Woorden van Jezus – Pas op dat niemand u misleidt
‘En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen
bij Hem om Hem de gebouwen des tempels te tonen. En Jezus zeide tot hen: Ziet
gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik u: Hier zal niet een steen op den
anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden. En als Hij op den
Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons,
wanneer zullen deze dingen zijn? En welk zal het teken zijn van Uw toekomst en
van de voleinding der wereld? En Jezus antwoordende zeide tot hen: Ziet toe dat
niemand u verleide. Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben
de Christus; en zij zullen velen verleiden. En gij zult horen van oorlogen en
geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen
moeten geschieden, maar nog is het einde niet. Want het ene volk zal tegen het
andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er
zullen zijn hongersnoden, en pestilentiën, en aardbevingen in verscheidene
plaatsen. Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. Alsdan zullen
zij u overleveren in verdrukking en zullen u doden, en gij zult gehaat worden
van alle volken om Mijns Naams wil. En dan zullen er velen geërgerd worden en
zullen elkander overleveren en elkander haten. En vele valse profeten zullen
opstaan en zullen er velen verleiden. En omdat de ongerechtigheid
vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden. Maar wie
volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. En dit Evangelie des Koninkrijks
zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en
dan zal het einde komen, Matth. 24:1-14.’
‘Zie uw huis wordt u woest
gelaten.’ Zo had Jezus gesproken. Met deze woorden nog vers in het geheugen,
horen we de discipelen tot Jezus zeggen: ‘Zie hoedanige stenen en hoedanige
gebouwen, Luk. 13:1.’ Met andere woorden; “Heere U heeft gesproken over de
verwoesting van onze tempel, maar kijk toch eens hoe prachtig deze gebouwen,
bewerkingen en versieringen zijn (Luk. 21:5). Het kan toch niet zijn dat dit
huis, het huis van God, verwoest zal worden?” We kunnen ons de verbazing van de
discipelen voorstellen, we proeven hun ontzag en het oog voor al het moois dat
zij met hun ogen zagen. Maar Jezus, God gekomen in het vlees, kon Zich niet
verblijden in die dode stukken steen, waar zoveel ongerechtigheid plaatsvond.
Hij was gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren was. Hij had
oog voor de mensen, Hij weende over Jeruzalem, niet over de stenen maar over de
hardheid van de harten van de mensen die zich niet wilden bekeren. Hij was niet
onder de indruk van de mooie tempel, maar onder de indruk van de goddeloosheid
die daar plaatsvond door de leiders en het volk. Het lijkt er nu op dat de
discipelen meer bewogen zijn met de stenen dan met de mensen. Als we eerlijk
zijn dan moeten we met Salomo zeggen dat er niets nieuws is onder de zon. Hoe
gemakkelijk kunnen ook wij ons meer druk maken over stenen, een vorm, een
belevenis, en andere dingen die vergaan, dan over de mensen om ons heen,
dichtbij maar ook ver weg.
Jezus zegt: ‘Ziet gij niet
al deze dingen? Voorwaar zeg Ik u: Hier zal niet een steen op de andere steen
gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.’ Terwijl Hij dit oordeel
uitspreekt, laat Hij de tempel voorgoed achter zich, om haar als het ware
woest, verlaten van God te laten voor wat het is, een bouwwerk van stenen dat
spoedig vernietigd zal worden. Het moet ons te denken geven dat deze tempel
heerlijker zou zijn dan de tempel van Salomo, in Haggaï 2:10 lezen we de
woorden van JEHOVAH: ‘De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden
dan van het eerste, zegt de HEERE der heirscharen; en in deze plaats zal Ik
vrede geven, spreekt de HEERE der heirscharen.’ Hoewel de tempel van Salomo
mooier was geweest dan deze, Zijn de woorden van Haggaï vervult in Christus Die
Zelf met Zijn heerlijkheid in de tempel heeft gewandeld en Zijn onderwijs heeft
gegeven, al de schaduwen in de tempel wezen heen naar deze Zoon van God, de
Vorst van vrede. Dan is nu het moment gekomen waarop de Heerlijkheid van God de
tempel verlaat. Met drie dagen zal het voorhang van de tempel scheuren, als de
Christus, verworpen van mensen Zijn leven geeft om als het Lam Gods de zonde
van de wereld te verzoenen. O wat een onbevattelijke liefde is er te vinden in
Jezus Christus, hoe lief heeft God de Vader ons, dat Hij Zijn Zoon zond en Hem
overgaf als het volmaakte offerlam voor onze zonden.
Ik weet dat vele mensen hun
oog gericht hebben op Israël en de herbouw van de nieuwe tempel. Maar weet dat
al de schaduwen slechts hebben heen gewezen naar dat waar Christus de
vervulling van is. Hij Heeft Zijn leven gegeven om een gemeente te bouwen uit
Jood en heiden en dat is de tempel waarin Hij wil wonen. Wij zijn de tempel,
het Lichaam van Christus, samen met elkaar zijn wij de bouwstenen en tegelijk
als individu, de tempel waar Gods Geest in wonen wil. ‘Of weet gij niet, dat
ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van
God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt? Want gij zijt duur gekocht: zo
verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke Godes zijn, 1 Kor.
6:19,20.’ Zoals JEHOVAH door de tabernakel en tempeldienst onder Zijn volk
wilde wonen zo zien we deze schaduw nu vervuld doordat God met Zijn Heilige
Geest wil wonen in en onder ons. Zoals Paulus het zo helder zegt: ‘Of wat
samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des
levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal
onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een Volk zijn, 2
Kor. 6:16.’
De grote vraag voor ons is of
wij behoren bij die tempel, mogen wij weten dat door het bloed van Christus
onze zonden vergeven zijn? Want alleen door het geloof in de Heere Jezus
Christus worden wij deel van die tempel, dat lichaam waar Christus het hoofd
van is. Alleen dan, als Zijn bloed ons heeft gereinigd kan Gods Geest in ons
komen wonen. Laten wij niet blijven hangen aan de aardse dingen, hoe mooi ze
ook kunnen zijn en hoe heilig het alles ook geweest kan zijn. De mens zoekt
vaak vreugde en houvast in zaken die we zien, maar de ware vreugde vinden wij
alleen in God door het geloof.
We zien Jezus, zojuist
vertrokken van de tempel, zitten op de Olijfberg recht tegenover de tempel. Het
moment is aangebroken waarop Zijn discipelen vragen: ‘Wanneer zullen deze
dingen zijn? En welk zal het teken zijn van Uw toekomst en van de voleinding
der wereld?’ Wanneer zullen deze woorden nu waarheid worden, wanneer zal de
tempel verwoest worden en hoe zal de toekomst er dan uitzien? Waarop Jezus Zijn
geliefden een ernstige waarschuwing geeft: ‘Ziet toe dat niemand u
verleide.’ Pas op dat niemand u misleidt. Pas op voor de wolven in
schaapskleren, pas op voor de valse profeten, voor de valse Messiassen, pas op
voor hen die zichzelf zoeken en zich niet bekommeren om het heil van de mensen.
Pas op voor hen die met mooie woorden toch niets anders zijn dan dwalende
leidslieden, bedriegers, blinde leidslieden, geveinsden en een slangengebroed
dat de helse verdoemenis niet zal ontvlieden. Jezus waarschuwt dat er velen
zullen zijn die zich uitgeven voor de Christus, de gezalfde van God. We weten uit
de geschiedenis hoe verschillende valse Messiassen het Joodse volk hebben
misleidt na de hemelvaart van onze Heiland, de Koning der koningen. Pas op dat
u niet misleidt wordt, ook vandaag hebben we te maken met hen die zich uitgeven
als gezalfden van God, als leidslieden die niets anders zijn dan valse
misleiders. Denk aan de grote misleider de Paus als hoofd van de Roomse kerk,
de moeder der hoererijen met haar vele dochteren die met haar hoereren. We zien
hoe de kerken wandelen in de voetsporen van haar moeder. Velen onderschatten
haar en beseffen niet hoe haar macht zich wereldwijd uitstrekt en geen ander
doel heeft dan mensen af te houden van de ware Christus en het naleven van Gods
geboden. ‘Geliefden, gelooft niet een iegelijken geest, maar beproeft de
geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn uitgegaan in de
wereld, 1 Joh. 4:1.’
De oorlogen, de onrusten onder
de volkeren, de hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen zullen maar een
begin van de smarten zijn. O vrienden, wees toch waakzaam, besef de ernst van
de tijden die we beleven. Net als in de tijd van de discipelen zullen zij die
Jezus volgen, vervolgd en gehaat worden er zullen er velen geërgerd worden en
elkaar overleveren. Waarom? Omdat alles zo anders is gelopen dan verwacht. Men
wil horen van voorspoed en geluk, maar dat zonder een leven dat leert buigen
onder God en Zijn Woord. Al spoedig ergert men zich aan hen die anders leven, hen
vermanen en oproepen tot bekering en gehoorzaamheid of men ergert zich aan de
omstandigheden die zo anders lopen dan gehoopt. Verleiders zullen opstaan en er
velen verleiden omdat het leven dat zij voorstellen zoveel aangenamer klinkt,
zoveel leuker en gemakkelijker is. Vandaag de dag beleven we een
verschrikkelijke tijd, megakerken met volgers die mogen komen zoals ze zijn en
met een zelfbedachte, vriendelijke Jezus, kunnen blijven wie ze zijn. Jezus
heeft gezegd, dat de ongerechtigheid of wetteloosheid zal vermenigvuldigen
waardoor de liefde zal verkouden. Vandaag wordt de wet van God met voeten
getreden, door het slijk gehaald en met mooie woorden totaal veracht. Dat is de
reden waarom we zo’n liefdeloze tijd beleven, veel liefde die moet doorgaan
voor liefde is helemaal niet de liefde zoals God ons die heeft geopenbaard.
Want de volmaakte liefde is God liefhebben boven alles, en onze naasten als
onszelf, dan haten we het kwade en zijn niet bang om door deze liefde gedreven
anderen te bemoedigen, om te breken met het kwaad en God op de eerste plaats te
zetten.
Vrienden, Jezus roept op om te
midden van al deze onrust, oorlogen, onvrede, wetteloosheid en liefdeloze
misleiding te volharden tot het einde, want die zullen zalig worden. Paulus
heeft gewaarschuwd: ‘En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen
zware tijden. 2 Tim. 3:1.’ Jezus heeft gezegd: ‘Vrees geen der dingen,
die gij lijden zult. Ziet, de duivel zal enigen van ulieden in de gevangenis
werpen, opdat gij verzocht wordt; en gij zult een verdrukking hebben van tien
dagen. Zijt getrouw tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens, Openb.
2:10.’ Hebt goede moed, Jezus heeft de wereld overwonnen en beloofd dat Hij
met hen zal zijn die Hem liefhebben. ‘Omdat gij het woord Mijner
lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking,
die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen
Openb. 3:10.’ Laten wij elkaar oproepen om de goede strijd te strijden en
waken om niet misleidt te worden. ‘Hier is de lijdzaamheid der heiligen;
hier zijn zij, die de geboden Gods bewaren en het geloof van Jezus, Openb.
14:12.’ Het Evangelie van het Koninkrijk wordt gepredikt, het einde is
nabij. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 24-09-2019