Woorden van Jezus – Tot een voorbereiding van Mijn begrafenis
‘Als nu Jezus te Bethanië
was, ten huize van Simon, den melaatse, Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een
albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij
aan tafel zat. En Zijn discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk,
zeggende: Waartoe dit verlies? Want deze zalf had kunnen duur verkocht, en de
penningen den armen gegeven worden. Maar Jezus, zulks verstaande, zeide tot
hen: Waarom doet gij deze vrouw moeite aan? want zij heeft een goed werk aan
Mij gewrocht. Want de armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet
altijd. Want als zij deze zalf op Mijn
lichaam gegoten heeft, zo heeft zij het gedaan tot een voorbereiding van Mijn
begrafenis. Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de
gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen
zij gedaan heeft, Matth. 26:6-13.’
De laatste keer stonden we
stil bij de woorden van de Heere Jezus die Hij twee dagen voor Pesach sprak, Hij
zou worden overgeleverd en gedood worden. Hij heeft niet voor Zijn discipelen
verborgen dat Hij begraven zou worden en weer zou opstaan. De geschiedenis
waarover we nu nadenken vond volgens Johannes zes dagen voor het Pesach plaats
(Joh. 12:1). We bevinden ons in Bethanië een plaats vlak bij Jeruzalem in het
huis van Simon de melaatse. Simon, die vroeger melaats is geweest maar
hoogstwaarschijnlijk door Jezus Zelf is genezen, wordt door zijn naam nog
steeds herinnerd aan de tijd van zijn ziekte. Zijn naam bewijst dat hij een
zondaar was, die vanwege zijn zonde de vreselijke ziekte van melaatsheid moest
dragen. Maar genezen van melaatsheid mag hij in vrijheid wandelen en deze
liefdedienst aan Jezus bewijzen door Hem in zijn huis te ontvangen om daar een
maaltijd te houden.
In het huis zien we naast
Simon en de discipelen ook de vrienden van Jezus; Martha, Maria en Lazarus. We
zien Martha druk bezig, net zoals zij een half jaar daarvoor ook zo druk was in
haar eigen huis toen Jezus bij hen op bezoek was. Ze ergerde zich toen aan het
feit dat Maria aan de voeten van Jezus zat, terwijl zij zo druk was. Maria
verlangde in Zijn nabijheid te zijn en naar Hem te luisteren. Haar hart
verlangde naar Zijn Woord, zij had ontdekt dat Hij woorden van eeuwig leven
sprak en dat had zij zo nodig. Toen Martha Jezus aansprak op het feit dat haar
zuster haar niet hielp met dienen, heeft Jezus gezegd: ‘Martha, Martha gij
bekommert en ontrust u over vele dingen; Maar één ding is nodig; doch Maria
heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden,
Luk 10:41,42.’
Wat een les voor ons vandaag,
wat verkiezen wij? Het dienen of het zitten aan Jezus voeten. Voor mijzelf heb
ik ontdekt dat ik het makkelijker vind om te dienen dan om te zitten aan Jezus
voeten en dat terwijl ik het zo nodig heb. Ik verlang om meer in de rust aan
Zijn voeten te zitten maar zie zoveel werk, zie zoveel verdriet en pijn dat ik
vaak niet weet waar ik beginnen en eindigen moet. Maar vrienden, tegelijk moet
ik bekennen dat als ik niet stil zit aan de voeten van mijn Heiland, mijn
liefde op den duur uitgeput raakt omdat zij niet meer stroomt vanuit de Bron. Al
mijn zwoegen, werken, rennen en vliegen is dan uit eigen kracht en dat put uit.
Ik heb Jezus nodig, op Hem te zien, naar Hem te luisteren en stil te zitten aan
Zijn voeten, dat is mijn kracht. Ik wil jullie bemoedigen om Jezus te zoeken,
bij Hem te zijn, te luisteren naar Zijn Woord en te genieten hoe Zijn liefde
jullie harten vervult. Er is geen betere plaats dan daar aan Jezus voeten. Misschien
voel je je niet welkom, misschien denk je te zondig te zijn, laat de duivel je
niets wijs maken, Jezus is de Enige Die je kan bevrijden van je zonden. Hij
kwam om zondaars zalig te maken. Al is je schuld nog zo groot, de veroordeling
van de mensen om je heen en je eigen hart nog zo groot, vlucht naar Jezus en
laat je redden.
Laten we weer terugkeren naar
het huis in Bethanië. Wat een wonder dat Lazarus daar zit, het is nog maar zes
weken geleden dat hij begraven lag. Hij was dood, z’n zussen waren verdrietig
en teleurgesteld dat Jezus toen niet op tijd kon komen, zij geloofden dat als
Jezus op tijd was geweest, Lazarus niet had hoeven sterven. Nu was het te laat.
Maar hoe heerlijk klonken toen de woorden van Jezus tot de verdrietige Martha. ‘Ik
ben de opstanding en het leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook
gestorven; En een iegelijk die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der
eeuwigheid. Gelooft gij dat? Joh. 11:245,26.’
Voor de mensen was Lazarus
dood, maar voor Jezus was het een slaap. Zou voor Hem iets te wonderlijk zijn?
Hijzelf is de opstanding en het leven. Allen die in Hem geloven zullen leven.
Jezus heeft de dood overwonnen, Hij riep Lazarus uit de dood zoals wij een
slapende wakker roepen (Joh. 11). Zo zal Hij ook straks als Hij terugkomt en
alle oog Hem zal zien, de doden tot leven roepen.
In Bethanië zien we Maria, zij
die verkoos aan de voeten van Jezus te zitten, ze draagt een albasten fles met
hele kostbare zalf. Ze loopt op het Voorwerp van haar liefde af en giet de zalf
over het hoofd van haar Meester die aan de tafel zit. Maria neemt haar haren en
droogt de voeten van haar Geliefde. En terwijl het huis zich vervult met de
geur van deze liefdedienst, ontbrandt er in de harten van sommigen een
vijandschap tegen deze liefde. De liefde van Maria wordt in een kwaad daglicht
gesteld. Judas vraagt waarom die zalf niet is verkocht voor driehonderd
penningen zodat het aan de armen kon worden gegeven. Deze dief begreep niets
van de liefde die het hart van Maria vervulde, zijn liefde ging niet uit naar
Jezus, ook niet naar de armen maar naar het geld waar zijn hart sneller van
ging kloppen. Hij zag daar een jaarloon druipen over het hoofd van Hem Die hij
volgde als Zijn Meester maar niet erkende en liefhad als Zijn Meester. Hij zag
de liefde van Maria aan als een belachelijke aanstellerij, zoals de
liefdedienst aan Jezus bewezen zo vaak verkeerd wordt bekeken en besproken. Wat
een pijn kan het veroorzaken als onze woorden en daden in een kwaad daglicht
worden gesteld. Wat kunnen wij elkaar veel pijn en verdriet doen. Maar hoor hoe
Jezus het opneemt voor haar Die Hem zo liefhad. ‘Laat af van haar; zij heeft
dit bewaard tegen de dag van Mijn begrafenis, Joh. 12:7.’ Nu Jezus al zo
vaak gezegd heeft dat Hij zou sterven en begraven worden, was de tijd
aangebroken dat Maria Hem zou zalven. Zij zalfde Hem als haar Messias, haar
Gezalfde en terwijl men normaal gesproken een beetje zalf gebruikte om iemand
te zalven goot zij het uit als een dankoffer, zij gebruikte zoveel als er
gebruikt werd om een geliefde dode te zalven.
Jezus Die het hart van Maria
kende als geen ander, neemt het voor haar op. Hij bestraft de kritische woorden
en wijst erop dat de armen altijd verzorgd kunnen worden maar dat Zijn tijd van
begraven worden gekomen is. En dan klinken de bijzondere woorden: ‘Voorwaar
zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar
zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft,
Matth. 26:13.’ Overal waar de Blijde Boodschap van redding en genade zal
komen, daar zal ook gedacht worden aan de liefdedienst van Maria. Overal waar
Jezus gepredikt wordt als de Zaligmaker van de wereld, zal bekend worden dat
Maria haar Meester zo liefhad en dat zij Hem gezalfd heeft ter voorbereiding op
Zijn begrafenis. Maria, de vrouw die verkoos te zitten aan de voeten van Jezus,
vond een jaarloon niet te veel om te besteden aan haar Meester, Hij was haar
alles waard, zij ging door haar knieën om met haar haren de voeten te drogen
die straks doorboord zouden worden aan het vloekhout van Golgotha. Hoewel zij
niet kon beseffen dat Hij dit doen zou voor haar, had de Heilige Geest een
liefde in haar hart ontstoken die dwars door alles heen drong. ‘Maria, jij hebt
het beste deel verkozen…’
Vrienden, hoewel Maria en de
discipelen voor de kruisiging van Jezus nooit hebben kunnen weten wat wij nu
weten, is de vraag aan ons of wij Jezus ook liefhebben zoals Maria haar Heiland
liefhad? Hebben wij in Hem ook alles gezien? Zijn de woorden die Hij spreekt
voor ons ook Geest en leven? Is het zitten aan Zijn voeten ons ook meer waard
dan al het goud van de wereld? Als wij nog nooit beseft hebben dat wij met al
onze zonden en ongeloof in scheiding leven met God de Vader en dat alleen de
Heere Jezus Christus voor ons de Weg, de Waarheid en het Leven kan zijn, dan
zullen wij de plaats aan Zijn voeten niet verkiezen. Maar als wij Hem kennen
als onze Zaligmaker dan kennen wij geen betere plaats dan dicht bij Jezus te
zijn. Want in Zijn kracht ligt onze kracht. In Zijn liefde ligt onze liefde. In
Zijn sterven ligt ons leven en in Zijn opstanding ligt onze opstanding. ‘Loof
den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam. Loof den
HEERE, mijn ziel, en vergeet geen van Zijn weldaden; Die al uw ongerechtigheid
vergeeft, die al uw krankheden geneest, Die uw leven verlost van het verderf,
die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheden; Die uw mond verzadigt met
het goede, uw jeugd vernieuwt als eens arends. Psalm 103:1-5.’ Loof de
HEERE, verblijdt u in Hem, Die het Leven is. Amen.
Wilco Vos
Veenendaal 20-01-2020