Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Die de minste is in het Koninkrijk der hemelen is meerder dan Johannes de doper

‘Als nu dezen heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen. Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. Want deze is het, van dewelken geschreven staat: Ziet, Ik zende Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor U heen. Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij. En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou. Wie oren heeft om te horen, die hore, Matth. 11:7-15.’

Wat zal er door Johannes de doper zijn heengegaan in die eenzame gevangenis als zijn discipelen op zoek zijn naar Jezus om Hem te vragen of Hij de Messias is die komen zou. Wat een strijd kan er gestreden worden in het hart van hen die wandelen in het spoor der gerechtigheid. Onschuldig in de gevangenis omdat de oproep tot bekering en geloof te aanstootgevend overkwam en gesmoord moest worden. De weg van de gelovige is geen gemakkelijke weg en toch is het wel de beste weg, het is de weg die niet eindigt in het verderf maar uitloopt in een onbeschrijfelijke heerlijke gelukzaligheid van de eeuwige rust die God beloofd heeft. Als Jezus de discipelen van Johannes heeft teruggestuurd naar hun meester, begrijpt Hij dat er in de harten van de mensen om Hem heen vragen kunnen opkomen. Johannes had zichzelf vernederd voor God, van zichzelf afgewezen naar Christus en Hem de eer gegeven. Johannes kon zich verblijden in het feit dat Hij de Messias mocht verhogen en had gesproken: ‘Hij moet wassen, maar ik minder worden, Joh. 3:30.’ Met anderen woorden; ‘Jezus moet groot worden en ik mag minder worden.’ Ook sprak hij: ‘Ik doop u wel met water tot bekering; maar Die na mij komt, is sterker dan ik, Wiens schoenen ik niet waardig ben Hem na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met vuur dopen, Matth. 3:11.’ Nu was de tijd gekomen dat Jezus hem die zichzelf vernederd had, zou verhogen. Jezus gaat het hier voor Johannes opnemen.

We lezen Jezus woorden: ‘Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt? Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed? Ziet, die zachte klederen dragen, zijn in der koningen huizen.’ Wat was de reden dat u de woestijn inging om Johannes te zien? Wat een vraag. Een vraag die wij onszelf ook zouden kunnen stellen, wat is onze motivatie om bepaalde keuzes te maken? Waarom kiezen wij voor een bepaalde prediker, gemeente of kerk? Waar is het ons om te doen? We weten dat velen zijn gegaan tot de prediking van Johannes, zich bekeerden van hun boze wegen en zich lieten dopen. Gezegend zij die niet op zoek gaan naar predikers die mooie dingen zeggen zonder de waarheid scherp te prediken. Gezegend zij die buigen onder de oproep tot bekering en zich werkelijk afkeren van de slechte wegen die zo vaak zo aantrekkelijk worden voorgesteld. Gezegend zij die de geest van onderscheid hebben ontvangen en niet in slaap vallen, met de duizenden die van zachte dingen willen horen en geen oog hebben voor de ernst van de tijd waarin wij leven. Maar, wat nu te denken van Johannes? Hoe scherp, ernstig en welgemeend had hij gepredikt en gewezen op de Messias en nu, was hij nu zelf een twijfelaar? Jezus neemt het voor hem op; Nee Johannes is niet als een riet dat door de wind heen en weer bewogen wordt, vandaag dit zegt en morgen weer wat anders roept. Zijn ernstige oproep tot bekering is nog steeds de boodschap waar hij achter staat. Het komende oordeel is nog steeds wat Johannes voor ogen heeft en zalig zij die aan die oproep gehoor geven. Nee Johannes was geen leraar die zichzelf verrijkte en als een koning in prachtige kleren rondliep. Johannes was een boeteprediker, gekleed in een kamelenharen mantel. Hoor wat Jezus verder van hem zegt: ‘Maar wat zijt gij uitgegaan te zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, ook veel meer dan een profeet. Want deze is het, van dewelken geschreven staat: Ziet, Ik zende Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor U heen. Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.’

Zijn jullie uitgegaan om een profeet te zien een profeet als Mozes, Jesaja of Jeremia? Jezus zegt dat deze Johannes meerder is dan zij. De profeten hadden gewezen naar de komende Messias, Die geboren zou worden uit een maagd en Johannes ziet Hem en wijst Hem aan als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt en hij mag Hem dopen. De profeet Maleachi had over Johannes geprofeteerd dat hij als de Elia komen zou en zie hier is hij, de Johannes, die predikte in dezelfde geest als Elia, maar toch meerder was dan Maleachi en Elia omdat dat Dat waar zij naar uitzagen, door Johannes gezien en verkondigd werd. Nee tot op heden is er niemand uit vrouwen geboren die meerder is dan deze Johannes die nu in de gevangenis zit. Wat een bijzondere eer ontvangt Johannes hier door het getuigenis dat Jezus van hem getuigt. Maar dan voegt Jezus er een bijzondere boodschap aan toe; ‘Maar die de minste is in het Koninkrijk der hemelen is meerder dan Johannes de doper.’ Wat moeten we daar nu van denken?

In heel de Bijbel staat het bloed van het Lam centraal, reikhalzend hebben de Vaderen uitgezien naar de grote dag dat de Messias komen zou. De schaduwen, de offers en de feesten onder het Eerste of Oude Verbond wezen allen heen naar de Christus die komen zou en toen, toen de volheid van de tijd gekomen was (Gal. 4:4), is Christus geboren om Zijn volk te verlossen. Hier in deze bijzondere tijd stond Johannes, de van God gezonden profeet, om de weg te bereiden voor het komende Koninkrijk dat in en door Christus tot stand is gekomen. Hij stond als het ware als een wegwijzer tussen het Oude en het Nieuwe verbond. Johannes wees de Christus aan als het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, het schaduwachtige lam van het oude verbond zou voor eens en voor altijd verwisseld worden door het Lam Gods, de Messias, de van God gezondene. Toch heeft deze grote profeet Johannes, als de wegbereider van Christus, niet die volheid in Hem kunnen genieten die zij genieten die leven na de opstanding van Christus. Nee de minste in het Koninkrijk der hemelen, dat is aangebroken door het sterven en de opstanding van Christus, is meerder dan Johannes.

Wat een rijkdom is ons geschonken in Jezus de Christus. Wat een rijkdom dat wij dit volle Evangelie mogen ontvangen en in dankbaarheid aan ons hart mogen drukken. Ja dwars tegen alles in, ons uitstrekken naar dat Koninkrijk der hemelen waarvan Jezus het volgende sprak: ‘En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld. Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou. Wie oren heeft om te horen, die hore.’

Die oren heeft om te horen, die hore. Merk dan toch op, zie dan toch in wat Johannes ons gepredikt heeft, onderzoek uzelf of uw hart verbonden is aan Jezus en Hij alleen uw gerechtigheid is. Is een onderdaan te zijn van het Koninkrijk der hemelen u meer dan alles waard en laat u zich door niets of niemand weerhouden om uzelf uit te strekken naar de eer en verheerlijking van Jezus Christus en dien gekruisigd?

Gelovige vriend en vriendin, vandaag leven wij in de wetenschap dat het voorhangsel gescheurd is. De offerdienst is voorbij en Christus alleen is onze gerechtigheid. In Hem, het Nieuw Testamentische Lam zien wij ten volle waar de schaduwen onder het Oude Testament naar wezen. In Hem mogen wij ons geborgen weten, verlost van schuld en zonden, door het geloof krijgen wij deel aan Zijn dood en opstanding. Door het geloof mogen wij weten met Hem gekruisigd te zijn en ook met Hem te zijn opgestaan in het nieuwe leven. Misschien betekent u in het oog van deze maatschappij niet veel, maar weet dat de minste in het Koninkrijk der hemelen meerder is dan Johannes de doper, is dat iets om uzelf op te verheffen? Nee, maar wat een troost moet het ons geven te weten dat ons al onze zonden om Christus wil vergeven zijn en dat wij in Die Messias, Die Johannes ons aanwees, alles hebben gevonden voor de tijd en de eeuwigheid. Wij weten dat Hij straks zal komen, zoals Hij beloofd heeft. Dan zal Hij als de Koning der koningen afrekenen met het kwaad, Hij zal de satan, het beest en de valse profeet werpen in de poel van vuur en sulfer en een nieuwe hemel en een nieuwe aarde scheppen waarop geen verleiding, zonde, pijn en verdriet meer zijn zal. O wat een heerlijke dag zal dat zijn. Kom vrienden, wees niet als een riet dat heen en weer bewogen wordt maar sta vast in Christus Die Zijn kracht in onze zwakheid tot volheid wil doen komen. De Heere zegene u. Amen.

Wilco Vos Veenendaal 23-05-2018