Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – over de grote verdrukking

‘Wanneer gij dan zult zien
den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet,
staande in de heilige plaats (die het leest, die merke daarop), Dat alsdan die
in Judéa zijn, vlieden op de bergen; Die op het dak is, kome niet af om iets
uit zijn huis weg te nemen; En die op den akker is, kere niet weder terug om
zijn klederen weg te nemen. Maar wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in
die dagen. Doch bidt dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een
sabbat. Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van
het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. En zo die dagen niet
verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil
zullen die dagen verkort worden, Matth. 24:15-22.’

Daniël, door God betitelt als
een zeer gewenste man, ontdekte door het onderzoeken van de profeten en de
geschiedenis, dat zij gekomen waren aan het einde van de door God voorzegde 70
jarige verwoesting over Jeruzalem en de Babylonische gevangenschap. In zak en
as, met vasten en gebed zocht hij zijn God, terwijl hij de zonden van zichzelf
en het volk beleed, waarbij hij pleitte op Gods beloften en barmhartige
ontfermende genadige. Hij smeekte om het herstel van het heiligdom, de stad en
het volk. Wat een zegen om in de moeilijkste omstandigheden het Woord van God
tot ons te nemen en tot Hem onze toevlucht te nemen. Daniël ontmoet Gabriël,
die hem, nu de volheid van de 70 jaren zijn gekomen gaat laten zien dat er 70
jaarweken zijn besloten over het volk en de heilige stad. We lezen in Daniël
9:24 ‘Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om
de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de
ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen,
en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der
heiligheden te zalven.’
Wat Daniël hier geopenbaard krijgt is van zo’n
groot belang dat wij allen zeer opmerkzaam moeten zijn, over wat God de HEERE voorzegt
heeft in deze bijzondere openbaring. Petrus roept ons op om het profetische Woord
in acht te nemen. ‘En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en
gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een
duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten, 2
Petr. 1:19.’
Wij doen er goed aan om, hoewel de profetieën vaak moeilijk
zijn om te bevatten, ze toch biddend te bestuderen.

Zeventig profetische weken,
dat zijn zeventig weken waarbij we de dagen voor jaren moeten rekenen. Wanneer
we 70 vermenigvuldigen met 7 dan komen we op 490 jaren die zijn besloten over
het volk Israël en de heilige stad. Hoe belangrijk om deze profetie te
bestuderen. Zij is namelijk als een licht schijnend in een duistere plaats.
Gabriël, die Daniël een zeer gewenste man noemde, kwam later tot Maria om haar
de begenadigde te noemen. De opmerkzame zal ontdekken dat Gabriël zich zo
bekendmakend, bij de aankondiging van Vorst Messias, refereert aan de profetie die
Daniël jaren eerder had ontvangen. Laten we luisteren naar de woorden van God
tot Daniël gesproken, waar de Heere Jezus ons in het bijzonder opmerkzaam wil
maken. ‘Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen
wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven
weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd
worden, doch in benauwdheid der tijden. En na die twee en zestig weken zal de
Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des
vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn
einde zal zijn met een overstromenden vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn,
en vastelijk besloten verwoestingen. En hij zal velen het verbond versterken
een week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer
doen ophouden, en over den gruwelijken vleugel zal een verwoester zijn, ook tot
de voleinding toe, die vastelijk besloten zijnde, zal uitgestort worden over
den verwoeste, Dan. 9:25-27.’

Ik roep een ieder van u op om
studie te doen naar deze bijzondere profetie en de woorden van deze overdenking
te toetsen aan het ons geopenbaarde Woord van God. We leven in een tijd van
veel verwarring, veel verschillende inzichten en grote verdeeldheid binnen de
gemeente van Christus. Het Woord van God en de leiding van de Heilige Geest
moeten voor ons koersbepalend en doorslaggevend zijn. Niet de mening van
mensen, hoe gewaardeerd, geliefd of geprezen ook.

De Koningen Kores, Darius de Eerste
en Arthasasta hebben in de vervulling van deze profetie een rol gespeeld. In
het jaar 457 v Chr. keren onder leiding van Ezra een grote groep Joden terug om
Jeruzalem te herbouwen. De zeven weken of 49 jaar die daarop volgden, waren
jaren van strijd en benauwdheid waarin de straten en de grachten herbouwd
werden. Als we twee en zestig profetische weken, of 434 jaar, verder in de
geschiedenis kijken dan zijn we gekomen aan het einde van de 69 jaarweken en
dat is in onze tijdsberekening precies het moment waarop de Heere Jezus, de
Christus wordt als Hij gedoopt wordt in de Jordaan. Daar begint Hij zich als
Vorst Messias te openbaren, nog een week, dat is 7 jaren, en dan zullen de 70
jaarweken vervuld zijn. Vorst Messias zal uitgeroeid worden, maar niet voor
Zichzelf, Hij zal in deze week velen het verbond versterken terwijl Hij in het
midden van de week het slachtoffer en het spijsoffer zal doen ophouden maar ook
de stad en het heiligdom zullen verdorven worden ja er zal een verwoester zijn
die tot het einde toe zal strijden. Jezus de Christus, heeft na drie en een
half jaar, precies in de helft van de week op het kruishout van Golgotha deze
profetie vervuld. Daar heeft Hij volkomen gerechtigheid aangebracht, daar zijn
de zonden verzoend en daar heeft Hij de heiligen geheiligd. In volkomen
gehoorzaamheid aan de wil van Zijn Vader heeft Hij Zichzelf als het volmaakte
Lam ten slachtoffer gegeven. Hij riep uit: ‘Het is volbracht!’ waarop
het voorhang in de tempel scheurde en er
aan de tempeldienst met haar offers een einde was gekomen.

Helaas, Zijn volk heeft Hem
niet erkent, het “kruist Hem” heeft geklonken, zij hebben geroepen, “Zijn
bloed komen over ons en over onze kinderen.”
En drie en een half jaar
later, aan het einde van de zeventigste week, hebben de Joden in blinde
razernij de getuigende Stefanus gestenigd, waarop het Evangelie zich naar de
heidenen heeft uitgestrekt. Hoe wonderlijk exact is Gods profetie vervuld. De
Joodse Rabbijn Simone Luzzatto heeft in 1600 gezegd dat als iedere Jood deze
profetie zou onderzoeken in het licht van de geschiedenis, zou moeten erkennen
dat Jezus Christus de Messias is.

De Joden die de Messias niet
hebben willen erkennen en niet door het geloof deel uitmaakten van de nieuwe
tempel die gebouwd werd en wordt uit gelovige Joden en heidenen, hebben helaas
geen acht geslagen op deze profetie maar klampten zich vast aan een tempel door
mensen handen gemaakt en dat terwijl Jezus gezegd had: ‘Vrouw, geloof Mij,
de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te Jeruzalem, den
Vader zult aanbidden. Gijlieden aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat
wij weten; want de zaligheid is uit de Joden. Maar de ure komt, en is nu,
wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid;
want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden. God is een Geest, en
die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid, Joh. 4:21-24.’

Wat een zegen dat Jezus op de
profetie van Daniël heeft gewezen opdat de opmerkzame hoorder, nuchter en
waakzaam zou zijn wanneer de verwoester komen zou. ‘Wanneer gij dan zult zien
den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet,
staande in de heilige plaats (die het leest, die merke daarop), Dat alsdan die
in Judéa zijn, vlieden op de bergen; Die op het dak is, kome niet af om iets
uit zijn huis weg te nemen; En die op den akker is, kere niet weder terug om
zijn klederen weg te nemen. Maar wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in
die dagen. Doch bidt dat uw vlucht niet geschiede des winters, noch op een
sabbat. Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van
het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. En zo die dagen niet
verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil
zullen die dagen verkort worden, Matth. 24:15-22.’

Er is in de geschiedenis van Israël geen gruwelijker tijd geweest dan de tijd
toen dit verschrikkelijke oordeel zich voltrok. De verwoesting van Jeruzalem in
het jaar 70 na Christus is een hel zo vol moord en doodslag en zo
verschrikkelijk wreed en afschuwelijk geweest dat Jezus zegt dat een zo grote
verdrukking nooit eerder is geweest en ook nooit meer wezen zal. Zij die acht
sloegen op de profetie zijn gevlucht en ontkomen maar zij die het niet zagen
zijn op verschrikkelijke manieren van het leven beroofd. Hoe verschrikkelijk is
het om te vallen in de handen van de levende God.

Lieve vrienden, er is over
deze periode zoveel te zeggen, maar laat het voor ons genoeg zijn dat God Zijn
Woord waarmaakt. Zoals zich over Jeruzalem het oordeel voltrokken heeft, zo zal
straks het oordeel komen over de wereld die niet heeft willen buigen voor Jezus
de Messias. Hij is gekomen en allen die door het geloof tot Hem de toevlucht
nemen zullen eeuwig leven, maar zij die niet voor Hem willen buigen zullen
straks in het oordeel omkomen. Nog is er hoop, er is leven, ja stromen van
levend water. Jood en heiden, zie op Jezus en wordt behouden. Broeders en
zusters, de tijd is kort, nog even en onze Heiland zal verschijnen als de
Koning der koningen. Hebt goede moed, in de wereld zal verdrukking zijn maar
Jezus heeft de wereld overwonnen. Amen.

Wilco
Vos Veenendaal 02-10-2019