden, Petrus kan zijn mond niet houden: ‘Al werden ze
ook allen aan U geërgerd, ik zal nimmermeer geërgerd worden.’ Vol
overtuiging gaf Petrus deze belijdenis waarmee hij getuigt dat hij zijn eigen
hart nog zo weinig kent. Zijn liefde tot Zijn Meester was zo echt, zo oprecht
en vurig, nee Hij zou Hem nooit verlaten. In Lukas 22 zegt Petrus dat hij
bereid is met Zijn Meester in de gevangenis en in de dood te gaan. Net daarvoor
had Jezus hem gezegd: ‘Simon, Simon, de satan heeft ulieden zeer begeerd om
te ziften als de tarwe. Maar ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude;
en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw boeders, Luk. 22:31,32.’
In de achterliggende tijd was er
al veel op hen afgekomen, satan heeft alles in het werk gesteld om de
discipelen te doen twijfelen aan hun Meester. Het was satan te doen om de dood
van Jezus, alles heeft hij geprobeerd om de mond van Jezus te snoeren. Jezus
kende de strijd in de gedachten en emoties van Zijn volgelingen. Hij besefte
als geen ander waar zij door heen gingen in deze dagen van verwarring. Petrus
lag onder vuur, de satan probeerde hem te ziften als de tarwe met het doel hem
tegen Jezus te keren of in ieder geval van Hem af te keren. ‘Maar’, zo
klinkt het heerlijke woord uit de mond van het Woord des Levens. ‘Ik heb
voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude.’
Wat een zegen om een biddende
Heiland te kennen. Wat een rijkdom om door Zijn gebed gezegend te worden.
Petrus had niet in de gaten dat hij in al zijn vuur en ijver, vallen zou, en
zich tegen zijn Meester zou keren om nooit weer terug te keren, tenzij Zijn
Meester Hem bewaarde. Vrienden, misschien herkent u iets van die liefde van
Petrus tot Jezus. Ook u hebt het vurige verlangen om al de dagen van uw leven
Hem te volgen. Weet dan dat er een satan is die ook u zal ziften als de tarwe,
met dat doel dat u teleurgesteld zult worden om terug te keren in de weg die u
bewandelde voordat u ten koste van alles Jezus wilde volgen. Zie dan omhoog en
weet dat Jezus ook vandaag als Hogepriester bidt. Strijd de goede strijd en
besef dat u net als Petrus niet zonder de genade van Jezus kunt.
Petrus had alles opgegeven, hij
had in Jezus alles gevonden wat hij begeerde. Nooit zou hij Hem laten gaan,
nooit zou hij toelaten dat wrede handen zijn Meester zouden grijpen, gevangen
nemen en doden. Hij zou voor zijn meester door het vuur gaan. Hoewel deze
liefde niet te bestraffen is, getuigen zijn blinde ijver en te snel gesproken
woorden er van dat hij nog niet besefte dat Hij zonder Jezus niets doen kon.
Hij besefte nog steeds niet dat hij met al zijn vuur een vijand was van het
kruis van Christus. Terwijl hij beleed wel met Jezus de dood in te willen gaan,
kon hij niet denken dat hij straks zover zou komen dat hij Jezus zou
verloochenen. Wat anderen ook zouden doen, hij niet, al werden ze ook allen aan
Jezus geërgerd, hij niet. Hoor de woorden van Jezus: ‘Voorwaar Ik zeg u, dat
gij in dezen zelve nacht, eer dat de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal
zult verloochenen.’
Voor de nieuwe morgen, ja voor
het gekraai van de haan zou Petrus zijn Meester drie keer verloochenen. Valt
Petrus nu zijn Meester om de nek, vraagt hij Hem om bescherming of onderwijs
wat hij moet doen om staande te blijven? Nee, hij zegt: ‘Al moest ik ook met
u sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen.’ ook de andere discipelen
getuigen hetzelfde. Niemand van hen zou hun Meester verlaten.
Als wij deze woorden tot ons
laten inwerken, dan is de les die wij mogen leren, dat we niet hoofdschuddend
naar Petrus of de andere discipelen wijzen maar onszelf de vraag stellen of ook
wij Jezus liefhebben, zo lief dat wij met Hem willen sterven.
De discipelen wisten voor het
kruis nog niet wat wij nu weten. Wij hebben de Bijbel van Genesis tot
Openbaring waarin wij nu helder kunnen zien wie Jezus is, wat Hij heeft gedaan,
wat Hij doet en nog doen zal. Voor ons klinkt als het ware nog de echo van het
kruis: ‘Het is volbracht.’ De discipelen konden dat toen nog niet ten
volle weten. Zij zagen in het geloof op God en Zijn beloften en mochten
wandelen met het Lam dat geslacht zou worden voor de zonden. De vraag aan u en
mij is of wij vandaag willen wandelen in het spoor van het Lam, willen wij
Jezus volgen in een leven waarbij wij het ons door God opgelegde kruis willen
dragen of verkiezen wij ons eigen leven uit te stippelen? In de wereld zullen
allen die Jezus lief hebben, net als Hem, vervolgd en verdrukt worden. U en ik
zullen, als wij Jezus liefhebben, gezift worden als de tarwe. Satan zal alles
in het werk stellen om ons te doen wankelen, te doen vallen en te doen wanhopen
aan God en Zijn genade. Hij zal alles in het werk stellen om ons verbitterd te
maken op God, mensen en omstandigheden zodat wij de duisternis verkiezen boven
het licht en de dood zullen verkiezen boven het leven.
Vrienden, als u Jezus nog niet
kent als uw Zaligmaker, maak dan ernst, misschien is het morgen te laat. Wie u
ook bent, wat u ook gedaan hebt, niemand is te zondig, te slecht of te vroom om
tot Jezus te komen, bij Hem alleen is volkomen vergeving en eeuwig leven te
vinden. Hij roept zondaren tot bekering opdat zij tot Hem zullen komen en rust
zullen vinden. Besef dat zolang u niet weet dat uw zonden u zijn vergeven om Jezus
wil, u een gewillige prooi bent in de handen van satan. Maar besef ook dat als
u inziet dat u buiten Jezus verloren gaat, ook dan de satan u niet gemakkelijk
zal laten gaan. Maar weet dat de Bijbel zegt: ‘Want een iegelijk die den
Naam des HEEREN zal aanroepen, zal zalig worden, Rom. 10:13.’ Satan is
machtig maar God is Almachtig. Als u tot God roept, weet dan dat Hij u hoort.
Broeders en zuster, strijd de
goede strijd, zie omhoog en weet dat uw verlossing nabij is. Laten wij van
Petrus leren dat wij onszelf te gemakkelijk verheffen boven anderen. Te denken
dat anderen zullen afvallen dat is niet zo moeilijk, maar te beseffen dat wij
zelf een arglistig hart hebben, dat wordt helaas maar al te vaak alleen door de
ondervinding geleerd. Broeders en zusters, hebt goede moed, in de wereld zullen
wij verdrukking hebben, maar weet dat Jezus de wereld heeft overwonnen. Laten
wij met Petrus belijden met onze Heiland te willen sterven, waarbij wij omhoog
zien en bidden om Zijn bijzondere bescherming, liefde en genade. Laat de echo
klinken: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen.’ Maar ook: ‘Ik heb voor u
gebeden, dat uw geloof niet ophoude.’ Amen. Wilco Vos Veenendaal 11-02-2020