Woorden van Jezus – Vergadert u geen schatten op de aarde
‘Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn, Matth. 6:19-21.’
Wat een stof tot nadenken heeft de Heere Jezus ons gegeven in de zogenoemde bergrede. Op de berg sprak Hij tot Zijn volgelingen waar Hij hen onderwees over de zaligheid en het praktische leven dat daaraan gekoppeld is. Nadat we samen hebben geluisterd naar Zijn onderwijs over het doen van aalmoezen, het bidden en het vasten, zijn we toegekomen aan de diepe essentie van de woorden uit het gebed, ‘Uw Koninkrijk kome, en, geef ons heden ons dagelijks brood.’ Hij of zij die dit van harte bidt, zal erkennen, meer gericht te zijn op het Koninkrijk van God, dan op het dagelijks brood en dat wat nodig is tot dagelijks onderhoudt.
De apostel Paulus zegt; ‘Maar als wij voedsel en deksel hebben, wij zullen daarmede vergenoegd zijn, 1 Tim. 6:8.’ Paulus had ontdekt dat er een rijkdom was die al het aardse ver overtrof, waarbij hij ook gezien heeft dat de rijke helemaal niet zo gelukkig is als men zou denken. Want hij zegt: ‘Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken, 1 Tim. 6:9,10.’ Zij die rijk willen worden krijgen te maken met verzoekingen, strikken, dwaze en schadelijke begeerlijkheden en uiteindelijk, verderf en ondergang, want, de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad. Zo zelfs dat er zijn die eerst gelovig waren maar uiteindelijk ten onder zijn gegaan door hun verlangens naar rijkdom. Dat is wat de apostel Paulus ons leert terwijl Jakobus ons beschrijft hoe ellendig hij of zij is die zich stort op deze schijnbare rijkdommen. ‘Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen. Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; Uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen, Jak. 5:1-3.’ De Heere Jezus heeft gesproken dat het gemakkelijker zal zijn voor een kameel om door het oog van de naald te gaan dan dat een rijke zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen. Deze ernstige woorden moeten ons te denken geven. Laten wij er alstublieft voor waken om ons hart te verliezen aan de rijkdommen van deze aarde. Hoeveel mensen zijn er niet gestorven die hun hele leven bezig zijn geweest met het verzamelen van datgene waar zij verzot op waren en wat kan deze rijkdom hen nu nog bieden? Wat zullen zij met al dit verzamelde kunnen doen in het uur van het oordeel? En rijke, wees eens eerlijk, is het niet zo dat met de vermeerdering van de rijkdom ook de zorg toeneemt? De arme denkt misschien wel eens, had ik maar wat meer geld dan zou ik niet zoveel zorgen hebben. Het is waar, het kan een hele zorg zijn om een gezin te onderhouden als er niet veel binnenkomt. Vandaar de belijdenis van Paulus om vergenoegd te zijn als wij voedsel en deksel hebben. Maar pas op, rijkdom brengt weer hele andere zorgen met zich mee. Onlangs ontmoette ik een rijke zakenman waarbij ik getuigde van de rijkdom in Christus. Hij merkte op, dat zijn rijkdom hem eenzaam maakte, want als hij met mensen sprak waren zij altijd op zijn geld uit, dus dronk hij liever alleen een kopje koffie in een restaurant dan met mensen. Vorige week was ik in gesprek met twee rijke mensen, de Heere gaf bijzondere opening om wat te getuigen van het werk van de Heere in ons gezinsleven, later spraken deze mannen over hun rijkdommen, waarbij ik opmerkte dat ik schatrijk was. De zakenman pakte mij vast en zij: “Ik ben jaloers op je”. Later gaf hij aan, met mij door te willen spreken over het geheim van de rijkdom in Christus.
Soms zie je van die prachtig grote huizen. Toegangshekken, honden en beveiligingscamera’s maken ons duidelijk dat de rijke wel erg gesteld is op zijn rijkdom maar dat hij bang is zijn rijkdom of leven te verliezen. Geef mij maar een huisje vol vrede waarbij de deur open kan staan zodat de vrede en gezelligheid gedeeld kan worden met de mensen om ons heen. Het is beter te wonen in een huisje waar liefde woont en rijkdom geen rol speelt, dan daar waar angst heer en meester is, omdat het hart vol verlangen naar rijkdom, bang is het bezit te verliezen.
De Heere Jezus zegt het zo eenvoudig; ‘Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen.’ Al die schatten, hoe mooi en heerlijk ze ook lijken, zijn zo vergankelijk. Als ik vandaag een mooie trui koop dan mag ik dankbaar zijn dat deze trui mij leuk staat en de warmte van mijn lichaam bewaart, maar tegelijk besef ik dat deze trui eens een poetslap zal zijn, daarom is het maar beter mijn hart niet te zetten op dit kledingstuk dat vergaat. Als ik vandaag de allernieuwste auto koop, dan moet ik beseffen dat er morgen weer een nieuwere is en dat de mijne over een aantal jaren toch echt gebreken en ouderdom zal gaan vertonen. Als ik mijn hart zet op iets aards dat voor mij begeerlijk is, dan zal het mij teleurstellen, want de realiteit van dit aardse is zo vergankelijk. Als mijn vermogen vermeerdert, dan vermeerdert daarmee mijn zorg. Hij die als kleine ondernemer begonnen is en nu een groot bedrijf moet runnen, zal de waarheid van Salomo’s woorden moeten erkennen: ‘Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie den overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid. Waar het goed vermenigvuldigt, daar vermenigvuldigen ook die het eten; wat nuttigheid hebben dan de bezitters daarvan, dan het gezicht hunner ogen? Pred. 5:9,10.’ Hoe groter het bedrijf, hoe meer mensen er mee eten. Hoe meer inkomsten, hoe meer uitgaven. Hoe groter de omzet, hoe groter de zorgen. Wat een zegen om die ondernemer te zijn, die alles in afhankelijkheid van de Heere God doet en zijn hart niet op de rijkdom zet, dan zal Gods zegen de inkomsten vermeerderen, waarmee de rijke, de arme zegent en zijn vermogen inzet daar waar God het nodig acht. Johannes schrijft in zijn brief: ‘Zo wie nu het goed der wereld heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods in hem? 1 Joh. 3:17’Terwijl de Hebreeënbrief zegt: ‘En vergeet de weldadigheid en de mededeelzaamheid niet; want aan zodanige offeranden heeft God een welbehagen, Hebr. 13:16.’ Zo kan een rijke, rijk zijn naar aardse maatstaven en tegelijk rijk zijn in God. Dan gaat zijn hart uit naar het eren van God waarbij zijn zaken gedaan worden in afhankelijkheid en dankbaarheid.
Lieve vrienden, de Heere Jezus leert ons om geen schatten op deze aarde te vergaderen, ‘Maar,’ zo zegt Hij; ‘vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen.’ Ons hart moet gericht zijn op God die in de hemel woont. Ons verlangen moet uitgaan naar Zijn Koninkrijk waarbij wij zoeken hoe wij onze tijd en middelen kunnen inzetten tot eer en glorie van Zijn Naam en uitbreiding van Zijn gemeente. Hier op aarde gaat alles voorbij, als het niet de mot of de roest is, dan zal het vuur straks alles verbranden. Laten wij daarom ernst maken met het zoeken van schatten die niet vergaan. Dat zijn de schatten in de hemel, zoals de Heere Jezus het omschrijft. Welke andere schatten kunnen dit zijn dan die, die het hart en leven werkelijk vervullen?
Lieve vrienden, hebt u Jezus lief? Kunt u zeggen met heel uw hart: “Jezus Christus, het Lam van God is voor mij geslacht, Hij is voor mij de dood ingegaan en ik met Hem, Hij is opgestaan en ik in Hem, Hij is de Triomfator over dood, hel en graf en opgevaren naar de hemel als mijn Hogepriester waar Hij voor mij bidt (Rom. 8:34, Hebr. 9:11) en waar ik, in Hem, nu alreeds mag zitten in de hemel (Ef. 2:5,6).” Dan bent u eindeloos gelukkig en kunt u met recht zeggen, schatten in de hemel te hebben, schatten die niet vergaan. Daar in de hemel woont uw hemelse Vader, die u liefheeft en heeft verkoren om Zijn eigendom te zijn, daar woont de Heere Jezus Christus, die u gekocht heeft met Zijn dierbaar bloed en daar zijn de engelen die als gedienstige geesten worden uitgezonden om u bij te staan, te beschermen en te bemoedigen als u de moed ontbreekt. In deze wereld ondervindt u verdrukking en dat omdat u Jezus liefheeft en over Hem niet kunt zwijgen maar hebt goede moed Hij heeft de wereld overwonnen. Nog even en Hij komt en wij zullen voor altijd met Hem zijn. De Heere Jezus zegt ook in de woorden van onze overdenking: ‘Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.’ U kunt dus weten of uw schatten op deze aarde zijn of in de hemel. Waar gaan uw gedachten het meeste naar uit? Waar bent u het meest op gericht en waar wordt u het meest blij van? Is het iets hier op aarde of in de hemel?
Misschien worstelt u met de zaligheid en kunt u niet met zekerheid zeggen een kind van God te zijn. Dan raad ik u aan, om ernst te maken met deze vraag en niet te rusten voordat u het antwoord gevonden hebt. Ja, niet te rusten voordat u kunt zeggen; “Ik heb een schat in de hemel en weet zeker dat als ik straks sterf, het eeuwig vrede zal zijn.” Want deze zekerheid is verkrijgbaar voor iedereen die daarnaar verlangt. Petrus zegt: ‘Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus, 2 Petr. 1:10,11.’ Als u werkelijk verlegen bent om Gods eer en door de liefde gedreven, op zoek bent naar die zekerheid, dan zal niets u weerhouden om te graven totdat u die schat gevonden hebt. Neem de Bijbel, het geopenbaarde Woord van God en ontdek hoe eenvoudig het zalig worden is en hoe God wil dat u door Zijn Geest gedreven kunt leven tot eer van Hem. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Het is alles te vinden in Jezus Christus en Dien gekruisigd, ja in Zijn opstanding ligt onze kracht. Amen.
Wilco Vos Veenendaal 27-11-2017