Woorden van Jezus – Ga weg achter Mij satan
‘Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest
heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesteren,
en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden. En
Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende:
Heere, wees U genadig! dit zal U geenszins geschieden. Maar Hij, Zich
omkerende, zeide tot Petrus: Ga weg achter Mij, satanas! gij zijt Mij een
aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die der mensen
zijn, Matth. 16:21-23.’
Jezus, de Messias, heeft Zijn
discipelen gevraagd hoe zij over Hem dachten, Wie was Hij eigenlijk in hun
ogen? De heerlijke belijdenis uit de mond van Petrus klonk: “Gij zijt de Christus, de Zoon des levende
God.” Zij zagen Hem als de van God beloofde en lang verwachte Messias. Op
deze belijdenis gaf Jezus hun een verbod om te spreken over wat Zij in Hem
zagen. Jezus is gekomen om zondaren zalig te maken, Hij openbaarde Zichzelf de
Messias te zijn door de prediking van het Koninkrijk der hemelen en het doen
van wonderen en tekenen. Het overgrote deel van het volk erkende Hem niet,
ondanks dat wat zij zagen en hoorden. Toch moesten de discipelen zwijgen, maar
hoe zouden zij kunnen zwijgen? Hoe kan een kind een groot geheim bewaren? Hoe
kan een hart dat zo vervuld is met aanbidding, zwijgen over de bron van
aanbidding? Jezus kent Zijn volgelingen en weet dat de tijd nu gekomen is om
hen een dieper inzicht te geven in Wie Hij werkelijk is. Hij kende hun
verwachting rond het Koninkrijk en besefte dat zij niet begrepen welke weg de
Messias moest gaan om verlossing te brengen. Hun oog was, net als de rest van
het onderdrukte volk, gericht op de Romeinse overheersing, ja Jezus zou daar
verandering in brengen, Hij is toch de Messias voor Wie alle knie zich zou
buigen, Hij is toch de Vredevorst?
Ook hier zien we, hoe
menselijk en vaak kortzichtig de volgelingen van Jezus zijn. Als wij eerlijk
zijn, dan zien wij dit ook in onze eigen levens. Hebben wij vaak niet een heel
schema voor ogen? We hebben een route uitgestippeld en menen vast te weten hoe
God bepaalde dingen gaat doen of zou moeten doen en hoe vaak blijkt het niet
anders uit te pakken. Heeft God niet gezegd: ‘De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten;
en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot
onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Want Mijn gedachten zijn niet
ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. Want
gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzo zijn Mijn wegen hoger dan uw
wegen, en Mijn gedachten dan ulieder gedachten, Jes. 55:7-9.’ Vanwege de
ontfermende vergeving moest Jezus, de Christus de weg gaan die nu voor Hem lag.
Wat was toch die Romeinse overheersing in vergelijking met de helse machten van
satan en zijn greep op de mens? Daarvoor is Vorst Messias gekomen, om volkomen
bevrijding te brengen aan hen die gebonden zijn. Hallelujah, ook de
overheersing van aardse machten onder invloed van de duivelen, zal straks
moeten buigen onder Koning Jezus.
Jezus onderwees Zijn
discipelen hoe Hij in de tijd die voor hen lag naar Jeruzalem zou optrekken.
Daar in de stad Gods, waar het bloed der verzoening vloeide, daar zou Jezus
binnentreden en daar zouden de mannen van aanzien, de ouderlingen, de
overpriesters en de Schriftgeleerden het Lam Gods doen lijden, Hem nemen en
doden. Dan, na drie dagen, zou Jezus worden opgewekt. Heel eenvoudig staat er
geschreven: ‘Van toen aan begon Jezus
Zijn discipelen te vertonen…’ Zou Jezus hen niet bij de hand genomen hebben,
zoals later de Emmaüs gangers, en de Schriften hebben geopend? Hij is gekomen
om de Schriften te vervullen: ‘En Ik zal
vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen
haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen
vermorzelen, Gen. 3:15.’ De tijd was gekomen dat satans kop vermorzeld zou
worden, maar wie zou kunnen denken dat dat door zo’n weg van vernedering,
lijden en dood moest gaan? Wie kon bedenken dat de woorden van David nu vervuld
zouden worden? ‘Maar ik ben een worm en
geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk. Allen, die mij zien, bespotten
mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende: Hij heeft het op
den HEERE gewenteld, dat Hij hem nu uithelpe, dat Hij hem redde, dewijl Hij
lust aan hem heeft! Psalm. 22:7-9.’
Jesaja heeft van Hem
gesproken: ‘Hij was veracht, en de
onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en
een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en
wij hebben Hem niet geacht. Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich
genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij
geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. Maar Hij is om onze overtredingen
verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den
vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden,
Jes. 53:3-5.’ En Jezus Zelf heeft tot Nicodémus gesproken: ‘En gelijk Mozes de slang in de woestijn
verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, Joh. 3:14.’ Nee
voor Jezus kwam dit alles niet onverwacht, Hij wist wat er zou gaan gebeuren,
Hij wilde deze weg van vernedering gaan opdat wij verhoogd zouden worden. Zou
Jezus nu niet teruggewezen hebben op het teken van Jona waar Hij zopas de
farizeeërs nog op wees? Zoals Jona drie dagen en drie nachten in het denkbeeldige
watergraf opgeslokt was door de vis, zo zou Jezus na drie dagen en drie nachten
opstaan uit de dood, als de Grote Overwinnaar, daar zou Hij de dood verslinden
tot overwinning zoals Jesaja dat heeft geprofeteerd (Jes. 25:8a). Ook David
sprak ervan: ‘Want Gij zult mijn ziel in
de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie,
Ps. 16:10.’
Wat een bijzonder moment als
Jezus de sluier oplicht om een dieper inzicht te geven in dat wat er gebeuren
moet. Petrus, hoort de woorden van Jezus aan, verbijstering vervult zijn hart.
Hij roept Jezus als het ware apart en begint Hem te bestraffen terwijl hij
zegt: ‘Heere, wees U genadig! Dit zal U
geenszins geschieden.’ Hier is een volgeling die zijn Meester bestraft, wie
is toch Petrus, wat is toch een mens, hoe dwaas en onwetend als het gaat over
Gods gedachten die zoveel hoger zijn dan die van ons. Ongetwijfeld is het hart
van Petrus overstelpt van liefde, verdriet en verontwaardiging, zijn
bedoelingen zullen best goed zijn en toch zijn zijn gedachten, overleggingen en
woorden niet onder leiding van Gods Geest maar regelrecht afkomstig uit het
rijk van de duisternis. Petrus beseft niet dat hij hier de Bron van zaligheid,
van hemzelf en heel de wereld, aan het bestraffen is. Petrus openbaart zichzelf
hier een vijand te zijn van het kruis van Christus. De reactie van Jezus is dan
ook resoluut, streng en vol Goddelijke autoriteit. Hij richt Zich tot Petrus en
zegt: ‘Ga weg achter Mij, satanas! Gij
zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die
der mensen zijn.’
Zien we hier niet hoe listig
de satan werkt? Hoe heeft hij alles op alles gezet om de geboorte van Jezus te
voorkomen, hoe heeft hij gejaagd achter het kindje Jezus, hoe probeerde hij
Zijn bediening te voorkomen in de verzoekingen in de woestijn. Hoe heeft hij
het volk steeds weer op weten te stoken, en dan nu, nu gebruikt hij één van de
lievelingen van Jezus, ja juist hem die zojuist nog vol geloof sprak: ‘Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende
God.’ Deze Petrus, die zojuist nog een rotsvast geloof bleek te hebben, zou
nu in al zijn liefdevolle ijver een rots van struikelen worden voor de Heiland
van deze wereld. Maar glorie aan God, wie zal verhinderen wat God wil
volvoeren? Jezus richt zich tot Petrus en bestraft de satan die op dit moment
gebruik van hem maakt, Petrus wordt bestraft om zijn menselijke denken en wordt
opgeroepen om niet tegenover Jezus te staan maar Hem te volgen, zoals een
leerling zijn meester dient te volgen.
Wat een les ligt er in deze
geschiedenis. Hoe zien we hier schitteren dat Gods gedachten hoger zijn dan die
van ons, hoe zien we hier naast satans listen ook de dwaasheid van mensen.
Vrienden, wij kunnen ons nooit verheffen boven Petrus, maar zouden uit deze
geschiedenis moeten leren hoe listig satans misleidingen zijn en dat hij zelfs
de nauwste relaties weet te gebruiken om ons tot vallen te brengen. We zien in
Jezus voorbeeld hoe we om moeten gaan met deze listen, nee niet in discussie,
niet reageren vanuit het gevoel, hoe voor de hand liggend misschien ook, maar
satan als het ware recht in de ogen kijkend, bestraffen en voortgaan op de weg
waar God ons toe roept.
Jezus moest naar Jeruzalem om
te lijden en te sterven, Hij is opgestaan, opdat wij door het geloof in Hem
verzoend zouden worden met onze Vader die in de hemel is. Petrus getuigt er
later van dat Jezus bloed ons verlost heeft en roept ons op met deze woorden: ‘Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam
gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden afgestorven zijnde, der
gerechtigheid leven zouden; door Wiens striemen gij genezen zijt, 1 Petr.
2:24.’ Vrienden, als u Hem nog niet kent als uw Zaligmaker, haast u dan,
voor het te laat is, val vandaag nog op uw knieën en roep de enige ware God
aan, weet dat er verzoening is voor iedere zondaar die schuilt achter het bloed
van het Lam. Broeders en zusters, verblijdt u in de Heere, geef God de eer,
wees waakzaam voor de listen van satan, die niet alleen u maar ook uw geliefden
weet te vinden, weet dat satans kop vermorzeld is en u in Jezus meer dan
overwinnaar bent. Staat dan in de vrijheid, zie op naar boven en laat de liefde
van Christus u dringen om te verkondigen dat Hij alleen de Bron van zaligheid
is. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 06-02-2019