Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Uw zonden zijn u vergeven

‘En in het schip gegaan zijnde, voer Hij over en kwam in Zijn stad. En zie, zij brachten tot Hem een geraakte, op een bed liggende. En Jezus hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon, zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven. En zie, sommigen der schriftgeleerden zeiden in zichzelven: Deze lastert God. En Jezus ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? Want wat is lichter, te zeggen: De zonden zijn u vergeven; of te zeggen: Sta op en wandel? Doch opdat gij moogt weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op en ga heen naar uw huis. En hij opgestaan zijnde, ging heen naar zijn huis. De scharen nu dat ziende, hebben zich verwonderd en God verheerlijkt, Die zodanige macht den mensen gegeven had, Matth. 9:1-8.’

Jezus was het meer overgestoken en gekomen in het gebied van de Gergesenen bij de stad Gadara. Hoewel Hij door de duivel erkend werd als de Zoon van God, werd Hij door de mensen weggestuurd, zij hadden geen behoefte aan een Zaligmaker Die afrekende met de machten van de duisternis. Zojuist was er een legioen duivelen uitgedreven uit de bezetene en gevaren in de zwijnen die van de steilte stortten en in het water verdronken. Jezus, de Zoon van God is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Hij wordt weggestuurd en laat Zich wegsturen, nee, geen vuur van de hemel om de mensen te verteren, geen harde woorden maar een zwijgende Jezus, Die de onwillige zondaren achterlaat in hun zonden en ongeloof.

O vrienden, wat een verschrikkelijke keuze hebben deze mensen gemaakt, zij hebben de Zoon des mensen afgewezen, niet erkend en niet omhelsd als de Zaligmaker van hun zonden. Daar gaat Jezus, als het ware schudt Hij het stof van Zijn voeten en vertrekt, steekt het meer over, om daar te zijn, waar Zijn wonderbare kracht, Zijn ontfermen, begeerd wordt.

Gekomen in Kapérnaüm zien we hoe vier mannen als het ware dwars door de onmogelijkheid heen dringen om het bed met de verlamde man te brengen aan de voeten van Jezus. Wat een vrienden, wat een moed en wat een doorzettingsvermogen. Van Markus en Lukas weten we dat deze mannen zich niet zomaar lieten tegenhouden, nee de belemmering van de mensen om hen heen was niet sterker dan hun verlangen naar Jezus. Via het dak laten zij hun vriend zakken tot voor de voeten van de Zoon des mensen. Waarom toch al die moeite? Wel, zij geloofden dat Hij, de Zoon des Mensen, alle macht had om hun geraakte vriend te genezen. Zij waren niet bevreesd voor de mening van de mensen maar drongen dwars door de muren van weerstand heen om het goede te zoeken voor hun zieke vriend. Als Jezus hun geloof ziet, dan klinkt het uit Zijn gezegende mond: ‘Zoon, zijt welgemoed, uw zonden zijn u vergeven.’ Is er een liefelijker boodschap te bedenken? Is er een waardevollere zegen te verkrijgen? O wat een dierbare Heiland is toch Deze Jezus. Het geloof van deze mannen was niet zomaar een geloof dat zich vastgrijpt aan strohalmpjes, nee het werd gedreven tot de levende God. Zij kwamen tot Hem, bij Wie volkomen genezing, vergeving en eeuwig leven te verkrijgen is. Hebt goede moed vrienden, want allen, die door het geloof gedreven, tot Jezus komen, vinden vergeving van hun zonden. Wat een vrede, wat een blijdschap en stille verwondering zal het hart van deze man vervuld hebben. Zij die weten wat het is om de zegen te genieten van de vergeving van zonden, weten dat er geen diepere vrede te vinden is dan deze vrede. Tegelijk mogen we ervan uitgaan, dat net als in onze geschiedenis, de boze niet zal zwijgen.

Daar stonden Schiftgeleerden, mannen van aanzien, hun hoofden waren vervuld met schriftkennis maar hun harten openbaarden hun vijandschap tegen God en Zijn genade. Nee, de Messias, Die voor hen stond, herkenden zij niet en de zegen die zij uit Zijn mond hoorden, konden zij niet plaatsen. Het klonk voor hen als vloeken in hun oren. Dit wat zij hoorden, was niets dan Godlasterlijk. Hoe kon Jezus zeggen de zonden te vergeven? Wie anders dan God alleen kan de zonden vergeven? Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid maar ach, hoe rampzalig zij, die rijk en verrijkt zijn.

In de ogen van de wijzen en verstandigen stond hier een mens, zoals alle mensen voor hen, Die Zichzelf verhief tot God en dat, terwijl Hij, als de Zoon van God, Zichzelf vernederde door mens te worden zoals wij. Vrienden, zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, bij Hem is volkomen uitkomst te vinden. Hij is zo genadig, barmhartig en vol van goedertierenheid. Ook nu zend Hij geen vuur van de hemel om deze Godslasteraars te verderven, maar legt mest om hun levensboom door hen te onderwijzen en te laten zien dat Hij alle macht heeft in hemel en op aarde, dat Hij de van God gezondene is waarvan Jesaja reeds sprak: ‘De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis, Jes. 61:1.’ Hoor daar klinkt Zijn stem: ‘Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten? Want wat is lichter, te zeggen: De zonden zijn u vergeven; of te zeggen: Sta op en wandel? Doch opdat gij moogt weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde de zonden te vergeven (toen zeide Hij tot den geraakte): Sta op, neem uw bed op en ga heen naar uw huis.’ De man op het bed was zojuist van een verloren zondaar een geliefd kind van God de Vader geworden, de vrede die zijn hart vervulde was genoeg, genoeg om gelukzalig te leven en te sterven. Deze vrede nam genoegen met het bed, maar hoe wonderbaar is onze God. Zou er voor Hem iets te wonderlijk zijn? Zou Hij Die hemel en aarde gemaakt heeft, niet bij machte zijn om de zonden te vergeven en te genezen van deze verlamming? De kracht van God, die zojuist zijn harde hart verbroken en zijn blinde zielsogen had geopend, ja hem had gewassen van alle zonden, stroomt nu door zijn verlamde ledenmaten en doet hem opstaan van zijn bed. Glorie, Glorie aan het Lam, Die ons door Zijn striemen, genezing heeft gebracht.

Als de mensen dit zien, verwonderen zij zich en een heilige eerbied vervult hun harten terwijl zij God verheerlijken. Zij zien hoe een verlamde man van zijn bed opstaat en naar huis gaat terwijl hij God verheerlijkt. Wat een vreugde, wat een blijdschap en wat een diepe verwondering zal het hart van deze gelukkige man vervuld hebben.

Vrienden, hoe is het met u? Misschien bent u al jaren gebonden aan uw bed, misschien gaat u gebukt onder een ernstige ziekte of ziet u hoe een geliefde van u zwaar moet lijden. Kom, hef het hoofd omhoog, zie op God, verwacht van Hem uw kracht. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde en kan u genezen, niets is te wonderlijk voor Hem. Allen die tot Hem kwamen werden genezen. Tegelijk zien wij vandaag niet iedereen genezen, er zijn geliefde kinderen van de hemelse Vader, die zwaar moeten lijden en met een kreupel, verlamd, of weggeteerd lichaam uiteindelijk het leven moeten laten. Is Gods kracht dan verminderd? Nee, Hij is gisteren, heden en tot in eeuwigheid Dezelfde. Twijfel nooit aan Zijn almacht, maar geef uzelf aan Hem over. Er is iets veel belangrijkers dan een gezond, sterk en fit lichaam. Dat is de reiniging van het vuile hart, ja dat is de vergeving van zonden die alleen te vinden is bij Jezus, de Messias. Zijn bloed, dat Hij gestort heeft aan het vloekhout op Golgotha, opent voor ons een fontein van eeuwig leven. Genadig, barmhartig en groot van goedertierenheid is onze God. Niemand van ons hoeft te wanhopen aan zijn of haar toestand, leg u eenvoudig neer aan Zijn voeten, zie naar Hem op en ontvang Zijn liefde.

Broeders en zusters, u die de kracht van vergeving geniet en de woorden, ‘uw zonden zijn u vergeven’ als de echo van een hemelse melodie in uw harten hoort klinken. Verheerlijk God, zoals de verloste man dat deed. Door de mond van Jesaja klonk eens Gods Evangeliewoord van genade: ‘Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet, Jes. 43:25.’ Verlost van schuld en zonden, verlost van het knellende juk der wet, ja verlost van de vloek der wet mogen wij nu jubelend van vreugde onze weg gaan met het hoofd omhoog en het hart vol van Goddelijke liefde. Geprezen zij de HEERE Die eeuwig leeft, Hij heeft de prijs betaalt, die wetenschap zou ons voor eens en voor altijd genoeg moeten zijn om nooit meer te twijfelen aan Zijn liefde. Als verloste zondaren mogen wij nu het kindschap genieten en wandelen zoals Jezus gewandeld heeft, opdat het Licht van de wereld, ook vandaag haar kracht nog zal doen en zondaren horen en zien dat Jezus alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Hallelujah!

Wilco Vos Veenendaal 06-02-2018