Woorden van Jezus – Gij zijt het zout der aarde en het licht der wereld
‘Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden. Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn. Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn; Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken, Matth. 5:13-16.’
Zoals zout en licht onmisbaar zijn voor ons leven, zo zijn de gelovigen als zoutende zouten en lichtende lichten, onmisbaar in deze wereld. Wij kennen zout als een smaakmaker en zo zijn de gelovigen als het ware de smaakmakers van de wereld. De gelovigen laten de wereld iets proeven van de heerlijkheid die er is in Christus Jezus onze Heere. De gelovigen laten de wereld proeven van het hemelse geluk, dat zich verborgen in hun hart, openbaart door heel het leven heen. Wij kennen zout als een bederfweerder en zo zijn de gelovigen vandaag de dag de bederfweerders van de wereld. Zij getuigen van de hoop die in hen is en dringen anderen te zien op Jezus opdat zij het komend verderf zullen ontvluchten en vrede vinden in de Heere Jezus Christus. Zolang er nog gelovigen op deze wereld zijn is er hoop voor de wereld. Zolang Noach de Ark aan het bouwen was, was er nog hoop en zolang Lot in Sodom was, werd Sodom gespaard. Zo is naast het zout ook het licht van levensbelang, als zij gaat schijnen zien we de natuur tot leven komen. Zonder licht zouden wij niets zien en zou er van leven en vreugde geen sprake zijn. Zo zijn de gelovigen als lichten om te schijnen in de duisternis van de wereld. Zoals de vuurtoren de schepen tot de veilige haven moeten geleiden. Zo mogen de gelovigen met het Goddelijke licht dat door hen heen straalt, de ongelovigen leiden tot Christus, de veilige haven. Zonder gelovigen zou de wereld niets zien van het Koninkrijk der hemelen dat verborgen is in de kinderen Gods en zich openbaart in hun handel en wandel. Op school, het werk, in samenkomsten, bij familiemomenten en overal waar mensen zijn, zijn de gelovigen het zout en het licht. Als er bedervende onenigheid dreigt te ontstaan dan zal het zout haar functie vervullen door de liefde te bewaren. Als de duisternis van de wereld de scholen, het werk ja, heel de wereld vervult dan zal het licht daar overwinning geven over de duisternis.
Lieve vrienden, bent u een zoutend zout en een lichtend licht? De Heere Jezus sprak tot Zijn discipelen, ‘Gij zijt het zout der aarde en gij zijt het licht der wereld.” De grote vraag die u uzelf nu moet stellen is: “Geloof ik dat ik door mijn levenswandel mijzelf schuldig gemaakt hebt tegenover God de Vader en dat alle mensen, inclusief mijzelf, van nature vijandig zijn tegenover God en dat er niemand rechtvaardig is? (Rom. 3:9-20) Geloof ik dat ik met al mijn schuld en zonden voor God niet kan bestaan maar door Hem veroordeeld zou moeten worden? Geloof ik ook dat God weet dat er niemand is die naar Hem zoekt en dat Hij daarom Zelf ons mensen zoekt en Zijn Zoon gegeven heeft voor de zonden van deze wereld (Joh 3:16-18)? Heb ik in Jezus, de Weg, de Waarheid en het Leven gevonden (Joh. 14:6)? Geloof ik dat er buiten Jezus geen zaligheid, vrede en geluk te vinden is (Hand. 4:12)? Ja geloof ik dat het bloed van Jezus Christus mij reinigt van al mijn zonden (1 Joh. 1:7)? Ben ik een discipel van Jezus (1 Joh. 2:6)?” Wat een diepe vragen en toch geloof ik dat ieder mens zich deze vragen zou moeten stellen. Om een zoutend zout en een lichtend licht te zijn, moeten wij het leven in de Heere Jezus hebben gevonden. Dat betekent dat wij gestopt zijn met het leven zonder God, dat wij niet langer verder hebben gekund zonder te schuilen achter het bloed van de Heere Jezus Christus. Dat betekent dat we rustend in Zijn volbrachte werk, zoeken hoe we kunnen leven tot eer en glorie van God de Vader en Zijn Zoon, onder leiding van de Heilige Geest. Als wij onszelf zo aan de Vader toevertrouwen, dan zijn wij een zoutend zout en een lichtend licht.
Deze woorden van de Heere Jezus, vol troost en bemoediging, zijn tegelijk ook heel scherp, vermanend en onderwijzend. Want hoewel Jezus Zijn discipelen omschrijft als het zout der aarde waarschuwt Hij gelijk, door hen te wijzen op het gevaar van het zouteloos worden. In Lukas 14 lezen we hoe de Heere Jezus oproept tot het volgen van Hem met het hele hart. God zoekt namelijk aanbidders die Hem aanbidden in geest en waarheid (Joh. 4:23) Halfslachtige aanbidders en discipelen die met hun hart de wereld dienen en voor het oog Jezus volgen zijn geen ware discipelen. Zijn ware discipelen zijn zij die Hem op de eerste plaats hebben staan in hun leven. Lukas 14 leert ons dat wij onszelf, vader en moeder, vrouw en kinderen broers en zusters niet lief kunnen hebben boven Hem. Hij leert ons dat wij alles moeten verlaten zoals een persoon die zijn kruis opneemt om gekruisigd te worden, zo mogen wij alles loslaten en Jezus volgen. Dat betekent niet dat de gelovige niet meer van vader en moeder houdt, niet meer zal werken en niet zal zorgen voor het leven van alle dag, maar dat hij dit zal doen als navolger van Jezus, met Hem in het oog en Hem op de eerste plaats. De discipel van Jezus zal keuzes maken die ingaan tegen de regels van de wereld. Hij zal nee zeggen tegen het zondige vermaak van de wereld, al lacht iedereen hem uit. Hij zal zijn vrienden teleurstellen als zij hem willen verleiden tot het kwaad. Hij zal niet meegaan naar de plaatsten waar de muziek de vrede in het hart bederft. Hij zal niet mee willen doen in zaken die ingaan tegen de geboden van God zijn Vader. De discipel van Jezus zal nee zeggen tegen zwart werken en het ontduiken van belasting. De discipel die per ongeluk geld te veel terugkrijgt bij het boodschappen doen, zal dit niet in de zak steken al is het misschien nog zo welkom, maar zal teruggaan en het recht maken. De discipel van Jezus heeft namelijk niet het geld, maar God lief boven alles. Lieve zusters, dit alles geldt natuurlijk ook voor jullie. Kortom, we stippen zomaar wat zaken aan maar moeten beseffen dat het volgen van Jezus inhoudt dat we keuzes maken die ook Hij zou maken als Hij in onze plaats zou staan. De Heere Jezus waarschuwt dat we de kosten moeten overrekenen voordat we overhaast beslissen om Zijn discipel te zijn. Want tegenslagen, verdriet en pijn, armoede en ziekte heeft al vaak geleid tot het smakeloos worden van het zout. Maar zij, die in Christus alles hebben gevonden zullen met heel het hart zeggen: “Hem te kennen, Hem te volgen en Hem te dienen met heel mijn hart is mij alles waard.” Zij gaan onder leiding van de Heilige Geest met vreugde voort, al lijkt alles tegen te zitten, want in hun hart is een schat verborgen die niemand kent dan alleen zij die Jezus beminnen met heel het hart.
‘Het zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken? Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander, Mark. 9:50.’ Broeders en zusters, blijft in Christus en u zult veel vrucht dragen, verblijdt u in de Heere ten alle tijd en Hij zal de vrede in uw hart bevestigen. Dit zal maken dat wij zoeken vredestichters te zijn waartoe wij ook opgeroepen worden door broeder Paulus: ‘Indien het mogelijk is, zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen, Rom. 12:18.’ Als geliefden van de Vader zoeken wij onszelf te reinigen van de wereldse besmetting en heilig te zijn voor Hem omdat Hij heilig is. Zoutende zouten; ‘Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand den Heere zien zal, Hebr. 12:14.’
Wij die geloven in Christus Jezus als onze Heere en Heiland beseffen dat wij geliefden van God de Vader zijn omdat Hij ons getrokken heeft uit de duisternis en overgezet heeft in het Koninkrijk van Zijn geliefde Zoon. Jezus wil ons doen beseffen dat dit niet vrijblijvend is. Zoals een stad op een berg niet verborgen blijft maar door eenieder gezien wordt, zo zal het werk van God in onze harten zich openbaren. Een licht zet met niet onder een korenmaat, nee niet onder een bed of een kleed maar op de kandelaar, aan de muur of aan het plafond. Zo zijn wij verkoren niet om verborgen te blijven maar om te schijnen opdat Christus verheerlijkt wordt en anderen de zaligheid in Christus leren kennen. ‘Want er is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; en er is niets geschied, om verborgen te zijn, maar opdat het in het openbaar zou komen, Mark. 4:22.’ Dat is wat broeder Paulus ons leert in zijn brief aan de gemeente van Efeze: Hij heeft ons uitverkoren; ‘Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst in Christus gehoopt hebben, Ef. 1:12.’ Als wij getuigen de Heere Jezus lief te hebben en het tegendeel openbaart zich in ons leven dan worden wij ernstig gewaarschuwd. ‘Want er is niets verborgen, dat niet openbaar zal worden; noch heimelijk, dat niet bekend zal worden, en in het openbaar komen. Ziet dan, hoe gij hoort; want zo wie heeft, dien zal gegeven worden; en zo wie niet heeft, ook hetgeen hij meent te hebben, zal van hem genomen worden, Luk. 8:18.’ De schijnheilige kan wel lijken op een heilige maar zal straks in het oordeel, openbaar komen als een huichelaar. Broeders en zusters, laat uw licht schijnen door te blijven zien op Jezus en, wat de toekomst ons ook brengt, Hem te volgen al de dagen van ons leven, dan zal de vrucht gezien worden en zondaren de zaligheid in Christus vinden door uw getuigenis. Spreek vrijmoedig over uw Zaligmaker en wijs zondaren de weg tot de Vader. Luister niet naar de leugenaars die u wijsmaken dat u niet zomaar daarover kunt spreken, het is van levensbelang. Want hoe zullen zij geloven als het hun niet verkondigd wordt? (Rom. 10) Vrienden, waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Als uw mond dan niet overloopt van Jezus, Zijn liefde en de vreugde die u in Hem geniet, dan is het de vraag of u Hem wel kent en geniet. De wereld gaat voorbij met al haar begeerlijkheid maar zij die Jezus liefhebben zullen blijven tot in alle eeuwigheid. Nog even en er zal geen zout en licht meer nodig zijn maar mogen zij, die dat hier mochten zijn, zich voor eeuwig verblijden in God en God alleen. Glorie Halelujah. Amen.