Woorden van Jezus – Gaat in door de enge poort
‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden, Matth. 7:13-14.’
Vanaf de berg klinken de zaligsprekingen, het liefdevolle onderwijs van de Heere Jezus Christus dat Hij richt aan hen die Hem willen volgen. Hij heeft de gelovigen bemoedigd door te wijzen op de kentekenen die bij het zalig leven behoren. Hij heeft hen gewezen op het feit dat zij zijn als het zout der aarde en het licht der wereld. Zonder omhaal van woorden maakt Hij duidelijk, dat hoewel de farizeeërs en de Schriftgeleerden de wet van God tot een zware last hadden gemaakt, Hij niet gekomen was om deze af te schaffen, maar tot volheid te brengen. Hij heeft de haper bloot gelegd van het schijnheilige hart dat wel veel spreekt over de wet en actief lijkt te strijden voor de wet maar een hart heeft dat niet is toegewijd aan God en daarmee ten diepste ongehoorzaam is aan Zijn wet. Jezus heeft onderwezen hoe heilig, goed en rechtvaardig Vaders wetten zijn en dat naleving van die wetten niet vraagt om een wettische ijver zonder verstand en liefde, maar om een hart dat God lief heeft boven alles en de naasten als onszelf, waarbij we verlangen volmaakt te zijn als onze hemelse Vader. Hij heeft ons geleerd om op de juiste manier om te gaan met goede werken, bidden en vasten tot eer van God en tot zegen van ons persoonlijke leven. Vader wil ons een onbezorgd leven geven dat alles aan Hem toevertrouwt. Jezus heeft gewaarschuwd tegen het onrechtvaardig oordelen en veroordelen van onze naasten en ons aangespoord te bidden, te zoeken en te kloppen, opdat wij zullen ontvangen dat wat wij in Zijn Naam begeren. God de Vader weet wat wij nodig hebben en zal voorzien. In deze rust mogen wij leven terwijl wij het goed zoeken voor onze naasten.
Na dit heerlijke, vermanende en bemoedigende onderwijs komen we bij de woorden van onze overdenking: ‘Gaat in door de enge poort.’ De woorden van onze overdenking vinden we dus in de context van Jezus onderwijs aan hen die Hem willen volgen. Hij bemoedigt hen om in te gaan door de enge poort. Hier zien we Jezus niet als iemand die de weg verspert maar als een bemoedigende wegwijzer. Als het ware horen wij Hem zeggen: ‘Ga door vrienden, wordt niet moedeloos als alles lijkt tegen te zitten, vertrouw op uw hemelse Vader in Wiens Naam Ik jullie heb leren bidden, zoek eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en al het andere zal jullie worden toegeworpen. Laat je niet ophouden door de zorgen van alle dag, wordt niet verblind door dat wat schittert op deze aarde maar richt je oog naar boven en gaat in door de enge poort.’
Later als de Heere Jezus is opgevaren naar de hemel, zien we Paulus rondtrekken van stad tot stad om mensen de weg ten leven te wijzen en hen te bemoedigen zoals we dat ook lezen in Handelingen 14:22: ‘Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden blijven in het geloof, en dat wij door vele verdrukkingen moeten ingaan in het Koninkrijk Gods.’ Paulus begreep uit het Woord, dat het geloofsleven geen leven is waarbij alles vrolijk en prachtig is maar ondervond ook in eigen leven dat de gelovige juist door veel verdrukkingen moet ingaan in het Koninkrijk van God. Dat is precies wat Jezus ons voorhoudt in de woorden die wij vandaag overdenken. ‘Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed is de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die door dezelve ingaan; Want de poort is eng, en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er, die denzelven vinden, Matth. 7:13-14.’
De Heere Jezus spreekt over twee poorten en twee wegen. Het Woord van God is zo eenvoudig. Wij allen bevinden ons op één van deze twee wegen, het is of de brede weg of de smalle weg. Welke weg bewandelt u? Door welke poort bent u gegaan?
De Heere Jezus spreekt hier in dit onderwijs tot hen die om Hem heen zitten, waarbij er zijn die Hem liefhebben en met Hem willen wandelen en waarbij er ook zijn die meeluisteren en nog niet gerekend kunnen worden tot Zijn discipelen. De woorden van Jezus roepen op om de balans op te maken en voor onszelf tot de conclusie te komen wie wij zijn, waar ons hart naar uitgaat en op welke weg wij wandelen. Hij spoort ons aan om serieus te overwegen dat er maar twee wegen zijn, dat er een brede weg is die tot het verderf leidt en dat er juist op die weg veel mensen wandelen. Maar ook dat er een smalle weg is, waarop maar weinig mensen wandelen. Het is die weg die niet zo gemakkelijk begaanbaar is, het is die weg waarop je alleen kunt komen door in te gaan door die enge poort. Het is die smalle poort die voor zoveel mensen te smal is. Het is die poort die te smal is om door te gaan met gevulde zakken. Alles moet achter gelaten worden om door die poort te kunnen. Achter die poort is dat smalle weggetje dat er niet zo aanlokkelijk uitziet voor hen die het vermaak, genot, de zekerheden en rijkdommen van de brede weg zo liefhebben. Op dat smalle weggetje te wandelen is niet zo gemakkelijk, er moet gebukt worden, er wordt gestruikeld en weer opgestaan, er wordt gebeden, gehuild en vaak veel pijn geleden. Maar vrienden, voordat u de moed zou opgeven, wie van u kent de vreugde die het hart vervuld van hen die wandelen op die smalle weg? Is het niet zo dat zij die wandelen op deze smalle weg, met heel hun hart zeggen dat er niets heerlijkers is dan te wandelen op die smalle weg? Waarom dan toch? Omdat zij in hun hart een kostbare schat met zich dragen. Zij kennen de vrede van God die al het verstand te boven gaat. Zij zien niet op dat wat hier en nu is, maar verlangen naar hun thuis, dat daar is, waar Jezus is. Als zij de vreugde, het genot en de rijkdommen zien langs de brede weg, dan schudden zij het hoofd, terwijl hun hart in liefde verlangt naar het moment dat ook anderen de schoonheid zullen zien in Christus Jezus, die voor hen de Deur is geworden, door Wie zij mochten binnengaan.
Het onderwijs van Jezus spoort de gelovigen aan om te volharden op de weg die ten leven leidt. Als er dan eens een moment is dat de zorgen, het verdriet of de verleidingen te groot leken en het hart is afgeweken van de bron des levens en het heil heeft gezocht tot dat wat de brede weg te bieden heeft, dan hoeft zij niet moedeloos te worden maar mag zij terugkeren tot Hem Die gezegd heeft: ‘Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij, Joh. 14:6.’ En als dan de gelovige ziel, vol berouw is teruggekeerd, dan roept zij het uit: ‘Alles wat aan Hem is, is gans begeerlijk.’ Lieve broeders en zusters, u die door het geloof mag zeggen een kind van God te zijn, wat een weg is toch die smalle weg, nee het is niet altijd gemakkelijk. Wat kan het pijn doen als mensen ons bespotten, slecht over ons spreken of ons echt niet kunnen begrijpen. Wat kan het moeilijk zijn als de omstandigheden tegen ons lijken te zijn terwijl de voorspoed van hen die op de brede weg wandelen zo groot lijkt te zijn. Maar kom, laten wij met Mozes verkiezen: ‘liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben; Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij (en wij met hem) zien op de vergelding des loons, Hebr. 11:25,26.’ Nog een kleine tijd en deze smalle weg zal verwisseld worden voor een eeuwige vreugde, daar waar geen zonde, geen zorgen en geen pijn meer zullen zijn, maar het eeuwige Hallelujah zal kinken uit de monden van hen die weten duur gekocht te zijn en hier niets anders verkozen dan te buigen voor Hem die hen heeft liefgehad met een eeuwige liefde.
Lieve vrienden, jullie die nog wandelen op de brede weg, luister naar het aansporende onderwijs van de Heere Jezus, maak de balans op en besef dat de nodiging tot het heil misschien morgen niet meer klinkt. Luister niet naar de geluiden die u hoort op de brede weg waar zo negatief wordt gesproken over het leven op de smalle weg. Vanaf de brede weg wordt gezegd dat het op de smalle weg zo bekrompen is, vol tegenslagen en ongeluk en dat de mensen die er op wandelen echt wettisch zijn. Maar ach vrienden, luister toch niet naar deze leugens van de duivel. De brede weg waar u op wandelt is een weg die eindigt in het verderf. De zogenaamde vrijheid die u denkt te genieten is een slaafse gebondenheid aan de duivel en zijn rijk. Verschrikkelijk zal het zijn om straks tot deze helse ontnuchtering te moeten komen terwijl u in liefde gewezen werd op de Deur Die ten leven leidt. God Zelf roept u toe: ‘Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.’ En in Ezechiël 18:32 horen we God spreken: ‘Want Ik heb geen lust aan den dood des stervenden, spreekt de Heere HEERE; daarom bekeert u en leeft.’ Kom vrienden, overdenk uw toestand en besef dat er op de smalle weg een vrijheid wordt genoten die u nu nog niet kent. Dat wat u zult achterlaten is niets dan duisternis, tegenover dat wat u zult vinden, zo heerlijk en alles overtreffend. U zult ontdekken dat de liefde van God werkelijk alles te boven gaat en dat het dienen van Hem geen wettische weg is maar een vreugdevolle weg waar ziel en lichaam Vaders trouwe zorg geniet tot in Zijn kleinste geboden. De smalle weg met al haar ogenschijnlijke ongemakken is de zalige weg, en al zien we hen die daarop wandelen vaak sukkelen en tobben, weet dat zij ondersteund worden door Vaders hand en dat Hij hen draagt als het moeilijk is. Straks in het uur van het oordeel zullen de velen die gewandeld hebben op de brede weg, tot de ontdekking komen dat, dat waar zij op bouwden, geen enkel houvast kan geven. Het vuuroordeel zal over hen worden voltrokken terwijl de zogenaamde tobbers van de smalle weg de heerlijkheid zullen ingaan om nooit meer te scheiden van hun Liefste.
Gaat in door de enge poort…
Wilco Vos Veenendaal 08-01-2018