Woorden van Jezus: Ik wil, word gereinigd!
‘Toen Hij nu van den berg afgeklommen was, zijn Hem vele scharen gevolgd. En ziet, een melaatse kwam, en aanbad Hem, zeggende: Heere! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd. En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis, Matth. 8:1-4.’
In gedachten zien we de Heere Jezus de berg afdalen. Om Hem heen een grote groep mensen die verwonderd en vol verbazing zijn over het onderwijs dat zij zojuist gehoord hebben. Zijn onderwijs, zo scherp en tegelijk zo vol liefde, getuigd van Zijn macht en Goddelijke wijsheid. Vertroosting, oproep tot bekering, bemoediging en aansporing hadden geklonken en nu kwam het er voor eenieder op aan wat zij doen zouden met deze woorden. Vragen kwamen op in het hart van de mensen, is Deze de Messias? Dan zien we een melaatse tot Hem komen.
Vol afschuw zien we de mensen kijken, een melaatse, een onreine. Ze deinzen achteruit, aanraking met deze melaatse zou verontreinigen en wie weet de ziekte overdragen. Melaatsheid, een verschrikkelijke ziekte, in vele vormen. Niet zomaar een ziekte maar vaak een oordeel van God over de zonde van een persoon. Denk aan Mirjam die opstond tegen God door Mozes tegen te spreken, zij werd melaats en gezien als een levende dode (Num. 12).
Normaalgesproken leefden zij die aan melaatsheid leden, in afgezonderde plaatsen en riepen uit dat zij onrein waren als mensen hen te dicht naderden. Hier horen we zo’n melaatse uitroepen: ‘Heere, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.’ Wat een woorden, wat een geloof en wat een heerlijk getuigenis komt er over deze onreine lippen. Hij heeft iets gezien wat velen nog niet ontdekt hadden. Wie anders dan God alleen kon de melaatsheid genezen? Geen arts en geen priester was in staat om de melaatse te genezen. Maar hier stond de melaatse tegenover de Zoon van God, Die alle macht heeft in de hemel en op de aarde. ‘Heere, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.‘ In het hart van deze melaatse, was het geloof, het vaste vertrouwen dat Hij Die tegenover hem stond, hem zou kunnen genezen, ja reinigen van al zijn onreinheid.
Vrienden, wat een les kunnen wij leren van deze zieke man. Oog in oog met Jezus de Messias, gelovend dat Hij hem kan genezen en tegelijk die vraag, zonder eis; ‘Heere, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.’ “Heere, ik verlang naar genezing en herstel, naar reiniging en het oppakken van het normale gezonde leven, daarom kom ik naar U, Die alle macht hebt in hemel en op aarde, ik weet dat U mij kunt genezen en bidt U; ontferm U over mij, terwijl ik zeg; Uw wil geschiedde.”
Wat zal er gebeuren? Zal Jezus deze man bestraffen en van Hem wegsturen? De Zoon van God, weet wat er in het hart van mensen leeft, Hij weet waarom deze man hier ziek tegenover Hem staat. Maar Hij, Die niet gekomen is om te veroordelen maar om te behouden, strekt Zijn arm uit, raakt deze zieke man aan en zegt: ‘Ik wil, wordt gereinigd.’ Op dat moment, wordt hij van zijn melaatsheid gereinigd.
“Wie, wie is een God als Hij, groot van macht en heerschappij?” Hij Die met zondaren at en niet besmet werd door hun zonden, raakt hier een onreine aan zonder onrein te worden. Hij Die de aarde en de hemel schiep, Die sprak: ‘Er zij licht’ en er was licht, legt hier in Galilea Zijn hand op een levende dode en herstelt hem opdat Gods Heerlijkheid openbaar zou worden tot in Jeruzalem.
Nadat Jezus deze man genezen heeft zegt Hij: ‘Zie dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.’ Jezus, Die maar al te goed wist dat de mensen meer ophadden met tekenen en wonderen dan met het navolgen van Zijn oproep tot bekering en het geloof in gehoorzaamheid aan God de Vader, verbood deze gelukkige man om het wonder rond te bazuinen.
In plaats daarvan moest hij naar Jeruzalem om de priesters het wonder te tonen en de offers voor zijn reiniging te brengen. Dan, als de priesters met eigen ogen de genezing zouden hebben geconstateerd, mochten zij horen dat Jezus hem op bovennatuurlijke manier genezing geschonken had. Dit getuigenis moest hen wel aan het denken zetten. Nee, zij hadden niet veel op met Deze Jezus van Nazareth, maar toch, Wie is Hij toch? En tegen de valse beschuldiging in dat Jezus gekomen is om de wet te ontbinden, af te schaffen of aan de kant te zetten, moet deze man in opdracht van Jezus naar de priesters om zichzelf door hen te laten beoordelen en de offers te brengen, naar Gods wet, door Mozes gegeven.
Zij die zo goed bekend waren met de wetten en de profeten, zouden kunnen weten Wie het was Die deze man genezen heeft. Als hun hart niet zo verhard, vol eigengerechtigheid en ongeloof zou zijn, dan zouden zij moeten bekennen dat Hij de Profeet van God is. De Messias van God gezonden om blinden de ogen te openen, kreupelen te genezen en de gevangenen vrijheid uit te roepen, ja de Zoon van God, gekomen om zalig te maken dat wat verloren is. O priesters zien dan toch het Lam van God, is al wat aan Hem is niet alles overtreffend, heerlijk, volmaakt en schoner dan al wat op aarde te vinden is?
Lieve vrienden, vandaag de dag wandelt Jezus niet meer tussen ons, kunnen wij Hem niet zien met onze natuurlijke ogen en ook niet horen met onze natuurlijke oren. En toch, ‘Jezus Christus, is gisteren en heden Dezelfde tot in eeuwigheid!’ Hij is gekomen naar deze aarde, heeft ons de Weg ten leven aangewezen, de Weg geopend tot de Vader door Zichzelf over te geven tot in de dood. Hij is plaatsvervangend voor onze zonden gestorven, is begraven en na drie dagen opgestaan uit de dood. Hij, de Triomfator over satan, dood, hel en graf is opgevaren naar de hemel waar Hij zit ter rechterhand Gods en bidt voor al de Zijnen. Wat een heerlijke Zaligmaker is Hij. Hij is onze Profeet, Priester en Koning, door Hem mogen wij met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade. Zijn bloed reinigt van alle zonden. Door het geloof kwam de melaatse tot Jezus en ontving volkomen genezing. Zo is er vandaag, lieve vrienden, volkomen genezing voor allen die in het geloof tot Hem de toevlucht nemen.
Er is genezing, er is vergeving van zonden en eeuwig leven! Allen die Hem door het geloof aannemen als hun Redder en Verlosser, ontvangen dat alles uit genade (Joh. 1:12). Niemand van ons kan zeggen te veel gezondigd te hebben, te onrein te zijn of te veel vervuld te zijn met vuile gedachten. Hoe ons schuldregister er ook uitziet, of er nu één zonde of ontelbare zonden in zouden staan, bij Jezus is volkomen vergeving te vinden. De melaatse man liet zich niet weerhouden door zijn ziekte of de mening en oordelen van de mensen om hem heen. Eén ding wist hij; ‘Ik ben ziek, ten dode toe opgeschreven en bij Jezus moet ik zijn, want indien Hij wil, zo zal ik genezing vinden.’ ‘Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er, Ps. 33:9.’ Zo is er ook voor ons maar één plaats waar we zijn moeten, dat is daar in afhankelijkheid aan de voeten van de Heiland. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Door Hem alleen kunnen wij terugkomen bij God onze Vader. Ja door het geloof, dat zich laat omschrijven als een vast vertrouwen dat ons door genade alle zonden zijn vergeven door het offer van Christus, worden wij kinderen van God de Vader. Als nieuwgeboren kinderen mogen wij uitroepen: ‘Abba Vader, lieve Vader, ik was onrein maar door het bloed van Uw Zoon ben ik gereinigd van al mijn zonden.’
Vrienden, bent u al gereinigd van al uw vuile zonden? Hebt u ontdekt dat uw hart een fontein is van onreinheid, opstand en vijandschap tegen God? Er is hoop want Jezus leeft! Zoek bij Hem uw heil en Hij zal u reinigen. Dan zal de echo klinken in uw hart: ‘Ik wil, wordt gereinigd.’ Dan zal die fontein binnen in u, een fontein worden van levend water die stromen voortbrengt tot eer en verheerlijking van de Vader en de Zoon, door de werking van de Heilige Geest.
Lieve broeders en zusters wat een vreugde om te mogen weten gereinigd te zijn. Hem alle eer! Zouden wij roemen in onze onreinheid, in ons verlangen naar reiniging en het komen tot Jezus? Nee, het is allemaal gewerkt door God Zelf, Hij trok uit de duisternis, verloste uit de banden en heeft ons overgezet in het Koninkrijk van Zijn geliefde Zoon in Wie Hij al Zijn welbehagen heeft. Kom, kronen wij de Zoon door eer te geven aan Hem, Hem te volgen in het geloof en te wandelen zoals Hij gewandeld heeft tot een getuigenis op deze aarde. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 16-01-2018