Woorden van Jezus – En Hij zal hen van elkaar scheiden
‘En wanneer de Zoon des
mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem, dan
zal Hij zitten op den troon Zijner heerlijkheid. En vóór Hem zullen al de
volken vergaderd worden, en Hij zal hen van elkander scheiden, gelijk de herder
de schapen van de bokken scheidt. En Hij zal de schapen tot Zijn rechterhand
zetten, maar de bokken tot Zijn linkerhand. Alsdan zal de Koning zeggen tot
degenen die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders,
beërft dat Koninkrijk hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. Want
Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik ben dorstig geweest
en gij hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij
geherbergd. Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik ben krank geweest en gij
hebt Mij bezocht; Ik was in de gevangenis en gij zijt tot Mij gekomen. Dan
zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U
hongerig gezien en gespijzigd, of dorstig en te drinken gegeven? En wanneer hebben
wij U een vreemdeling gezien en geherbergd, of naakt en gekleed? En wanneer
hebben wij U krank gezien of in de gevangenis en zijn tot U gekomen? En de
Koning zal antwoorden en tot hen zeggen: Voorwaar zeg Ik u, voor zoveel gij dit
een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan. Dan
zal Hij zeggen ook tot degenen die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij
vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den duivel en zijn engelen bereid is.
Want Ik ben hongerig geweest en gij hebt Mij niet te eten gegeven; Ik ben
dorstig geweest en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling
en gij hebt Mij niet geherbergd; naakt en gij hebt Mij niet gekleed; krank en
in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook dezen Hem
antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig,
of een vreemdeling, of naakt, of krank, of in de gevangenis, en hebben U niet
gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar zeg Ik u, voor zoveel
gij dit een van deze minsten niet gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet
gedaan. En dezen zullen gaan in de eeuwige pijn; maar de rechtvaardigen in het
eeuwige leven, Matth. 25:31-46.’
In een tijd van benauwdheid en
twijfel een tijd waarin het hart van de mensen bezwijkt van angst over de
dingen die komen, terwijl er bijzondere dingen gebeuren in de lucht, zal de Zoon
des mensen komen in Zijn heerlijkheid (Luk. 21:25-27). Hij zal komen met macht
en heerlijkheid omringt van al de heilige engelen. Dan in dat uur, zullen alle
mensen voor Hem verzameld worden, terwijl Hij zit op de troon van Zijn
heerlijkheid. Vrienden, wij allen, klein en groot, zwak of sterk, arm of rijk
zullen daar staan en geoordeeld worden naar onze werken.
Niemand zal dit oordeel
ontkomen en ook niemand zal op dat moment kunnen schuilen achter een ander of
kunnen wijzen naar een ander, wij allen zullen persoonlijk rekenschap af moeten
leggen van wat wij gedacht, gezegd en gedaan hebben en verantwoording geven
voor dat wat wij niet overdacht, gezegd of gedaan hebben. Niets zal in dat uur
bedekt kunnen blijven, het hele leven zal als het ware als een film aan ons
voorbijgaan, waarbij wij tot in het diepst van ons wezen zullen beseffen dat er
niet valt te spotten met God op Zijn troon Die alles op het volmaaktst doorziet
en kent. Verschrikkelijk zal dit moment zijn voor hen die op deze aarde nooit
hebben stilgestaan bij dat moment dat dan is aangebroken. Verschrikkelijk zal
het zijn om daar voor God te staan in de wetenschap dat Die God nooit de eerste
plaats heeft gekregen in het leven. Verschrikkelijk om dan te laat, te beseffen
dat God geen lust had in de dood van de zondaren maar daarin dat zij zich
zouden bekeren en leven. Wat zullen dan al die momenten dat er geschud werd aan
de levensboom door de gedachten gaan, wat zullen dan die roepstemmen van
anderen die op Jezus wezen tegen getuigen. Dan zal het voor allen die niet
hebben willen buigen voor Jezus, ineens helder zijn dat het niets te maken had
met God Die niet verkoos maar met het hart dat niet wilde gehoorzamen aan de
liefdevolle roepstem van het Evangelie.
O vrienden, als u nog nooit de
Heere Jezus hebt omhelsd als uw Zaligmaker, besef dan toch dat vandaag uw
laatste dag kan zijn. Open het Wood van God en lees hoe de Zaligmaker Zich
bekend heeft gemaakt. Lees de Evangeliën en hoor Gods stem: ‘Die in den Zoon
gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die
zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem, Joh. 3:36.’ U
ligt onder de toorn van God omdat u Jezus als de enige Weg tot de Vader
verwerpt. Buig dan uw knieën, belijdt uw zonden en omhels uw Zaligmaker. Want
dat is het gebod van God. ‘En dit is Zijn gebod, dat wij geloven in den Naam
van Zijn Zoon Jezus Christus, en elkander liefhebben, gelijk Hij ons een gebod
gegeven heeft, 1 Joh. 3:23.’
Alleen het geloof in de Heere
Jezus Christus kan ons zalig maken, besef dit en weet dat er vele leugengeesten
zijn uitgegaan die u proberen te misleiden en u rust willen geven in iets
buiten Christus. Voor de één is dit een leven in een kerk, voor de ander in een
synagoge, weer een ander heeft het gevonden in het Boeddhisme of een andere
mystieke weg. Toch zullen al deze wegen doodlopen omdat God, God is en Hij
besloten heeft dat er geen andere Naam onder de hemel gegeven is waardoor de
mensen moeten zalig worden (Hand. 4:12). Niemand zal zalig worden buiten
Christus, niet door goede werken, niet door oprechtheid of vroomheid maar alleen
door het geloof in de gekruisigde en opgestane Jezus de Zoon van God.
De grote vraag is dus: Hebben
wij Jezus lief? Kunnen wij door het geloof zeggen dat onze zonden zijn gewassen
door het dierbare bloed van het Lam? Dan hoeven wij niet verschrikt te worden
als wij bedenken dat ieder moment voor ons het laatste moment kan zijn, hetzij
door te sterven of hetzij door de komst van de Christus. Ik weet dat we een
moeilijke tijd beleven, aan de ene kant zijn er zoveel honderden in Nederland
die niet durven geloven, verward door de prediking en verward door wat ze horen
en zien in de christelijke wereld. Bang om bedrogen te worden blijven ze
volharden in een weg van vijandschap tegen God door niet te buigen voor Zijn
Woord, waarmee zij Hem tot een leugenaar maken. Vrienden laat dit toch niet
voor u gelden. Aan de andere kant zien we hoe honderden zich bedriegen met een
Jezus die niets anders is dan een zelfbedachte afgod. Zij belijden Jezus te
kennen maar bewijzen met woord en daad de Jezus van de Schriften niet te
kennen. O Vrienden, kon ik Nederland wakker schudden. Het doet mij zo’n pijn om
dit te zien, ik ben een Evangelist in hart en nieren, de liefde van Christus
dringt mij om anderen de Weg ten leven te wijzen. Om mij heen zie ik zoveel
leugen en bedrog en bemerk ik dat er zo weinig onderscheid is om op te merken
wat waarheid en leugen is. Ik bid dat God trouwe dienaren uitstoot die
onverschrokken wet en Evangelie zullen prediken in deze laatste dagen.
Nederland heeft profeten nodig die het oordeel aanzeggen over de zonden en de
maat die zowat vol gezondigd is opdat er zondaren de toevlucht zullen nemen tot
de enige hoop en dat is Christus Jezus onze Heere.
‘Niet een iegelijk, die tot
Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar
doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is, Matth. 7:21.’ Laten wij
alles afleggen dat ons weerhoudt om de goede strijd te strijden. Bekeert u waar
dat nodig is, zie omhoog, belijdt uw zonden, verblijdt u in de Heere en wandel
door het geloof in de werken die Hij voor ons bereid heeft.
Het geloof is namelijk een
werkzaam geloof, een geloof dat liefde heeft tot God in de eerste plaats en
daarnaast de naaste dient door Gods liefde gedreven. ‘Want in Christus Jezus
heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde
werkende, Gal. 5:4.’
Als Jezus komt en Hij de
schapen van de bokken zal scheiden, dan zullen de schapen verbaasd zijn over
die heerlijkheid die hen bereid is maar ook over de woorden van lof die Jezus
spreekt, omdat zij in onwetendheid bekers koud water hebben uitgedeeld.
Bijzonder dat Jezus in deze gelijkenis helemaal niet spreekt over de zonden van
hen die aan de linkerhand staan, het feit dat zij de goede werken hebben
nagelaten is genoeg om hen voor eeuwig te verwerpen. ‘En ik zag de doden,
klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander
boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen
in de boeken geschreven was, naar hun werken, Openb. 20:12.’
Waar zult u staan? Links of
rechts? Bent u nu een bok die zich verzet tegen Gods liefde of mag u door
genade zeggen een schaap van Jezus kudde te zijn? De bokken zullen om eigen
schuld in het vuur geworpen worden terwijl de schapen door genade de eeuwige heerlijkheid
zullen binnengaan. Nu is het nog niet te laat. Broeders en zusters jullie die
door het geloof de Heere Jezus liefhebben, wees nuchter en waakt. Verblijd je
in de Heere en wijs andere de weg ten leven door Wood en daad. Nog even en de
scheiding zal vallen, want Hij komt, Hij komt. O Hallelujah… Amen.
Wilco Vos
Veenendaal 06-01-2020